het gebruik van menselijke preparaten in het anatomieonderwijs. Studenten aan de Peninsula Medical School zijn de eerste artsen in spe die anatomische kennis en vaardigheden opdoen via gebruik van computersimulatie en kunststofmodellen. Daarnaast, en dat is eveneens uniek, zullen de studenten vanaf de eerste week worden betrokken bij de behandeling van ‘echte’ patiënten. Eeuwenlang vormt de dissectie van een menselijk lichaam een belangrijk onderdeel van de opleiding tot arts, zowel voor de essentiële kennis van de anatomie als voor de (dikwijls eerste) kennismaking met de overleden mens. Vrijwel iedere arts zal zich de eerste incisie herinneren uit de vroege jaren van zijn opleiding. Met name chirurgen hebben bezwaren tegen het afschaffen van deze traditie. ‘Naast essentiële kennis, ontstaat door het werken met menselijk materiaal respect voor het menselijk lichaam en word je geconfronteerd met de minder aangename aspecten van het vak, zoals de dood en lichaamsgeur; dat leer je niet op een pop,’ aldus een woordvoerder van de Royal College of Surgeons in de Britse Times (30 september 2002). Bovendien leidt een uniforme opleiding van medici volgens de chirurgen tot vertrouwen bij de patiënt. ‘Door deze keuze ontstaan ongewenste onderlinge verschillen tussen artsen.’ Opleiders van de Peninsula Medical School zijn van mening dat alleen voor de uiteindelijke opleiding tot chirurg de ontleding van menselijke preparaten een noodzakelijk onderdeel dient te vormen. Dit geldt volgens hen niet voor de algemene opleiding tot basisarts. De onderwijsinstelling gaat gebruikmaken van zeer kostbare computergestuurde kunststofmodellen, die niet enkel de anatomische dissectie vervangen, maar tegelijkertijd kunnen worden ingezet bij klinisch onderwijs. De voorgeprogrammeerde dummy’s geven onder andere drukpijn aan bij lichamelijk onderzoek en vertonen alle symptomen behorend bij een bepaalde aandoening. De ‘medische opleiding nieuwe stijl’, die begin oktober is gestart, is wat dat betreft de eerste in haar soort. Evaluatie van de onderwijsdoelstellingen moet uitwijzen of de vervanging van menselijke preparaten ook daadwerkelijk het gewenste effect oplevert of dat een eeuwenoude traditie in ere moet worden hersteld. West-Nijl-virus en polio Langzaam maar zeker rukt het West-Nijl-virus op. Half september maakte de Canadese overheid bekend dat nu ook in de staat Ontario mensen met het virus besmet zijn. In de staten Nova Scotia, Quebec, Manitoba en Saskatchewan neemt dagelijks het aantal vogels dat het virus bij zich draagt toe en daarmee ook het risico voor mensen om besmet te raken. Dit gebeurt meestal niet direct via de vogel, maar door muggen die eerder een besmette vogel hebben geprikt. In de Verenigde Staten zijn in 2002 (geteld tot 1 oktober) 2477 mensen ziek geworden en 124 overleden. Meestal verloopt de infectie onopgemerkt of met typerende ‘griepachtige’ kenmerken. Bij oudere mensen bestaat vaker het gevaar dat het virus de hersenen binnendringt, met soms spierverlamming tot gevolg. The New England Journal of Medicine publiceerde op 23 september 2002 twee ingezonden brieven op internet die beide gewag maakten van een polioachtig syndroom. Zo melden J.D.Glass et al. dat het virus ook de grijze stof van het ruggenmerg infecteert en daar de motorische voorhoorncellen van het ruggenmerg en het verlengde merg aantast, waardoor paralytische poliomyelitis onstaat. Ook A.A.Leis et al. melden patiënten bij wie het ruggenmerg door het West-Nijl-virus is aangetast. 2002 Ned Tijdschr Geneeskd 2002 19 oktober;146(42) Onlangs maakten de Centers for Disease Control and Prevention bekend dat inmiddels vaststaat dat het virus ook via bloedtransfusies, orgaantransplantatie en borstvoeding kan worden doorgegeven. Met name van infecties ontstaan via de eerste twee routes zijn al diverse gevallen gemeld (www. nlm.nih.gov/medlineplus/westnilevirus.html). In The Washington Post (25 september 2002) zegt een woordvoerder van de Food and Drug Administration (FDA) er alles aan te doen om volgend jaar met een test te komen voor de screening van donorbloed op het West-Nijl-virus. Hoewel de test dan nog lang niet gevalideerd is, zal deze toch op grote schaal worden toegepast. Volgens het dagblad is dit om eventuele claims van invaliditeit of overlijden door bloedtransfusies te vermijden, want de FDA is immers verantwoordelijk voor de veiligheid van donorbloed. Of het epidemische karakter van de West-Nijl-ziekte hetzelfde is als dat van polio is nog onbekend. De FDA denkt van niet omdat de ontwikkeling van een vaccin veel sneller gaat dan bij het poliovirus. Begin 2003 wordt het eerste vaccin tegen het West-Nijl-virus getest. Het is een variant op het vaccin tegen gele koorts, die ook door een flavivirus wordt veroorzaakt. Ook is er nog een vaccin in ontwikkeling dat gebaseerd is op het Dengue-virus, de veroorzaker van knokkelkoorts. Daarnaast hebben de National Institutes of Health het afgelopen jaar veel geld uitgetrokken voor onderzoek naar kandidaatmedicijnen tegen flavivirussen. Meer dan 300 middelen zijn getest. Twaalf daarvan lijken veelbelovend en worden momenteel in proefdieren getest (www.niaid.nih.gov/factsheets/westnile. htm). f.kievits m.t.adriaanse Binnenlands nieuws Heinekenprijs Geneeskunde 2002 voor alzheimeronderzoeker Selkoe Professor Dennis Selkoe kreeg op 24 september 2002 de dr.H.P.Heinekenprijs voor de Geneeskunde 2002 uitgereikt. De Amerikaanse neuroloog en neurobioloog kreeg de prijs voor zijn onderzoek naar de ziekte van Alzheimer. In een interview in het septembernummer van Akademie Nieuws – een nieuwsbulletin van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen – zegt hij er stellig van overtuigd te zijn dat alzheimer binnen afzienbare tijd voorkomen kan worden. Babyboomers hoeven dus niet bang te zijn voor de ziekte. Wie toch bang is, kan volgens de hoogleraar proberen er iets aan te doen: elke dag een tablet ibuprofen slikken. Zelf raadt hij dit zijn patiënten regelmatig aan. Selkoe – hoogleraar Neurowetenschappen aan de Harvard Medical School in Boston en als neuroloog werkzaam in de ziekenhuizen Brigham and Women’s Hospital en het Massachussetts General Hospital – is buitengewoon optimistisch over de kansen dat zijn eigen generatie (hij is 59 jaar) niet te maken krijgt met het aftakelingsproces dat alzheimer met zich meebrengt. Al jaren werkt hij aan de ontrafeling van het moleculaire mechanisme van de ziekte. De grote doorbraak kwam in 1992, toen zijn onderzoeksgroep kon aantonen dat bij de ziekte alles draaide om het eiwit bèta-amyloïd en dat dit eiwit een product van natuurlijke biologische processen is. Enzymen knippen bèta-amyloïd af van een groot precursoreiwit dat we allemaal ons leven lang in onze hersenen hebben. Het bètaamyloïd zet zich vervolgens als plaques in onze hersenen af. ‘Naarmate we ouder worden, nemen de plaques toe en gaan de verbindingen tussen hersencellen aantasten’, zegt Selkoe.