LEVOLEVOLEVOLEVOLEVOLEVO HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC-HFC Indeling Hoofdstuk 1 HET SCHEPPINGSVERHAAL Hoofdstuk 2 DE GODEN EN GODINNEN VAN HET OUDE EGYPTE Hoofdstuk 3 MYTHE VAN RA Hoofdstuk 4 MYTHE VAN OSIRIS EN ISIS Hoofdstuk 5 PLAAJES VAN DE BELANGRIJKSTE GODEN 2 HOOFDSTUK 1 Het Scheppingsverhaal In het Egyptische verhaal ontstaat de wereld eerst alleen uit water. In dit water zaten vier godenparen. Dit waren Nun en Naunet, Kuk en Kauket, Huh en Hauhet en Amon en Amaunet. Deze paren vormde samen een ei in de wateren van Nun, waaruit een vogel en in sommige versies lucht tevoorschijn kwam. Volgens de ene mythe kwam uit de lucht de god Atum als berg en op deze berg werden dan Shu en Tefnut geboren. Shu wordt in sommige mythes ook wel Ra genoemd. In een andere mythe komt een heuvel uit het water en deze berg heette Ben-Ben. Op deze berg stond Atum. De eerste god. Atum spuugde Shu en Tefnut uit. Shu was de god van de lucht en Tefnut de godin van het vocht. Shu en Tefnut kregen twee kinderen. Geb, de god van de aarde, en Nut de godin van de lucht. Shu tilde Nut op om over Geb te kunnen waken als een soort dak. Nut werd de hemel en Geb de aarde. Shu werd zelf de god van de atmosfeer. Nut en Geb kregen vier kinderen, twee tweelingen. Osiris en Isis, seth en Nepthys. Osiris werd de koning van de aarde en Isis de koningin. Osiris was een goede koning die voor lange tijd over de aarde regeerde. Seth was jaloers op Osiris omdat hij de koning was van de aarde en veel macht had. Dit wilde Seth ook wel. Op een gegeven moment werd het Seth allemaal te veel en vermoorde hij Osiris. Osiris ging naar de onderwereld en Seth bleef op aarde om koning te worden. Osiris en Isis hadden een zoon die Horus heette en hij vocht tegen Seth en hij won toen werd hij koning en Osiris werd koning van de onderwereld. 3 HOOFDSTUK 2 Aker De goden en godinnen van het oude Egypte God van de doden Aker of Akar, in het oude Egypte de verpersoonlijking van de aarde en god van de doden. Hij wordt voorgesteld als een smalle strook land waarvan de beide uiteinden een mensenhoofd of een leeuwenkop vormen; hij wordt ook afgebeeld als twee leeuwen met de rug naar elkaar g keerd, waarvan de ene de kop naar het westen richt, waar de zon ondergaat, en de andere naar het oosten kijkt, waar de zon uit de duisternis opkomt. Deze voorstelling duidt aan dat Aker de in- en uitgang van de onderwereld bewaakt. Amaoenet Moedergod Amaoenet was de vrouw van de god Amon. Samen vormden ze een godenpaar. Amaoenet, dat 'de verborgene' betekend werd voor het eerst genoemd in de zogenaamde Piramideteksten. Later in het Nieuwe Rijk werd ze samen met haar partner Amon in de tempels van Karnak vereerd. In Hermopolis werd ze ook gezien als schepper van de aarde samen met Amon; daarom gold ze ook als oergodin. Amon, Amon-Re Koning der goden De god in de vorm van een mens werd altijd afgebeeld met een hoge verenkroon maar was voorheen een abstracte god. Hij werd dan ook met de wind geassocieerd en zijn naam werd vaak als 'de verborgene' uitgelegd. Ten tijden van het Middenrijk gold hij als de plaatselijke god van Thebe. Samen met Moet zijn vrouw en Khons zijn zoon werd hij in Karnak vereerd. In het Nieuwe Rijk werd Amon meer en meer een multifunctionele godheid. Door zijn verbinding met de vruchtbaarheidsgod Min was hij als Amon-MinKamoetef de zichzelf verwekkende oer- en scheppingsgod. Daarnaast was hij in de vorm van Amon-Re verantwoordelijke voor de voortdurende vernieuwing van de wereld. Ook werd hij gezien als koning der goden en was heerser over hemel en aarde. In de 21ste dynastie werd voor hem een eigen godstaat in Thebe opgericht. Vanaf dat moment was zijn functie als opperste god gewaarborgd tot de verovering van Egypte door Alexander de Grote, aangezien deze zich door het orakel van Amon in de oase Siwa als zoon van god liet erkennen. Bij de tempels van Karnak is nog steeds een laan van het heilige dier van Amon te vinden; rammen. Daarnaast waren de gans en de slang als heilige dieren aan hem gewijd. Anubis God en aankondiger van de dood De geboorte van Anubis was eigelijk niet gepland want hij werd geboren uit Nephthys en Osiris die dacht dat hij met Isis in bed lag. Anubis werd afgebeeld als mens met een jakhalskop en in het oude Egypte waren de jakhalen niet geliefd omdat ze altijd aan de graven krabden. Ondanks dat geloofden men dat ze bescherming boden voor de doden omdat ze 's nachts altijd rondscharrelden tussen de graven. Hierdoor werd de dodengod Anubis in de gedaante van de jakhals of als mens met jakhalzenkop afgebeeld. Naast beschermingsgod van de doden was Anubis ook specialist in het balsemen. Ook was hij bewaker der geheimen en rechter van het dodengericht en was daarom degene die het 'wegen van het hart' uitvoerde en aanwezig was bij het 'openen van de mond'. Hij balsemde het lichaam van Osiris en voerde de begrafenisriten uit. Anubis was betrokken bij het oordelen over de doden. Hij was degene die Osiris heeft gemumificeerd en hij wordt ook wel de hherser van de mummiewindsels genoemd. 4 Anoekis Godin van de Nijloverstromingen Godin van de jaarlijkse Nijloverstromingen, waar ook haar hoge kroon van riet op wijst, komt oorspronkelijk uit Nubië. Samen met Chnoem en Satet vormde ze de beschermde godenfamilie van de Nijl-cataract. Ze gold bovendien als heerseres van het zuidelijke grensgebied. Apis Vruchtbaarheids- en koningsgod De Apis-stier werd vanaf de vroegste tijd in Memphis vereerd als vruchtbaarheids- en koningsgod. Op grond van de bles op het voorhoofd en andere kentekens werd uit de veekudden de goddelijke stier gekozen. Na hun dood werden de heilige stieren gemummificeerd en vanaf het Nieuwe Rijk in het Serapeum van Sakkara bijgezet. De dode stier werd vereenzelvigd met Osiris, en Osiris-Apis of Osorapis genoemd. In de Ptolemaeëntijd ontstond uit de verbinding van Osiris en Apis een nieuwe EgyptischeHellenistische god met de naam Serapis. Apophis (Apep) Slang-god Apep was de eeuwige tegenstrever van de Egyptische oppergod Ra. Apep, een angstaanjagende slang, symboliseerde chaos en vernietiging. Elke dag voer Ra in zijn zonneboot langs de hemel, en steevast viel Apep hem aan: men meende dat hij Ra bij zonsverduisteringen met boot en al opvrat. Apep versloeg Ra nooit, maar werd zelf ook nooit volledig verslagen. Het ochtendrood gold als een teken dat de slang het onderspit had gedolven. Volgens een bepaald verhaal ontstond Apep toen Neith, de grote moeder, een oorlogsen jachtgodin, in Nun, de oerzee, spuwde. Later werd Apep gelijkgesteld aan Seth. Hij is ook bekend onder de Griekse naam Apophis Atoum Oergod Deze god Atoum werd ooit vereerd in Heliopolis. Hij ontstond uit zichzelf en stond voor de vormloze chaos van de oertijd, de oergrond. Uit deze oergrond kwam alles wat bestaat en waar alles uiteindelijke naar toe zal terugkeren. Nadat hij zelf was ontstaan, schiep Atoum de hemel en aarde, werd de tijd geactiveerd en zette hij vervolgens alles in beweging. De mensen gilden als tranen en zweet van de Atoum. Hoewel de heilige dieren van deze god de leeuw en de slang zijn, zijn er ook andere vele andere dierlijke verschijningsvormen waarin Atoum kan verschijnen. In Heliopolis, de belangrijkste cultusplaats, vatte men Atoum in de verschijningsvorm van een mens en voorzien van de koninklijke dubbele kroon, ook op als de avondzon, waarbij de avondzon de in de loop van de dag de 'oud' geworden zonnegod was. Volgens de mythe bracht Atoum met behulp van zijn eigen vrouwelijke aspect door zelfbevruchting de Sjoe (lucht) en Tefnoet (vochtigheid) ter wereld waar op hun beurt weer de hoofdgoden van Egypte van afstammen. Omdat Atoum beide geslachten had, is hij op sommige afbeeldingen te zien als godenpaar door middel van een hand die de masturbatie verricht. In het dodenboek zei Atoum dat hij op een dag de schepping weer zou vernietigen en zich dan weer in een oerslang zou veranderen. Aton Zonnegod De zonnegod van de Amarna-theologie van Achnaton ('hij die zich nuttig maakt voor Aton') werd als een zonneschijf met lange stralen voorgesteld, waarvan de uiteinden als mensenhanden waren weergegeven. Aton is de abstractste vorm van een god die er in het oude Egypte ooit geweest is. Hij werd gezien als het daglicht dat mens en dier laat leven. Achnaton en de koninklijke familie hadden de rol van goddelijke familie, die de verzorging van de god met offers en dus ook zijn dagelijkse verschijning garandeerde. In de afbeeldingen van Achnaton wordt bovendien de bekwaamheid van deze koning als 5 scheppende god gesymboliseerd. Het latere dood verklaren van de Amarna-theologie betrof niet de godenvoorstelling van Aton maar zijn aardse plaatsvervanger Achnaton. (Achnaton had zelfs een complete stad ten gunste van de verering van Aton gebouwd: Akhetaten, 'Horizon van Aton') De tegenhanger van Aton was de god Apophis die elke avond de god Aton wist te verwonden maar elke ochtend bleek dat Aton weer had overwonnen als de zon weer op kwam. Ba Ziel De god is de belichaming van de macht van de ziel. In de oude tijden was de god Ba alleen maar voor de koningen beschikbaar maar dat veranderde na het Oude Rijk en vanaf dat moment werd de kracht aan iedereen toegestaan. Op schilderingen van het Nieuwe Rijk is de Ba-vogel vaak afgebeeld zittend in een boom die geplant is in de buurt van graven. Hij symboliseert de psychische krachten, die lichaam, ziel en geest beheersen en het voor de mens mogelijk maken zich in elke gewenste gedaante te manifesteren. Vaak wordt Ba afgebeeld als Afrikaanse ooievaar. In die zin is dat wel begrijpelijk aangezien de Egyptenaren de voorstelling maakten dat na de dood van een persoon het onsterfelijke naar de hemel opstijgt om in een andere vorm verder te leven. Overigens is het verkeerd om Ba alleen te zien als de ziel aangezien de betekenis eigenlijk veel breder is. Bastet Vruchtbaarheidsgodin Werd gezien als de dochter van Ra maar soms ook als de zus of vrouw. In het Oude Rijk was de kat nog niet zo populair hoewel volgens het Dodenboek in Heliopolis de katten de slechte Apophis-slang gedood hadden. De kat werd echter steeds populairder en kwam steeds centraler in het leven van de Egyptenaren te staan. Na de dood van het huisdier werd het zelfs gebalsemd en verafgood. Als tegenstander van Apophis werd de kat aan de zonnegod gewijd. De katers golden als zijn incarnatie en de poezen werden vereenzelvigd met het zonneoog. Daarom dragen veel kattenfiguren een scarabee op hun kop of borst, als symbool van de opgaande zon. Hoewel de verering in Boebastis, in de delta, begon, verspreidde zich dit al snel over de rest van de delta en later zelfs het gehele land. Bastet was verbonden met de god Sachmet, de god met de leeuwenkop. Daarnaast werd ze beschouwd als moeder van leeuwengod Miysis (die als bijnaam 'Heer van de Slachting' had). Het was daarom bijvoorbeeld verboden om op feestdagen van de godin op leeuwenjacht te gaan. Daar Bastet in het begin nog met een leeuwenkop werd afgebeeld werden de gelaatstrekken in de loop der jaren zachter en vriendelijker en werd de kop vervangen door die van een kat. Uiteindelijk werd Bastet de positieve tegenpool van Sachmet. Het vrolijke huiselijke gebied van de vrouwen, waartoe de liefde en de vreugde behoorden, was voortaan van haar. Volgens sommige mythen was niet Nephthys de moeder van Anubis maar was Bastet zijn moeder. Bes Beschermingsgod De sinds het Oude Rijk bekende beschermgod is een dwergachtige gestalte met een baard en droegen meestal een leeuwen- of pantervel op hun rug. Vooral bij de eenvoudige bevolking was Bes als huishoudelijke beschermgod zeer geliefd. Hij beschermde namelijk het particuliere gebied tegen kwaadwillende demonen. Tijdens de 18 de dynastie kreeg Bes in sommige vormen ook vleugels. De geest wordt vaak met de Sa-strik als beschermsymbool uitgebeeld (lijkt heel erg op een ank-teken) en draag verschillende voorwerpen bij zich, die verband houden met zijn taken van dat moment. Messen dienen voor de afweer van demonen en gevaarlijke dieren, muziekinstrumenten moeten de goden gunstig stemmen en opvrolijken en kwaadwillende wezens moeten erdoor verdreven worden. Een bepaalde aspect van Bes werd Aha genoemd, wat strijder betekend. Hij is dan ook vaak te zien in gevecht met slangen of met gazellen die aan de god Seth gewijd zijn. Waar Bes in eerste instantie verantwoordelijk was voor het tijdstip van geboorte en de bescherming van huizen tegen gevaarlijke dieren werd hij later tegen nog meer dingen 6 ingezet. Hij werd dan bijvoorbeeld op hoofdsteunen afgebeeld om de slaap te beschermen en op spiegels en cosmetica-artikelen om het Boze-Oog af te weren. Het is dan ook begrijpelijk dat hij tot het gevolg van de god Hathor hoorde, die ondermeer verantwoordelijk was voor de vrouwelijke schoonheid. Chepri (Khepri) Zonnegod De zonnegod als schepper in de gedaante van een scarabee. Deze naam kreeg de zonnegod als hij aan het begin van de dag aan de horizon verscheen, vermoedelijk naar het voorbeeld van de kever die de hele dag een balletje mest voor zich uit moest duwen. De scarabee was ook een toepasselijk beeld voor de schepper en zonnegod Atoem, opdat uit het balletje aarde, dat zijn eieren bevatte, spontaan een nieuwe kever tevoorschijn kwam. Chnoem (Khnum) Scheppingsgod De als ram of als mens met ramskop voorgestelde scheppende god was nauw verbonden met het ontstaan van alle levende wezens. Op een pottenbakkersschijf maakte hij hun lichamen en ka-zielen die hij vervolgens naar de schoot van de moeder zond. Chnoem werd samen met de godin Heket (met de kikkerkop) ook beschouwd als de helper bij de geboorte. In Esna werd de god zelfs als schepper van alle wezens gezien. Omdat in zijn gedaante meerdere ramsgodheden verenigd waren, werd hij ten dele van vier ramskoppen voorzien, die zijn vier machtsgebieden moesten symboliseren: hemel, lucht, aarde en onderwereld. Als bewaker van de Nijlbron had hij ook tot taak de jaarlijkse overstroming te leiden, voor rijke oogsten te zorgen en hongersnood te beëindigen. In nog een belangrijke belangrijke cultusplaats van deze god, Elefantine, werden talloze dieren gemummificeerd en in vergulde sarcofagen bijgezet. Chonsoe (Khons) God van de maan Chonsoe werd in de meeste gevallen in de gedaante van een mummie met zijlok en maansymbool op het hoofd voorgesteld. Oorspronkelijk zag men hem als onheil brengende en schermende god. Dit hing hoogstwaarschijnlijk samen met het veranderende uiterlijk van de maan. Chonsoe was het kind van Amon en Moet en werd 'de wandelaar' of 'reiziger' genoemd omdat hij 's nachts de hemel doorliep. Als de zon van de nacht werd hij ten dele ook met een valkenkop afgebeeld. Chonsoe werd door het volk hoofdzakelijk als orakelgod en als beschermer tegen ziekten zeer vereerd. Er zijn namelijk muurschilderingen waar hij onder begeleiding van Horus, staand op krokodillen, ten strijde trekt. In hogere zin gold het maankind namelijk als aspect van de jeugdige Horus. Dit was mogelijk omdat het denken van de Egyptenaren niet rechtlijnig was in het verlopen van tijd. Zij geloofden namelijk dat alle tijdsperioden tegelijkertijd afliepen en daardoor was het mogelijk om alle leeftijdsaspecten van een god ten alle tijde aan te roepen. Edjo (Udjat) Cobragodin De cobragodin uit de delta werd vooral in Buto vereerd. Edjo had de verschijningsvorm van een slang of vrouw met de rode kroon van Neder-Egypte. Ze werd afgebeeld als de 'ureaus-cobra' die de farao op zijn voorhoofd droeg en wier dreigende houding de koning tegen zijn vijanden moest beschermen. Geb God van de aarde De antropomorfe door Atoem geschapen aardgod behoorde tot de Heliopolitaanse kosmogonie. Samen met Noet (hemel), Shu (lucht) en Tefnut (vochtigheid) vormde hij de ruimte, waarin de zonnegod de cyclische tijd in beweging kon zetten. Als eerste heerser op de aarde stond hij in voor het goddelijke koningsschap. Geb was als aardgod 7 verantwoordelijk voor het scheppen van het water en de vegetatie. Geb kon overigens de verschijningsvorm van een gans (de Grote Gakker) hebben en in die verschijning was hij verantwoordelijk voor het leggen van het kosmische ei waaruit de zon geboren werd. Geb wees in het tribunaal van Horus en Seth de eerstgenoemde aan als wettig opvolger van Osiris. Dit had als gevolg dat de toekomstige farao's altijd Geb aan hun zijde moesten hebben om wettelijk de troon te kunnen bestijgen. Hapi. De nijl Deze Nijlgod, één van de vier zonen van Horus, belichaamde de vruchtbaarheid van Egypte door de regelmatige overstroming van akkers. Hij werd afgebeeld als weldoorvoed man met vrouwelijke borsten en een kroon van papyrus- of lotusplanten. Zijn lichaam was vaak blauw of groen en hij leefde in de rotsen van het eerste cataract. Dit waarschijnlijk omdat zijn belangrijkste cultusplaats Aswan was. In plaats van Horus en Seth konden twee Hapi-figuren Boven- en Beneden Egypte symbolisch verenigen voor de koning of konden talrijke Nijlgoden in plaats van de gepersonifieerde gouwen de verzorging van het land waarborgen. Harakhte God van de ochtendzon Harakthe betekend Horus van de horizon en is een andere verschijningsvorm van de god Horus. Vaak afgebeeld door een gevleugelde zon. Hij werd in helioplis versmolten met Re als Re-Harakthe Harendotes Beschermgod Opnieuw een andere vorm van de god Horus, nu als beschermgod van zijn vader Osiris. Hathor Hemelgodin Hathor, een Egyptische hemelgodin en dochter van de zonnegod Ra, werd meestal voorgesteld als een koe. Ze was de godin van vreugde en liefde, en zorgde voor moeders en kinderen. Ze voedde de levenden en bracht de doden naar de onderwereld. Daar voedde ze hen met de vruchten van de vijgenboom, waarin ze was geincarneerd. Koninklijke sarcofagen werden van het hout van de vijgenboom gemaakt, vanuit het geloof dat de dood een terugkeer naar de baarmoeder inhield. Een aspect van Hathor was het oog van Ra. Toen Ra ouder werd, zwoer de mensheid tegen hem samen. Daarom stuurde hij zijn goddelijke oog, de verzengende kracht van de zon, om de mensen te doden. Het oog nam de gedaante aan van Hathor, die zich als de leeuwin Sekhmet (de krachtige) op alle verdorvenen stortte en hen doodde in een gruwelijke bloedbad. Ten slotte maakte Ra een einde aan het bloedvergieten. Had hij niet ingegrepen, dan zou Sekhmet de mensheid hebben uitgeroeid. Om Sekhmets razernij te temperen, overgoot Ra het slagveld met duizenden pullen bier vermengd met granaatappelsap. De bloeddorstige Godin zag het vocht voor bloed en dronk het op. Ze raakte zo aangeschoten dat ze haar moordpartij staakte en weer veranderde in de bekoorlijke Hathor. Ter herinnering aan deze gebeurtenis werden jaarlijks op de feestdag van Hathor grote pullen bier met granaatappelsap gedronken. Heh God van de oneindigheid Heh is de god van de oneindigheid. Dat is ook te zien aan de specifieke kroon die deze godheid draagt; de kroon symboliseert namelijk het Egyptische telwoord voor miljoen. Zijn attribuut is de ingesneden palmtak, die de jaarrekening symboliseert en op talloze gelukkige jaren van koninklijke heerschappij wijst. Als belichaming van het grote aantal verschijnt de god ook slechts zelden als afzonderlijk individu, maar vormt hij meestal een groep met andere Heh's. Hun gemeenschap toont een soort verveelvoudiging van de 8 luchtgod Sjoe en verwijst naar het oneindige aspect van de god. Heh is de oneindigheid van de tijd en wordt als hemeldrager steeds met opgeheven armen afgebeeld. Heket (Heqat) Godin van de zwangerschap De godin met de kikkerkop was een van de beschermsters van de zwangerschap en de geboorte. Ze staat in verbinding met Chnoem en Osiris en was verantwoordelijk voor de schepping en regeneratie van alle levende wezens. In de piramideteksten hielp ze de koning op zijn reis langs de hemel. Als vrouw van Chnoem, die op zijn draaischijf zijn eerste mensen maakte, schonk ze het leven aan de beeldjes die hij maakte. Horus Hemelgod Met de naam Horus (‘de verre’) werden vele verschillende konings- en hemelgoden in de gedaante van een valk benoemd. Zijn strijdlust en zijn vliegkunst maakten de valk uiteindelijk tot de koning der goden. Naast zijn verschijning als valk werd hij ook vaak als een gevleugelde zonneschijf afgebeeld zoals in de tempel van Edfu. Binnen de Osirismythe waren Horus en Seth broeders. De rivalen raakten in conflict met elkander en daarbij verloor Horus een oog. Daarop besloten de goden het land te verdelen. Horus werd herser over Neder-Egypte en Seth werd god in Boven-Egypte. Later werd Seth ook uit Boven-Egypte verdreven en werd Horus alleenheerser van het gehele land. Seth werd verdreven naar de woestijnen en de barbaarse volkeren en zou bekend worden als vertegenwoordiger van het chaotische. De god Horus symboliseerde de hemel; de zon en de maan waren zijn ogen. Het was Horus die de eigenschappen van een god verbond met de heerser over Egypte, de farao. Dat was de reden waarom de farao gezien werd als incarnatie van de Horus. Het gevolg hiervan is te zien in de namen die de farao kreeg na zijn kroning; Horus werd opgenomen als onderdeel in de koninklijke titel. Horus wordt in het verhaal van Isis en Osiris soms Harsiesis genoemd, om hem te onderscheiden van de circa twintig andere Horussen in de Egyptische mythologie. Hij werd voorgesteld als een valk of een mens met een valkenkop. Hij werd, na Osiris’ vertrek naar de onderwereld, geboren op het nabij Bhutto gelegen eiland Chemmis en werd daar in het geheim door Isis grootgebracht. Ten slotte nam Harsiesis wraak op Seth, de moordenaar van Osiris, en besteeg hij de troon. Hij regeerde in vrede en werd in heel Egypte aanbeden. Horus werd vereerd als hemelgod. Zijn ogen werden beschouwd als de zon en de maan. Herakhty, of Horus van de horizon, was een zonnegod die ‘s ochtends aan de oostelijke einder verscheen. Hij werd vaak gelijkgesteld aan Ra en viel ten slotte als Ra-herakhty met hem samen. Horuszonen (Amset, hapi,Duamuef, Kebehesoef) Amset (met mensenhoofd), Hapi (met bavianenkop), Doeamoetef (met jakhalzenkop) en Kebehsenoef (met valkenkop) golden als beschermgoden over de ingewanden omdat zij als beschermgoden de gebalsemde organen moesten begeleiden in hun reis naar de andere wereld. Onderdeel van hun taak van deze goden was dat ze de overledene moesten beschermen tegen honger en dorst door ze op te nemen. Vanaf het Nieuwe Rijk werden de deksels van de canopen voorzien van de gedaante van hun hoofden. Ihy God van de muziek De van sistrum en menat voorziene god van de muziek werd in Dendera als zoon van Hathor en Horus van Edfu vereerd. Als kindgod stond hij in verbinding met het begin van de schepping en kon hij ook als zoon van de zonnegod worden gezien. Isis Moedergodin 9 De als mens afgebeelde godin wordt met de hiërogliefen van haar naam -de troon- of met koehorens en zonneschijf op het hoofd afgebeeld. Ze vertegenwoordigde de koninklijke macht die ze als gemalin van Osiris had opgenomen en als moeder van Horus weer te voorschijn bracht. Ze verbond zo het aardse leven en het hiernamaals met elkaar en was tegelijkertijd doden- en moedergodin. Ze werd in samenhang met de groeiende populariteit van de Osiris-cultus in het gehele land vereerd. Een belangrijke karaktertrek van Isis, die vanaf het Nieuwe Rijk bijdroeg aan haar groeiende populariteit, was dat ze als beschermgodin magische krachten had. Ze raakte nauw verbonden met geneeswijzen voor kinderziekten en vooral de gevolgen van slangenbeten en schorpioensteken. In de Griekse-Romeinse tijd speelde ze een alles overtreffende rol en werd ze in het gehele Romeinse Rijk vereerd. Haar cultus op het eiland Philae bestond zelfs nog tot in de 6 de eeuw na Christus, waarschijnlijk wel omdat ze de beschermheilige van dit eiland was. De gier is het heilige dier van deze godin. Isis, de Egyptische moedergodin, was de dochter van Geb en Nut, en de zusters en echtgenote van Osiris. Ze werd meestal afgebeeld met grote, beschuttende vleugels en gold soms als personificatie van de troon. Het hieroglief voor haar naam was de afbeelding van een troon, en haar schoot ging gelden als de troon van Egypte. Isis hielp Osiris de beschaving in Egypte te brengen : zo leerde ze vrouwen koren malen, spinnen en weven. Ook leerde ze de mensen de geneeskunst en stelde ze het huwelijk in. Ze werd meer dan 3000 jaar vereerd, vanaf 3000 v. Chr of eerder tot in de christelijke tijd. Vele aspecten van haar en haar verering gingen rechtstreeks over op de maagd Maria. Joh God van de maan De god Joh was de belichaming van de maan. Op zijn hoofd droeg hij zijn kenmerde maanteken op zijn hoofd; de schijf en sikkel. Deze oergod werd bijna nooit in de menselijke gedaante afgebeeld maar als verschijningsvorm(en) van de sterren. Dit maanteken werd ook vaak door het maankind CHons als hoofdtooi gedragen. In het oude Egypte was de maan de zon van de nacht en ook het rechteroog van Horus. De godheden Osiris, Thot en later ook Isis werden als zijn beschermers beschouwd. De permanente cyclus die de maand vormden, werden beschouwd als een verwijzing naar het sterven en de wederopstanding. De maanfasen verwezen ook naar het veertien dagen durende (de periode dat de maan afnam) in stukken snijden van Osiris. Het is hierdoor dat de maansikkel in beelden en teksten ook door een snijdend wapen (Thot) of door een been (Osiris) te zien is. Maät Godin van gerechtigheid en eendracht Het begrip van Maät stond voor het principe van de gestructureerde wereld, voor orde en harmonie, voor ethische waarden en rechtvaardigheid, voor cultuur en scheppingskracht. Maät was daardoor de tegenpool van alles wat ongeordend en wild, vernield en onrechtvaardig, maar wel machtig was. De belangrijkste taak van elke koning was Maät te garanderen en op die manier niet alleen de Egyptische staat maar ook de hele wereld in stand te houden. De godin Maät was de personificatie van dit principe. Omdat ze onmisbaar was voor het bestaan van alle andere goden kon een toekomstig farao alleen met haar toestemming de troon bestijgen. Daarnaast was ze ook verantwoordelijk voor de cyclische natuur van het leven. Weer een bewijs dat zonder haar geen bestaan mogelijk was. De rechters waren priesters van Maät vanwege het feit dat Maät de wetten van het bestaan, recht en waarheid belichaamde. Ze gold als dochter van de zonnegod Amon-Re en als vrouw van Thoth. Ze werd altijd afgebeeld als een vrouw met een struisvogelveer op haar hoofd. Deze veer was het waarheidssymbool. Deze veer mocht zo bijvoorbeeld op de weegschaal van het goddelijke gericht niet zwaarder zijn dan het hart van de overleden 10 persoon. Een eigen cultus schijnt ze pas in het Nieuwe Rijk te hebben gekregen, die vervolgens aansluiting vond bij de cultussen voor de rijksgoden in Karnak en Memphis. Mafdet Godin van het laatste oordeel De godin Mafdet werd vaak afgebeeld langs de staf van een executiewapen in de vorm van een katachtige. In de jonge jaren van haar bestaan speelde ze namen een belangrijke rol bij het vellen van een laatste oordeel. Haar hoofdtaak was het bestrijden van zondaars en slangen. Meretseger Beschermgod van de doden De godin met slangenkop of slangenlichaam gold als beschermgodin van de doden en als patroon van de necropoolarbeiders van Deir el-Medina in het westelijke gebergte in Thebe. De arbeiders plaatsten dan inscripties op stenen waarin zij getuigden van haar vermogen om misdadigers met blindheid of slangengif te treffen en indien vergiffenis op zijn plaats was weer te genezen. Haar naam wordt meestal vertaald als 'Zij die van stilte houdt' wat erg toepasselijk is voor iemand die over een grote necropolis waakt. Ze stond in verbinding met Renenoetet en samen fungeerde ze ook als voedster. Meshkent Geboortegodin Deze geboortegodin werd vereenzelvigd met het bakstenen blok (een soort geboortestoel, een hele mooie afbeelding is nog steeds te zien in de tempel van Kom-Ombo) waarop Egyptische vrouwen in hurkzit bevielen. Soms is ze afgebeeld als een dergelijk stenen blok met een vrouwenhoofd, soms ook als vrouw met een blok op haar hoofd. Als begrafenisgodin hielp ze de overledene in het hiernamaals herboren te worden en was ze daarom ook aanwezig bij het oordeel over de doden. Ze werd ook geacht bij de geboorte van invloed te zijn op het toekomstige leven van het kind. Min Beschermgod van de reiziger De god van de dierlijke als plantaardige vruchtbaarheid is een van de oudste godheden in Egypte. Meer dan levensgrote beelden van de god zijn al vanaf het 4 de millennium voor Christus in Koptos bekend. In de faraonische tijd stelde men hem voor als mummie met opgeheven arm met een gesel, stijve fallus (penis) en een verenkroon op het hoofd. Soms werd hij afgebeeld in de vorm van Amon-Re. Als Kamoetef, ‘stier van zijn moeder’, was hij ook een scheppende god; die van de plantengroei. Hij was ook de beschermheer van alle reizigers in de woestijn. Zijn afkomst is overigens omstreden en lag waarschijnlijk ergens in het buitenland, Eritrea of het oude koninkrijk Poent. Farao's ten tijden van het Nieuwe Rijk namen deel aan feesten ter ere van Min om zo de vruchtbare vernieuwing van het koningsschap te vieren. Mnevis Zonnestier De zonnestier van Heliopolis werd zwart met een zonneschijf tussen de horens voorgesteld. Zijn opvallende grote geslachtsdelen verwijzen naar zijn bijzondere talent van het verwekken. Via het aspect van de zon was hij vooral verbonden met Re en Atoem. Moet Beschermer van het gezin De groeiende populariteit van de vrouwelijke godin met de gierkap en de dubbele kroon was direct afhankelijk van Amon. Vanaf het Nieuwe Rijk vormde ze met Amon en met haar zoon Chonsoe de Thebaanse triade. In de vorm van de Thebaanse Triade stond Moet voor het gezin en de bescherming ervan. Haar naam die met het teken voor gier wordt 11 geschreven, betekent ‘moeder’ en verwijst naar diezelfde rol. Amon en Moet golden vanaf de 18de dynastie ook als ouders van de koning. Als heersers van Asjeroe kreeg ze in Karnak een eigen cultusplaats met een meertje in de vorm van een halve maan, waar ze als leeuw verscheen. Ze was nauw verbonden met andere gier- en leeuwgodinnen als Nechbet, Wadjet, Sachmet of Bastet. Montoe Oorlogsgod De vanaf het Oude Rijk bekende god werd met valkenkop, verenkroon, zonneschijf en twee uraeusslangen op het voorhoofd afgebeeld. Sommige koningen noemde hem Montoehotep wat 'Montoe is tevreden' betekende. De belangrijkste cultusplaatsen van de oorspronkelijk als koningsgod vereerde Montoe waren Armant, et-Tôd, Medamoed en Thebe. Als oorlogsgod vocht hij tegen de vijanden van de goden en stond hij de koning in de oorlog terzijde; hij moest dus de vijanden van zijn vader Ra doden met zijn speer. Al in het Midden Rijk kreeg hij een stiercultus, wat waarschijnlijk het strijdlustige element in hem moest versterken. In het Nieuwe Rijk veranderde Montoe enigszins. Hij werd de beschermgeest van de koning, die hij bij sportieve wedstrijden en in veldslagen hulp bood. Nechbet (Nekhbet) Kroongodin van Boven-Egypte De godin trad op in de gestalte van een gier of een vrouw met een gierkap. Als kroongodin van Boven-Egypte droeg ze bij voorkeur de hoge witte kroon van dit deel van het land. Een nauwe verbinding bestond er met de godin Wadjet, haar tegenpool uit Beneden-Egypte, en met de godinnen Moet en Tefnoet. Bovendien beschermde en voedde Nechbet het koninklijke kind. Haar belangrijkste cultusplaats was el-Kab, waar ook haar oorsprong lag, in de 3de gouw van Boven-Egypte. Als symbooldier voor Opper-Egypte is ze ook vaak in die hoedanigheid te zien op de kroon. Daarnaast werd ze vaak weergegeven als een gier met gespreide vleugels die de symbolen van de eeuwigheid in haar klauwen houdt. Ze kan ook een beschermend symbool zijn, als ze één van haar vleugels voor zich gestrekt houdt. Haar voornaamste functie was die van moedergodin en beschermde voedster van de koning. Nefertem (Nefertum) Zonnekind Oorspronkelijk vereerd als lotusbloem of komend uit een lotusbloem had Nefertem een zeer nauwe relatie met de zonnegod, wiens karaktereigenschappen hij kon overnemen. Hij gold als ‘lotusbloem aan de neus van Re’ of als ‘grote lotusbloem die uit de oeroceaan verschijnt’, maar tegelijkertijd ook als jeugdig zonnegod. Daarom wordt hij ook wel een genoemd als het zonnekind. Nefertem werd meestal afgebeeld als mens met het symbool van de veren versierde lotusbloem op het hoofd en een jeugdige zijlok. In Memphis werd hij samen met Ptah en Sechmet als triade vereerd. Neith Moedergodin Neith, de Egyptische moedergodin, was oorspronkelijk een plaatselijke godin uit Saïs in Beneden-Egypte. Ze was tevens oorlogsgodin en godin van het huiselijk leven. Als oorlogsgodin trok ze voor de soldaten uit ten strijde, met als symbool een schild met gekruiste pijlen. Ze gold vaak als moeder van de krokodilgod Sebek en zou door in de oerzee Nun te spuwen de kosmische slang Apep hebben geschapen. Neith ging gelden als de moeder van alle goden, met name van Ra. Ze werd soms beschouwd als de hemelkoe Mehueret, die voor het ontstaan van het leven de hemel had gebaard. Neith was tevens beschermgodin van de doden. Op sommige afbeeldingen biedt ze hun eten en drinken aan. Nephthys 12 Nephthys is, evenals Isis, Osiris en Seth, een kind van Geb en Noet, in de Enneade van Heliopolis. Omdat de Egyptenaren een tweestrijdig beeld van alles hadden werd Nephthys gekoppeld aan Seth als zijnde het 'negatieve' en onvruchtbare paar. Isis en Osiris waren daarentegen het 'positieve' en vruchtbare paar. Nephthys zelf was echter helemaal niet negatief, ze treurde zelfs samen met haar zus Isis over haar vermoorde broer Osiris. Haar naam betekent 'heerseres van het huis' en hielp haar zus Isis bij de regeneratie van de overledene maar verder is er niet veel over haar bekend. Noen (Nun) Watermassa Als personificatie van het oerwater, waaruit bij de schepping van de wereld het eerste land, de oerheuvel, opsteeg, werd Noen zeer zelden afgebeeld. Samen met zijn vrouwelijke tegenpool Naunet vormde hij in de Ogdoade van Hermopolis het eerste van de vier oergodenparen, waarbij de goden met een kikkerkop en de godinnen met een slangenkop werden afgebeeld. Hij werd als goedaardig beschouwd en leende zijn naam graag aan heilige meren op het terrein van een tempel. Noet (Nut) Hemelgodin Noet was in de kosmogonie van Heliopolis de hemelgodin. Ze was de (tweeling)zuster van Geb, de aarde, met wie ze vier kinderen kreeg. Osiris, Isis, Seth en Nephthys, voordat Sjoe (de lucht) hen van elkaar scheidde. Door zich over de aarde te spannen hield ze de chaos en wanorde ver weg. Ze stond op haar handen en voeten en daarom worden de vierwindstreken door ook wel meevergeleken. Ze werd ook beschouwd als de moeder van de zonnegod Ra, omdat ze hem elke avond verzwolg en hij 's nachts door haar lichaam reisde om de volgende morgen weer uit haar geboren te worden. Dat is tevens de reden dat ze ook een begrafenisgod was die het lichaam van de overleden farao in haar armen naam. Ze is veel aan de binnenzijde van sarcofagen afgebeeld waarin ze met haar gespreide armen en benen als het ware over de overledene heen boog om zo te hopen dat de overledene weer herboren kon worden. Osiris God van de doden De mummie-vormige god met de atef-kroon uit plantenstengels en struisvogelveren gold oorspronkelijk waarschijnlijk als oogst- en vruchtbaarheidsgod. Als tegenpool van de wilde woestijngod Seth stond hij voor het gecultiveerde land en de geordende wereld. De voortdurende strijd tussen de twee tegenstanders was de basis voor de Egyptische schepping en de daaruit voortvloeiende dood van Osiris voorwaarde voor het ontstaan van het hiernamaals. Osiris stierf en werd door Isis en Nephthys in het hiernamaals weer tot leven gewekt. Hij verwekte zijn zoon Horus die op aarde de strijd tegen Seth voortzette. Hij werd in Boven- en Beneden Egypte als een ware held aanbeden. Als opperste dodengod en dodenrechter was hij de vertegenwoordiger van de rechtvaardige wereldorde in het hiernamaals. Als koning in het dodenrijk had hij de koningsinsignes, de gesel en de kromstaf. Een van de belangrijkste cultusplaatsen was Abydos, waar volgens de overlevering zijn graf bevindt en spelen voor de god werden gehouden. Osiris, een zoon van de Egyptische goden Geb en Nut, was oorspronkelijk een natuurgod die de kringloop van de vegetatie symboliseerde. Later werd hij de god van de doden. Bij zijn geboorte kreeg hij de titel, alomvattende heerser. Osiris, een rijzige, knappe verschijnig, werd koning van Egypte en zijn vrouw Isis werd koningin. Hij leerde de mensen brood en wijn te maken en zag toe op de bouw van de eerste tempels. Ook bouwde hij steden en zorgde hij voor rechtvaardige wetten. Toen Egypte aldus een beschaafd land was geworden, ging Osiris op reis en bracht overal waar hij kwam de beschaving. Zijn succes kwam grotendeels voort uit zijn geweldige charisma. 13 Ptah Oergod Deze god was stadsgod van Memphis, waar men hem met verschillende andere goden (zoals Ptah-Sokar-Osiris en Ptah-Tatenen) verbond. In de scheppingsleer van het heelal van Memphis geldt hij als scheppergod en staat hij aan het hoofd van de Enneade. Hij wordt dan ook vaak typerend afgebeeld zittend aan een pottenbakkersschijf waarop hij wezens schept. Onder de Ramsessiden (19de/20ste dynastie) vormden Ptah samen met Amon en Re de grote rijkstriade. Het belang van deze god wordt duidelijk uit het feit dat talrijke kleinere cultussen voor hem in andere tempels waren ondergebracht. Zijn macht berust in zijn hart en zijn tong. Hij liet namelijk met zijn woorden de wereld ontstaan en door middel van zijn hartslag voorzag hij de schepping van een constante kosmische energie en levenskracht. Kunstenaars en ambachtslieden zagen in hem hun beschermheer en om die reden identificeerden de Grieken hem met Hephaistos. Om dezelfde reden werd Imhotep, bouwer van de trappiramide in Sakkara, gezien als zijn zoon. Ptah wordt mummie-vormig afgebeeld, met een kap op het hoofd en een scepter in de hand. Quadesh Godin van het sexuele genot Een uit het Midden-Oosten afkomstige godin die tijdens het Nieuwe Rijk in Egypte werd ingevoerd en samen met de goden Min en Reshep een triade vormde. Ze was een godin van het seksuele genot en is doorgaans afgebeeld als een naakte vrouw met bloemen in haar handen, die op de rug van een leeuw staat. Re, Re-Herachte (Ra) Zonnegod De zonnegod Re met valkenkop trad al in het Oude Rijk op als Re-Herachte; als de morgenzon. Als bekendste godheid van het Egyptische pantheon was hij in de cultus en mythe in vele vormen aanwezig. Zo is de voorstelling van de cyclische baan van de zon, die de god in zijn bark (de boot heette mandjet) als dag- en nachtreis van elk twaalf uur voltrekt, synoniem met de eeuwige herhaling van de schepping en alle herscheppende krachten. De belangrijkste cultusplaats lag sinds het Oude Rijk in Heliopolis, de zonnestad. De heersers van de 5de dynastie lieten speciale gebouwen voor de Re-cultus, de zogenaamde zonnetempels, bij Aboesir bouwen. De indrukwekkende cultussymbolen zijn de obelisken, waarvan de vergulde toppen als zetel van de zonnegod werden geïnterpreteerd. Het waarschijnlijk beroemdste heiligdom van Re-Herachte werd onder Ramses II (19de dynastie) in Abu Simbel gebouwd. De opvallende relatie tot de god van elke heerser wordt weerspiegeld in de titulatuurbenaming ‘ zoon van Re’. Ra was de belangrijkste van de Egyptische goden en de personificatie van de middagzon. Hij is een oergod die uit het oerwater Nun is verrezen en zich zelf heeft geschapen. Volgens een andere mythe is hij een zoon van de aardgod Geb en de hemelgodin Nut. De Egyptenaren geloofden dat Ra in zijn boot 's ochtends zijn dagelijkse tocht door het luchtruim begint. Hierbij wordt hij o.a. vergezeld door de maangod Thot en zijn dochter Maat en iedere dag tracht het monster Apophis de vaart van de zonnegod te verhinderen. 's Avonds wordt Ra door zijn moeder Nut ingeslikt en 's morgens opnieuw ter wereld gebracht. Ra is ook koningsgod en sinds de 4e dynastie noemden de farao's zich 'Zoon van Ra'. Te Heliopolis werden de Phoenix (heilige reiger) en de Mnevis (stier) die orakels gaf, als manifestatie van de zonnegod aanbeden. In deze stad bouwden de koningen tempels voor Ra, die belangrijke instellingen waren op o.m. ideologisch gebied. Van deze tempels is weinig bewaard gebleven. Alleen de obelisk van koning Sesostris I (971-1926 v. C) die eens voor de zonnetempels stond, staat nog overeind. Renenoetet Godin van de vruchtbaarheid en oogst 14 Bijnamen als ‘heersers van de schuren’ onderstrepen het karakter van de als slang weergegeven godin als godheid van de vruchtbaarheid en de oogst. Bijzonder populair was de cultus van de godin in Fayoum in de 12de dynastie en in Thebe tijdens het Nieuwe Rijk. Sachmet (Sechmet) Godin van de geneeskunde De godin met de leeuwenkop werd vooral in Memphis vereerd, waar ze samen met Ptah en hun gemeenschappelijke zoon Nefertemeen godenfamilie vormde. Ze werd beschouwd als de dochter van Ra en was sterk verbonden met de dreigende ureaus. Ze had een nauwe relatie met de godin Moet in Thebe. Zo liet Amenophis III enkele honderden granieten beelden van Sachmet in Karnak opstellen. In de mythe vernietigd de godin, wier naam ‘de machtige’ of 'de sterke' betekent, de vijanden van de zonnegod Re of Osiris. Tevens ondersteund ze de koning in zijn strijd tegen nationale vijanden. Ze werd daarom gezien als godin van de oorlog. Naast haar strijdlustige en geweldadig karakter zag men in de godin tegelijkertijd de beschermpatroon van de geneeskunde en de artsen die hier en daar als priesters van Sachmet te boek staan. Satet Godin van de zuidelijke grens Al vanaf het Oude Rijk werd Satet op het eiland Elefantine vereerd, waar ze samen met Choem en Anoeket een triade vormde. Het aan haar gewijde heiligdom werd tot in de Griekse-Romeinse tijd steeds weer uitgebreid. Als godheid van de cataracten bewaakte Satet de zuidelijke grens en gold als schenkster van het ‘koele water dat uit Elefantine komt’. De godin wordt afgebeeld met de kroon van Boven-Egypte met zijdelings bevestigde, omhoog staande gazellenhorens. Selket (Serket) Beschermster van de mens De godin werd als schorpioen vereerd maar op de eerste plaats verschijnt ze als mens met een schorpioen op haar hoofd. Ze speelde in de religie een grote rol. Haar naam verwijst naar het vermogen van de keel om adem te halen. Samen met Isis, Nephthys en Neith beschermde ze de ingewanden en het gemummificeerde lichaam van de dode en was ook in die hoedanigheid aanwezig bij de koninklijke doodskist. Seshet Godin van het geschrift Het karakter van de godin maakt bijnamen zoals ‘heerseres van de plattegronden en schriften’ duidelijk. Als procureur van de schrijf- en rekenkunst noteerde Seshet bij de kroning de regeringsjaren en jubilea van de heerser. Bovendien speelde ze sinds de vroegste tijd een grote rol in het ritueel van de tempelstichting, en wel hij het bepalen van de plattegrond van de tempel. Seth God van de chaos De god van de storm en het weer wordt vaak ‘heerser van de woestijn en de vreemde landen’ genoemd en vertegenwoordigd al het kwade dat op de aarde aanwezig was. Waarschijnlijk was het dier van Seth in de vroegste tijden al zo gestileerd dat de zoologische determinatie ervan tot op de dag van vandaag niet duidelijk is. In de Osirismythe was Seth chaos, het wilde element, en vermoorde hij zijn broer Osiris omdat hij alleen verantwoordelijk gehouden wilde worden van het scheppen van de aarde. Daarna vocht hij tegen diens navolger Horus, zoon van Osiris, om de macht. Aan de andere kant was hij samen met Horus beschermgod met dezelfde rechten voor de koning. Samen gaven ze de koning de kronen van het land en knoopten ze in de symbolische voorstelling van de ‘Vereniging van Beide Landen’ de nationale planten van Boven- en Beneden-Egypte voor de heerser aan elkaar. 15 Shu Luchtgod De god van de lucht Sjoe scheidde in de scheppingsmythe hemel (Noet) en aarde (Geb), nadat hij, samen met zijn zuster Tefnoet, uit de mond van de oergod Atoem werd geboren. Mensen en goden hebben lucht nodig, zodat de lichtbeuken in de tempels ook wel ‘vensters van Sjoe’ werden genoemd. Shu, de Egyptische luchtgod, wormde samen met Tefnut, de godin van het vocht, het eerste goddelijke paar. Zijn naam betekende 'leegte' of 'hij die omhoog stond'. Hij ontstond toen de oppergod Ra, als Ra-Atum, hem en zijn vrouw uitspuwde of uitniesde. Shu en Tefnut brachten Geb, de aarde, en Nut, de hemel ter wereld. Shu was Ra's troonopvolger, maar lag voortdurend onder vuur van de volgelingen van de slang Apep, zodat hij tenslotte troonsafstand deed ten gunste van zijn zoon Geb. Na een storm die ruim een week aanhield, vestigde Shu zich in de hemel. Als zoon van de zonnegod Ra werd hij wel afgebeeld met een leeuwenkop. Sobek Oer-scheppingsgod Deze god werd als krokodil of in de klassieke mengvorm met krokodillenkop vereerd. Tot de belangrijkste cultusplaatsen behoorde sinds het Middenrijk het oude Sjedet (Crocodilopolis) in de Fayoum en in de Grieks-Romeinse tijd Kom Ombo in Boven-Egypte. Overeenkomstig zijn levensruimte gold Sobek als vruchtbaarheidsgod en het water en werd hij ook als oer-scheppergod vereerd. Sebek of Sobek werd afgebeeld als een krokodil of een mens met een krokodillenkop. Sebek werd met name vereerd in Crocodilopolis, de hoofdstad van de provincie Fayum. Een levende krokodil, Petsuchos geheten, die gold als een incarnatie van de god, werd in een vijver naast het voornaamste heiligdom van Sebek gehouden. De vereerders van de god dronken water uit de vijver en voerden de krokodil lekkernijen. Tijdens de 13e dynastie in het tweede millennium v. C. heetten diverse koningen Sebekhotep: 'Sebek is verzadigd'. Waarschijnlijk zagen velen Sebek als oppergod. Sebek werd soms gehouden voor een zoon van Neith, de moeder- en oorlogsgodin die ook de slang Apep had gebaard. Sokar Dodengod De in de gedaante van een valk of met valkenkop afgebeelde god Sokar was oorspronkelijk de dodengod van de Memphitische necropool. Vanwege zijn nauwe relatie tot Ptah en Osiris werd hij tot in de Late Rijk als Ptah-Sokor-Osiris vereerd. Als god was hij ook heerser van de onderwereld. In het middelpunt van het Sokarfeest stond de optocht van een goddelijke cultusbark, de zogenaamde henoebark. Tawaret (Taurt, Thoeris) Nijlpaardgodin Een nijlpaardgodin beschermde de barende vrouwen. Ze zou de concubine van Seth zijn geweest maar koos voor Horus in zake de troonopvolging en toonde daarmee haar vriendelijke karakter. Ze werd afgebeeld met de kop van een nijlpaard, de poten van een leeuw, de staart van een krokodil en de zware borsten van een volwassen vrouw. Deze gedaante moest kwaadaardige krachten bij vrouwen uit de buurt houden. Ondanks haar uiterlijk was ze enorm populair bij de gewone Egyptenaren. 16 Tefnoet Godin van de vochtigheid Tefnoet was de godin van de vochtigheid. Samen met de luchtgod Sjoe vormde de als leeuw voorgestelde Tefnoet in de kosmogonie van Heliopolis het eerste godenpaar, dat door Atoem door middel van zelfbevrediging of door uitspugen geschapen werd. In verschillende mythen had Tefnoet een opvallende kosmisch karakter. Thot Maangod Tot de vooraanstaande goden van het Egyptische pantheon behoorde Thot, die vanaf het Oude Rijk in het gehele land werd vereerd. Zijn belangrijkste cultusplaats was Hermopolis in het midden van Egypte. De voorstellingen tonen hem als man met een ibiskop, als ibis of als baviaan. In zijn hoedanigheid van maangod was Thot verantwoordelijk voor de kalender, de tijd en wiskunde. Bij de kroning van de koning noteerde hij de regeringsjaren van de heerser en schreef diens naam op de bladeren van de heilige isjedboom van Hermopolis. Thot was de uitvinder van schrift en taal, bewaker van de goddelijke orde en alle rituelen alsmede van de geheime kennis. De schrijvers (ambtenaren) benoemden hem daarom tot hun beschermheer. Bij het dodengericht, het wegen van het hart, was het Thot die in het bijzijn van Osiris het resultaat voor de dode noteerde. Hij gold ook als de beschermer van de dode, die hij hielp de weg te wijzen door de onderwereld. Thoth, de Egyptische maangod, was tevens de god van het schrijven en de kennis: de 'heer van de heilige woorden.' Hij werd wel beschouwd als de oudste zoon van de zonnegod Ra, maar was volgens een andere traditie ontsproten ui het hoofd van de boosaardige god Seth. Thoth was de vizier en de secretaris van de vegetatie- en doodsgods Osiris. Omdat hij geheime kennis bezat, kon Thoth ook assisteren bij Osiris' begrafenis. Tevens stond hij Isis bij in de opvoeding van Horus. Uiteindelijk volgde Thoth Horus op als koning van Egypte en hij regeerde meer dan 3000 jaar in vrede. daarna verscheen hij als maan aan de hemel. Thoth werd meestal afgebeeld als een ibis of baviaan. Hij zou een toverboek, het Boek van Thoth, hebben geschreven en het in een graftombe bij Memphis hebben begraven. Met de toverspreuken uit dit boek kon men macht over de goden uitoefenen. Thoth noteerde ook de uitkomst van de weging bij het oordeel over de doden in de onderwereld. Wadjet Cobragodin De godin in de gedaante van een slang was de godheid van Beneden-Egypte, en wel in Boeto. Wadjet en Nechbet, de giergodin van el-Kab, waren de ‘twee heerseressen’ die de koning beschermden en zich in de dubbele kroon op zijn hoofd konden incorporeren. Wepwawet Opener van de weg naar de onderwereld Een god met het hoofd van een jakhals. De naam betekent zoiets als 'opener van wegen' wat kan wijzen op de verovering van de farao's of de toegang tot de onderwereld. Dit kan alles te maken hebben gehad met het feit dat hij aan de zijde van de koning stond ten tijde van een strijd maar ook kan het zijn dat het slaat op het feit dat hij tijdens de ceremonie van het Openen van de Mond bij de begrafenis van de farao ook uitvoerde en hem begeleide bij zijn tocht naar de onderwereld. 17 18 HOOFDSTUK 3 Mythe Ra. Ra kan vele vormen aannemen, zo is hij Khepera in de ochtend en Ra in de middag. Hij benoemt nieuwe gedaanten van zichzelf die dan weer symbool staan voor weerselementen of andere moeilijk te verklaren verschijnselen, dit zijn goden. Zo wordt de windcreërende gedaante Shu genoemd en zo benoemde hij Hapi waaruit de rivier de Nijl door Egypte ontstond en Egypte vruchtbaar maakte. Je zou kunnen zeggen dat Ra het beginpunt is waaruit de overige goden ontstaan, deze overige goden zijn tevens deel van Ra. Nadat hij de goden had gemaakt, maakte hij alle andere dingen op de aarde, en deze dingen groeiden. Tenslotte maakte hij de mensheid. Ra heeft een menselijke vorm. Op een bepaald moment wordt hij dan ook oud waarna de mensen hem niet meer gaan gehoorzamen, ze lachen hem een beetje uit omdat hij sterfelijk lijkt. Toen dit gebeurde riep Ra de goden bij elkaar die hij had gemaakt (Shu, Tefnut, Geb en Nut), ze overlegden en besloten Nun om raad te vragen, deze gaf aan dat Ra zijn dochter over de aarde uit moest sturen. Zijn dochter Sekhmet kwam tot leven en zij was de leeuwin onder de goden, die de ongehoorzame afslachtte. Toen Ra dit had gezien riep hij zijn dochter en vroeg haar te vertellen hoe zij de mensen weer had laten gehoorzamen. Zij vertelde daarop dat ze wraak had genomen op de mensheid. Een aantal nachten was de Nijl rood door het bloed, en werden Sekhmets voeten roder en roder terwijl zij door het land zwierf. Toen Ra over het land uitkeek kreeg hij medelijden met de mensheid en hij zag dat de gemene Sekhmet niet eens meer door hem te stoppen was. Toen zond hij boodschappers naar het eiland Elephantine die voor hem bier haalden vanaf het eiland. Dit bier werd roodgekleurd met een orchideeënsoort van het eiland. En Ra legde dit bier als valstrik voor de gemene Sekhmet neer, die dacht dat het bloed was van de mensen die zij had afgeslacht. Ze dronk en dronk en dronk, luid lachend om het feit dat ze zoveel mensen had afgeslacht, het bier was zo sterk dat ze er door in de ban raakte en niet langer kon afslachten. Toen zei Ra tegen haar: “Je komt in vrede, lieverd”. En op dat moment werd haar naam veranderd in Hathor en haar karakter veranderde van gemeen naar liefdevol, met de kracht van het verlangen. Het volk vierde dit met een groots feest waarbij de rode orchidee werd vereerd. Dat feest werd bij elke jaarwisseling gehouden. Op deze manier was de mensheid gered en ging Ra verder met regeren, al was hij al oud. Maar de tijd kwam steeds dichter bij waarin hij het aardrijk zou moeten verruilen voor het oneindige hemelse rijk. Ra was zijn wijsheid aan het verliezen, maar niemand kon hem zijn macht afnemen. Ra zou in de nabije toekomst niet meer over de aarde regeren, maar dat zou alleen zo gebeuren als er magische krachten aan te pas zouden komen. De goden Geb en Nut hadden kinderen, dit waren jongere goden wiens tijd was gekomen om de macht over te nemen. De namen van deze kinderen waren: Osiris, Isis, Nephthys en Seth. Isis was het slimst, zij was slimmer dan een miljoen mensen, haar kennis was groter dan een miljoen nobele doden konden bevatten. Ze wist alle dingen over de hemel en over de aarde, uitgezonderd dan de geheime naam van Re, en dat te weten zorgde ervoor dat ze sneller leerde dan ooit. Ra werd ouder en ouder en toen liet hij zijn huid vallen en daaruit ontstond de eerste cobra wat het symbool werd van rijkdom, dat gedragen werd door de farao en zijn koningin. Isis plaatste de eerste cobra in het stof naast de weg die Ra elke dag aflegde tussen het hoge en lage Egypte. Toen Ra langskwam beet de cobra hem waarna de cobra in het gras verdween. Het gif verspreide zich snel door zijn zenuwstelsel waardoor hij even geen woord kon uitbrengen, echter wel een kreet van pijn. De goden die hem volgden vroegen hem wat er aan de hand was, wat hem gebeten had. Maar hij kon geen woorden vinden en kon zijn lippen niet verroeren van de pijn. Toen hij uiteindelijk toch sprak zei hij het volgende: “Help me, die ik gemaakt heb, iets heeft me geraakt, en ik weet niet wat het is. Ik heb alle dingen gemaakt, maar dit ding heb ik niet gemaakt. Het is een pijn die ik nog nooit eerder heb gevoeld, en er is geen pijn gelijk aan deze. Maar wie kan mij verwonden? Zoals jullie weten is mijn geheime naam verborgen in mijn binnenste, niettemin heeft iets me geraakt toen ik reisde tussen de twee landen. Het is vuur en toch geen vuur, het is zoals water en toch niet zoals water, ik brand en ril zo, roep voor mij de hulp in van alle goden die kennis hebben van de hemelen en van magie. Toen kwamen alle goden bij Ra en met hen kwam Isis de Heelster, de godin van de Magie die het leven 19 in het leven ademt en die de woorden kent om de stervenden te laten herleven. Isis sprak tot hem: wat is er gebeurt, heilige vader, Ra vertelde wat er gebeurt was, maar uiteindelijk wilde Isis alleen maar de geheime naam van Ra weten, die hij niet gaf, hij riep uit dat zijn kracht in Isis zou vloeien en verder nergens heen, Isis moest zweren het niet verder te vertellen wat ze deed, toen ging het gif uit Ra’s lichaam toen Isis dit liet gebeuren. Hij ging ten hemelen en werd degene die reist van hemel naar de aarde (oftwel de Zon die op en neer reist) de zonnegod. 20 HOOFDSTUK 4 De mythe van Osiris Isis en haar man Osiris waren een tweeling, geboren uit de godin Nut en god Geb dit waren broer en zus. En kinderen van Ra en Nun. Nut kreeg nog een tweeling Seth en Nephtys. Op een nacht sliep Osiris met Nephtys, hij dacht dat het Isis was. Uit die gebeurtenis kwam Anubis voort, Osiris’oudste zoon, maar van de verkeerde vrouw. Seth, Nephtys’man, nam dit hoog op en was vreselijk jaloers op de populariteit van zijn broer. Osiris was namelijk een menselijke koning, een goed en verstandig heerser, die de Egyptenaren de landbouw, hoge kunsten en ambachten leerde en erg geliefd was bij de bevolking. Seth zinde op wraak en wilde zijn broer doden. Heimelijk nam Seth de maat van Osiris en hij liet een weelderige sarcofaag maken die hem precies paste. Toen er op een avond feest werd gevierd door de goden kwam Seth binnen met de sarcofaag en verklaarde dat degene die er precies in paste deze cadeau zou krijgen voor zijn tombe. Iedereen probeerde het, en natuurlijk paste de sarcofaag Osiris perfect. Onmiddellijk kwamen er 72 helpers toesnellen. Ze bonden het deksel dicht en gooiden hem in de Nijl. De dood van Osiris werd symbolisch vereenzelvigd met de jaarlijkse overstroming van de Nijl, die de bodem van Egypte vruchtbaar maakte. Het was alsof het vergaan van Osiris’lichaam het land vruchtbaar maakte en leven gaf. Osiris dreef de Nijl af en spoelde aan op de kust van Syrië. Een prachtige, heerlijk geurende boom groeide op de oever en nam de sarcofaag op in de stam. De plaatselijke koning had net een zoon gekregen en was in die tijd in de weer met het bouwen van een paleis. En omdat die boom zo heerlijk geurde, liet hij hem omhakken om als middenzuil in de grote zaal te dienen. Intussen ging de arme godin Isis, wier man in de Nijl was geworpen op zoek naar zijn lijk. Isis komt bijtijds naar het paleis en hoort van de geurende zuil in het koningspaleis. Ze vermoedt dat dit iets met Osiris te maken kan hebben en ze wordt voedster van het pasgeboren kind. Ze houdt van het jongetje en besluit hem onsterfelijk te maken door hem in de haard te leggen om zijn sterfelijke lichaam te verbranden. Als godin kon ze voorkomen dat het vuur hem doodde. Iedere avond, terwijl het kind in het vuur ligt, verandert ze zich in een zwaluw en vliegt rouwend rond de zuil waarin haar man zit. Op een avond komt de moeder van het kind de kamer binnen terwijl dit alles aan de gang is, ziet haar kind in de haard, geeft een gil, die de betovering verbreekt, en het kind wordt gered. De zwaluw is intussen weer veranderd in de mooie voedster en godin, die de situatie uitlegt en tegen de koningin verklaart dat haar man zich in die zuil bevindt, en het op prijs zou stellen als ze hem mee naar huis zou mogen nemen. Waarop de koning, die ten tonele is verschenen hierin toestemt. Hij laat de zuil wegnemen, draagt haar over aan Isis en de prachtige sarcofaag met Osiris erin wordt op een koninklijk schip geladen naar Egypte. Daar raakt Isis op magische wijze zwanger van Osiris. Ze creëert namelijk de levensadem met haar vleugels (Isis kan de gedaante van een havik aannemen) waardoor Osiris even ontwaakt uit de dood en haar kan bevruchten. Osiris, wiens lichaam dankzij de kunsten van Isis niet tot ontbinding is overgegaan, heft een arm op naar zijn hoofd, dat door Isis vastgehouden wordt, en grijpt met zijn andere hand zijn penis vast om deze tot een orgasme op te wekken. Isis vlijt zich in de gedaante van een sperwer (een roofvogel) neer 21 op de penis van Osiris en vangt het zaad op. Na de dood van Osiris was zij dus nog van hem zwanger geraakt van een zoon, en in de verlatenheid van de moerassen in de Nijldelta wachtte zij de geboorte van haar kind af. Op een nacht, toen ze kist onbewaakt had achtergelaten, ontdekte Seth hem. Hij haalde het lichaam van Osiris eruit en sneed het in veertien stukken die hij door heel Egypte verspreidde. Toen Isis ontdekte wat er gebeurd was ging ze samen met Nephthys, haar zuster maar ook de echtgenote van Seth, opzoek naar alle lichaamsdelen. Ze vonden elk stuk op de penis na, die was opgegeten door een vis. Het verhaal gaat dat Isis het lichaam weer opnieuw leven in wist te blazen en dat Osiris nog lang genoeg leefde om samen voor nageslacht te zorgen. Daarna gebruikte Isis al haar vaardigheden om het lichaam te conserveren en in linnen te wikkelen. Daarna voerde ze riten uit die hem van een eeuwig leven zouden verzekeren. Daarmee was Osiris het eerste voorbeeld van een lijk dat goed geconserveerd na de dood doorleefde. Hij betrad de onderwereld en zou recht gaan spreken over alle overledenen die zich toegang wilden verschaffen tot deze onderwereld en zich daarmee het eeuwige leven wilden verschaffen. Isis was zoals gezegd zwanger van haar zoon en vluchtte naar de deltamoerassen om haar bevalling voor te bereiden. Toen ze haar zoon, de god Horus, het leven schonk ontbrandde de strijd om het koningsschap al snel. (Aangezien de Egyptenaren Horus als rechtvaardig opvolger van Osiris beschouwde, droegen de farao's vaak de naam Horus in hun eigen naam om daarmee hun eigen troon te rechtvaardigen.) Bij een gelegenheid dat Isis voedsel moest gaan zoeken voor haar kind ontdekte Seth hem. Vervolgens veranderde hij zichzelf in een slang om het kind door het moeras te bereiken en beet de jonge god. Toen Isis bij haar terugkeer het stervende kindje aantrof vroeg ze de omwonende bevolking om hulp. Niemand wist raad en daarom bad ze tot de goden om hulp. Toth kwam haar te hulp en beloofde namens de goden dat hij haar zijn hulp zou bieden. Rond de godin Isis ontstond een aantal mythen waarvan de meeste haar moederlijke natuur, haar sluwheid en vastberadenheid en haar bedrevenheid in de toverkunst benadrukken. Het waren allemaal eigenschappen die nodig waren om haar zoon tot een volwassene op te laten groeien. Hierdoor ontstond de mythe en daarmee de toverspreuken om kinderen te genezen van ongevallen zoals slangenbeten, schorpioensteken, brandwonden en valpartijen. Horus wist uiteindelijk de volwassenheid te bereiken en daarmee was de tijd gekomen om het koninkrijk Egypte op te eisen als rechtmatig opvolger van de troon. Hij wendde zich tot een tribunaal van goden onder voorzitterschap van Ra om Seth van de troon af te krijgen. Zijn overgrootvader Shu steunde zijn eis onmiddellijk en Thoth, god van de wijsheid, stemde daarmee in. Isis dacht op dat moment dat alles in kannen en kruiken was en wilde het goede nieuws onmiddellijk aan Osiris vertellen totdat Ra een einde maakte aan de illusie door mede te delen dat hij nog geen besluit had genomen. Thoth vertelde Ra dat Horus de rechtmatige opvolger was aangezien hij de zoon van Osiris was. Ra had als argument dat Seth grotere krachten had wat hem meer geschikt maakte voor het koningsschap. Seth stond tenslotte op de boeg van de boot van de goden omdat hij als enige de krachten bezat om de slang Apophis te bezweren die elke de zon te verzwelgen die in het westen onder ging. Tijdens het tribunaal stelde Seth Horus voor om mee naar buiten te gaan en het via een wedstrijd uit te vechten. Thoth herstelde de orde en de zaak bleef tachtig jaar onbeslist. Toen het geduld van het tribunaal uitgeput was werd Neith om hulp gevraagd. Deze vond dat Horus de rechtmatige opvolger was aangezien hij de zoon van Osiris was. Ondanks de bereidheid van het tribunaal om het besluit op te volgen, weigerde Ra hier aan te voldoen en kwetste Horus door diens jeugd, zwakheid en algehele ongeschiktheid te benadrukken. 22 Een betrekkelijke jonge god stad de draak met de impopulariteit van Ra, die het tribunaal verliet. Zijn slechte humeur knapte op toen zijn dochter Hathor, de godin van de liefde, hem kwam opzoeken. Ze toonde hem haar naakte lichaam en wist hem aan het lachen te maken. Hij keerde terug naar het tribunaal en vroeg Seth en Horus opnieuw hun aanspraken op de troon uiteen te zetten. Tijdens het betoog van Seth nam Isis het opnieuw voor haar zoon op waarna Seth in razernij uitbarstte en dreigde elke dag een god te vermoorden als Isis nog langer bij de rechtzaak aanwezig mocht zijn. Ra verplaatste daarop het tribunaal naar een eiland en gaf de veerman Nemty de opdracht niemand over te zetten die ook maar enige gelijkenis vertoonde met Isis. Isis wendde haar magische krachten aan om zich te vermommen en leidde Nemty daarmee om de tuin. De veerman zette Isis over. Vervolgens veranderde ze zichzelf in een beeldschone vrouw en wendde zich naar Seth. Seth was overbluft door de schoonheid en ze palmde hem in door zich voor te doen als een jonge weduwe wier zoon belaagd werd door een indringer die zich meester wilde maken van de kudde die nog van zijn vader was geweest, en van zijn huis. Vol verontwaardiging trok Seth partij voor de zoon van de vrouw en keerde zich tegen de indringer. Opnieuw nam Isis een andere gedaante aan, die van een valk. Ze koos vervolgens veilig uit de buurt van Seth een plaats in een boom om te vertellen hoe Seth zijn eigen woorden tegensprak en daarmee zijn eigen gedrag veroordeeld had. In tranen wendde Seth zich tot Ra, die weinig sympathie voor hem kon opbrengen, doordat hij stelde dat veerman Nemty voor het tribunaal gebracht moest worden. Zijn ongehoorzaamheid werd bestraft met het afhakken van zijn tenen. Het tribunaal werd weer verplaatst. Ditmaal naar de Westelijke Woestijn waar men besloot de troon van Egypte aan Horus toe te wijzen. Het oordeel werd opnieuw opgehouden toen Seth vroeg Horus uit te mogen dagen voor een reeks persoonlijke krachtmetingen met het koningsschap als inzet, wat een reeks bizarre wedstrijden tussen beide goden opleverde. Als eerste stelde Seth voor beide te veranderen in een nijlpaard om vervolgens te kijken wie het langste onder water kon blijven. Isis kon de spanning na lange tijd niet meer aan en gooide een harpoen in het water waar beide ondergedoken lagen. Ze troef echter Horus en moest de harpoen met een toverspreuk verwijderen. Bij een volgende poging raakte ze Seth die vervolgens een beroep op zijn zuster deed om ook bij hem de harpoen te verwijderen. Dit kon ze niet weigeren en wekte hiermee de woede op van Horus. Deze was zo boos dat hij het hoofd afsloeg van Isis en bracht het naar het gebergte in de woestijn. Toen Ra hiervan hoorde zwoer hij dat Horus gestraft moest worden. Seth vond hem als eerste toen hij lag te slapen bij een oase. Hij verwijderde de ogen van Horus en begroef ze maar kwamen weer op als lotusbloemen. Seth keerde daarna terug naar Ra en meldde hem dat Horus waarschijnlijk overleden was omdat hij hem niet had kunnen vinden. De godin Hathor vond Horus en genas zijn ogen door ze in te wrijven met gazellenmelk. Daarna volgde een verzoenend gebaar van Seth door middel van een banket. Echter in de loop van de avond probeerde Seth Horus te verkrachten wat mislukte. Horus ving het zaad van Seth op in zijn hand. Toen hij het aan Isis toonde hakte Isis zijn hand af en schonk hem een nieuwe daarvoor in de plaats. Seth wendde zich tot de rechtbank en vertelde dat hij Horus seksueel bezeten had. De goden gaven hun minachting over het feit dat Horus zich zo had laten onderwerpen, maar Horus vroeg aan de goden het zaad van beide mannen tevoorschijn te roepen. Toen Thot het zaad van Seth riep kwam het niet uit Horus maar uit het moeras; het zaad van Horus verscheen als een gouden zonneschijf uit het hoofd van Seth. Seth bedacht een nieuwe wedstrijd. Beide mannen moesten een stenen schip bouwen om het tegen elkaar op te nemen. Horus bouwde zijn boot van hout om het vervolgens met gips af te werken zodat het wel op sten leek. Seth bouwde zijn boot van een hele berg. Het schip van Seth zonk echter tijdens de wedstrijd die ten overstaan van alle goden werd 23 gehouden. Vervolgens veranderde hij zichzelf in een nijlpaard om de boot van Horus te vernielen. De goden konden verhinderen dat Horus in zijn woede en frustratie Seth wist te vermoorden. Uit pure wanhoop begaf Horus zich vervolgens naar het heiligdom van Neith om haar te vragen waarom het hem niet lukte zijn erfenis te verkrijgen hoewel hij het recht aan zijn kant had. Het probleem werd uiteindelijk opgelost toen Ra zich over liet halen door Thot om een brief te schrijven aan Osiris. In deze brief met vleiende woorden verleende Ra Osiris een volledige koninklijke titel. Osiris en Ra betwistte elkander en kwamen er niet uit. Osiris wist echter de andere goden te overtuigen door te stellen hoe machtig hij was. Op het laatst zou namelijk iedereen de westelijk horizon passeren en in zijn rijk terecht komen. Toen de goden unaniem besloten dat Horus de rechtmatige opvolger was van Osiris stalde men hem op de troon. Seth werd schadeloos gesteld door hem een plaats te geven in de hemel waar hij zich luidruchtig kon vermaken als god van de storm en onweer. Een andere versie stelt dat Seth verbannen werd naar de woestijnachtige uithoeken van het land om zo het verschil te benadrukken tussen Seth en Osiris als vruchtbaarheidsgod. 24 HOOFDSTUK 5 Plaatjes van de belangrijkste goden Osiris Isis Horus Seth Ra Geb(aarde) Nut(hemel) en Shu(lucht) 25 26