Meer informatie over voeding op www.test-aankoop.be Controles, additieven, risico's : alles wat u moet weten Vragen over voedselveiligheid EXPERT ¬ ONAFHANKELIJK ¬ DICHT BIJ U “Ik ben er zeker van, want het stond in Test-Aankoop!” Elke maand informeert Test-Aankoop u over de kwaliteiten en gebreken van honderden producten, apparaten of diensten waarvan u dagelijks gebruik maakt. Zo bent u zeker dat u de juiste keuze maakt... tegen de juiste prijs! 11 nummers per jaar • Bespaar elk jaar honderden euro’s Elke twee maanden leest u in Budget & Recht alles over de meest rendabele aandelen, over de voordeligste verzekeringscontracten, uw rechten in tal van situaties enz. 6 nummers per jaar • Verdedig uw rechten en bescherm uw vermogen in allerlei situaties (Her)ontdek de grote klassiekers in recht en verbruik: surf snel naar www.test-aankoop-advies.be Inhoud De laatste jaren werden we herhaaldelijk geconfronteerd met voedselschandalen die een ernstige bedreiging vormden voor de volksgezondheid. Voedselveiligheid is dus meer dan ooit essentieel om de kwaliteit te waarborgen van het voedsel dat de consument op zijn bord krijgt. • Wie controleert de veiligheid van het voedsel ? 4 • Hoe werkt het voedselalarmsysteem ? 5 • Dreigingen en risico's 7 • In de keuken : meer hygiëne is meer veiligheid 12 • Voeding bewaren : sleutelpunten 14 • Additieven : giftig ? 16 • Voedselvergiftiging : hoe aanpakken ? 21 Test-Aankoop CVBA • Hollandstraat 13, 1060 Brussel • Tel. 02 542 32 32 • www.test-aankoop.be Verantwoordelijke uitgever Dominique Henneton Illustraties Javier Vásquez Tekst Genara Gonzalez, Michel Baert Vormgeving Manuel Estrada Design Wettelijk depot 2010/1866/08 © 2010 - Verbruikersunie Test-Aankoop CVBA Alle rechten van vermeerdering, aanpassing en vertaling voorbehouden voor alle landen. Gedrukt bij 4 Wie controleert de veiligheid van het voedsel ? Reeds in 1997 heeft de overheid als reactie op de crisis van de dolle koeienziekte een “groenboek” voorgesteld over voedselveiligheid. Zo werd de basis gelegd van de reglementering die de consument moet beschermen en zijn gezondheid en veiligheid garanderen. Verscheidene voedselcrisissen zijn echter opgedoken na de publicatie van het boek : dioxine in kippen en eieren, mond- en klauwzeer, de varkenspest, benzopyrenen in de olijfolie. Er moest dus nog een verdere stap gezet worden. • In 2000 werd binnen de Europese Gemeenschap een algemene directie opgericht voor gezondheid en bescherming van de consumenten, de zogenaamde DG SANCO. Die directie is tegenwoordig het voornaamste orgaan dat belast is met voedselveiligheid op Europees vlak. Ze is niet alleen belast met het uitstippelen van de voedselwetgeving, maar heeft ook nog andere taken. – Elk jaar stelt ze een lijst op met voedselrisico’s die een prioritaire behandeling moeten krijgen. – Ze bestudeert de manier waarop de nationale overheden hun controletaak inzake voedselveiligheid uitoefenen. – Ze evalueert de voedselveiligheid in de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie en in landen waaruit voedsel wordt ingevoerd. • In ons land waakt het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) over de veiligheid en de kwaliteit van de voeding, om de consument te beschermen. Het FAVV is ondermeer bevoegd voor: – de controle van de voedingsmiddelen in alle stadia van de voedselketen ; – het afleveren van de nodige vergunningen ; – de uitwerking van en de controle over identificatie- en traceerbaarheidssystemen ; – het toezicht op de wetgeving die geldt voor alle schakels van de voedselketen ; – het uitwerken van een preventie- en sensibiliseringspolitiek inzake voedselveiligheid; – het formuleren van adviezen over de huidige en toekomstige reglementering. Meer details vindt u op www.favv.be. Vragen over voedselveiligheid 5 Hoe werkt het voedselalarmsysteem ? De voedselveiligheid wordt globaal gecontroleerd via een alarmnet. Dat alarmnet zorgt voor snelle informatieuitwisseling tussen de lidstaten over alle problemen rond voedselveiligheid. Wanneer een lidstaat beschikt over informatie over een rechtstreeks of onrechtstreeks risico voor de volksgezondheid, wordt die onmiddellijk aan de Commissie gemeld, die ze op zijn beurt doorstuurt naar de andere lidstaten die deel uitmaken van het netwerk. Op welk niveau ? Op Europees niveau luistert het netwerk rond voedselarm naar de naam RASFF (Rapid Alert System for Food and Feed) of systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders. Op wereldvlak is er INFOSAN (International Food Safety Authorities Network) dat wordt beheerd door het WGO en het FAO. Niet minder dan 177 landen maken er deel van uit. Hoe werkt het ? De inlichtingen die via het alarmnetwerk doorgestuurd worden, kunnen opgedeeld worden in verschillende categorieën volgens het risico waarop ze betrekking hebben. 6 • Informatieberichten : ze worden rondgestuurd wanneer een risico is geïdentificeerd voor een product, maar een snelle tussenkomst van de lidstaten niet noodzakelijk is, omdat het bewuste product niet op hun respectieve markten aanwezig is of het risico geen dringend optreden vereist. • Waarschuwingsberichten : ze worden rondgestuurd wanneer een risico werd geïdentificeerd voor voedsel dat al op de markt aanwezig is en er een onmiddellijk optreden vereist is. De bevoegde overheden moeten alle nodige maatregelen treffen om in de mate van het mogelijke de gezondheidsrisico’s in te dijken die gepaard kunnen gaan met de consumptie van het betrokken voedsel. • Berichten over afwijzing aan de grens : dit gebeurt wanneer een risico ontdekt wordt door de inspectiediensten aan de grens. Het product mag dan het land niet binnen en de informatie wordt doorgestuurd aan heel het alarmnetwerk om andere, vergelijkbare loten te weigeren aan andere grensposten of om een controle te kunnen uitvoeren op loten die eerder werden ingevoerd. Als het gaat om een product dat afkomstig is uit een land buiten de Europese Unie, wordt het bewuste land gecontacteerd om het probleem daar aan te pakken. • Follow-upberichten : alle inlichtingen over voedselveiligheid die niet werden meege- deeld via informatieberichten, waarschuwingsberichten of afwijzingen aan de grens, worden naar de lidstaten doorgestuurd via zogenaamde “Follow-upberichten”. Het alarmsysteem garandeert dat wanneer een risico werd geïdentificeerd voor een bepaald product, dat laatste niet op de markt zal verschijnen of zo snel mogelijk van de markt zal gehaald worden. De consumenten moeten geïnformeerd worden over alle maatregelen die genomen werden in verband met producten die het voorwerp uitmaken van een waarschuwingsbericht. Vragen over voedselveiligheid 7 Dreigingen en risico’s Het is niet mogelijk om elk risico uit te schakelen dat er vroeg of laat producten op de markt verschijnen die een potentieel gevaar kunnen vormen voor de gezondheid. Sommige gevaren kunnen immers ontsnappen aan de zorg of de waakzaamheid van de verschillende partijen die betrokken zijn bij de voedselketen. Maar ook die gevaren kunnen kordaat aangepakt worden om de voedselveiligheid zoveel mogelijk te verhogen. Er zijn twee goed onderscheiden groepen gevaren : de chemische en de microbiologische contaminatie. Chemische contaminatie Een groot deel van de voedingsmiddelen die we eten bevatten vreemde stoffen als gevolg van de verschillende bewerkingen en behandelingen die ze ondergaan. Landbouwgewassen worden op het veld behandeld met pesticiden en na de oogst met fungiciden, dieren ondergaan allerlei veterinaire behandelingen vanaf hun geboorte, additieven worden toegevoegd aan voedsel tijdens de bereiding of bewerking, enz. Naargelang van de dosis en hun neiging om zich in ons lichaam op te stapelen, kunnen deze stoffen volkomen onschadelijk zijn of, integendeel, een acute of chronische vergiftiging veroorzaken. We geven een overzichtje van de contaminanten die ons voedsel kunnen aantasten. • Pesticiden. Deze chemische stoffen worden gebruikt om parasieten te bestrijden die de oogst kunnen aantasten of in gevaar brengen. Op lange termijn en bij hoge doses kunnen ze onze gezondheid ernstig in gevaar brengen. • Residu’s van veterinaire behandelingen. Antibiotica worden gebruikt om ziekten bij dieren te behandelen of te voorkomen. Na een behandeling met diergeneesmiddelen is er een wachttijd voor de slachting. 8 Op welk ritme vermenigvuldigt een bacterie zich in gunstige omstandigheden ? Vanaf 100 ºC Een bacterie kan zich om de 20 minuten delen en zo verder. Na 12 uur kan een voedingsmiddel daardoor aangetast zijn met niet minder dan 69 miljoen bacteriën uit een enkele bacterie ! Om te vermijden dat een zo’n ziekteverwekkende kiem zich kan ontwikkelen moet men niet alleen alle mogelijke hygiënemaatregelen nemen, maar moet men het voedsel ook bewaren op een temperatuur die bacteriën vernietigt of hun ontwikkeling belet. vernietiging van de sporen Van 65 tot 100 °C geen ontwikkeling, maar de sporen overleven Van 40 tot 65 °C trage spoorontwikkeling Van 20 tot 40 °C snelle spoorontwikkeling Van 0 tot 20 °C trage spoorontwikkeling Onder 0 °C geen ontwikkeling : microorganismen sluimeren en sommige sterven af 69 miljoen bacteriën 1 bacterie 2 4 6 8 10 12 Bij de mens kunnen ze de verschijning van resistente bacteriën veroorzaken en de doeltreffende werking van antibiotica verminderen. Sommige natuurlijke of synthetische hormonen waarmee dieren behandeld worden, kunnen kankerverwekkende effecten hebben bij de mens of een misvorming van de foetus veroorzaken. Andere courant gebruikte producten zijn ondermeer kalmeermiddelen die gebruikt wor- den bij dierenvervoer en de ß2-agonisten die gebruikt worden om longaandoeningen te behandelen en om geboortes vlotter te laten verlopen. Aflatoxine B1, geproduceerd door een schimmel, is kankerverwekkend. Vragen over voedselveiligheid 9 • Mycotoxines. Dat zijn toxines die zich bij een bepaalde temperatuur en vochtigheidsgraad ontwikkelen uit natuurlijke schimmels. Sommige van die toxines zijn sterk kankerverwekkend en kunnen de lever en de nieren aantasten. • Nitrosamines en Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Deze substanties kunnen gevormd worden bij de behandeling van voedingsmiddelen. Nitrosamines worden gevormd wanneer in bepaalde omstandigheden eiwitten bindingen aangaan met nitrieten of uit nitraten die zich in meststoffen bevinden. Ze zijn mogelijk kankerverwekkend en hun gebruik is alleen verantwoord in bepaalde voedingsmiddelen om mogelijke botulismevergiftiging te voorkomen. De PAK’s worden gevormd tijdens het verbrandingsproces ; ze kunnen ook aanwezig zijn in gerookte en gegrilde voedingsmiddelen of in eetwaren die gebakken worden op de barbecue. De gevaarlijkste zijn de kankerverwekkende benzopyrenen. • Contaminatie uit de omgeving. Dit soort contaminatie kan verschillende bronnen hebben : polychloorbifenyl (PCB), synthetische stoffen die gebruikt worden bij tal van industriële processen, dioxines, die ongewild ontstaan bij de verbranding van materialen die chloor bevatten, zware metalen (cadmium, lood, kwik…) en arsenicum die courant gebruikt worden in de industrie bij de fabricatie van meststoffen, batterijen, lampen, brandstoffen en zo veel meer. PAK’s 10 Microbiologische contaminanten De aanwezigheid van micro-organismen in de voeding is normaal en binnen bepaalde grenzen ook onschadelijk. De problemen duiken pas op wanneer die grenzen overschreden worden omwille van een gebrek aan hygiëne of slechte bewaaromstandigheden. De micro-organismen die aanwezig zijn in de voedingsmiddelen kunnen in 3 categorieën ingedeeld worden. • De “goede”. Het zijn technologische microorganismen die de ontwikkeling van ziektekiemen beletten of een bijdrage leveren tot de transformatie van bepaalde voedingsmiddelen tot langer houdbare en veiligere producten. We denken hierbij aan melkzuurbacteriën die verantwoordelijk zijn voor de gisting van yoghurt en kazen, gisten in brood en bier of schimmels die bepaalde kazen (camembert, roquefort) hun kenmerkende smaak bezorgen of die men terugvindt in charcuterieproducten. • De “kwade”. Het zijn micro-organismen die niet giftig zijn, maar die het product aantasten, het doen rotten, het uitzicht wijzigen en slechte geuren of smaken veroorzaken die bij de consument een instinctief afweergebaar veroorzaken. • De “slechte”. Het zijn de pathogene micro-organismen die bij de mens allerlei min of meer ernstige ziektes en in het slechtste geval zelfs de dood kunnen veroorzaken. Die micro-organismen kunnen terechtkomen in de voeding via besmet sproeiwater of grond waarin de producten geplant zijn. Ook mensen en dieren kunnen drager zijn van ziektekiemen. Gebrekkige hygiëne kan de besmetting van een voedingsmiddel veroorzaken via contact met de huid, wondjes, speeksel of uitwerpselen. Bacteriën kunnen aanwezig zijn in de darmen van de dieren en van daaruit migreren naar het vlees bij de behandeling in het slachthuis. “Hallo Test-Aankoop? Ik zit met een lastige vraag...” Meer info over de tests Test Voor de prijs van een telefoongesprek worden al uw vragen beantwoord wat betreft consumptie, maar ook over gezondheid, verzekeringen, enz. Juridisch advies Een team juristen beantwoordt telefonisch al uw vragen en behandelt elk dossier met volledige discretie. Fiscaal advies Fiscalisten die perfect op de hoogte zijn van de wetgeving beantwoorden telefonisch uw vragen. Discreet en efficiënt. Kredietadvies Dankzij een eenvoudig telefoontje heeft het consumenten- of hypothecair krediet geen geheimen meer voor u! Beleggersadvies Beleggen in een fonds, een aandeel verkopen? Onze medewerkers beantwoorden al uw beleggingsvragen. Successieadvies Bij erfenis en nalatenschap kunnen bepaalde vragen rijzen. Raadpleeg onze specialisten en veeg uw twijfels van de baan. Het is nu aan u om – zoals onze abonnees – een beroep te doen op onze gespecialiseerde raadgevers: surf snel naar www.test-aankoop-advies.be 12 In de keuken : meer hygiëne is meer veiligheid Vaatdoeken en sponzen Gebruik om besmetting te voorkomen een aparte spons of vaatdoek voor elke klus (vaat, schoonvegen van oppervlakken…) en vervang ze regelmatig. Vuilnisbak De vuilnisbak die in de keuken staat moet afgesloten zijn met een deksel om besmetting te vermijden. Wasbak Was uw handen met water en zeep voor u gaat koken en telkens er een risico is op besmetting. Als u met de hand afwast, laat de vaat dan aan de lucht drogen eerder dan een vuile handdoek te gebruiken. Vaatwasser Maak de filter regelmatig schoon. Verwijder etensresten zo veel mogelijk voor u de vaat in het toestel laadt. Werkvlakken en snijplanken Was ze af met heet water en een detergent na elk gebruik. Laat ze goed drogen. Vervang snijplanken met teveel groeven. Oven Maak de wanden van de oven en de magnetron schoon met heet water en detergent. Vragen over voedselveiligheid 13 Infecties en voedselvergiftigingen komen veelvuldig voor en in tegenstelling tot wat we vaak denken, ligt de oorsprong ervan vaak in ons eigen huis, meer bepaald in de keuken. Dampkap Maak ze regelmatig schoon en vervang tijdig de filter als u hem niet kunt wassen. Koelkast en diepvriezer Maak ze regelmatig schoon en controleer de temperatuur : – koelkast : de koudste zone (voor vlees, vis, enz.) moet tussen 0°C en 4°C liggen; andere voedingsmiddelen kunt u bewaren tussen 4°C en 7°C. – diepvriezer : niet hoger dan - 18°C. Ontdooi, regelmatig, zo nodig. Kookplaat Het volstaat niet om ze met een vaatdoek of spons en water schoon te maken : gebruik de gepaste producten. Kook of verwarm de eetwaren voldoende : de meeste bacteriën verdragen geen temperaturen boven 70 °C. Schoonmaakproducten Berg ze weg op een andere plek dan uw voedingswaren en zorg ervoor dat kinderen er niet bij kunnen. Volg de gebruiksaanwijzing op de letter. Op www.test-aankoop vindt u meer tips en raadgevingen. 14 Voeding bewaren : sleutelpunten Om na te gaan of uw restjes en voedingsmiddelen nog goed zijn, doet u waarschijnlijk een beroep op uw zintuigen : u ruikt, u kijkt, u proeft. Maar is dat wel voldoende ? Voor veel producten is dit inderdaad een goede manier om bederf op te sporen, maar niet bij allemaal. Er bestaan immers verschillende soorten bederf: fysisch bederf, chemisch bederf en microbieel bederf; voor meer details, zie p. 7 tot 10 Te gebruiken tot of houdbaar tot Op verpakkingen van voedingsmiddelen komt u twee soorten vermeldingen tegen die u vertellen hoe lang u een product zou kunnen consumeren. De “te gebruiken tot”-datum wordt vermeld voor erg bederfelijke (en voorverpakte) producten zoals vers gevogelte, vlees en daarvan afgeleide producten, bepaalde versneden bereidingen, bereide slaatjes, roomgebak enz. Die producten mogen na die datum niet meer verkocht of geconsumeerd worden. Kies dus in de winkel een verpakking met een datum die zo ver mogelijk verwijderd is. Minder bederfelijke producten zoals graanproducten, conserven, diepgevroren producten, thee, koffie, vruchtensappen met lange bewaring, gedroogde kruiden enz. krijgen een “ten minste houdbaar tot”-datum mee. Verbruik na de vermelde datum houdt in principe geen gevaar in voor de gezondheid, maar op het gebied van smaak, geur, textuur enz. worden geen waarborgen meer gegeven. Het is dan ook af te raden deze producten na die datum te verbruiken. Een goed restjesbeleid Er zijn een aantal vuistregels die u ter harte kunt nemen om uw restjes goed te bewaren en opnieuw te serveren. Vragen over voedselveiligheid 15 BEWAARTIJD EN BEWAARDUUR VAN PRODUCTEN Voedingswaren Bewaartemperatuur en zone in de koelkast Maximale bewaartijd Verse, niet-bereide groenten en fruit +4 tot +7°C/groentenlade 4 tot 5 dagen Gestoofde/gekookte groenten en fruit +4 tot +7°C/koude zone 2 tot 3 dagen +3 tot +4°C/koudste zone 2 tot 3 dagen +4 tot +7°C/koude zone 3 dagen Bereide slaatjes Geopende melk en zuivelproducten Eieren (1) +4 tot +7°C/koude zone 20 dagen rauwe vis, schelp- en schaaldieren 0 tot +2°C/koudste zone 1 tot 2 dagen Bereide vis +2 tot +3°C/koudste zone 1 tot 2 dagen Gehakt 0 tot +2°C/koudste zone hooguit 24 uur Rauw vlees +3 tot +4°C/koudste zone 3 dagen Bereid vlees +3 tot +4°C/koudste zone 1 tot 2 dagen Vleeswaren +3 tot +4°C/koudste zone 4 tot 5 dagen Bereide gerechten +3 tot +4°C/koudste zone 1 tot 2 dagen Huisbereide mayonaise +3 tot +4°C/koudste zone hooguit 24 uur Roomgebak en verse room +3 tot +4°C/koudste zone hooguit 24 uur (1) De eieren nooit wassen; de schaal wordt dan poreus en kan bacteriën doorlaten. • Laat restjes steeds zo snel mogelijk afkoelen en rangeer ze dan ook zo snel mogelijk in de koelkast of diepvriezer. Een bak met koud water waar u uw pan of kookpot in dompelt, kan de afkoeling helpen versnellen als de potten nog niet voldoende zijn afgekoeld tijdens de maaltijd. • Bewaar restjes nooit in de kookpot waarin u ze hebt bereid. Gebruik een propere lepel om ze in een schone bewaardoos te scheppen. Kies voor plastic in plaats van metaal of aluminiumfolie. De metaalmoleculen kunnen naar sommige levensmiddelen migreren. • Ontdooi restjes nooit op kamertemperatuur, maar gebruik de ontdooifunctie van uw magnetron of plaats de verpakking in de koelkast. Op die manier wordt de groei van bacteriën niet te sterk gestimuleerd. • Warm uw eten door en door op. • Warm uw restjes slechts één keer opnieuw op. Blijft er na het eten ervan toch nog iets over, dan moet dit de vuilnisbak in. 16 Additieven : giftig? Als u de etiketten bekijkt van de voedingsmiddelen die u regelmatig koopt, zal u vaststellen dat er maar weinig zijn waar geen additieven in terug te vinden zijn. Zijn al die additieven onschuldig of kunnen ze onze gezondheid schaden ? Het gebruik van additieven is aanvaardbaar in de mate dat ze beantwoorden aan een technologische noodzaak, dat ze nuttig zijn voor de consument en dat ze onschadelijk zijn. Toch worden heel wat additieven ge- bruikt om de povere kwaliteit van de producten te verbergen of het uitzicht ervan te verbeteren. Niet alle additieven zijn gevaarlijk of kunnen allergieën veroorzaken. Het tegendeel is waar : sommige zijn zelfs zeer nuttig omdat ze de ontwikkeling van ziekmakende bacteriën beletten. Het voornaamste probleem is de veelvuldige inname ervan. Met een enkel additief loopt u geen risico, maar sommige additieven zijn zo dominant aanwezig dat het niet denkbeeldig is dat de dagelijks aanvaardbare dosis van het additief overschreden wordt. Denk bv. aan de dosis zoetstoffen die u op een dag kan innemen als u light frisdranken combineert met aangezoete yoghurt, suikervrije snoepjes en dergelijke. Dit zijn de meest gebruikte additieven. E 120 Kleurstoffen E 202 Bewaarmiddelen E 220 tot E 228 Bewaarmiddelen Cochenillerood A Sorbinezuur en zouten Sulfieten Type : rode, synthetische kleurstof Type : synthetische bewaarmiddelen Type : synthetische bewaarmiddelen Gebruik : zeer courant in voeding met rode kleur Gebruik : veel gebruikt in vergiste dranken zoals wijn en cider, melkproducten zoals yoghurt, kaas, bakkerijproducten, enz. Gebruik : veel gebruikt in wijn, gedroogde vruchten, bewerkte aardappelen, schaaldieren, bereide vleeswaren, enz. Evaluatie : allergische reacties mogelijk bij gevoelige personen Evaluatie : allergische reacties mogelijk bij gevoelige personen Evaluatie : allergische reacties mogelijk bij gevoelige personen Vragen over voedselveiligheid 17 Wat betekent de E-code ? E 1.. kleurstoffen Om het vrij verkeer van voedingsmiddelen tussen landen van de Europese Unie te vergemakkelijken, heeft de Europese Unie een code van 3 tot 4 cijfers, voorafgegaan door de letter E (voor “Europa”) toegekend aan elk additief dat toegestaan is in alle lidstaten. Met die E-code kan men op de ingrediëntenlijst op een bondige manier en los van de taal de additieven vermelden zonder de vaak lange, precieze naam te gebruiken. De verplichting om additieven te vermelden geldt alleen voor verpakte voedingswaren, niet voor los verkochte. De voornaamste functie van een bewaarmiddel herkent men doorgaans aan het eerste cijfer. E 2.. bewaarmiddelen E 3.. antioxidanten E 4.. emulgeermiddelen stabilisatoren verdikkingsmiddelen geleermiddelen E 5.. antiklontermiddelen zuren, basen en zouten E 620 tot E 635 smaakversterkers E 901 tot E 904 dekmiddelen E 950 tot E 967 zoetstoffen E 951 Zoetstoffen E 407 Textuurmiddelen E 620 tot E 625 Smaakversterkers Aspartaam Carrageen Glutamaten Type : synthetische zoetstof Type : verdikkingsmiddel gewonnen uit zeealgen Type : synthetische smaakversterkers Gebruik : veel gebruikt in melkproducten, desserts, ijs, sauzen, enz. Gebruik : veel gebruikt in aperitieven, salades, soepen, sauzen, vleesbereidingen, bereide schotels, enz. Gebruik : veel gebruikt in light producten: yoghurt, limonades, suikervrij snoep. Evaluatie : verboden bij fenylketonurie Evaluatie : kan de opname van bepaalde mineralen verstoren Evaluatie : allergische reacties mogelijk bij gevoelige personen 18 Dagelijkse inname van sulfieten Sulfieten zijn toegestaan voor een grote groep voedingsproducten en de gebruikte hoeveelheden liggen vrij hoog. Op die manier kan een consument gemakkelijk de dagelijks toegestane hoeveelheid (0,7 mg/kg lichaamsgewicht) overschrijden . Hierbij het resultaat van een steekproef die in ons land werd uitgevoerd. Wie evalueert de veiligheid van additieven ? De toxicologische evaluatie van additieven wordt uitgevoerd door internationale organismen die de dossiers onderzoeken die door de fabrikanten worden ingediend. Ze bepalen de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) en ook de zuiverheidscriteria van de additieven. • Op wereldvlak berust die taak bij het gemengd comité van de FAO (Food and Agricultural Organization) en de WGO (Wereldgezondheidsorganisatie). • Op het vlak van de Europese Unie is het de EFSA (European Food Safety Authority) die de beschikbare toxicologische gegevens evalueert en zijn aanbevelingen overmaakt Categorie Aantal stalen Aanwezigheid van sulfiet Te veel sulfiet of illegaal sulfiet Niet conform etiket Rundergehakt niet bereid 41 7 7 zonder etiket Droge vruchten 17 16 0 4 Bewerkte aardappelen 7 4 0 0 Schaaldieren 28 7 5 1 aan de Europese Commissie, die de wettelijke documenten opstelt. Wat is de A.D.I. ? De aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) is de dosis per kilo lichaamsgewicht en per dag die een gezond individu heel zijn leven lang mag innemen zonder gevaar voor de gezondheid. Aan de hand van de ADI-waarde berekent men de maximaal toegestane dosis van een additief binnen elke voedselgroep, waarbij men rekening houdt met de voedingsgewoonten van de bevolking, zodat de maximale dosis niet overschreden kan worden binnen het kader van een evenwichtig en gevarieerd voedingspatroon. Dat betekent dat in een voedingsmiddel zoals brood, Vragen over voedselveiligheid 19 dat in grote hoeveelheden wordt gegeten een kleinere dosis van een bepaald additief wordt toegelaten in vergelijking met een minder courant voedingsmiddel dat minder vaak gegeten wordt. Kan men binnen een normaal eetpatroon de ADI overschrijden? Als men rekening houdt met de definitie van een ADI-waarde is het niet eenvoudig om een ADI te overschrijden binnen een normaal eetpatroon. En toch is het mogelijk. Nemen we als voorbeeld een studie uit ons magazine Test-Aankoop. In dat kader hebben wij de aanwezigheid van sulfieten (gebruikt als bewaarmiddel en als middel om ook de kleur te verbeteren) in verschillende voedingsgroepen onderzocht. Voor sulfieten ligt de ADI op 0,7 mg per kg lichaamsgewicht en per dag. Een persoon van 70 kg mag dus niet meer dan 49 mg sulfiet (0,7 mg x 70 kg) per dag innemen. Uit de studie van Test-Aankoop blijkt dat de consumptie van 50 g gedroogde vruchten (649 mg/kg gemiddeld), 100 g garnalen (24 mg/kg gemiddeld) en 2 glazen witte wijn (75 mg/l gemiddeld), overeenstemt met een gemiddelde opname van 54 mg sulfiet/dag. Een kind van 20 kg mag niet meer dan 14 mg sulfiet/dag innemen. Bovendien kunt u aflezen in de tabel op p. 18, dat overtredingen (verboden gebruik of overschrijding van de maximaal toegestane dosis) schering en inslag zijn. De stem van de consument wordt niet altijd gehoord bij het opstellen van de normen voor additievengebruik. 20 Verhoogde voorzichtigheid met kinderen Kinderen hebben een lager lichaamsgewicht dan volwassenen, maar kunnen in hun dagelijkse voeding geconfronteerd worden met evenveel additieven. Kijk maar eens op de verpakking van wat kinderen graag eten of drinken : snoepjes en andere versnaperingen, limonade, zuiveldesserten, gebak, bereide vleeswaren, kant-en-klare maaltijden … Stuk voor stuk producten die bijzonder rijk zijn aan additieven ! De wettelijke bepalingen voor het gebruik van additieven en de aanvaardbare dagelijke inname (ADI) zijn bepaald voor een volwassene met een normale lichaamsbouw en kunnen voor een kind excessief zijn. We willen niet alarmistisch klinken, maar kunnen ouders toch de raad geven om de eetgewoonten van hun kinderen in het oog te houden en hun gezonde en natuurlijke alternatieven aan te bieden zoals zuivere melk en vers fruit in plaats van bewerkte voedingsmiddelen (zuiveldesserten, light frisdranken…). Het is ook aanbevolen voorzichtig om te springen met voedingsmiddelen die verdachte of te mijden additieven bevatten, ondermeer bereide vleeswaren, snoepgoed, gebak en allerlei desserten. Vragen over voedselveiligheid 21 Voedselvergiftiging : hoe aanpakken ? Het eten of drinken van vaste of vloeibare voeding van slechte hygiënische of microbiologische kwaliteit kan verscheidene symptomen opwekken. De courantste zijn maag- en darmklachten (braken, diarree, buikkrampen, koorts), maar er zijn er ook andere. Er kunnen ook andere symptomen opduiken bij voedselvergiftiging, ondermeer zwakte, spierpijnen, een ontsteking van de slijmvliezen, vergelijkbaar met hooikoorts, huiduitslag, enz. Een voedselvergiftiging kan zich dus op veel verschillende manieren manifesteren en diverse gevolgen hebben. • De incubatietijd is zeer variabel : de symptomen kunnen opduiken in de uren die volgen op de inname van het besmette voedsel, maar het kan ook enkele dagen duren voor de gevolgen merkbaar zijn. Daarbij spelen verscheidene factoren een rol zoals de persoonlijke weerstand en de ingenomen hoeveelheid, enz. • De voedselveiligheid is een zeer belangrijk criterium in het kader van de talrijke voedingstests die uitgevoerd worden door de verbruikersunie Test-Aankoop. Wij voeren zodra nodig analyses uit op de hygiënische en bacteriologische kwaliteit van voedings- waren die de consumenten in de handel kunnen kopen. Meer details daarover vindt u op www.test-aankoop.be. Wanneer een dokter raadplegen ? • Bij een lichte intoxicatie, volstaat het meestal om zich voldoende te hydrateren en de voeding aan te passen. – Begin met kookwater van rijst, groentensoep, wortel- en aardappelpuree, rijpe bananen, enz. (frequent en met kleine hoeveelheden). – Schakel vervolgens, naarmate u zich beter gaat voelen, weer geleidelijk over op steviger voedsel (beschuiten, rauwe appel, gekookte ham, kippenwit…). – Consumeer voedingsmiddelen die een irritatie kunnen veroorzaken zoals vezels (rauwkost en volle graanproducten), zuivel, gefrituurde voedingsmiddelen, bereide vleeswaren en gebak pas na uw herstel. – Alcohol, coladranken, koffie, thee en kruiden stimuleren de darmwerking. 22 Wanneer een dokter raadplegen ? Geen orale rehydratie mogelijk (voortdurend braken) Orale rehydratie mogelijk (ondanks braken) Meer dan 3 dagen zonder verbetering of met alarmsymptomen Minder dan 2-3 dagen, verbetering of geen alarmsymptomen HERSTEL Minder dan 12 uur en geen alarmsymptomen Kinderen onder 2 jaar en bejaarden Meer dan 12 uur of alarmsymptomen Maag- en darmklachten als gevolg van een voedselvergiftiging, gaan gepaard met volgende alarmsymptomen : hoge koorts (meer dan 38 °C), slijm of bloed in de stoelgang, bloederig braaksel. Als u twijfelt over de aanpak, doe dan een beroep op uw arts en in ernstige gevallen op de hulpdiensten (100 in België of 112 in heel Europa). EEN DOKTER RAADPLEGEN Vragen over voedselveiligheid 23 Huisrecept voor een rehydratieoplossing • 1 liter water • 2 eetlepels suiker (of 2 tabletten zoetstof voor diabetici) • 1/2 koffielepel zout • 1/2 koffielepel natriumbicarbonaat • het sap van een halve citroen Men kan ze dus beter enkele dagen uit het eetpatroon schrappen. In het geval van zuigelingen, doet u er goed aan zo snel mogelijk een arts te raadplegen en zijn raadgevingen op de voet te volgen. • Bij een ernstigere voedselvergiftiging, is uitdroging het grootste risico, dit betekent een overdadig verlies van water en minerale zouten (ondermeer natrium en kalium). Rehydratie is dan ook een prioritaire aanpak. Een rehydratieoplossing kunt u bij de apotheker kopen. Ze bevat een mengsel van koolhydraten, kalium en natrium, dat moet aangelengd worden met een dosis water. U kunt ook een huisbereide oplossing maken volgens het recept dat u hoger aantreft of door een isotone drank te drinken, aangelengd met wat water. Begin met kleine hoeveelheden te drinken om het uur of om de twee uur en verhoog de hoeveelheid tot wat u kunt verdragen. Bij zeer ernstige uitdroging of als rehydratie met water niet lukt, kan een rehydratie met een inspuiting nodig blijken. Dat laatste kan gebeuren bij zuigelingen die veel sneller uitdrogen. Turista 30 tot 50 % van de toeristen die op reis zijn in ontwikkelingslanden, tropische landen of landen met een laag niveau van hygiëne krijgt te kampen met diarree die veroorzaakt wordt door het drinken van water of het eten van voedsel dat besmet is met bacteriën zoals Escherichia coli of dat parasieten herbergt zoals Giardia lamblia. Hoewel deze infecties over het algemeen ongevaarlijk zijn, maar daarom niet minder onaangenaam, kunnen ze vermeden worden als men nauwgezet de preventieve maatregelen en enkele onontbeerlijke voorzorgen neemt: – Drink enkel fleswater waarvan u zelf de dop opent of water dat gefilterd, gedesinfecteerd of gekookt werd. – Pel of schil fruit en groenten. – Vermijd rauwkost, niet-gepasteuriseerde melkproducten, zeevruchten en onvoldoende gekookte groenten. – Gebruik geen ijsblokjes en eet geen waterijsjes.