Chemie globaal Glucose

advertisement
Werkcollege
Geboren worden
20-04-2012
Glucosehomeostase
Voor de neonaat vindt de volgende verandering plaats:
Intra- uterien is de glucosehuishouding constant, wanneer het kind geboren is verandert de
beschikbaarheid van glucose.
De hoeveelheid glucose in het bloed is afhankelijk van:
 De opname uit voeding
 Glycogeenvoorraad in de lever (dit is te zien op de echo)
 Gluconeogenese uit alanine, lactaat en glycerol, pyruvaat.
At risk zijn te vroeg en te klein geboren kinderen.
Sga: small for gestational age
Lga: large for gestational age
Aga: apropriate for gestational age
* wanneer er niet genoeg of geen glucose aanwezig is, gaat het kind alternatieve brandstoffen
gebruiken!
Het glucoseverbruik is afhankelijk van:
 De hoeveelheid insuline
 De aerobe of anaerobe verbranding
 De snelheid van de
stofwisseling
Welke processen spelen een rol bij
de glucosestofwisseling?
• Glycolyse (= afbraak van
glucose)
• Gluconeogenese (=uit
amniozuren en vet glucose
maken)
• Glycogenolyse (=afbraak
van glycogeen tot glucose)
• Glycogeen synthese
(=opslag van glucose in de
vorm van glycogeen)
De hormonen die hierop van
invloed zijn, zijn:
insuline, verlaagt het
glucosegehalte (nodig voor
glucose opname in de cel).
cortisol, dit verhoogt het
glucosegehalte (komt voor bij
stress).
Glucagon, verhoogte glucosegehalte, en bevordert omzet glycogeen -> glucose.
Cathecholaminen, verhoog het glucosegehalte, verhoogt de glucagonsecretie en onderdrukt insuline.
De bloedglucosespiegel van de neonaat:
De normaalwaarde aan glucose bij de moeder is ca.3.5 tot 6.0 mmol/L bloed.
Voor de baby is dit circa 2.8 tot 3.6 mmol per liter bloed.
De ondergrens voor glucose, waarbij er schade optreedt aan het weefsel is 2.2 mmol/L.
Direct na de geboorte heeft de neonaat een grote glycogeenvoorraad (met name in de lever). Deze
hoeveelheid daalt echter snel in de eerste 24 uur. Er is een daling van 90% van de voorraad in de
lever, en 50-80% van de voorraad glycogeen in spieren. Het kind gaat daarom ook vrije vetzuren
verbranden om glucosevoorraad op peil te houden (deze vrije vetzuren zijn tevens een alternatieve
brandstof in tijden van schaarste). O.i.v. alanine vindt glucoseproductie uit aminozuren plaats.
Waarom loopt deze curve zo?
1. Kind maakt geen gebruik
meer van glucose van de
moeder (relatief hoge
volwassen waarden)
2. Insulinespiegel daalt pas na
enige tijd
3. Glucagonspiegel stijgt
4. Catecholaminenspiegels
(adrenaline noradrenaline
stijgen)
Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes komt op en
verdwijnt weer na de zwangerschap. Deze vorm
van diabetes wordt meestal ontdekt in de
zwangerschap, maar soms zijn er al preexistente factoren aanwezig.
Een te lage glucosespiegel (hypoglykemie) kan schade aan de hersenen veroorzaken. Hoe herken je
een te lage glucosespiegel?
Symptomen: A-specifiek / A-symptomatisch
- bleek
CEREBRALE verschijnselen
- tremoren (fladderen)
- convulsies (Schokken door...prikkel, soort van epilepsie)
- zeer geprikkeld
- zwak of hoog huilen
- apneu
N.B.: de bloedstroom naar de placenta toe kan gemeten worden in de zwangerschap.
Bilirubine stofwisseling
•
66% van neonaten ziet icterisch op dag3-4
•
1-2% ontwikkelt een hyperbilirubinemie die behandeling behoeft
•
Neonaat ip niet icterisch geboren:
– moeder scheidt immers bilirubine uit
Bij de bilirubinesynthese wordt:
• Wordt vetoplosbaar bilirubine (ongeconjugeerd bilirubine) omgezet tot wateroplosbaar
(geconjugeerd bilirubine) en kan het uitgescheiden worden.
Bij onderzoek naar Icterus bij de neonaat in het kraambed let je op het gedrag van het kind (drinken,
huilen, reactie op prikkels). Bij het klinisch redeneren van icterus kijk je zeker ook naar factoren uit de
volgende waslijst:
 Spugen
 Slijmvliezen ogen
 Voeding neonaat
 Ras
1
 Temperatuur
 Mictie
3
 Faeces
 Termijn (hoelang duurt het al)
 Alertheid
2
 Hematoom
 Rhesusfactor
 Bloedgroep
 Waar op het lijf is baby geel?
3
 Gewicht
 Familiaire aanleg
 Leeftijd in uren
At risk zijn kinderen met een cevaal hematoom.
1 
2
 3
Relatief onschuldig  gevaarlijk
Het transport van bilirubine:
• 1
binding aan albumine
• 2
opname in de levercel
• 3
conjugatie van bilirubine
• 4
uitscheiding darmen
– ENTEROHEPATISCHE KRINGLOOP
•
Het bilirubine dat niet aan albumine is gebonden is schadelijk
Bilirubine kan dan toxische schade aan hersenen geven
KERNICTERUS
Albumine bindt twee(!) moleculen bilirubine, de binding met het eerste molecuul is het sterkst,
de binding aan de tweede is meer reversibel. Ook medicijnen moet aan albumine worden
gebonden, dus soms is er competitie. Het albuminecomplex gaat naar de levercel, waar het
complex weer gesplitst wordt in ongeconjugeerd bilirubine en albumine.
Het ongeconjugeerde bilirubine wordt m.b.v. ligandine (het transporteiwit) naar het ER van de
levercel gebracht. In het ER vindt conjugatie plaats, (bilirubine bindt aan glucuronzuur) en er is
bilirubine diglucuronide. Vervolgens wordt dit gemengd met gal, en komt het zo in de darmen
terecht.
Meconium zit erg vol geconjugeerd bilirubine, zorgen voor een goede darmfunctie is
belangrijk...en het kind moet snel aan de borst (dit werkt laxerend voor de baby).
Icterus ontstaat omdat ongeconjugeerd bili lipofiel is en dus in onderhuids vet oplosbaar is.
Bij waarden boven 80 μmol/l zichtbaar.
Het bilirubine kun je op twee manieren meten: door te prikken of transcutaan (apparaatje op
hoofd of borstbeen kind). Bij de laatste meting moet er wel 50 bij opgeteld worden. Het is een
handige eerste meting: bij twijfel moet er wel geprikt worden.
Wat is fysiologisch?
Vrijwel alle pasgeborenen kortdurend geel
Vanaf 2e -4e dag tot einde eerste week
Maximum op 3-4e dag: 80-100 umol/l
Duur meestal 8 tot maximaal 14 dagen
Door onrijpheid transporteiwitten/enzymen in lever
Wanneer wordt icterus pathologisch?
 Als icterus binnen 24 uur aanwezig is
 Als de stijging meer dan 50 micromol/L in zes uur is. Dus altijd 2x prikken.
 Als het langer dan een week aanhoudt.
 Als na de eerste week icterus optreedt.
Pathologische Hyperbilirubinemie
Te snel (<24hr), te hoog TSB, te lang hoog
TSB
Oorzaken
- te veel aanbod ongeconjugeerd bilirubine
- te trage omzetting van bilirubine of een
conjugatiestoornis
- te trage uitscheiding van bilirubine
Nog even de grenswaarden voor laag risico kinderen:
Leeftijd uren
Fototherapie
Wisseltransfusie
< 24
Altijd opname kliniek
24 -48
> 200 μmol/l
> 320 μmol/l
49 -72
> 260 μmol/l
> 370 μmol/l
>72
> 300 μmol/l
>410 μmol/l
Icterus ontstaan door weinig intake borstvoeding:
• Ook wel ten onrechte vroege borstvoedingsicterus genoemd
• Oorzaken o.a.:
– Slecht aanliggen
– Te vroeg van de borst halen
– Trage toeschietreflex
– Bijvoeden met water
Late icterus door borstvoeding:
• Oorzaak onbekend
• Door samenstelling of “iets“ in de BV
– Ongeconjugeerd hyperbilirubinaemie
• Begint tweede week
N.B.Kijk voor meer info op www.babyzietgeel.nl - richtlijn hyperbilirubinemie
Door: Annemaartje van Strien
31-05-2012
Download