Samenvatting Nederland loopt voorop in het toepassen van het European e-Competence Wordt het e-CF de standaard? Verleden, heden en toekomst van het e-CF bevordert en verspreidt een gemeenschappelijke ICT-taal. Het moet dé Europese norm worden voor het definiëren van ICT-competenties. Anita Bosman en Arjan van Dijk informatie / april 2014 aan te trekken en voor werknemers en zzp’ers om zich in de markt te zetten. Toch ontbreekt bij Nederlandse CIO’s urgentiebesef. Als Europa niet meegaat en Nederlandse organisaties niet het belang inzien, verliest het e-CF zijn bestaansrecht. Het European e-Competence Framework (e-CF) ontwikkelt, Wat is het, wat heb je eraan en voor wie is het nuttig? 26 Framework. Dit e-CF maakt het voor werkgevers makkelijker het juiste personeel Wat is het nut van een framework voor ICT-professionals? Stel, een grote ICT-dienstverlener zoekt jonge professionals van een hbo-bedrijfskundig informaticaopleiding. De recruiter van deze organisatie geeft aan dat ze door de bomen het bos niet meer ziet. Curricula van hetzelfde type opleidingen kunnen zo verschillen dat de recruiter met iedere persoon, individueel het gesprek moet aangaan over de vraag wat hij of zij precies heeft gestudeerd. Dit is een praktijkvoorbeeld van een organisatie die het lastig vindt om afgestudeerde ICT-professionals met de juiste competenties te vinden. Uit recent kwalitatief onderzoek van de Universiteit Twente onder managers uit zes topsectoren blijkt dat ruim de helft van hen het moeilijk vindt om ICT-professionals met de juiste competenties en kwaliteit te werven (Deursen e.a. 2013). De functie van businessanalist bij het ene bedrijf kan iets totaal anders inhouden dan die van businessanalist bij het andere bedrijf. Slechts een derde van de starters vindt zijn vooropleiding aansluiten bij zijn huidige functie. 33 Procent van de managers geeft aan dat het moeilijk is mensen met de juiste ICT-competenties te vinden. Ruim een derde van de managers weet niet welke ICTcompetenties nodig zijn in bepaalde functies. De managers nemen onterecht aan dat werknemers over deze vaardigheden beschikken. Verder blijkt uit het onderzoek van Deursen dat er op het gebied van digitale vaardigheden de nodige problemen zijn. Een groot deel van de Nederlandse werknemers heeft problemen op het werk door gebrekkige digitale vaardigheden. Leidinggevenden zijn zich hiervan onvoldoende bewust, met productiviteitsverlies tot gevolg. Ook zijn ICT’ers niet altijd breed genoeg onderlegd. De markt heeft dan ook behoefte aan een gemeenschappelijk framework dat het voor ICT-professionals mogelijk maakt hun capaciteiten te beschrijven en verder te ontwikkelen. Het framework moet het voor bedrijven en werkgevers mogelijk maken om vast te stellen welke personen de capaciteiten bezitten waaraan zij behoefte hebben. Volgens het onderzoeksrapport ‘e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie’ van de Europese Commissie (2013) kunnen organisaties die innovatief en concurrerend willen zijn binnen de huidige mondiale digitale economie niet anders dan investeren in informatie- en communicatietechnologie (ICT). Als de ‘skills’ ontbreken die nodig zijn om deze technologieën effectief te gebruiken, lopen bedrijven een groot risico dat ze hun investeringen verspillen en belangrijke kansen verspelen om te groeien en te concurreren. De Europese Commissie heeft daarom ingezet op het Europese e-Competence Framework (e-CF). Naast transparantie op de arbeidsmarkt kan het e-CF bijdragen aan meer mobiliteit van ICT'ers. Dit is nodig om de toekomstig verwachte tekorten aan ICT'ers op te vangen. Volgens het onderzoeksrapport Empirica, IDC en INSEAD in opdracht van de Europese Commissie (2013), is de prognose gedaan dat bij een voorzichtig aantrekkende economie in 2015 het theoretische aantal ICT-vacatures 864.000 bedraagt. die voldoen aan behoeften van organisaties, die flexibiliteit bieden en die maatwerk bevorderen. Ditzelfde geldt voor curricula voor opleidingen, assessments of certificatietrajecten. De eerste versie van het e-CF kwam uit in 2005. Het e-CF is een referentiemodel en nog geen standaard, maar het heeft wel de potentie dat te worden. Vaardigheden beschrijven Structuur van e-CF Het e-CF is een methode om professionele ICT-vaardigheden te beschrijven, gebruikmakend van een gemeenschappelijk framework van competenties1 en competentieniveaus, dat begrepen kan worden in Europa en daarbuiten. Het e-CF legt de grondslag voor een gemeenschappelijke Europese taal voor ICT-competenties. Het framework ondersteunt de definitie van functies, trainingscursussen, kwalificaties, loopbanen, formele en niet-formele leertrajecten en certificaties in de ICT-sector. Het gebruik van e-CF vergemakkelijkt de werving en selectie van nieuwe medewerkers, assessments of inhuur van ICT-professionals en helpt bij het opleiden van eigen medewerkers. Daarnaast kunnen opleidingsinstituten dankzij e-CF hun onderwijs beter afstemmen op behoeften van de markt en kunnen werknemers makkelijker hun kennis en kunde ‘verkopen’. Daardoor hebben lokaal, nationaal, Europees en mondiaal opererende bedrijven die ICT verkopen en gebruiken, evenals leveranciers van kwalificering en certificering, toegang tot een gedeeld referentiekader. Het Europese e-CF is niet gebaseerd op functieprofielen, maar op competenties – omdat deze benadering flexibeler is. Competenties zijn weliswaar algemeen, maar allesomvattend genoeg om complexiteit te kunnen weergeven en om te passen op verschillende organisatiestructuren. Uit combinaties van verschillende competenties kunnen verschillende functieprofielen ontstaan e-CF is een competentieframework waarin vier dimensies de structuur bepalen (figuur 1). Deze dimensies zijn een afspiegeling van de verschillende niveaus van vereisten voor bedrijfs- en HR-capaciteitsplanning, als aanvulling op richtlijnen voor vaardigheden in functies en taken, en zijn in het rapport van het NEN als volgt omschreven: • Dimensie 1: vijf e-competentiegebieden (e-Competence Areas), afgeleid van de ICT-bedrijfsprocessen. Deze e-competentiegebieden zijn een afspiegeling van het ICT-bedrijfsproces en de vijf subprocessen daarvan, vanuit een heel algemeen perspectief: 1 ‘Plannen’ (Plan) betreft het beleidsmatig voorbereiden, plannen en coördineren van de ontwikkeling en het beheer van de informatievoorziening/ICT. 2 ‘Bouwen’ (Build) betreft de processen waarmee producten, services en ICT-oplossingen worden ontwikkeld en geïmplementeerd. 3 ‘Uitvoeren’ (Run) betreft het ter beschikking stellen, ondersteunen en beheren van uitgerolde producten, services en ICT-oplossingen. 4 ‘Mogelijk maken’ (Enable) betreft het beleidsmatig voorbereiden, plannen en coördineren van de ontwikkeling en het beheer van de informatievoorziening/ICT. 5 ‘Sturen’ (Manage) betreft het dagelijkse management van de activiteiten en de verbetering daarvan. [1] Competentie is een aangetoond vermogen om kennis, vaardigheden en attitudes toe te passen om waarneembare resultaten te behalen. informatie / april 2014 e-CF i 27 Dimensie 3 e-Competence-bekwaamheidsniveaus e-1 tot en met e-5, gerelateerd aan EQF-niveaus 3-8 e-1 e-2 e-3 e-4 e-5 A. PLAN A.1. IS and Business Strategy Alignment A.2. Service Level Management A.3. Business Plan Development A.4. Product or Project Planning A.5. Architecture Design A.6. Application Design A.7. Technology Watching A.8. Sustainable Development B. BUILD B.1. Design and Development B.2. Systems Integration B.3. Testing B.4. Solution Deployment B.5. Documentation Production C. RUN D.1. Information Security Strategy Development D.2. ICT Quality Strategy Development D.3. Education and Training Provision D.4. Purchasing D.5. Sales Proposal Development D.6. Channel Management D.7. Sales Management D.8. Contract Management D.9 Personnel Development D.10 Information and Knowledge Management Test Specialist Technical Specialist Developer ICT Trainer Digital Media Specialist Network Specialist Database Administrator Systems Administrator Service Desk Agent Dimensie 2 36 e-competentiereferenties (e-Competences) A.1. IS and Business Strategy Alignment A.3. Business Plan Development E.2. Project and Portfolio Management E.7. Business Change Management D.10 Information and Knowledge Management Dimensie 3 bekwaamheidsniveaus niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 4 niveau 5 Figuur 3. Het functieprofiel Business Information Manager uitgewerkt Functieprofielen op basis van e-CF E. MANAGE E.1. Forecast Development E.2. Project and Portfolio Management E.3. Risk Management E.4. Relationship Management E.5. Process Improvement E.6. ICT Quality Management E.7. Business Change Management E.8. Information Security Management E.9. IT Governance Figuur 1. Europees e-Competence Framework 2.0: overzicht informatie / april 2014 Chief Information Officer Enterprise Architect Systems Architect Business Inform. Manager ICT Security Manager Business Analyst ICT Consultant Account Manager Quality Assurance Manager Service Manager ICT Operations Project Manager Manager Systems Analyst ICT Security Specialist Dimensie 1 5 competentiegebieden PLAN PLAN MANAGE MANAGE ENABLE D. ENABLE 28 business Figuur 2. European ICT Professional Profiles CWA 16458 C.1. User Support C.2. Change Support C.3. Service Delivery C.4. Problem Management • Dimensie 2: 36 e-competentiereferenties (e-Competences), met een algemene beschrijving van elke competentie. Deze 36 geïdentificeerde competenties vormen samen het geheel van de Europese generieke referentiedefinities van het e-CF 2.0. In versie 3.0 zijn dit 40 geïdentificeerde competenties. • Dimensie 3: Bekwaamheidsniveaus (e-Competence Levels) bij elke e-competentie leveren de Europese referentieniveaus voor de specificaties van de e-Competence-niveaus e-1 tot en met e-5, die gerelateerd zijn aan de EQF-niveaus 3 technology tot en met 8. De vergelijking gaat niet geheel op, maar over het algemeen geldt dat EQL-niveau 3 gelijk is aan MBO 3-niveau is en niveau 8 aan doctoraatniveau (PhD). • Dimensie 4: De kennis en vaardigheden (Knowledge and Skills) die behoren bij de e-competenties in dimensie 2. Inmiddels is versie 3.0 in ontwikkeling bij de ‘Workshop on ICT Skills’. De belangrijkste wijzigingen zijn: vier nieuwe competenties, verbeterde structuur, aansluiting op recente trends in IT en business, meer aandacht voor het mkb. Op basis van het e-CF heeft de CEN (European Committee for Standardization) 23 ICT-profielen gedefinieerd (figuur 2). Zo kunnen organisaties een functieprofiel samenstellen en kunnen personen een persoonlijk competentieprofiel vaststellen. Dit profiel kan dan worden vergeleken met een Europese functietaak gedefinieerd in e-CF-competentieterminologie. Als voorbeeld werken we één profiel (de Business Information Manager) uit om een beeld te geven van hoe het e-CF is opgebouwd. Figuur 3 geeft aan dat het functieprofiel Business Information Manager bestaat uit vijf e-competenties. De competenties bevinden zich voornamelijk op het bekwaamheidsniveau 4. In figuur 4 wordt één competentie van dimensie 2 (zie accentuering in figuur 3) nader uitgewerkt. Hierbij gaat het om de kennis en de vaardigheden voor de businessinformatiemanager voor de e-competentie ‘IS and business strategy alignment’. Raamwerken naast e-CF Zowel in Nederland als op Europees niveau bestaan er al allerlei raamwerken. Voorbeel- den hiervan zijn SFIA2, CIGREF3, AITTS4 en EUCIP5 en het EFI6 op nationaal niveau. In het CWA 16234-2:2010 zijn de Europese raamwerken vergeleken met het e-CF en wordt aangegeven welke toegevoegde waarde het e-CF biedt en hoe koppelingen met deze raamwerken kunnen worden gemaakt. De Europese dimensie maakt transparantie, vergelijkbaarheid en het creëren van Europese kennisgebieden mogelijk. Deze dimensie ‘faciliteert transnationale mobiliteit voor werknemers en studenten en levert een bijdrage aan het voldoen aan de eisen van vraag en aanbod op de Europese arbeidsmarkt’ [uit het EQF-document, 23 april 2008]. Het Nederlandse framework EFI, ontstaan vanuit de beroepsvereniging NGI, heeft besloten zich ook aan e-CF te conformeren. Dit zonder haar eigen competentieframework, het Employability Framework EFI, los te laten. Als er al zo veel raamwerken op Europees en Nationaal niveau bestaan, waarom dan een e-CF raamwerk? Het e-CF vormt een praktisch overzicht van de Europese ICT-arbeidsmarkt vanuit het perspectief van de industrie en publieke sector en de competentie-eisen. Om de mobiliteit tussen Europese landen te vergroten en oplei- [2] SFIA is het raamwerk van vaardigheden die nodig zijn voor het ontwikkelen van doeltreffende informatiesystemen (IS) die gebruikmaken van IT. [3] Het Franse CIGREF is een raamwerk voor functieprofielen. [4] Het Duitse AITTS biedt een raamwerk van competenties en kwalificaties. [5] EUCIP is een Europees certificatiemodel voor ICTprofessionals. Met het huidige EUCIP-model kan definitie en meting van ICT-vaardigheden plaatsvinden en het model wordt gebruikt als basis voor het verzorgen van certificatie en dienstverlening in zeven Europese landen. [6] EFI (Employability Framework Informatica) is het nieuwe functierapport van het Ngi en een verdere ontwikkeling van het rapport ‘Taken, Functies, Rollen en Competenties in de Informatica’ uit 2001. informatie / april 2014 Dimensie 2 36 geïdentificeerde e-competenties increasing complexity and autonomy (eCF Levels e-1 to e-5 Dimensie 1 5 eCF-gebieden 29 dingsprogramma’s op internationaal niveau met elkaar te vergelijken, is het efficiënt en effectief om van één standaard uit te gaan. e-CF in Nederland Nederland loopt voorop met het e-CF en krijgt veel aandacht. De Nederlandse implementatie van het e-CF is medio 2012 door Neelie Kroes in gang gezet om de beroepsgroep beter op de kaart te zetten. In Nederland heeft de NEN in het kader van het programma ‘Digivaardig & Digiveilig’ versie 2.0 van het e-CF en de gebruikershandleiding vertaald. Inmiddels is er op 14 november 2013 een convenant getekend. Het convenant is ondertekend door organisaties en bedrijven als Randstad, IBM, PinkElephant, Havenbedrijf Rotterdam, IT-Staffing, Ngi, Hogeschool Utrecht, HBO-I, EXIN en Stichting Platform ICT Hogescholen. Deze partijen spreken met elkaar af het e-CF te (gaan) gebruiken bij bijvoorbeeld de werving en selectie van nieuwe medewerkers, assessments en in het opleiden van ICT’ers. Zoals uit de ondertekening van het convenant blijkt zijn diverse organisaties in Nederland al bezig met het e-CF. Figuur 5 beschrijft een aantal praktijksituaties waarin de verschillende partijen e-CF hebben ingezet. informatie / april 2014 Voor- en nadelen e-CF 30 Het streven van het e-CF is een standaard (norm) te zijn als referentiemodel van ICTcompetenties. Voordelen hiervan zijn: • Opleidingsinstituten kunnen hun onderwijs beter afstemmen op de behoeften van de markt • Door het standaardiseren van ICT-functies wordt het voor werkgevers makkelijker het juiste personeel aan te trekken. • Voor werknemers en zzp’ers maakt e-CF het gemakkelijker zich in de markt te zetten. • De Europese vergelijkbaarheid van sollicitanten wordt verbeterd, wat de mobiliteit binnen Europa bevordert. Dit klinkt allemaal prachtig. Door het e-CF te gebruiken en één gemeenschappelijke taal te spreken wordt de transparantie in vraag en aanbod van ICT-professionals en hun diensten Anita Bosman (MMI) is projectmanager Master of Informatics Hogeschool Utrecht, heeft zitting in het Ngi-NGN hoofdbestuur en is lid van de werkgroep e-CompetenceFramework (e-CF). E-mail: [email protected] Arjan van Dijk (RI CMC) is ambassadeur NGI, platform voor ICT-professionals. E-mail: [email protected] Literatuur Deursen, van A. en Dijk, van J., onderzoeksrapport ‘Zicht op ICT-competenties’ van de Universiteit Twente in opdracht van Digivaardig & Digiveilig (2013) CEN- CWA 16234-1 Het Europese e-Competence Framework 2.0 CEN-CWA 16234-2 Richtlijnen voor gebruikers voor het toepassen van het e-CF 2.0 CEN-CWA 16234-3 Methodologische grondslagen voor het ontwikkelen van het e-CF CEN-CWA 16458: European ICT Professional Profiles Europese Commissie. (2013) Onderzoeksrapport ‘e-Skills voor concurrentievermogen en innovatie’ Empirica, IDC en INSEAD http://eskills-vision.eu/fileadmin/eSkillsVision/ downloads/brochure/Insead.eLeadership_NL.pdf Websites www.ngi.nl; www.e-cf.nl; www.ecompetences.eu/ Dimensie 2: e-competentie Dimensie 3: competentieniveaus Dimensie 4: kennis Kent / is zich bewust van / is bekend met... Dimensie 4: vaardigheden Is in staat tot het... A.1. IS and Business Strategy Alignment (Afstemming informatiesysteem en bedrijfsstrategie) Anticipeert op langetermijneisen voor de onderneming en definieert het IS-model in lijn met het beleid van de organisatie. Neemt strategische IS-beleidsbeslissingen voor de onderneming, ook betreffende sourcing­ strategieën. K1 concepten voor bedrijfsstrategieën K2 trends en implicaties van interne en externe ICT-ontwikkelingen voor specifieke organisaties K3 potentieel en kansen van relevante bedrijfsmodellen K4 zakelijke en organisatorische doelstellingen K5 aandachtspunten en implicaties van sourcingmodellen in bedrijfsproces en technologietoepassing S1 analyseren van toekomstige ontwikkelingen S2 identificeren van eisen voor processen gerelateerd aan ICT-diensten S3 d efiniëren en analyseren van langetermijn­behoeften van gebruiker/ klant S4 leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van ICT strategie en -beleid S5 leveren van een bijdrage aan het ontwikkelen van de bedrijfsstrategie Niveaus 1,2,3: Niet van toepassing Niveau 4: Neemt de leiding bij het bouwen en implementeren van innovatieve IS-oplossingen op lange termijn. Niveau 5: Neemt de leiding om consensus en commitment van het managementteam van de onderneming voor de IS-strategie te bereiken. Figuur 4. De uitwerking van dimensie 2 Organisatie Praktijkvoorbeeld Ngi-NGN Het Ngi, de beroepsvereniging voor ICT-professionals, bracht in 2001 het rapport ‘Taken, Functies, Rollen & Competenties in de Informatica’ uit. Dit rapport groeide in korte tijd uit tot de standaard als het gaat om functies, functienamen, profielen en bijbehorende competenties in de ICT. Een groeiend aantal bedrijven heeft de functiebenamingen en bijbehorende taken en profielen overgenomen voor hun eigen organisatie. Inmiddels is het Ngi bezig met een update van dit rapport dat aansluit op het e-CF. Het kenmerk van e-CF is dat het op een hoger abstractieniveau is geformuleerd dan het competentieframework EFI. Door het inpassen van het competentieframework EFI in e-CF worden deze meer globale elementen van e-CF nader ingevuld en gedetailleerd. De Werkgroep WEFI heeft daarmee twee zaken gecombineerd: aansluiting op een Europese standaard voor functies en competenties, en de operationele invulling daarvan. EFI zal op basis van een online-tool worden aangeboden. Hogeschool Utrecht (HU) Hogeschool Utrecht gebruikt het e-CF referentiemodel al sinds 2012. Het e-CF dient bij de HU als basis voor het herinrichten van de bacheloropleiding Business & IT Management (BIM) en de Master of Informatics. Sinds april 2013 zijn er vijf nieuwe post-hbo-opleidingen ontwikkeld op het gebied van business & IT die volledig op het e-CF zijn gebaseerd. De opleidingen zijn gebaseerd op de e-CF functieprofielen Architect, Informatiemanager, CIO, Projectmanager en ICT-consultant. HBO-I HBO-I gebruikt het e-CF bij het opstellen van competenties voor hbo-ICT-studenten. Een van de doelen van HBO-I is het ondersteunen van de leden bij het beschrijven van de ICT-opleidingen in het hbo. De publicatie ‘Bachelor of ICT’ beschrijft de competenties die een pas afgestudeerde dient te bezitten. In 2004 (een competentiegerichte profielbeschrijving) werd reeds aandacht besteed aan de internationale competenties en in de publicatie van 2009 (domeinbeschrijving) werd via het EQF de link gelegd met het e-CF. Op dit moment wordt gewerkt aan een herziene uitgave van ‘Bachelor of ICT’. Nog meer dan voorheen zal HBO-I de link beschrijven met het e-CF (versie 3). Stichting Platform ICT Hogescholen (SPIH) SPIH is een onafhankelijk en landelijk exameninstituut voor informatici. Het is een samenwerkingsverband van zes erkende hogescholen (Hogeschool Dirksen, Hogeschool E3, SOD Opleidingen, LOI Hogeschool, NCOI en NTI) die door de NVAO geaccrediteerde opleidingen aanbieden op het gebied van ICT. Samen stellen zij specificaties op voor (inter-) nationale ICT-kernexamens voor de ICT-bacheloropleidingen. Deze kernexamens bouwen voort op de fundamenten van AMBI en zijn gebaseerd op internationaal erkende competenties uit het e-CF. Rijksoverheid (Min. BZK) Het Rijk gebruikt het e-CF om ICT-functies te definiëren. Omdat de diversiteit in ICT-functies groot is heeft het Rijk parallel aan de ontwikkeling van het Functiegebouw Rijk het Kwaliteitsraamwerk Informatievoorziening (IV) ontwikkeld. Het e-CF biedt eenduidigheid binnen Nederland en Europa. Inhoudelijk sluit het Kwaliteitsraamwerk IV daarom aan op het e-CF. EXIN EXIN heeft een e-Competence Assessment gebaseerd op het e-CF. Het assessment geeft aan wat een ICT-professional heeft bereikt en gedaan. Individuen kunnen door EXIN één of meerdere ICT-competenties gebaseerd op het e-CF toetsen. Hieruit blijkt welke competenties op welk niveau de professional bezit en waar hij zich nog verder in kan ontwikkelen. Capgemini Aanleiding voor Capgemini was dat ze via een consultancy-opdracht bij EZ DICTU in aanraking met het e-CF kwamen. Het gebruik van e-CF als onderdeel van het ‘Kwaliteitsframework IV Functie’ en ‘Functiegebouw Rijk’ waren hierbij uitgangspunt. Voor DICTU is een professionaliseringstraject uitgevoerd. Alle functies van DICTU zijn hierbij betrokken (niet alleen IT-functies). Een van de deliverables is een professiegids met loopbaanpaden, competentieprofielen en hierop gebaseerde curricula. De competenties van een functie zijn samengesteld uit gedragscompetenties en vaktechnische competenties. De vaktechnische competenties zijn afkomstig uit Functiegebouw Rijk en/of het e-Competence Framework. De professiegids is gebruikt ter ondersteuning van het HR-proces en het vaststellen van ontwikkelbehoeften. Figuur 5. Praktijksituaties waar e-CF is ingezet (bron: e-cf.nl). informatie / april 2014 e-CF i bevorderd. Dit komt ten goede aan de mobiliteit op de ICT-arbeidsmarkt, waardoor het dreigende tekort aan ICT-professionals mogelijk kan worden teruggedrongen. Maar hoe werkt het e-CF in de praktijk? Tot nu toe loopt Nederland voorop, zoals blijkt uit de ondertekening van het convenant in 2013. Daarin geven 21 organisaties aan e-CF gebruiker te zijn. Het convenant laat zien dat een breed scala aan partijen uit verschillende doelgroepen en sectoren achter e-CF staat. Zo’n Nederlands convenant ondertekenen is een stap in de goede richting, maar het is ook belangrijk dat de overheid en bedrijven het e-CF model breed implementeren. Bij CIO’s in Nederland blijkt het urgentiebesef voor de noodzaak van een e-CF framework er nog niet te zijn. Een van de redenen is dat er voldoende sollicitanten beschikbaar zijn voor de benodigde ICT-functies. Daarnaast zijn er andere kritische opmerkingen met betrekking tot het e-CF. Doordat het e-CF op Europees niveau wordt beheerd, verloopt het proces van wijzigingen traag. Het framework is star en lastig ‘up to date’ te houden. Daarnaast zijn er partijen die het e-CF te algemeen vinden en meer specifieke competenties of profielen voorstaan. Zoals gezegd loopt Nederland voorop en zal Europa moeten volgen. Als Europa niet meegaat en ook Nederlandse organisaties het belang van e-CF niet gaan inzien, zal het e-CF onvoldoende draagvlak hebben en daarmee zijn bestaansrecht verliezen. 31