Maar weinig kiezers zweven écht; velen hebben een voorkeur Zwevende kiezers, op dit punt in de campagne is er al veel over gemeten, gesproken en geschreven. Sommigen spreken over een record aantal zwevers: nog nooit werd er zoveel gezweefd als nu. Interessant, maar hoe omvangrijk het aantal zwevers is, hangt sterk af van de definitie die je hanteert. Nederlandse kiezers zijn sinds de ontzuiling volatieler geworden, iets wat elke kiezersonderzoeker zal onderschrijven. Samen met een scala aan partijen waar men in Nederland uit kan kiezen, is het aannemelijk dat veel Nederlandse kiezers meerdere partijen overwegen. Wanneer je ervan uitgaat dat dit zwevende kiezers zijn, is die groep al snel heel groot. Problematisch is echter dat deze groep onmogelijk uitsluitend kan bestaan uit kiezers die het echt (nog) niet weten. Waarschijnlijker is dat veel kiezers binnen de set aan overwogen partijen wel een voorkeur hebben, ook al is deze licht. Kan je dan nog wel spreken van zwevende kiezers? Om deze reden onderzochten wij niet alleen hoeveel kiezers meerdere partijen overwegen, maar ook of deze groep ondanks hun twijfels toch een (lichte) voorkeur hebben voor een partij. Wij legden het de kiezer zelf voor: in hoeverre twijfelt u nou echt? Om dit in context te plaatsen, vergelijken we de resultaten met data die vier weken voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 zijn verzameld. Kiezers zekerder dan zelfde periode in 2012 Met één blik op onderstaande grafiek wordt vrij snel duidelijk dat Nederlandse kiezers op dit moment van de campagne helemaal niet zo besluiteloos zijn als soms wordt beweerd. Allereerst zegt bijna de helft van de Nederlandse kiezers die verwachten te gaan stemmen er al uit te zijn: zij heeft een sterke voorkeur voor één partij en andere partijen maken nauwelijks kans. Daarnaast zien we dat bij een groot deel van de kiezers andere partijen ook nog een kans maken (43%), maar binnen die groep blijkt wel degelijk dat één partij een voorsprong heeft. Voor het grootste deel van deze groep kiezers is die voorkeur vrij duidelijk (32%) en voor het overige deel slechts licht (11%). Slechts één op de tien van de waarschijnlijke stemmers is wel van plan te gaan stemmen, maar zegt nog echt geen idee te hebben wat. Deze kiezers tasten feitelijk nog echt in het duister. Wanneer we deze verhoudingen vergelijken met hetzelfde moment voor de verkiezingen van 2012 zien we dat de stemzekerheid nu groter (zo niet, veel groter) is dan toen. Vier weken voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 waren slechts 2 op de 10 Nederlanders zeker van hun partijkeuze. Ook was het aandeel kiezers dat in 2012 nog volledig in het duister tastte tweemaal zo groot als nu. PVV’ers meest overtuigd Huidige kiezers met een voorkeur voor de PVV zijn het meest zeker van hun stem op die partij. Twee op de drie huidige PVV’ers hebben een unieke voorkeur voor deze partij en achten andere partijen kansloos. Het overige deel heeft een duidelijke of lichte voorkeur voor de PVV. Het minst overtuigd van hun keuze zijn huidige GroenLinks-kiezers: de helft van deze groep heeft een duidelijke voorkeur voor GroenLinks, maar geeft aan dat meer partijen kans maken. Samen met de 35% van de GroenLinksachterban die wel zeker zijn, is ook in deze kiezersgroep niet bepaald sprake van uitgesproken zweefgedrag. Waar zijn de zwevers te vinden? Dé uitdaging voor partijen is de zwevende kiezer de komende week nog in hun kamp zien te krijgen. Daarom is het van belang te weten waar de zwevende kiezer de komende weken naar ‘kijkt’ of wat ze lezen of luisteren. Uit onze resultaten blijkt dat Nederlanders gemiddeld genomen politiek nieuws veelal ontvangen via nieuws en actualiteitenprogramma’s op tv. Opvallend is dat kiezers met een voorkeur voor een partij, van een lichte tot een unieke voorkeur, via dezelfde kanalen politieke gebeurtenissen volgen. Kiezers die (nog) geen voorkeur zeggen te hebben, informeren zich in mindere mate via nieuws en actualiteitenprogramma’s. Zij volgen politieke ontwikkelingen vaker via internet. Verantwoording In week 7 van 2017 zijn ruim 1.110 Nederlandse kiesgerechtigden in het kader van de Politieke Barometer gevraagd naar de zekerheid van hun politieke voorkeur, mits zij die hebben. In week 32 van 2012, eveneens vier weken voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2012, is dezelfde vraag voorgelegd aan stemgerechtigde Nederlanders. Mensen die aangaven waarschijnlijk niet of zeker niet te gaan stemmen bij de komende Tweede Kamerverkiezingen zijn buiten beschouwing gelaten. Hoe nauwkeurig zijn de cijfers? Omdat de percentages die we publiceren zijn gebaseerd op steekproefonderzoek moet rekening worden gehouden met de statistische marges die daarbij horen. Bij de steekproeven die voor de Politieke Barometer worden gebruikt, zijn die marges gemiddeld +/- 1% tot maximaal +/- 2.5%. De Ipsos Politieke Barometer is gebaseerd op online onderzoek onder een representatieve steekproef van ruim 1.100 Nederlandse stemgerechtigden. De steekproef is samengesteld op basis van geslacht, leeftijd en opleiding. De data na de respons zijn vervolgens gewogen op de belangrijkste socio-demografische gegevens (geslacht, leeftijd, opleiding, regio, werkzaamheid) en stemvoorkeur bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Het veldwerk vond plaats van dinsdagmiddag 14 tot en met 16 februari 2017. De steekproef is samengesteld uit het ISO-gecertificeerde Ipsos Isay Panel.