Maatwerk in medicijnen heeft de toekomst Medicijnen voorschrijven op basis van een DNA-profiel. Binnenkort is dat heel gewoon, want personalised medicine (PM) rukt op in de spreekkamer van de huisarts. Daar kun je je als huisarts maar beter op voorbereiden, stelt Paul Korte, voorzitter van Nefarma. ‘Personalised medicine is een zegen voor de patiënt.’ Beeldvorming De relatie tussen artsen en farmaceutische bedrijven is aan het veranderen. Het beeld van huisartsenbezoekers die via luxe reisjes artsen proberen te verleiden tot het voorschrijven van hun medicijnen is achterhaald. ‘We waren de afgelopen jaren een beetje vergeten waarom we doen wat we doen, namelijk geneesmiddelen ontwikkelen voor zieke mensen. Maar inmiddels zijn we back to basic,’ zegt Paul Korte, voorzitter van Nefarma. ‘We geven eerlijke informatie over geneesmiddelen, zijn transparant over ons handelen en laten ons toetsen. We leggen artsen niet meer in de watten zoals in het verleden normaal was. We reizen ook niet meer af naar grote internationale congressen maar huren een zaaltje op de Veluwe en zorgen voor een lijnverbinding met Amerika. Veel effectievere nascholing en een stuk goedkoper.’ Hij betreurt dat het imago van de farma nog steeds te wensen overlaat. Zoals uit de discussie over de hoge medicijnprijzen blijkt, worstelt de sector met haar positie op het snijvlak van publiek en privaat, en er zijn absoluut verbeterpunten. Maar de beeldvorming in de kranten doet volgens Korte geen recht aan de drive van het merendeel van de mensen in de sector. ‘Er is in onze branche sprake van een grote intrinsieke motivatie en een enorme gedrevenheid. We doen het, net als de huisartsen, uiteindelijk voor de patiënt.’ In het verlengde daarvan ziet hij de relatie tussen huisartsen en farmaceuten volwassener worden. Er is een groeiend besef dat beide partijen staan voor dezelfde zaak, en van daaruit zal steeds meer het gesprek gevoerd worden over de uitkomsten die men wil bereiken voor de patiënt. tot een doelmatige en daardoor ook economische werkwijze.’ Tekst: Petra Pronk • Foto’s: Peter Boer Learning by doing M edicijnen zijn een belangrijk instrument in de dokterstas van de huisarts. Helaas werkt niet alles bij iedereen. Sinds kort is duidelijk hoe dat komt: het genetische profiel blijkt in veel gevallen bepalend voor de vraag of een medicijn bij iemand aanslaat of niet. Daarom zet de farmaceutische branche sterk in op personalised medicine: medicatie op basis van de individuele kenmerken van de patiënt. Volgens Paul Korte, voorzitter van Nefarma, sluit die ontwikkeling naadloos aan op de bestaande praktijk. ‘PM is gebaseerd op het idee dat elke patiënt uniek is. Dat is iets wat huisartsen allang weten en waar ze elke dag op inspelen. Ook zonder slimme geneesmiddelen leveren huisartsen al maatwerk, want elke arts houdt rekening met zaken als leeftijd, thuissituatie of iemands psychische gesteldheid. PM is daarin gewoon een volgende stap.’ Bij personalised medicine is een hoofdrol weggelegd voor de huisarts. Mits aan 36 twee randvoorwaarden wordt voldaan: een goede diagnostiek en een goed gesprek met de patiënt. ‘Diagnostiek vormt de basis van personalised medicine. Die diagnostiek vindt steeds vaker plaats bij de huisarts in de praktijk in plaats van in het ziekenhuis. Dat kan, omdat het allang niet meer gaat om belastende diagnostische tests. Een druppeltje bloed of wat wangslijm is straks genoeg om te weten of iemand kans heeft op succes met een bepaald medicijn.’ Maar technologie is zeker niet alles. Een goed gesprek is net zo belangrijk. ‘Beslissingen over de behandeling zullen altijd tot stand komen in samenspraak met de patiënt. Vanuit de vertrouwensrelatie met de patiënt kan de arts aftasten wat voor die patiënt belangrijke uitkomsten zijn van de behandeling, Ook daarin zijn patiënten uniek. De een zal gaan voor een langer leven en neemt de bijwerkingen voor lief, de ander wil mobiel blijven en nog naar de bus kunnen lopen en voor de derde zit de kwaliteit van leven erin dat hij nog helder van geest is. Die uitkomsten zijn medebepalend voor de behandeling en een goede dokter haalt die boven tafel.’ Voordelen Een van de voordelen van de nieuwe lichting medicijnen is dat die veel minder belastend zijn voor de patiënt. ‘Medicatie is nu vaak een kwestie van trial and error, maar het is natuurlijk het mooist als je die error kunt voorkomen. Dan hoef je mensen niet bloot te stellen aan medicijnen waarvan je van tevoren weet dat ze niet gaan werken, terwijl je degenen die wel het juiste genetische profiel hebben, gerichter kunt behandelen. Als je weet dat iemand een snel metabolisme heeft of last van leverfalen, kun je de dosering aanpassen en zo over- of onderbehandeling tegengaan. Dat is een zegen voor de patiënt. Een andere ontwikkeling is dat geneesmiddelen steeds preciezer gaan werken en dus dieper en specifieker ingrijpen op het ziekteproces. Minder symptoombestrijding dus. Dat maakt het Veel huisartsen zijn huiverig voor nieuwe ontwikkelingen. Ze stellen hun patiënten niet graag bloot aan medicijnen die nog niet zijn uitgekristalliseerd. Korte begrijpt dat wel, maar die houding is niet houdbaar, vindt hij. Hij pleit voor learning by doing. ‘Er komen de komende tijd veel geneesmiddelen op de markt die veelbelovend zijn, maar waarvan nog niet alles bekend is. Daarom moeten we de discussie voeren over de plek van nieuwe geneesmiddelen binnen huisartsenpraktijken. Het ontwikkelen van medicijnen is een lang traject. Patiënten weten tegenwoordig precies wat er in de pijplijn zit en willen niet wachten. Daarom zal vaker gekozen worden voor een tussenweg: middelen sneller toepassen in huisartsenpraktijken maar dan wel op een gecontroleerde manier. Dat betekent: patiënten goed opvolgen en uitkomsten en effecten meten, die delen met anderen en zo de collectieve kennis vergroten. Dat is beter dan wachten op ultiem bewijs uit hard core gerandomiseerde klinische studies, die hun beperking hebben omdat die uitgaan van de theoretische “gemiddelde patient”. Bovendien zit de boel dan tien jaar op slot zit en dat is niet meer van deze tijd. Dat vraagt dus om nieuwe modellen van onderzoek en implementatie.’ Paul Korte Nieuwe taakverdeling De huisarts zal steeds meer opschuiven richting diagnostiek, verwacht Korte, en gaat zijn werk doen in nauwe samenwerking met apothekers en patiënten. ‘De huisarts kent zijn patiënten van binnen en van buiten en heeft straks de beschikking over allerlei diagnostische methoden en een schat aan informatie op basis van de data die patiënten aanleveren via hun gezondheidsapps.’ Data gaan sowieso een grotere rol spelen. Veel informatie blijft nu nog liggen omdat men geen idee heeft van de mogelijke toepassingen, maar dat gaat veranderen. In de nabije toekomst zullen huisartsen en farmaceuten nauwer samenwerken en informatie uitwisselen die echt bijdraagt aan een betere behandeling, stelt Korte. Hij adviseert huisartsen om de ontwikkelingen nauwgezet te volgen. “De veranderingen gaan razendsnel. De rol van PM wordt in hoog tempo belangrijker en dat zal ook de huisartsenzorg drastisch veranderen. Het is goed om erover na te denken hoe je daar als huisarts mee om wilt gaan.’ De tendens richting maatwerk in medicijnen gaat overigens lijnrecht in tegen de huidige one size fits all aanpak die ons zorgstelsel kenmerkt, stelt Korte. Die aanpak baart hem zorgen. ‘De vrijheid van huisartsen is een groot goed. We moeten oppassen dat we die vrijheid niet beperken door geneesmiddelen dwingend voor te schrijven op basis van kosten of protocollen. Dat is uiteindelijk ook niet doelmatig. Artsen moeten de keuze hebben om af te wijken van de richtlijnen. Zoals de Engelsen zeggen: “een richtlijn is geen tramlijn.” Het moet voor een huisarts mogelijk zijn om een ander spoor te volgen als daar een goede reden voor is. Dat kan betekenen dat je op basis van de kenmerken en voorkeuren van jouw patiënt niet eerst medicijn A voorschrijft en dan pas B of C zoals de richtlijn voorschrijft, maar dat je direct naar D springt omdat je weet dat dat voor die patiënt de grootste kans op succes heeft. En dat is toch waar het in de zorg om draait.’ • Petra Pronk, journalist 37