Keten-initiatieven v.o.f. A. Prop Beplantingswerken 2017 Keten

advertisement
Keten-initiatieven v.o.f. A. Prop Beplantingswerken 2017
Keten-initiatief 1
Het verwerken van vrijgekomen maaisel bij de projecten van Prop Beplantingswerken met
een steeds hoogwaardigere toepassingsmogelijkheid. Prop Beplantingswerken heeft in dit
kader een samenwerking met Den Ouden Groenrecycling. Prop Beplantingswerken levert
schoon gras aan en Den Ouden Groenrecycling verwerkt dit in een co-vergistingsinstallatie.
De gezamenlijke inspanning van beide bedrijven moet ertoe leiden dat het aangeleverde
maaisel aantoonbaar wordt vergist met een acceptabel rendement bij de gasopbrengst. Het
verwerkte maaisel wordt vervolgens opgenomen in een NTA8080 certificaat en is daarmee
een grondstof geworden voor duurzame biomassa t.b.v energiedoeleinden. De CO2-reductie
van het maaisel wordt dan in belangrijke mate bepaald door het vervangen van aardgas bij de
productie van elektriciteit. CO2-reductie ten aanzien van scope 1 en 2 wordt met name
gerealiseerd door het optimaliseren van de logistiek van beide bedrijven (minder
transportkilometers) bij het vervoer van de locatie waar het maaisel is vrijgekomen naar de
locatie waar de co-vergistingsinstallatie is gevestigd.
Keten-initiatief 2
V.o.f. A. Prop Beplantingswerken (Prop) is deelnemer aan de Duurzaamheidsverklaring
Aviolanda : Van ambities naar duurzame resultaten. Deze verklaring houdt in dat voor de
gebiedsontwikkeling Aviolanda met de stakeholders in het gebied (o.a. gemeente
Woensdrecht en Waterschap Brabantse Delta) via de Mutual Gains Approach (MGA) hoge
duurzaamheidsambities worden vastgelegd. De partijen die bij de MGA-aanpak zijn
betrokken hebben de ambitie uitgesproken om samen tot een integrale gebiedsontwikkeling te
komen waarin de 3 P’s: People, Planet en Profit met elkaar in balans staan.
Fa. Prop is een dienstverlenende organisatie in de groenvoorziening en nagenoeg alle
stakeholders in dit samenwerkingsverband zijn opdrachtgevers van de fa. Prop. Middels het
ontwerp, de aanleg en het onderhoud van groenvoorzieningen wil fa. Prop haar bijdrage
leveren om samen met de betrokken partijen de gestelde duurzaamheidsambities te behalen.
Begin 2012 is er voor de gebiedsontwikkeling Aviolanda een nulmeting uitgevoerd. De
resultaten van de meting van 2012 zijn in een afzonderlijk rapport verwerkt. In 2014 is de
meting herijkt. De resultaten van deze monitoring worden gecommuniceerd naar alle
stakeholders in het gebied zodat eenieder die betrokken is bij de gebiedsontwikkeling
Aviolanda de vordering in het realiseren van de duurzaamheidsambities kan volgen. Hoewel
fa. Prop geen directe stakeholder is maar uitsluitend assisteert en faciliteert om de gestelde
ambities te behalen zal ook zij op de hoogte worden gehouden van de resultaten van de ze
monitoring.
De definitie van duurzame gebiedsontwikkeling is voor Aviolanda afgeleid van BREEAMNL Gebiedsontwikkeling (2011-v1.0). Hierin wordt duurzaamheid beschreven in vier
inhoudelijke categorieën en twee overkoepelende categorieën. De inhoudelijke thema’s zijn:
Bronnen, Gebiedsklimaat, Ruimtelijke Ontwikkeling en Welzijn & Welvaart. De
ontwikkeling en realisatie van deze inhoudelijke thema’s worden geborgd in de
overkoepelende categorie Management. De categorie Synergie stimuleert een
overkoepelende visie en bijzondere, succesvolle combinaties op de verschillende inhoudelijke
thema’s. Met name inzake de categorieën Ruimtelijke Ontwikkeling en Synergie wil de fa.
Prop een bijdrage leveren door bijv. bij het ontwerp en de aanleg van groenvoorzieningen
voor de meest duurzame oplossing te kiezen en het onderhoud zo duurzaam mogelijk uit te
voeren door het synergie-effect zo optimaal te benutten voor haar diverse opdrachtgevers
binnen dezelfde regio (o.a. reductie werkverkeer). In de nulmeting van 2012 en actualisatie
van 2014 is gedefinieerd hoe de score per categorie is opgebouwd.
Duurzame gebiedsontwikkeling is vooral een gezamenlijk proces, dat het meest succesvol is
als de ontwikkeling integraal wordt vormgegeven. Bij de gesprekken met stakeholders voor
deze verklaring en de rapportage is naar voren gekomen dat juist de gezamenlijke benadering
diverse kansen biedt. Kansen voor waarde behoud van vastgoed, kansen voor besparingen in
beheerbudgetten en kansen voor gezamenlijke investeringen met een korte terugverdientijd.
Daarom kan deze verklaring niet alleen worden gezien als een uitwerking van de
duurzaamheidsambities, maar ook als een verkenning van de mogelijkheden om de 3 P’s
(People, Planet en Profit) met elkaar te verbinden als de gezamenlijke aanpak wordt
doorgezet. Dan kunnen onverwachte verdiensten naar voren komen, die bij een individuele
aanpak verborgen blijven.
Om dit te bewerkstelligen zijn er door de verantwoordelijke partijen drie speerpunten bepaald
waar men zich in de komende jaren voor gaat inspannen om deze te verbeteren. Van de zes
categorieën wordt de energie gefocust op :
•
•
•
Bronnen, het beperken van het primair energieverbruik en watergebruik
Ruimtelijke ontwikkeling, ruimtegebrek
Gebiedsklimaat, geluid.
De focus op deze speerpunten betekent niet dat er geen aandacht is op de andere categorieën
zoals Synergie, Welzijn en Welvaart en Gebiedsmanagement. Deze categorieën behoren tot
de dagelijkse bedrijfsvoering en opdracht binnen de gebiedsontwikkeling Aviolanda
De volgende voorbeelden illustreren welke kansen de betrokken partijen zien.
•
Water :
Een gezamenlijke aanpak van de waterhuishouding in het gebied kan leiden tot
aanzienlijke kostenbesparingen bij een aantal partijen met als bijkomend pluspunt dat
verdroging van de natuur wordt tegengegaan. Door relatief grote verharde
oppervlaktes wordt veel regenwater nog afgevoerd via de riolering. De capaciteit van
de persleiding van het waterschap is te laag voor piekafvoeren, waardoor er water
gebufferd moet worden op het terrein van de vliegbasis. Daarnaast dient de riolering
op het Businesspark Aviolanda verbeterd te worden. Door de waterhuishouding in het
gebied als geheel te optimaliseren, gecombineerd met waar mogelijk afkoppelen van
hemelwaterafvoer zullen de benodigde herinvesteringen in de riolering waarschijnlijk
beperkt zijn. De eerste stap in dit proces is het opstellen van een gezamenlijk
waterplan. Fa. Prop kan hieraan bijv input geven door het doen van een voorstel om
ecologische bergingsvijver aan te leggen voorzien van een helofytenfilter.
•
Energiebesparing:
De praktijk wijst uit dat de eerste 10 % energiebesparing in gebouwen eenvoudig
gerealiseerd kan worden door betere afstelling van installaties en bewust omgaan met
verwarming. Door het plaatsen van slimme energiemeters in de gebouwen ontstaat
deze bewustwording, waarbij de kosten al binnen een jaar worden terugverdiend.
Daarnaast kunnen bij renovatie grote stappen worden gemaakt in energiebesparing. Zo
zal fa. Prop bij het onderhoud van de groenvoorzieningen steeds meer gebruik maken
van elektrisch aangedreven handgereedschappen zoals bijv heggescharen en
bladblazers. Ook de geluidsproductie van deze machines is nagenoeg 0 dBa.
•
Duurzame mobiliteit:
Er liggen mogelijkheden in het verder verduurzamen van het vervoer binnen het
gebied. Door het opstellen van een gezamenlijk vervoersplan kunnen de kosten en
baten van carpooling, intensiveren en optimaliseren van de OV-verbindingen en
verbeteren van fietsvoorzieningen in beeld worden gebracht. Tevens kan gestreefd
worden naar gezamenlijke voorzieningen voor elektrisch vervoer en vervoer met
andere alternatieve brandstoffen, car-sharing tussen bedrijven en wellicht een
bepaalde vorm van gezamenlijke goederendistributie (bevoorrading, afvoer van
producten en afvalstoffen). Doordat fa. Prop in dezelfde regio meerdere
opdrachtgevers (Aviolanda, gemeente Woensdrecht en Waterschap Brabantse Delta)
heeft kan zij de transportkilometers van haar voertuigen middels synergie-effecten zo
veel mogelijk beperken.
•
Verbinding met de omgeving, imagoversterking
Door meer te laten zien van wat er in het gebied gebeurt zal de binding van de
omgeving met de gebiedsontwikkeling Aviolanda worden versterkt. Door activiteiten,
zoals een open bedrijvendag, een jaarlijkse fietstocht door het gebied, rondleidingen
en andere informatievoorziening gemeenschappelijk aan te bieden ontstaat meer
binding met de omgeving. Ook meer informatievoorziening vanuit defensie over de
vele duurzaamheidsmaatregelen, die al op de vliegbasis zijn genomen, zal gunstig zijn
voor het imago van de gebiedsontwikkeling Aviolanda naar de omgeving. Er zijn
plannen voor een NME-centrum, dit zou het Aviolanda informatiecentrum kunnen
worden waar de economische, ecologische en sociale kenmerken van het gebied in
samenhang worden geëtaleerd. Fa. Prop zal het onderhoud aan de openbare
groenvoorzieningen zodanig uitvoeren dat een nette en representatieve uitstraling
wordt gewaarborgd en waar mogelijk verbetervoorstellen doen voor eventuele verdere
ecologische ontwikkelingen.
Met de ondertekening van deze verklaring laten de verantwoordelijke partijen zien dat
zij deze ambities ook daadwerkelijk willen realiseren. Door de ambities te vertalen
naar concreet meetbare resultaten ontstaat een kader waarmee de komende jaren de
voortgang kan worden getoetst. Elke twee jaar wordt door monitoring vastgesteld in
hoeverre de duurzaamheidsambities zijn gerealiseerd.
Keten-initiatief 3
In 2002 werd voor het eerst in Nederland een onbekende ziekte in kastanjebomen
geconstateerd. De aantasting kan zeer snel verlopen en de aangetaste bomen kunnen in snel
tempo achteruitgaan in conditie waarbij sommige bomen al na enkele seizoenen afsterven. Op
de bast van de boom ontstaan roestbruine vochtige plekken die gaan bloeden met een
stroperige vloeistof. De ziekte komt uitsluitend voor bij de Paardenkastanjeboom. De
bloedingsziekte wordt veroorzaakt door een bacterie: Pseudomonas syringae pv aesculi. Deze
bacterie nestelt zich in het bastweefsel waardoor deze afsterft en de sapstroom plaatselijk
wordt onderbroken. Deze laag sterft af waardoor de bast los kan laten en de sapstroom
onderbroken wordt. Takken beginnen af te sterven en uiteindelijk sterft heel de boom. Grote
monumentale kastanjes gaan verloren en beeldbepalende majestueuze kastanjes maar ook
hele lanen in de hoofdstructuur verdwijnen door deze aantasting.
Prop Boomtechniek heeft in samenwerking met Wageningen Universiteit en Research Centre
een gepatenteerde methode ontwikkeld om kastanjebomen te behandelen met
warmtetechniek. Deze methode brengt een temperatuur van ca. 40 graden aan in het
bastweefsel op de grens tussen hout en bast precies waar de bacterie zich bevindt. Hierdoor
wordt de bacterie vernietigd en kan het afgestorven bastweefsel en dus de sapstroom zich
herstellen. Door een systeem van sensoren en dataloggers wordt de behandeling op afstand
geregistreerd, doorlopend gemonitord en waar nodig bijgestuurd. Met een DNA onderzoek in
Wageningen kan worden aangetoond dat de bacterie is afgestorven. De boom versterkt haar
natuurlijke afweer en zal op eigen kracht verder herstellen.
Middels deze methode wordt ook een aanzienlijke CO2-reductie per behandelde boom
gerealiseerd. Indien een boom niet wordt behandeld gaat deze gegarandeerd dood en moet dus
gerooid worden. Bij het rooien moet materieel en personeel (mobiele kraan, tractor met
versnipperaar, werknemers met motorzaag, etc.) worden ingezet waarbij de CO2-uitstoot
aanzienlijk hoger is dan een éénmalige warmtebehandeling. Daarnaast wordt CO2-uitstoot
gereduceerd bij de boomkwekerij om een nieuwe boom te kweken die de gerooide kastanje
moest vervangen. Tenslotte wordt middels de warmtebehandeling de levensduur van een
volwassen kastanjeboom verlengd. Een volwassen kastanjeboom realiseert immers meer
CO2-opname in de buitenruimte dan een jonge aangeplante boom.
Download