Vuursteenmijn - Staatsbosbeheer

advertisement
Vuursteenmijn
Vuursteenmijn van zesduizend jaar oud
Zo’n zeventig meter boven het dal van de Maas, bij Rijckholt ten zuidoosten van
Maastricht, ligt een archeologisch monument waar kenners van watertanden. Voor het
grootste deel verscholen in de grond van het oude Savelsbos ligt hier een uitgestrekt
complex van vuursteenmijnen. Nu is het Savelsbos een oase van rust. Maar zesduizend
jaar geleden werd de stilte regelmatig verstoord door geluiden van delfstofwinning en
het bewerken van vuursteen. Vele generaties van prehistorische mijnwerkers werkten
zich hier in het zweet om vuursteenknollen boven de grond te halen en er werktuigen
van te maken.
Meter voor meter zoeken naar vuursteen
gereedschap bestond uit vuurstenen hakken,
Dat de kalkrijke hellingen van het Savelsbos
gevat in een houten steel. Daarnaast gebruikten
vuursteen van goede kwaliteit bevatten, wisten
ze bijvoorbeeld schouderbladen van grote dieren
onze voorouders waarschijnlijk tienduizenden
voor het bijeenschuiven van de losgehakte
jaren geleden al. Op bescheiden schaal zullen
kalksteen. Dag na dag groeven de mannen, vijf
ze er ook gebruik van gemaakt hebben, door
tot twaalf meter de grond in, net zo lang tot ze
vuursteeen op of vlak onder de bodem te
een geschikte vuursteenlaag tegenkwamen.
verzamelen. Vuursteen was belangrijk in het
Vanaf de bodem van de schacht bikten de mijn-
dagelijks leven. Je kon er vuur mee maken, door
werkers smalle horizontale gangen uit. Languit
ermee op een andere - ijzerhoudende - steen te
liggend kapten ze daarna met kracht in het kalk-
slaan, maar vuursteen was vooral een van de
gesteente om de vuursteenknollen los te krijgen.
belangrijkste grondstoffen voor het maken van
De vaak grote stukken hesen ze waarschijnlijk met
werktuigen. Een harde, glasachtige steensoort,
touwen en manden omhoog, de schacht uit.
grijs tot bijna zwart van kleur, die zich toch goed
in een gewenste vorm laat slaan of slijpen.
Miljoenen werktuigen
Bovendien hebben de afgeslagen schilfers een
Bovengronds werd de gedolven vuursteen
scherpe rand: ideaal voor het maken van
bewerkt tot halffabrikaten van werktuigen, zoals
schrapers, messen, pijlpunten en bijlen. Rond
bijlen en lange klingen. Een deel van het afval dat
4000 voor Christus werd de winning serieuzer
daarbij ontstond werd verder bewerkt tot hakken
aangepakt. Ondergronds in de vaste kalksteen
om nog meer vuursteen mee te winnen. Vermoed
werden mijnen uitgehouwen om op grote schaal
wordt dat er zeventien tot twintig miljoen kilo
vuursteenknollen te winnen.
vuursteen uit de mijnen van Rijckholt naar boven
is gehaald. Genoeg voor miljoenen werktuigen.
Per mand omhoog
Het overgrote deel daarvan is via prehistorische
Bij Rijckholt groeven de mijnwerkers naar
’ruilhandel’ verhandeld. Tot aan de Bodensee, op
schatting tweeduizend schachten. Centimeter
de grens van Duitsland en Zwitserland, zijn werk-
voor centimeter haalden ze de grond weg. Hun
tuigen van Rijckholter vuursteeen teruggevonden.
voor meer informatie: [email protected] of www.staatsbosbeheer.nl
Vuursteenmijn
Geen industrie
vuurstenen hakken, daar ooit klaargelegd voor
De duizenden schachten, de miljoenen
het werk in de mijn, maar nooit gebruikt.
werktuigen en de honderden kilometers waarover
de vuurstenen werktuigen zich verspreidden,
Schedel
kunnen makkelijk de indruk wekken dat er bij
Vaak lag er een ’klopsteen’ bij, een handzame,
Rijckholt op bijna industriële schaal werd
afgeronde steen waarmee de bot geworden
gewonnen en geproduceerd. Maar schijn
hakken konden worden aangescherpt. In totaal
bedreigt. Als je bedenkt dat waarschijnlijk
werden meer dan elfduizend hakken opgegraven.
gedurende meer dan duizend jaar vuursteen werd
Nog ongebruikte, maar ook gebroken en
gedolven, is het veel reëler om ervan uit te gaan
afgesleten exemplaren die hun werk duidelijk
dat slechts een paar mijnen per jaar werden aan-
hadden gedaan. Ook werden 73 klopstenen
gelegd door kleine groepjes mijnwerkers, die hier
gevonden, vier werktuigen van hertshoorn, een
alleen in het zomerseizoen aan de slag waren.
aantal skeletdelen van muizen en een ree en
grote aantallen huisjes van slakken die in de
Van Krijt naar kruipruimten
schachten waren gevallen. Bijzonder was de
De bodem van Zuid-Limburg bestaat voor een
vondst van een goed geconserveerde menselijke
groot deel uit kalksteen, dat in de streek ook wel
schedel zonder onderkaak.
mergel wordt genoemd. Zestig tot zeventig
miljoen jaar geleden, in de geologische periode
Vluchtweg
die Krijt heet, maakte dit gebied deel uit van een
Omdat er geen sporen van vuur zijn gevonden,
zee waarin Mosasaurussen (Maashagedissen),
wordt vermoed dat de prehistorische mijnwerkers
haaien, roggen, koralen en schelpdieren leefden.
gewerkt hebben bij het daglicht dat door de
Hun overblijfselen, en die van ontelbare
schachten naar binnen viel. Een prettige bijkom-
eencellige organismen met een kalkskeletje,
stigheid was dat het bijna zwarte vuursteen goed
zonken naar de zeebodem. Zo ontstond
afstak tegen het lichte kalksteen. De weggehakte
gedurende miljoenen en miljoenen jaren een dik
kalksteenbrokken en ander onbruikbaar materiaal
kalkpakket. Maar zee werd land en wat ooit de
lieten de mijnwerkers in de horizontale gangen
zeebodem was, is nu de kalksteenbodem van
achter. Wel bleef er altijd minstens één gang open
Zuid-Limburg. In krijt vormt zich vuursteen. Vaak
om dienst te doen als vluchtweg naar een nog
zijn in vuursteenknollen nog fossiele resten van
open schacht. De schachten werden na gebruik
schelpen of zee-egels terug te vinden.
opgevuld met afval van grond en stenen.
Opnieuw op één na, voor geval van nood.
Onderaards netwerk
Vuursteen dat aan de oppervlakte lag, was niet zo
Vleermuizen
interessant voor de prehistorische vuursteenbe-
Nu is het weer doodstil op de helling, althans
werkers, omdat het gebarsten of beschadigd was.
meestal. Een grote, dubbele deur in de begroeide
Voor steen van goede kwaliteit moesten ze de
helling geeft toegang tot de 150 meter lange
diepte in. Tijdens opgravingen in de jaren ’60 van
’verkenningsgang’ die veertig jaar geleden werd
de vorige eeuw zijn de ondergrondse delen van
gegraven om de prehistorische sporen van
75 individuele vuursteenmijnen blootgelegd, een
mijnbouw te onderzoeken. Alleen in de lente en
netwerk van mijngangetjes. Op verschillende
zomer tijdens excursies gaat de deur open.
plaatsen vinden de onderzoekers een stapeltje
Vanuit de moderne betonnen gang zijn tientallen
voor meer informatie: [email protected] of www.staatsbosbeheer.nl
Vuursteenmijn
mijngangetjes te zien, duizenden jaren oud.
De rest van het jaar is de mijn het domein van
talrijke vleermuizen die er overwinteren.
Wit tapijt
Zonder de kalkrijke bodem van het Savelsbos was
hier nooit vuursteen geweest. Maar dankzij die
kalk groeit hier bijvoorbeeld ook amandelwolfsmelk. In het voorjaar verandert de bloeiende
daslook de bosbodem enkele weken lang in één
groot wit tapijt. De overheersende uiengeur van
het plantje vult dan het bos.
Slakkengangetje
Ook wijngaardslakken leven graag op een
kalkrijke bodem. Deze grootste slak van
Nederland - zijn huisje kan bijna vijf centimeter
groot worden - zit het liefst op een vochtige
plaats langs de bosrand of beweegt zich traag
onder de struiken door. Als het hem te koud
wordt, verbergt hij zich in een verlaten muizenholletje of graaft hij zich in de grond in. In een
’slakkengangetje’ graaft hij net zo lang tot hij een
paar decimeter onder de grond zit. Veilig verborgen kan hij dan de Nederlandse winter overleven.
voor meer informatie: [email protected] of www.staatsbosbeheer.nl
Download