Oefenset 1 Krachten in evenwicht en beweging (HAVO) Tweede wet van Newton toepassen: 1) Een 750 kg zware auto trekt eenparig versneld op vanuit stilstand. Na 4,0 s heeft de auto 12 m afgelegd. De totale wrijvingskracht bedraagt 350 N. Bereken de grootte van de kracht die de motor heeft moeten leveren. Samenstellen van krachten: 2) Hieronder is een viertal krachten getekend, die aangrijpen in één punt. a. Bereken de grootte van de resultante van de getekende krachten. b. Bereken ook de richting van deze resultante. Tweede wet van Newton toepassen: 3) Gegeven is de onderstaande situatie: Bereken de snelheid van blok B na 4,5 s. Oefenset 2 Krachten in evenwicht en beweging (HAVO) Tweede wet van Newton toepassen: 1) Een kogeltje met een massa van 500 mg wordt door een kracht van 0,60 mN voortbewogen. Als gevolg hiervan legt dit kogeltje vanuit de rusttoestand in 10 s een weg van 40 m af. Bereken de grootte van de wrijvingskracht, die dit kogeltje ondervindt. Tweede wet van Newton toepassen: 2) Een luchtballon met een massa van 80 g stijgt steeds sneller op. Iedere 2,5 s neemt zijn snelheid met 3,5 m/s toe. Bereken de grootte van de opwaartse kracht, die de ballon ondervindt. Krachtenevenwicht met drie krachten: 3) Iemand kan een blok marmer met een constante snelheid over een horizontale vloer slepen, als hij met een kracht van 480 N aan een touw trekt, dat een hoek van 35° met het horizontale vlak maakt. Bereken de grootte van de wrijvingskracht. Krachtenevenwicht met drie krachten: 4) Een lamp van 7,5 kg hangt aan twee touwen, die ieder een hoek van 32° met het horizontale vlak maken. Bereken de spankracht in elk van deze beide touwen. Oefenset 3 Krachten in evenwicht en beweging (HAVO) Tweede wet van Newton toepassen: 1) Een racewagentje van 650 gram remt in 3,5 s af van 81 km/h tot 27 km/h. Bereken de remkracht, die hiervoor nodig was. Samenstellen van krachten: 2) Bereken de grootte van de hoek, die de resultante van de beide hieronder getekende krachten met de horizontale as maakt. Krachtenevenwicht met drie krachten: 3) Gegeven is de onderstaande situatie: Het 4,8 kg zware blok blijft ondanks de spankracht, die hierop werkt toch doodstil liggen. Bereken de grootte van de overige drie krachten, die op het blok werken.