Woordpakket 25

advertisement
Woordpakket 33
Regel:
Groep 8
Woorden:
het bessensap
de bruidsschat
de dorpsschool
het geboortekaartje
de groentesoep
Samenstellingen
de horlogemaker
Knip het woord ‘in je hoofd’ in losse stukken.
de kattenbak
de koekenpan
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’
de meisjesstem
2. Herken je twee woorden? Schrijf het eerste, dan het
de paardebloem
tweede woord. Schrijf de woorden aan elkaar.
de pannenkoek
3. Denk bij iedere klankgroep goed na hoe je het schrijven
de prullenbak
moet.
de stationschef
4. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
de veiligheidsspeld
Specifiek voor het tussen -s:
de zonnebank
n,s
!
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Hoor je een /s/ tussen twee woorden van een
samenstelling? Bedank dan een andere samenstelling
met hetzelfde eerste woord. Hoor je een tussen-s,
schrijf dan ook een tussen-s in de samenstelling
waarvan het tweede woord begint met een s.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor het tussen -n:
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Schrijf je het eerste woord in het meervoud met –en?
Schrijf dat woord in de samenstelling dan ook met –n.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor uitzonderingen op tussen-s en tussenn:
Je schrijft geen tussen-s of tussen-n in de samenstelling als het
eerste woord:
- (ook) een meervoud op –s heeft
- uniek is.
woordpakket 34 op volgende bladzijde
Woordpakket 34
Groep 8
Regel:
Woorden:
n,s
!
Samenstellingen
Knip het woord ‘in je hoofd’ in losse stukken.
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’
2. Herken je twee woorden? Schrijf het eerste, dan het
tweede woord. Schrijf de woorden aan elkaar.
3. Denk bij iedere klankgroep goed na hoe je het schrijven
moet.
4. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor het tussen -s:
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Hoor je een /s/ tussen twee woorden van een
samenstelling? Bedank dan een andere samenstelling
met hetzelfde eerste woord. Hoor je een tussen-s,
schrijf dan ook een tussen-s in de samenstelling
waarvan het tweede woord begint met een s.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor het tussen -n:
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Schrijf je het eerste woord in het meervoud met –en?
Schrijf dat woord in de samenstelling dan ook met –n.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor uitzonderingen op tussen-s en tussenn:
Je schrijft geen tussen-s of tussen-n in de samenstelling als het
eerste woord:
- (ook) een meervoud op –s heeft
- uniek is.
het aangiftebiljet
de boekenbon
de bramenjam
de breedtegraad
de gedaanteverwisseling
de Koninginnedag
het krantenartikel
het passagiersschip
de pijpenstelen
de schoonheidsspecialist
de stadsschouwburg
het verkeersslachtoffer
de verkiezingsstrijd
de vliegenmepper
de vliegezwam
Woordpakket 35
Groep 8
Regel:
Woorden:
de aquaria
bijv.
blz.
enz.
etc.
Woorden met meer klankgroepen
incl.
Knip het woord ‘in je hoofd’ in losse stukken.
m.a.w.
de media
5. Luister naar het woord ‘in je hoofd’
de monniken
6. Denk bij iedere klankgroep goed na hoe je het schrijven
de musea
moet.
n.a.v.
7. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
o.a.
de perziken
Regel-woorden > Let op! Pas de regel toe.
de slechteriken
z.o.z.
Specifiek voor –a bij meervoud:
mv a
iken
afk.
4. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
5. Herken je een meervoud op /aa/? Let dan op. Kijk naar
het woord in het enkelvoud. Schrijf je het enkelvoud
met –um aan het eind? Schrijf dan een meervoud –a.
6. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor –iken bij meervoud:
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Herken je een meervoud op /ikun/? Let dan op. Kijk
naar het woord in het enkelvoud. Schrijf je het
enkelvoud met –ik aan het eind en krijgt ik geen
klemtoon? Schrijf dan –en achter het enkelvoud.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor afkortingen:
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Herken je een afkorting? Let dan op:
- is het één woord? Maak het korter. Schrijf de afkorting
in kleine letters. Zet er een punt achter.
- is het meer dan één woord? Schrijf van elk woord de
eerste letter op. Gebruik kleine letters. Zet achter elke
letter een punt
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Woordpakket 36
Groep 8
Regel:
Woorden:
de botteriken
de criteria
de dommeriken
d.w.z.
e.a.
Woorden met meer klankgroepen
e.d.
Knip het woord ‘in je hoofd’ in losse stukken.
excl.
jl.
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’
de leeuweriken
2. Denk bij iedere klankgroep goed na hoe je het schrijven
de lycea
moet.
m.b.t.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
m.i.v.
m.u.v.
Regel-woorden > Let op! Pas de regel toe.
de terraria
z.s.m.
Specifiek voor –a bij meervoud:
mv a
iken
afk.
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Herken je een meervoud op /aa/? Let dan op. Kijk naar
het woord in het enkelvoud. Schrijf je het enkelvoud
met –um aan het eind? Schrijf dan een meervoud –a.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor –iken bij meervoud:
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Herken je een meervoud op /ikun/? Let dan op. Kijk
naar het woord in het enkelvoud. Schrijf je het
enkelvoud met –ik aan het eind en krijgt ik geen
klemtoon? Schrijf dan –en achter het enkelvoud.
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Specifiek voor afkortingen:
1. Luister naar het woord ‘in je hoofd’.
2. Herken je een afkorting? Let dan op:
- is het één woord? Maak het korter. Schrijf de afkorting
in kleine letters. Zet er een punt achter.
- is het meer dan één woord? Schrijf van elk woord de
eerste letter op. Gebruik kleine letters. Zet achter elke
letter een punt
3. Lees nog een keer na of je het goed geschreven hebt.
Werkwoorden Taalverhaal
Groep 8
Woordpakket 37
Woordpakket 38
Woordpakket 39
Woordpakket 40
bepraten
beschuldigen
cruisen
faxen
herleiden
hockeyen
inzetten
omgeven
ophouden
opsporen
overdekken
picknicken
shampooën
tapen
weerspiegelen
afbranden
besteden
crawlen
cricketen
doorkruisen
inzoomen
kidnappen
likkebaarden
onderwerpen
ontplooien
schuilhouden
shoppen
speechen
vaststellen
verenigen
aansporen
afwenden
barbecuen
brunchen
finishen
interviewen
ontbloten
overbruggen
overladen
relaxen
samenbinden
showen
vergulden
verontschuldigen
weerkaatsen
coachen
gebieden
handhaven
herleven
inchecken
kicken
minachten
ontgelden
opwinden
overreden
recyclen
shockeren
sprayen
uitstoten
volladen
Download