Rapport Definities Transportcriminaliteit 1. Inleiding De projectgroep Monitoring onder het Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector heeft de opdracht definities op te stellen m.b.t. transportcriminaliteit. Alle convenantpartners hebben deelgenomen aan deze projectgroep. Dit rapport geeft antwoord op het eerste deel van actie 1 in het convenant: “Convenantpartijen stellen gezamenlijk eenduidige definities op van transportcriminaliteit”. Het tweede deel van actie 1 zegt: “alle betrokken partijen hanteren vervolgens deze definities”. Doel van het opstellen van definities is om te komen tot eenduidige vastlegging van gegevens, op basis waarvan analyses van criminaliteit kunnen worden gemaakt, trends kunnen worden weergegeven en preventie- en repressieplannen kunnen worden opgesteld. Het vaststellen van definities is daarmee geen eindpunt, maar is de opstap voor afspraken: over welke verschillende vormen van criminaliteit de monitoring moet plaatsvinden welke gegevens per incident nodig zijn welke partijen verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van gegevens, hoe en door wie ze worden vastgelegd, hoe e.e.a. wordt samengevoegd. welke analyses nodig zijn voor welk doel en met welke periodiciteit. wie welke gegevens ontvangt en welke condities er aan het gebruik daarvan zijn verbonden. Dit rapport geeft daarom een wat breder antwoord op de gestelde vraag. De opbouw is als volgt: hoofdstuk 2 geeft de definities van transportcriminaliteit hoofdstuk 3 geeft een opsomming van hetgeen gemonitord wordt hoofdstuk 4 beschrijft de verantwoordelijkheden van partijen De te verzamelen gegevens zijn opgesomd in een bijlage; deze behoeft nog nadere afstemming. De projectgroep brengt de ideaalsituatie in beeld voor wat betreft gegevens die het collectief nodig heeft, passend in het Convenant. Dit betekent dat een deel van de gewenste gegevens mogelijk niet op korte termijn beschikbaar zal zijn, voornamelijk omdat geautomatiseerde informatiesystemen zullen moeten worden aangepast of gebouwd. Zonodig zullen betrokken partijen plannen moeten opstellen hoe de gewenste eindsituatie binnen een aan te geven (streef- c.q. eind-)termijn bereikt kan worden. Dit rapport geeft weer welke gegevens het collectief nodig heeft om de aanpak van transportcriminaliteit te kunnen sturen; overige gegevens kunnen indien gewenst door partijen zelf worden verzameld en opgeslagen. Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector Projectgroep Monitoring, eindrapport november 2010 1 2. Definitie Het convenant bestrijkt de hele transportketen, waarbij nadruk ligt op het wegtransport (hst 2.2 Convenant). Een transport- of vervoerstraject kan als volgt worden weergegeven Overdracht goederen = start transport nacht/weekend op P-plaats overslag evt. via warehouse aflevering op bestemming productie fase , opslag voorraad Het ligt voor de hand dat van transportcriminaliteit sprake kan zijn vanaf het moment dat het transport aanvangt. Dat moment lijkt simpel te definiëren maar kan verschil van inzicht opleveren. Soms worden goederen de ene dag geladen, zodat de chauffeur de auto de volgende ochtend vroeg kan ophalen. Parkeren tijdens het transport en overslag horen logisch bij het transporttraject. Aan het eind van het transport, op de lijn aangegeven als “aflevering op bestemming”, kan sprake zijn van een tijdverschil tussen het bereiken van de eindbestemming en het uitladen van de goederen. Het lijkt logisch om aan te sluiten bij bestaande wetgeving en verdragen. In art. 8:1095 BW en art. 17 CMR Verdrag wordt de keten als volgt gedefinieerd: “het vervoer vangt aan zodra de goederen door de vervoerder in ontvangst zijn genomen en eindigt bij aflevering.” Deze definitie omvat zowel het vervoer over de weg als via andere vervoersmodaliteiten en combinaties daarvan. Het convenant is gericht op de transport- en logistieke sector. Het gaat hiermee over “beroepsmatig vervoer van goederen” en “eigen vervoer” zoals bedoeld in de Wet Wegvervoer Goederen1. In het kader van het Convenant is de definitie dan als volgt: Onder transportcriminaliteit wordt verstaan criminaliteit ten aanzien van het beroepsvervoer van goederen en het eigen vervoer, zoals bedoeld in de Wet Wegvervoer Goederen; het betreft de gehele vervoersketen, aanvangend zodra de goederen door de vervoerder in ontvangst zijn genomen en eindigend bij aflevering. 1 het betreft alle professionele vervoer van goederen van meer dan 500 kg. Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector Projectgroep Monitoring, eindrapport november 2010 2 3. Monitoring 3.1. Vormen van transportcriminaliteit Er zijn veel vormen van criminaliteit denkbaar die in de transportketen kunnen plaatsvinden. Het is van belang om af te spreken welke vormen van criminaliteit gemonitord moeten worden. De opsomming daarvan kan in de loop van de tijd veranderen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat het zicht op de trends over de jaren zo veel mogelijk in tact blijft. De te monitoren vormen van transportcriminaliteit zijn: a. Ladingdiefstal. Diefstal2 van goederen. b. Poging tot ladingdiefstal. Veel voorkomend is zeilsnijden, een methode om in het voertuig te kijken om te zien of er steelbare lading in aanwezig is. Ook braakschade aan het voertuig wordt als poging geregistreerd. c. Diefstal van vervoermiddelen3. Het gaat om vervoermiddelen voor beroepsgoederenvervoer en eigen vervoer, inclusief aanhangwagens, opleggers, afzetbakken, containers. d. Brandstofdiefstal. Het gaat om diefstal van brandstof uit de brandstoftank en het misbruiken van gestolen of gedupliceerde tankpassen in de transportsector. e. Diefstal van onderdelen van vervoermiddelen. Deze categorie omvat ook attributen die bij het vervoermiddel horen zoals routeplanners, boordgereedschappen e.d., doch niet de persoonlijke eigendommen van de chauffeur. f. Geweld en bedreiging. Betreft geweld tegen of bedreiging van de chauffeur, de bijrijder, c.q. passagier. g. Verdachte situaties. Betreft meldingen van situaties waarin het vermoeden bestaat dat een van de voornoemde criminaliteitsvormen dreigt of dreigde plaats te vinden. h. Overige vormen van transportcriminaliteit. Hiertoe behoren bij voorbeeld het lekken van informatie en afpersing, met het doel transportcriminaliteit te faciliteren of te kunnen plegen. 2 In het kader van monitoring van transportcriminaliteit wordt hieronder ook verduistering begrepen. Hiertoe wordt ook gerekend diefstal of verduistering van vervoermiddelen of onderdelen die op het moment van diefstal niet in de transportketen zitten. 3 Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector Projectgroep Monitoring, eindrapport november 2010 3 3.2. Binnenland / buitenland De definitie van transportcriminaliteit betreft de gehele vervoersketen, van de aanvang van het transport tot de aflevering. Dit kan een internationaal traject zijn. In de monitoring worden de volgende situaties onderscheiden: criminaliteit in Nederland tegen een Nederlandse transporteur criminaliteit in Nederland tegen een buitenlandse transporteur criminaliteit in het buitenland tegen een Nederlandse transporteur Op deze wijze levert de monitoring zowel een beeld op van transportcriminaliteit in Nederland (“veiligheid in Nederland, transportland”) als van transportcriminaliteit waarvan Nederlandse transporteurs slachtoffer zijn (“schade geleden door de Nederlandse transportsector”). 3.3. Omvang van de schade Een lastige vraag is steeds, wat geregistreerd moet worden m.b.t. de omvang van de gebeurtenis, uitgedrukt in geld. Bij een “simpele” diefstal van goederen is er sprake van verlies van de waarde van de goederen zelf, maar mogelijk ook van schade aan het voertuig, gevolgschade bij verschillende partijen, imagoschade, omzetverlies, etc. Een eenvoudig bruikbare definitie is nodig om gegevens over de geleden schade eenduidig vast te leggen. In het kader van het Convenant wordt de m.b.t. transportcriminaliteit te registreren en te monitoren schade beperkt tot de waarde van de gestolen goederen of transportmiddelen zelf. Voor de waarde van goederen kunnen verschillende bedragen worden gehanteerd, omdat de waarde voor de verlader een andere is dan de prijs die de detaillist ervoor gaat vragen. De monitoring is gericht op de waarde voor de verlader, omdat de waarde voor de detaillist verschillend kan zijn, maar ook omdat degene die aangifte doet niet op de hoogte kan zijn van de prijs waarvoor het goed straks in de winkel ligt. De verzekerde waarde is een grootheid die door andere factoren wordt bepaald, waarbij geen directe relatie hoeft te zijn met de feitelijke waarde van de goederen. Deze is niet bruikbaar voor het doel van het convenant. De volgende definitie wordt gehanteerd: De schade die geregistreerd wordt is de dagwaarde van de ontvreemde goederen op het moment van de aanvang van het transport4; wanneer er sprake is van diefstal van een transportmiddel wordt de dagwaarde van het object op het moment van diefstal geregistreerd. 3.4 Benodigde gegevens In de bijlage bij dit rapport is een overzicht van de voor de monitoring t.b.v. het collectief benodigde gegevens opgenomen. Het overzicht is mogelijk nog niet compleet en wordt verder afgestemd tussen de convenantpartners. Naast de voor collectieve monitoring benodigde gegevens zullen verschillende partijen gegevens specifiek voor interne bedrijfsvoering en/of gebruik registreren. Zo zullen politie en justitie gegevens over de aangever, het slachtoffer, een mogelijke verdachte, nummers van goederen en documenten e.d. nodig hebben; verzekeraars gegevens over de polis die van toepassing is en dergelijke. Deze gegevens spelen geen rol in de monitoring en worden daarom in de bijlage niet opgesomd. 4 In veel gevallen zal voor de waarde van de goederen de factuurwaarde kunnen worden genomen. Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector Projectgroep Monitoring, eindrapport november 2010 4 4. Verantwoordelijkheden Verschillende partijen verzamelen gegevens over transportcriminaliteit. Geen van hen heeft een compleet beeld omdat lang niet in alle gevallen aangifte wordt gedaan of melding wordt gemaakt van criminaliteit. Het is van belang dat transportbedrijven alle gevallen aangeven of melden, om een zodanige monitoring te realiseren dat op grond daarvan passend beleid kan worden gemaakt en de juiste plannen kunnen worden opgesteld. De verantwoordelijkheden om dit te bereiken zijn als volgt verdeeld: De transportkoepels zetten zich in om zo mogelijk alle gevallen van transportcriminaliteit te laten aangeven / melden. De transportkoepels verzamelen de meldingen van criminaliteit waarvan een Nederlands bedrijf in het buitenland slachtoffer is geworden en leggen deze vast. De politie registreert aangiften en meldingen van transportcriminaliteit in Nederland. Verzekeraars verzamelen alle relevante informatie over transportcriminaliteit waarmee zij in aanraking komen en leggen deze centraal vast. Andere convenantpartners die beschikken over informatie over transportcriminaliteit leggen deze vast ten behoeve van de monitoring. Partijen hanteren de definities zoals in deze notitie opgesteld en verzamelen relevante gegevens zoals aangegeven in de bijlage bij deze notitie. Transportkoepels, verzekeraars en waar van toepassing ook andere convenantpartners sturen de verzamelde gegevens volgens een af te spreken standaard periodiek naar KLPD, waar deze worden samengevoegd met de door de politie verzamelde informatie tot een totaaloverzicht. Het vastleggen van gegevens gebeurt dus aan de hand van de aangiften / meldingen. Voor het vastleggen van betrokkenheid van eigen personeel (interne criminaliteit) is echter een andere aanpak nodig. Soms zal bij de aangifte of melding van criminaliteit een vermoeden zijn van mogelijke interne betrokkenheid. Dat vermoeden kan belangrijke informatie zijn voor onderzoek en moet daarom worden vastgelegd (zoals aangegeven in de bijlage). Interne betrokkenheid zal vaker pas tijdens het onderzoek worden ontdekt en/of vastgesteld. Voor het vaststellen van aard en omvang van transportcriminaliteit moeten vermoedens van interne criminaliteit worden onderscheiden van vastgestelde feiten. Om een goed beeld van feiten over interne criminaliteit te krijgen zal informatie op een later moment moeten worden verzameld, namelijk wanneer de interne betrokkenheid is vastgesteld. Hiervoor zijn twee bronnen: de politie en het transportbedrijf. De werkwijze is als volgt: bij de aangifte of melding van transportcriminaliteit wordt indien van toepassing een vermoeden van interne betrokkenheid vastgelegd politie en transportkoepels verzamelen informatie over aangetoonde betrokkenheid en leveren die onder verwijzing naar de aangifte/melding aan het KLPD KLPD rapporteert zowel over vermoedens als over feiten Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector Projectgroep Monitoring, eindrapport november 2010 5 BIJLAGE: Voorlopige lijst te verzamelen gegevens is nog verder in ontwikkeling transportcriminaliteit grijze velden alle invullen overige velden aanvinken indien van toepassing pleegdatum en -tijd vanaf pleegdatum en -tijd tot voltooid diefstal van goederen/lading uit vervoermiddel uit loods van terrein vervoermiddel vervoermiddel met lading brandstof onderdelen van vervoermiddel MO zeilsnijden inbraak auto inbraak loods telediefstal/cybercrime valse documenten anders is er vermoeden van interne betrokkenheid Geluid- en beeldapparatuur/drager Computer apparatuur Voeding-/genotmiddelen (Edele) metalen Overige machines Kleding/Textiel/Schoeisel Onderdelen voertuigen Gereedschap Overige Onbekend soort goederen gestolen waarde gestolen goederen op het moment van het transport geweld of bedreiging locatie wegnummer postcode plaats/gemeente land soort locatie Beveiligde P Overige P autosnelweg Overige P buiten snelweg Afgesloten bedrijfsterrein Overige kenteken/reg nr betrokken vervoermiddel gestolen beveiligingskl vrachtauto bestelauto aanh / opl container afzetbak dagwaarde vervoermiddel Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector Projectgroep Monitoring, eindrapport november 2010 6 BIJLAGE: Voorlopige lijst te verzamelen gegevens is nog verder in ontwikkeling beschrijving / bijzonderheden Convenant Aanpak Criminaliteit in de Transportsector Projectgroep Monitoring, eindrapport november 2010 7