Basis pedagogisch werkplan 4-12 jaar mrt 2014

advertisement
Pedagogisch beleid in praktijk unit 1 t/m 6
Laterna Magica
mei 2014
1
Beleid in praktijk
Het algemeen pedagogisch beleid van Partou kinderopvang vormt mede een uitgangspunt voor de
missie en visie van Laterna Magica. In samenspraak met de KC-raad stellen wij het pedagogisch
beleid in de praktijk samen. Hierin laten we zien hoe wij, de coaches, de visie en missie in praktijk
brengen. Dit stuk is bedoeld voor het team en de ouders van Laterna Magica.
Jaarlijks kijken we opnieuw samen met de KC-raad naar dit werkplan en passen het waar nodig aan.
Dat doen we ook bij wijziging van het algemeen pedagogisch beleid van Partou kinderopvang.
Integraal kindcentrum Laterna Magica
Binnen Laterna Magica wordt onderwijs en kinderopvang geïntegreerd: we werken vanuit een team
samen aan onze missie. Staij (onderwijs) en kinderopvang (Partou kinderopvang) hebben een
intensieve samenwerking en vormen samen een integraal kindcentrum.
Missie van Laterna Magica
“Wij ontdekken en ontwikkelen iedere splinter talent, zodat kinderen de toekomst kunnen uitvinden.”
Een kind dat 13 jaar is geworden neemt afscheid van een leergemeenschap waarin hij de liefdevolle
aandacht heeft gekregen van alle medewerkers. Aan het eind van deze levensfase heeft dat kind
geleerd zichzelf te sturen en verantwoordelijkheid te nemen voor zijn ontwikkeling en dat van zijn
omgeving. Het kind heeft vertrouwen opgebouwd in wat hij kan en wie hij is. Nieuwe kennis maakt het
kind samen met anderen. De wereld komt niet op je af, de wereld, die maak je zelf.
Visie van Laterna Magica
Wij brengen je naar een plek waar kinderen de toekomst iedere dag opnieuw uitvinden. Een plek met
vrije ruimte en met de rust om te ontmoeten en te zijn wie je bent en wat je wilt worden.
Op deze plek is ieder kind welkom. Zij ontmoeten hier de wereld en maken samen de wereld.
Kinderen, hun ouders en opvoeders, (schaduw)coaches en experts komen elkaar hier tegen en
nemen samen de verantwoordelijkheid om elke splinter talent te ontdekken en te ontwikkelen. Elke
professional leert en ontwikkelt zich daartoe en stelt zich de vraag:
Wie ben jij?
 Waar ben je goed in? Dan bouw je dat uit
 Waar liggen je interesses? Dan bouw je dat op
 Welk talent mis je? Dan compenseer je dat
Bij dit streven past een krachtige omgeving waar spelen, leren, ontspanning en inspanning hand in
hand gaan. We halen de buitenwereld naar binnen en er is ruimte voor de eigen sociale wereld van
kinderen. Kinderen leren om verantwoordelijkheid te nemen voor de omgeving, niet alleen binnen de
gemeenschap maar ook naar buiten. Ons uitgangspunt is dat je altijd leert en dat kinderen veel van
elkaar leren. De coach is er om kinderen daarbij te ondersteunen, te laten reflecteren en uit te dagen
een volgende stap te nemen. Ons startpunt is datgene wat het kind kan en wil. Motivatie neemt toe
met het ervaren van succes. Door alle professionals wordt nagedacht over leren. De attitude van alle
personeelsleden is om rond autonomie- ontwikkeling van kinderen continu nieuwe werkvormen en
inhouden te ontwerpen en deze te toetsen op hun effect.
Onze waarden:
Integriteit
Geeft richting aan ons handelen
Liefde
Met hart voor kinderen, elk kind is welkom
Autonomie
Zelfsturing, reflectie, zelfkennis en zelfbewust
Verantwoordelijkheid
Je draagt verantwoordelijkheid voor jezelf, voor elkaar en voor de omgeving.
Vertrouwen
We hebben hoge verwachtingen van ieder mens
Ontwikkelingsfases
Natuurlijk spelen en bouwen gaat uit van de ontwikkelingsfases waarin kinderen verkeren en niet
vanuit hun leeftijd. Een ontwikkelingsfase is een periode in het leven van het kind met specifieke
kenmerken. In iedere ontwikkelingsfase is sprake van een spanningsveld tussen “willen en kunnen”:
de basis voor ontwikkeling en groei. Kinderen ontwikkelen zich veelal door “doen”. Dit gebeurt onder
andere door het ‘willen’ bij kinderen te prikkelen en het ‘doen’ mogelijk te maken. Een sociaal en
emotioneel veilige omgeving vormt daarbij de basis en de accommodatie ondersteunt daarbij.
Het is Natuurlijk Leren als:
 het kind een eigen keuze heeft op basis van interesse en voorkeur;
 het kind werkt aan persoonlijke doelen die zelfverbetering en leren stimuleren;
 de ontwikkeling bepaalt wat een kind doet (niet de leeftijd/ groep);
 kinderen uitgedaagd en geprikkeld worden om de echte wereld te verkennen;
 medewerkers:
- actief afwezig (waarnemen, volgen, bewust ruimte geven) zijn of
- bedoeld aanwezig zijn (prikkelen, uitdagen, ondersteunen, uitleggen)
- medewerkers sámen met kinderen hun ontwikkeling volgen
 het unitteam sámen leert en samen verantwoordelijk is voor de hele unit;
 medewerkers succeservaringen en het geloof in eigen kunnen van alle kinderen
versterken;
 medewerkers onderzoekend en leergierig zijn;
 er voortdurende interactie is tussen kind en omgeving, kind en volwassene en
kinderen onderling. Hierbinnen krijgen alle ontwikkelingen een plaats;
 alle medewerkers zelf én met kinderen reflecteren op eigen handelen;
 activiteiten, begeleiding en aanpakken passen bij ‘de soort kennis’ die het kind
opdoet;
 alle medewerkers kinderen ondersteunen door richting, ruimte en ruggensteun te
bieden;
 taken interessant, echt en bruikbaar zijn (leren in de werkelijkheid);
 alle medewerkers met kinderen werken aan rekenen/taal/inzicht in de wereld én 21
century skills: samenwerken, communicatie, ICT- geletterdheid, creativiteit, kritisch
denken, probleem oplossen, sociale en culturele vaardigheden;
 alle medewerkers kinderen begeleiden naar zelfsturing: door inspireren,
enthousiasmeren, bekrachtigen, reflectie, leerstrategieën, samenwerken.
2
Kerndoelen kinderopvang en onderwijs
Laterna Magica heeft ‘brede’ doelen voor het kind. Deze dekken uiteraard de kerndoelen van het
onderwijs en de kerndoelen van de kinderopvang (Wij zorgen ervoor dat kinderen zich emotioneel
veilig voelen (1), geven ze de gelegenheid zich persoonlijk (2) en sociaal (3) te ontwikkelen en om
zich de normen en waarden van onze samenleving eigen te maken (4)).
Echter, we willen meer betekenen voor kinderen en willen ook meer bereiken 1. Voor kinderen van 013 jaar. En voor de hele dag.
1
Prof. G. Biesta, goed onderwijs en de cultuur van het meten, 2012
Ons streven naar het ontdekken en ontwikkelen van talent, speelt zich af op de plekken waar
kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming elkaar overlappen. De drie gebieden staan namelijk niet
los van elkaar. We geven kinderen de kans om hun talenten te tonen. Ontdekken en ontwikkelen gaan
hand in hand; zonder ontdekking geen ontwikkeling! Talenten bestaan door de bevestiging van
anderen. Het kind is uniek doordat anderen zien wat hij doet en zegt en wanneer men dat als
onmisbaar kwalificeert. ‘Anders zijn’ is de maat. We erkennen ontwikkelingsstadia, pluriformiteit en
bieden kinderen een opening in een rationele wereld.
subjectwording
kwalificatie
socialisatie
Laterna skills
We gaan voor brede ontwikkeling gericht op de toekomst; zodat kinderen de toekomst kunnen
uitvinden. Op dit moment weten wij nog niet welke beroepen onze kinderen straks gaan uitoefenen.
Wel weten we uit onderzoek dat er in deze 21 ste eeuw een aantal belangrijke competenties zijn te
onderscheiden2 : samenwerken, probleemoplossend vermogen, ict geletterdheid, creativiteit, kritisch
en onafhankelijk denken, communiceren, en sociale- en culturele vaardigheden. Wij besteden bij alle
kinderen de hele dag aandacht aan deze vaardigheden: van 0-13 jaar. Daarbij gaat het nadrukkelijk
ook om burgerschapsvorming; leren en verantwoord omgaan met jezelf, met elkaar en met de
omgeving.
Onze doelen zijn afleidbaar uit ‘het is natuurlijk leren als..’
We willen bij kinderen bereiken:
1. Autonomie ontwikkeling; dit ben ik!
2. Zelfsturing, eigenaarschap, interactie en reflectie;
3. Cognitieve vaardigheden, complexe denkstrategieën, psycho-motorische vaardigheden, metacognitieve vaardigheden en sociaal culturele vaardigheden.
Om deze doelen te verwezenlijken en zo goed mogelijk aan te sluiten bij zowel de individuele
ontwikkeling en belevingswereld van een kind als bij het groepsproces, passen we o.a. de
interactieprincipes in de praktijk toe. Deze zes praktische principes draaien om de initiatieven die
kinderen nemen. We beschrijven ze hieronder.
2.1
Initiatieven waarnemen en volgen
Het kind neemt van nature initiatieven om zich te ontwikkelen en om contact met anderen te krijgen.
Het daadwerkelijk waarnemen van deze initiatieven is van groot belang om in contact met elkaar te
komen. Je kunt immers alleen reageren op wat je hoort en ziet. Door heel gericht te kijken en te
luisteren naar kinderen, kunnen we deze initiatieven waarnemen en volgen. Overigens hebben jonge
2
Trilling & Fadel, 21st century skills, 2009
kinderen meer tijd nodig om opgedane indrukken te verwerken en hierop te reageren dan oudere
kinderen.
2.2
Initiatieven ontvangen (verbaal en non-verbaal)
Ingaan op een initiatief (ontvangen), ondersteunt de ontwikkeling van een kind. We laten een kind
door middel van een ontvangstbevestiging merken dat we belangstelling hebben voor de initiatieven
die het neemt. Een ontvangstbevestiging kan zijn: je toewenden, oogcontact maken, op vriendelijke
toon verbaal reageren, vriendelijke gezichtsuitdrukking, vriendelijke houding, meedoen, jaknikken, ja
zeggen, herhalen wat een kind zegt.
Zo’n positieve ontvangst stelt een kind gerust; het merkt dat de volwassene hem begrijpt en voelt zich
dan gezien, bevestigd en emotioneel veilig. En een kind dat zich emotioneel veilig voelt, durft meer
initiatieven te nemen en kan zo zijn persoonlijke en sociale competentie verder ontwikkelen.
2.3
Benoemen
Benoemen wil zeggen: taal geven aan ons eigen handelen en aan datgene wat we zien bij de
kinderen. Door te benoemen wat we horen of zien, krijgen we contact met het kind. Daarnaast
ondersteunt het benoemen de taalontwikkeling (persoonlijke competentie) van kinderen. Benoemen is
verwoorden van eigen initiatieven, initiatieven van een kind, gebeurtenissen in de omgeving, alles wat
er te zien is.
De coach zegt (benoemt) wat ze doet of gaat doen. Door het geven van informatie weet het kind wat
er gaat gebeuren; dit schept duidelijkheid en geeft rust. Zo bevordert ‘benoemen’ ook de emotionele
veiligheid.
Bij het benoemen kunnen we ‘sfeercommunicatie’ toepassen: het benoemen van initiatieven, emoties,
gebeurtenissen van een kind en dit terugkoppelen naar de hele groep. Hierdoor raken kinderen bij
elkaar betrokken en maken we ze sociaal attent op elkaar. Bijvoorbeeld: “Marco, ik zie dat je Patrick
aan het helpen bent; je bent een kanjer!“ Door Marco in de groep een compliment te geven, wordt de
aandacht op zijn initiatief gevestigd (een compliment wil iedereen immers graag horen). Kinderen zien
dat Marco sociaal wenselijk gedrag toont. Zo wordt de ontwikkeling van de sociale competentie
gestimuleerd door wenselijk gedrag uit te vergroten. Tegelijkertijd zorgt dit voor overdracht van
normen en waarden.
2.4
Beurtverdeling
In contact met kinderen is het wisselen van beurten belangrijk, zodat iedereen aan de beurt komt. De
betrokkenheid van de kinderen duurt langer, als een kind weet dat het aan de beurt komt. Door
andere kinderen bij een gesprek te betrekken, maken we kinderen sociaal attent op elkaar.
Door te zorgen voor een goede beurtverdeling helpen we het kind zich te ontwikkelen. We geven het
kind de tijd en zorgen voor de ruimte en rust die het nodig heeft om te reageren; dit nodigt hem uit om
meer initiatieven te nemen.
2.5
Leidinggeven, leiding nemen
Leidinggeven is kindvolgend. We geven het kind de leiding door het te volgen, bijvoorbeeld wanneer
het een gewenst initiatief neemt. We moedigen hem aan meer initiatief te nemen door het positief te
benoemen.
Leiding nemen is kindsturend. We nemen de leiding om een kind bij te sturen, bijvoorbeeld omdat het
een ‘ongewenst’ initiatief neemt. Omdat een kind meer leert van positieve bekrachtiging dan van een
negatieve afwijzing, doen we dit op een positieve, respectvolle manier: het ‘ongewenste’ initiatief
wordt op een neutrale manier ontvangen; daarna kiezen we een positieve benadering om het initiatief
naar ‘gewenst’ om te buigen.
Een voorbeeld:
“Ik zie dat jij (Mieke) de auto pakt van Esther; Esther was hiermee aan het spelen; jij wilt dit ook
graag.” Daarna wordt Mieke attent gemaakt op Esther door te benoemen wat dit met Esther doet.
Vervolgens worden beiden gestimuleerd om een oplossing te zoeken.
2.6
Ik-benoeming
In contact met kinderen is het belangrijk dat wij onszelf benoemen als ‘ik’ (en dus niet met onze
naam). Het kind leert zo het verschil tussen ’ik’ en ‘jij’ en dat draagt bij aan de ontwikkeling van het
zelfbesef. Bovendien druk je door de ik-vorm uit dat je deel uitmaakt van de groep, in de groep staat.
De ik-benoeming ondersteunt het leidinggeven en leiding nemen.
Niet vertellen, maar luisteren.
De pedagogische houding van coaches in het concept natuurlijk leren kenmerkt zich door
een open en onderzoekende houding. Zij gaan er niet zomaar vanuit dat ze de kinderen
kennen. Zij willen de kinderen leren kennen. Het uitgangspunt is namelijk dat elk kind uniek
is en ook de context waarin het kind zich ontwikkelt steeds verandert. Ieder kind is intelligent
op zijn eigen manier. Daarom vragen coaches zich af: wie is dit kind? Hoe zie ik het kind?
Wat verwacht ik van dit kind? Hoe leert / ontwikkelt dit kind? De coach creëert en zoekt
daarvoor bronnen: Foto's / film, gesprekken met kinderen en collega's en observaties. Deze
worden verwerkt in het portfolio en het ontwikkelplan. Deze documenten zijn er vooral om
bijgesteld te worden. Documenten zo levend als een kind zelf. Kinderen, ouders en
coaches zijn samen expert van het kind. Gesprek tussen deze drie partijen is van het
grootste belang om een goed beeld te krijgen van wie het kind is, wat hij kan en wat hij wil
leren.
3
Laterna Magica
3.1
Groepsindeling
Kinderen kunnen op Laterna Magica verschillende pakketten afnemen:
1. B(asisonderwijs) 08:30 uur - 14:30 uur (woensdag tot 12:30 uur) in de ‘schoolweken’.
2. C(ontinuïteitspakket) 14:30 - 18:30 uur in schoolweken en van 7:30 - 18:30 uur in
vakantieweken.
Binnen Laterna Magica zijn er 7 units:
1. Unit 0: 0 t/m 3 jaar
2. Onderbouwunit 1,2,4 en 5 (3-7 jaar).
3. Bovenbouwunit 3 & 6 (8-12 jaar)
In de onderbouw- en bovenbouwunit verblijven kinderen met een continuïteitspakket in basisgroepen
met bij de basisgroep horende vaste schaduwcoaches na 14.30 uur.
Basisgroep
Leeftijdsindeling
Maximaal
aantal
kinderen
Aantal gekwalificeerde
schaduwcoaches*
Maximaal aantal
stagiaires*
Unit 1
basisgroep 1
Unit 1
Basisgroep 2
Unit 2
Basisgroep 1
Unit 2
Basisgroep 2
Unit 3/6
Unit 4
Basisgroep 1
Unit 4
Basisgroep 2
Unit 5
Basisgroep 1
Unit 5
Basisgroep 2
4-7 jaar
20
2
1
4-7 jaar
10
1
1
4-7 jaar
20
2
1
4-7 jaar
20
2
1
8-12 jaar
4-7 jaar
30
20
3
2
1
1
4-7 jaar
20
2
1
4-7 jaar
20
2
1
4-7 jaar
20
2
1
* In het hoofdstuk Borging van de kwaliteit staat beschreven welke opleidingen onze medewerkers hebben gevolgd. Deze
informatie is ook te vinden op onze website, evenals de meest recente cao kinderopvang waarin alle kwalificatie eisen zijn
opgenomen.
Altijd minimaal 2 medewerkers aanwezig op Laterna Magica
Indien er kinderen aanwezig zijn, zijn er te allen tijde minimaal 2 medewerkers op Laterna Magica
aanwezig. Er is op Laterna Magica dus geen zogenoemde achterwachtregeling. (Een
achterwachtregeling is nodig indien een medewerker alleen aanwezig is op Laterna Magica.)
Dienstroosters
Wij informeren ouders en kinderen over welke schaduwcoaches er op welke dagen en in welke groep
werken. Dit staat op laternaweb, een interne website voor ouders. In vakanties staan de werktijden op
het whiteboard bij de centrale entree.
Wij werken met de volgende diensten: van 14.30 tot 18.30 uur en op woensdag van 12.30 tot 18.30
uur in schoolweken. In vakanties zijn wij geopend van 07.30 tot 18.30 uur. Wij hebben dan een vroege
dienst (07.30/08.00- 16.30/17.00 uur), middendienst (08.30-17.30) of een late dienst (09.0018.00/09.30-18.30). De precieze tijden van deze diensten worden afgestemd op hoeveel kinderen er
aanwezig zijn. De schaduwcoaches werken hierin nauw samen met de 3 jarige coach.
In de ministeriële regeling is vastgelegd dat er per dag maximaal een half uur van de beroepskrachtkind -ratio mag worden afgeweken, met dien verstande dat ten minste de helft van het aantal
beroepskrachten wordt ingezet. Indien we de hele dag open zijn, in vakantie- en studiedagen, kan de
afwijkende inzet ten hoogste drie uren bedragen, met dien verstande dat tenminste de helft van het
benodigde aantal beroepskrachten wordt ingezet en de afwijkende inzet niet plaats vindt tussen 9:30
en 12:30 en 15:00 en 16:30. Bij het opstellen van de roosters zorgen wij dat wij aan deze normering
voldoen. De GGD controleert hierop.
3.2
Samenwerking tussen de groepen aan het eind van de dag
De dag wordt in principe gezamenlijk afgesloten in de eigen unit. Na de 2e workshopronde (van 16.3017.30) worden de meeste kinderen opgehaald en voegen de basisgroepen en de 3 jarige groep
samen in de eigen unit.
3.3
Spelen in de eigen unit en een andere ruimte
Iedere unit is een transparante ruimte waarin andere ruimtes (atelier en wereld ontdekplaats) gelegen
zijn aan de centrale hoekenruimte. De hoekenruimte is een grote ruimte met verschillende hoeken en
is een rijke speel/leeromgeving. Kinderen kunnen de hele dag ontdekken in de hoekenruimte. Op
gezette tijden zijn er ook gerichte workshops of activiteiten in andere ruimtes in de eigen unit maar ook
buiten de unit. Bijvoorbeeld in het theater, de gymzaal of de centrale keuken. Deze worden unit-breed
georganiseerd. Kinderen kunnen hiervoor kiezen.
De schaduwcoaches geven de workshops. Het kind kan er voor kiezen om bij de eigen schaduwcoach
te blijven en hier aan mee te doen of om voor een andere ruimte/workshop te kiezen.
Wij volgen de initiatieven van het kind hierin. Kinderen die toe zijn aan extra uitdaging geven we zo de
kans hun vaardigheden te oefenen, ontdekken en te ontwikkelen. met andere kinderen en andere
schaduwcoaches. En omdat er buiten de eigen stamgroep andere materialen en spelmogelijkheden
zijn, wordt ook de ontwikkeling gestimuleerd.
Kinderen worden steeds zelfstandiger bij ouder worden. Wij geven ze de vrijheid die ze nodig hebben
en aankunnen. Dat geldt ook voor het gebruik van de binnen- en buitenruimte. Wij begeleiden en
bewaken dit proces voor ieder kind individueel en voor de groep als geheel.
3.4
Samenvoegen van basisgroepen in de eigen units
Als het aantal kindplaatsen in de basisgroepen niet volledig bezet is kunnen deze niet volledig bezette
groepen worden samengevoegd (dit kan ook voor units gelden). Er is dan altijd voor de kinderen een
vaste schaduwcoach aanwezig, en de beroepskracht-kind-ratio blijft volgens de wettelijke richtlijn.
Ouders worden over het samenvoegen van de groep van hun kind geïnformeerd door de
schaduwcoaches van de groep/unit.
In vakantieperioden wordt er, als er veel kinderen afwezig zijn, een apart rooster gemaakt voor de
betreffende week/weken. Ook bij het opstellen van dit rooster gelden bovenstaande werkwijze en
richtlijnen. De basisgroepen werken dan nauw met elkaar samen en worden veelal in de eigen unit
samengevoegd indien mogelijk. Op rustige dagen kunnen units ook worden samengevoegd.
Indien de kindbezetting hiertoe aanleiding geeft zal de complete basisgroep- indeling (zoals
beschreven onder de paragraaf groepsindeling) kritisch bekeken worden en waar nodig worden
aangepast. Dit gaat altijd in overleg met de kc-raad.
3.5
Schaduwcoach
Op Laterna Magica werken we met ‘mentorschap’. Elk kind tussen de 4-12 jaar heeft een vaste
coach(of wel leerkracht) en een schaduwcoach. Dit is altijd een schaduwcoach van de eigen
basisgroep. De schaduwcoach is samen met de coach het eerste aanspreekpunt voor de ouders en
voert samen met de coach de portfoliogesprekken. Zij volgt de ontwikkeling van haar coachkinderen
met bijzondere aandacht door middel van een portfolio (zie verder op). Dat is fijn voor het kind en
prettig voor de ouder, omdat deze mag verwachten dat de schaduwcoach altijd goed op de hoogte is
van de ontwikkeling van zijn kind. Tijdens het intakegesprek wordt de ouders verteld wie de coach en
schaduwcoach van het kind is.
3.6
Vierogenprincipe
Ondanks dat het vierogenprincipe per 1 juli 2013 alleen wettelijk is vastgelegd voor kinderen van 0 tot
4 jaar hebben we ook voor 4- 12 jaar een preventief beleid zonder hierbij de spel- en
ontwikkelmogelijkheden te beperken. Het vierogenprincipe houdt in dat bij kinderen van 0 tot 4 jaar
een beroepskracht of beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl
zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene, om zo het risico op misbruik of
mishandeling van kinderen te voorkomen.
Voor kinderen van 4-12 jaar proberen we een zo gevarieerd mogelijk aanbod te realiseren. Kinderen
kunnen derhalve in kleinere groepjes deelnemen aan workshops/activiteiten. Deze activiteiten worden
soms ook door externe workshopaanbieders verzorgd. Ook deze externe workshop aanbieders
dienen (net als alle andere medewerkers van Laterna Magica) voorafgaand aan de start van hun
werkzaamheden een VOG te overleggen. Bovendien is er altijd een vaste schaduwcoach in de unit
aanwezig bij een door een externe aanbieder verzorgde workshop.
Preventie
Jaarlijks worden de risico’s met betrekking tot misbruik van kinderen op Laterna Magica in kaart
gebracht aan de hand van een extra inventarisatieformulier behorende bij de risico inventarisatie
veiligheid. Eventueel extra te nemen maatregelen met betrekking tot dit onderwerp worden
opgenomen in het plan van aanpak en, evenals alle andere onderdelen van de risico-inventarisatie,
besproken met het team en de kc raad.
Daarnaast wordt jaarlijks de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld en het protocol
ongewenste ‘Omgangsvormen c.q. seksuele intimidatie veroorzaakt door werknemers’ met het team
besproken.
3.7
Toegangsbeveiliging
Op Laterna Magica kunnen ouders binnen komen door aan te bellen bij de centrale entree op de
intercom. Er hangen beveiligingscamera’s bij de centrale entree van het pand. Op een laptop via het
interne netwerk kunnen alle medewerkers van LM inloggen en zien wie er voor de entree staat.
3.8
Extra dag(delen)
Indien ouders dit wensen dan kan er een verzoek tot het afnemen van een extra dag(deel) worden
ingediend. Indien het gaat om incidenteel een dag extra, dan kan dit rechtstreeks aan de
schaduwcoaches van de unit worden gevraagd. Als het gaat om structureel een extra dag dan kan dit
worden aangevraagd via de administratie van Laterna Magica.
3.9
Ruilen van dagen
Ouders die op vaste dagen de hele dag afnemen, kunnen een dag omruilen. Hiervoor kunnen ouders
vooraf (een schriftelijke) afspraak maken met de schaduwcoaches. Ruilen is mogelijk twee weken
vóór tot twee maanden na de dag dat uw kind er niet is.
3.10 Medische hulp
Er zijn altijd één of meerdere medewerkers aanwezig, die opgeleid zijn tot bedrijfshulpverlener (BHV).
De BHV- er volgt elk jaar een herhalingstraining. Op laternaweb wordt jaarlijks een bericht gezet voor
ouders wie de BHV’er binnen Laterna Magica zijn. In de BHVmap op elke unit, ligt overzicht voor het
team.
Indien consultatie door een arts voor een kind nodig is dan nemen we contact op met de ouders.
Alleen in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld als we ouders onverhoopt niet kunnen bereiken) beslist
de schaduwcoach met de unitleider om contact op te nemen met de huisarts van het kind. De
gegevens van de huisarts staan vermeld op het aanmeldformulier.
Soms kan het noodzakelijk zijn om direct medische hulp in te roepen. In die gevallen gaan wij naar de
dichtstbijzijnde EHBO-post of bellen we 112. Uiteraard bellen wij de ouders dan zo snel mogelijk.
De dichts bij zijnde EHBO post is:
Gezondheidscentrum Haveneiland
Ijburglaan 727
1087CH Amsterdam (IJburg)
Telefoonnummer: 020-4952279
3.11 Voertaal
In Laterna Magica is de voertaal Nederlands. Het beheersen van de Nederlandse taal is de eerste
stap naar een succesvolle (school)loopbaan.
3.12 Huisregels
Laterna Magica heeft huisafspraken die gelden voor het gehele team van Laterna Magica. De
huisafspraken staan op de server van Laterna Magica en is voor iedereen inzichtelijk.
4
Begeleiding
4.1
Wennen
De eerste dagen op Laterna Magica zijn altijd spannend. Zowel kinderen als ouders moeten wennen
en vertrouwd raken aan een nieuwe situatie: de unit, het dagritme, de schaduwcoaches/coaches en
de groepsgenootjes. Dit is de basis voor het kind om zich emotioneel veilig te gaan voelen en zijn
nieuwe omgeving verder te ontdekken. Daarom nemen we voor dit wenproces de tijd indien daar
behoefte aan is.
We nodigen de ouders en het kind uit om kennis te maken tijdens een intakegesprek. Hierin
bespreken we het dagritme en de ontwikkeling van het kind. Tijdens dit intakegesprek worden er
afspraken gemaakt over het wennen en de wendagen. Als de beroepskracht-kind-ratio dit toelaat kan
een kind komen wennen voor de officiële plaatsingsdatum. De schaduwcoaches van de groep zorgen
ervoor dat er altijd extra tijd en aandacht is voor het nieuwe kind en voor de ouders. Vanaf de
ingangsdatum van het contract zijn kinderen op de afgenomen dagen welkom
In principe worden er geen nieuwe kinderen aangenomen in de vakanties.
4.2
Daginvulling
Algemeen
Wij houden globaal een dagritme aan, met dagelijks terugkerende ritmes, routines en rituelen. Dit
biedt kinderen emotionele veiligheid: het ritme is voorspelbaar en daarmee ook vertrouwd. De
kinderen weten wat er gaat gebeuren en kunnen hierop anticiperen.
Oudere kinderen hebben behoefte aan meer vrijheid. Wij zorgen ervoor dat de mate van vrijheid
aansluit bij de behoeften van het kind. Waar nodig, overleggen wij met de ouders en stemmen ons
handelen hierop af.
Dagritme
In de units hebben we globaal het volgende ritme:
14:30 -15:30 Stamgroep moment: kinderen kunnen kiezen welke workshop ze volgen. Er wordt
gezamenlijk gegeten en gespeeld in de unit.
15:30-16:30
workshopronde 1: unit overstijgend.
16:30-17:30
workshopronde 2: workshops in de eigen unit en spel
17:30-18:30
vrij spel en gezamenlijk afsluiten met de kinderen in de unit
4.3
Maaltijden en tussendoortjes
Eten en drinken met kinderen is een sociale activiteit. Wij dekken de tafel en bieden de kinderen op
een ontspannen manier eten en drinken aan. Ook stimuleren wij de kinderen om zoveel mogelijk
afwisselend te eten (hartig en zoet). We volgen de richtlijnen van het voedingscentrum bij het
aanbieden van maaltijden en tussendoortjes.
We eten, praten en luisteren samen met de groep. Op deze manier is het eten niet alleen erg gezellig,
maar leren de kinderen van en met elkaar. Bijvoorbeeld hoe je een vork vasthoudt of zelf je boterham
smeren. Heeft een kind tussendoor dorst of trek, dan krijgt hij natuurlijk iets extra’s. Bij warm weer
wordt er sowieso meer gedronken.
Naarmate kinderen zich verder ontwikkelen leren ze hun voorkeur uit te spreken voor bepaald beleg of
drinken. We geven ze de gelegenheid zoveel mogelijk zelfstandig te eten, zelf hun beleg te kiezen en
als het even kan zelf hun boterham klaar te maken. Dat stimuleert hun zelfstandigheid, vergroot hun
zelfvertrouwen en bevordert het plezier in de maaltijd. Wil een kind niet eten of drinken, dan gaan we
de niet de strijd aan. We zullen het wel stimuleren en nagaan waarom een kind het niet wil. Als het
eten of drinken een dagelijks terugkerend probleem wordt, zullen we samen met de ouders naar een
oplossing zoeken.
Hebben ouders bepaalde voedingswensen voor hun kind vanwege een dieet of om culturele of
religieuze redenen, dan houden we daar rekening mee.
Op Laterna Magica vinden we gezonde en verantwoorde voeding belangrijk. Wij hebben daarom een
keuze gemaakt in de volgende producten:







Biologische melk (halfvolle melk, tot 4 jaar niet meer dan 2 a 3 bekers per dag)
Biologisch fruit
Groenten als komkommer, wortel, tomaat
als extraatje bij de lunch
brood (volkoren)
Verantwoord brood broodbeleg:
- Boter
- 30+ kaas, philadelphia, geitensmeerkaas;
- rookvlees, kipfilet, ham;
- hoemus;
- vegetarische smeerpaté;
- honing, biologische jam, biologisch appelstroop
en pindakaas
Drinken: water, kruidenthee (af en toe diksap max 1 glas per dag niet te zoet bij feesten en
andere bijzondere gelegenheden);
Tussendoortje: volkoren crackers/ beschuit
- rijstwafels
- volkoren ontbijtkoek
4.4
Traktaties
Bij vieringen mogen kinderen gezond trakteren. Bij minder gezonde traktaties wordt deze mee naar
huis gegeven.
4.5
Zieke kinderen
Een ziek kind voelt zich thuis het prettigst; wij kunnen de zieke veelal niet de extra zorg en aandacht
geven die het nodig heeft. Als een kind zich duidelijk niet lekker voelt of verhoging lijkt te hebben,
nemen we contact op met de ouders om te overleggen.
Op een enkele uitzondering na, kan een kind met een besmettelijke ziekte gewoon op Laterna Magica
komen. Om te bepalen bij welke ziekte en hoe lang een kind eventueel beter thuis kan blijven, houden
wij ons aan de richtlijnen van de GGD. Wij vinden het belangrijk te weten óf en om welke besmettelijke
ziekte het gaat vanwege onze meldingsplicht aan de GGD. Bovendien kunnen wij dan de andere
ouders van Laterna Magica op de hoogte stellen; vooral voor zwangeren is dit van belang. Als
kinderen een besmettelijke ziekte hebben, dan vermelden we dit op laternaweb.
4.6
Medicijnen
Ouders kunnen aan ons vragen om hun kind bepaalde geneesmiddelen toe te dienen. Dit kunnen
geneesmiddelen zijn die door de huisarts of specialist zijn voorgeschreven en dus 'op recept' en op
naam van het kind zijn verkregen. Daarnaast geld dit ook voor (homeopathische) zelfzorgmiddelen,
die niet 'op recept' verkregen zijn, bij apotheker en drogist. Wij kunnen alleen aan dit verzoek voldoen
als het middel in de originele verpakking met originele (geen kopie) bijsluiter wordt aangeleverd óf als
op het middel of op de verpakking staat aangegeven hoe het middel moet worden toegediend.
Bovendien vragen we van ouders om een verklaring medicijntoediening in te vullen.
Paracetamol en overige koortsverlagende zelf zorg middelen vormen hierop een uitzondering. Koorts
is een natuurlijke reactie van het lichaam ten aanzien van een virus/infectie. Door het gebruik van
paracetamol wordt deze reactie onderdrukt. Bovendien kan door het gebruik van paracetamol een
allergische reactie optreden (huiduitslag, galbulten). Derhalve zijn wij terughoudend met het toedienen
van paracetamol om de koorts te onderdrukken. Paracetamol wordt bovendien alleen toegediend als
het kind al twee keer eerder elders paracetamol heeft gehad zodat uitgesloten is dat het kind een
allergische reactie krijgt. Ouders dienen, net als bij de overige medicijnen, de paracetamol zelf mee te
nemen en een verklaring medicijntoediening in te vullen.
5
Seksuele ontwikkeling
Peuters en kleuters kunnen heel nieuwsgierig zijn naar hun lijfje en dat van anderen. Ze worden zich
bewust van de lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes. ' Doktertje' spelen en ‘vader &
moedertje’ zijn favoriet in de peuter- en kleuterleeftijd. Deze spelletjes zijn een normaal onderdeel van
de seksuele ontwikkeling. We verbieden het niet, maar kunnen er wel regels aan stellen en
begrenzen. Bijvoorbeeld dat we voorzichtig met elkaar moeten zijn, en dat kinderen ‘nee’ mogen
zeggen als ze iets niet prettig vinden. Ook zijn we er alert op dat er niets in lichaamsopeningen (mond,
oor, neus, vagina, billen) wordt gestopt. Wij hebben hierin een observerende taak, zodat weten wat er
bij de kinderen speelt. Kleuters willen alles weten. Dit geldt ook voor seksualiteit. Zwangerschap en
geboorte hebben voor kleuters nog geen relatie met seksualiteit. We vinden het wel belangrijk om op
hun vragen in te gaan. Dit doen we dan ook zo veel mogelijk.
Vanaf een jaar of 6 lijken kinderen minder interesse te hebben voor seksualiteit. Ze stellen minder
vragen en tonen minder openlijke belangstelling voor elkaars lichaam. De ontwikkeling gaat wel
gewoon door; er gebeurt nu veel meer buiten het gezichtsveld van de volwassenen. Schaamte begint
een rol te spelen. De eerste verliefdheden ontstaan. Die kunnen heftige gevoelens teweegbrengen
zonder dat daar seksuele gevoelens aan gekoppeld hoeven te worden. We vinden het belangrijk om
open over seksualiteit te praten met kinderen, kinderen serieus te nemen en ze duidelijk antwoord op
hun vragen te geven. Daarnaast willen we kinderen mee geven dat het belangrijk is om eigen grenzen
aan te geven en rekening te houden met grenzen van andere kinderen.
Vanaf een jaar of 8 worden de gevoelens van verliefdheid intenser. De gevoelens van verliefdheid en
lichamelijk contact worden nu ook meer aan elkaar gekoppeld. De verliefden zoeken elkaars
aanwezigheid op en gaan bijvoorbeeld tegen elkaar aanzitten of lopen hand in hand. De seksuele
voorkeur wordt met voorzichtige stappen verkend, hoewel dit een lang proces is. In deze leeftijdsfase
worden vaak grapjes over ‘homo’s’ gemaakt. Wij accepteren dit niet, maar gaan hierover in gesprek.
Specifieke afspraken van Laterna Magica zijn op dit gebied:
 We maken geen foto’s of filmopnamen van blote kinderen.
 Kinderen mogen niet bloot lopen (niet binnen en buiten).
 Bij een uitstapje naar het strand houdt het kind badkleding of ondergoed aan.
 We noemen de geslachtsdelen ‘piemel’ en ‘vagina’.
6
Activiteitenaanbod
Natuurlijk spelen = leren
Spelen is voor (jonge) kinderen een natuurlijk manier om de wereld te verkennen en hun beeld van de
wereld te vergroten. Of het nu een rollenspel is of experimenteren met materialen. Vanuit het
spelgedrag van (jonge) kinderen dienen zich allerlei mogelijkheden aan voor een schaduwcoach om
het spel te verrijken en daarmee hun kennis en vaardigheden te verbreden en te verdiepen. Vanuit het
spelen ontstaan vaak onderzoeksvragen over de echte wereld.
Met een breed aanbod van activiteiten en workshops dagen we kinderen uit om allerlei vaardigheden
te ontwikkelen. Spelenderwijs, op vrijwillige basis en altijd met groot plezier komen sociale
vaardigheden, cognitieve en motorische vaardigheden, fantasie en creativiteit aan bod. Het
spelmateriaal en de speel/leeromgeving is rijk, uitdagend, fantasierijk en past bij het
ontwikkelingsniveau. We wisselen af en toe het speelmateriaal, zodat het uitdagend blijft voor de
kinderen. Waar mogelijk kiezen we voor materialen uit de ‘echte wereld’ en voor natuurlijke
materialen.
6.1
Verschillen tussen jongens en meisjes
We spelen in op de verschillende interesses en behoeften die jongens en meisjes kunnen hebben. Die
verschillen hebben deels te maken met de ontwikkeling van de hersenen. De linker hersenhelft
ontwikkelt zich langzamer dan de rechter. En door de invloed van het mannelijke hormoon
testosteron, verloopt dat proces bij jongens langzamer. Daarom hebben zij meer behoefte aan grof
motorische bewegingen, waarbij ze letterlijk de ruimte nodig hebben. Ze kunnen al snel hun interesse
verliezen bij activiteiten die een beroep doen op hun fijne motoriek. De ontwikkeling van de fijne
motoriek verloopt bij meisjes sneller; daarom zal hun spanningsboog bij dergelijke activiteiten groter
zijn dan bij jongens. Om dezelfde reden uiten jongens zich veelal fysieker en stoeien daarom graag
met elkaar. We kijken naar het individuele kind en sluiten aan op zijn/haar behoefte ongeacht of het
een jongen of een meisje is. Ieder kind krijgt de ruimte die het nodig heeft.
6.2
Vallen en opstaan
Wij geven kinderen de ruimte situaties te oefenen en ervarend te leren. Dit gebeurt soms letterlijk met
vallen en opstaan. Kinderen leren zo risico’s in te schatten. Spelen zonder risico kan niet, uiteraard
begeleiden wij de kinderen hierin. We bieden verschillende workshop met sport in de gymzaal maar
bieden ook uitdaging aan in de ontdektuin en de stormbaan. De motorische ontwikkeling is o.a. van
belang voor de taalontwikkeling.
6.3
Meer van hetzelfde
Kinderen willen soms gedurende langere tijd achter elkaar met dezelfde activiteit bezig zijn.
Bijvoorbeeld de hele week met kapla of met dinosaurussen spelen. Zo vergroten ze hun concentratie
en verdiepen met fantasie hun spel. Alle ervaringen krijgen de tijd om in de hersenen te worden
opgeslagen.
We geven kinderen die langere tijd met een zelfde activiteit bezig willen zijn daarvoor de gelegenheid
en tijd.
6.4
Het doen telt
Voor alle kinderen geldt, dat het eindresultaat van hun activiteit niet belangrijk is, maar de weg ernaar
toe. Het proces staat centraal. Het proces bestaat uit uitproberen en ervaringen opdoen, gerelateerd
aan de ontwikkeling van een kind. Bij het jonge kind zou dit kunnen bestaan uit het dopen van een
kwast in de verfpot of het scheuren van papier; bij een ouder kind het leren kleuren binnen lijntjes.
Deze succeservaringen en beleving vergroten het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid. Zo hebben wij
op Laterna Magica bijvoorbeeld een ‘knappe kast’ in de onderbouwunit: in deze kast liggen
werkstukken van kinderen die ze tentoonstellen omdat ze er trots op zijn en er hard aan gewerkt
hebben. Maar ook tijdens de reflectie is er tijd om stil te staan bij wat je hebt gedaan, wat een kind
heeft geleerd en welke stappen hij heeft ondernomen.
6.5
Opbouw activiteiten
Het activiteitenaanbod werken we uit volgens drie pijlers:
Vrije activiteiten
Kinderen kunnen op eigen initiatief, zelfstandig aan de slag met het aanwezige spelmateriaal of
creatief materiaal, dat in de unit aanwezig is. Het zij alleen of samen in een groepje. Het spelmateriaal
is uitdagend en toegespitst op de leeftijdsgroep. Om het samen spelen te stimuleren, hebben we veel
spelmateriaal dat hiertoe uitnodigt.
Open activiteiten
Wij bieden activiteiten aan. Het kind kiest of het hieraan deelneemt, of iets anders gaat doen. Het
aanbod is flexibel en biedt kinderen de ruimte om zelf met initiatieven te komen voor activiteiten of met
een eigen inbreng te hebben in de aanpak. Het kan daarom gebeuren dat een door ons voorbereide
open activiteit een andere wending krijgt en uiteindelijk wordt afgesloten met bijvoorbeeld een heel
ander spel.
Extra georganiseerde activiteiten
Kinderen kunnen zich inschrijven voor een workshopreeks van interne en externe specialisten
(trainers, instructeurs of schaduwcoaches) die worden aangeboden. Ze kunnen zo kennis maken met
verschillende vaardigheden en ontdekken waar hun talenten liggen. Elk blok wordt er een nieuwe
workshopreeks georganiseerd binnen verschillende ontwikkellijnen. Denk hierbij aan sport
(bijvoorbeeld voetbal, handbal, dans) maar ook zingen, yoga, techniek, natuur en creatief aan de slag
gaan.
Aan het begin van de het blok kunnen kinderen kiezen welke workshop ze willen volgen. Kinderen
kunnen een ‘snuffelfilm’ zien (gemaakt door de schaduwcoaches) waarin ze een introductie krijgen
van de workshop. Als een kind voor een workshopreeks kiest, vinden wij het belangrijk dat hij dit ook
afmaakt.
Het kan zijn dat in het portfolio gesprek met een kind, ouder en (schaduw)coach afspraken worden
gemaakt om een bepaalde workshopreeks te volgen omdat dit past binnen het ontwikkelplan van het
kind.
6.6
Verhalen
Luisteren naar een verhaal, benoemen waar het over gaat en wat je ervan vindt, stimuleert de
taalontwikkeling; de woordenschat wordt groter. Voorlezen is ook vaak een groepsactiviteit; kinderen
en schaduwcoaches nemen de beurt en luisteren naar elkaar. Kinderen kunnen ook zelf een boek
lezen; dat prikkelt niet alleen hun fantasie, maar kan ook een fijn rustmoment zijn.
In de onderbouwunits wordt er samen met de ouders en kinderen gelezen tussen half 9 en 9 uur.
In unit 0 zijn er voorleesexperts, of wel kinderen uit de bovenbouw die op gezette tijden komen
voorlezen voor kinderen in unit 0.
6.7
Uitstapjes
We maken verschillende uitstapjes, met name in de vakantie. Bijvoorbeeld naar het theater, Artis,
bibliotheek of musea. Dat vergroot de wereld van de kinderen; ze doen zo weer nieuwe ervaringen op.
Tijdens uitstapjes gelden de veiligheidsvoorwaarden zoals beschreven in het vervoersprotocol.
6.8
Buitenspelen
Buitenspelen doen we zoveel mogelijk iedere dag. Daar hebben kinderen letterlijk de ruimte voor grof
motorische bewegingen en kunnen ze zich uitleven: klimmen en klauteren, rennen en fietsen. Buiten
worden ook activiteiten aangeboden als sport en spel en onderzoeken van de natuur.
Zo hebben wij in onze ontdektuin een kas staan en krijgen we dieren (kip of konijn). In de ontdektuin
en op de stormbaan kunnen de kinderen klimmen en klauteren.
6.9
Natuur & milieu
Kinderen krijgen hun normen en waarden overgedragen door hun directe verzorgers. Wij hebben dus
een voorbeeldfunctie, ook ten aanzien van het milieu.
Vooral de kennismaking met de natuur staat voorop, zodat kinderen deze leren waarderen. De
schaduwcoaches zullen de kinderen hiertoe bewust bij de natuur betrekken. De aandacht voor het
milieu zal vanuit dit standpunt op een speelse manier en vanuit een voorbeeldfunctie worden
meegenomen.
Voorbeelden om kinderen bij de natuur te betrekken:
 Aandacht voor de seizoenen, bijvoorbeeld door de aankleding van het lokaal, door creatieve
activiteiten.
 Buiten spelen in alle jaargetijden.
 Werken met plantjes en zaadjes. Het maken van een kindertuin.
 Aandacht voor diverse diersoorten, door voorlezen en bezoek kinderboerderij.
 Bewust omgaan met dieren als slakken en lieveheersbeestjes.
 We maken gebruik van kernconcepten zoals groei& leven, energie, evenwicht en kringloop.
Voorbeelden om kinderen bij het milieu te betrekken:
 Mee laten helpen bij het opruimen van papier/glas in de daarvoor bestemde bakken.
 Afval apart verzamelen.
 Geen afval op straat (laten) gooien.
 Zuinig leren omgaan met water bij het handen wassen.
 Kosteloos materiaal gebruiken.


(Teken)papier optimaal gebruiken.
Oud voedsel gebruiken voor bijvoorbeeld de kippen en konijnen.
6.10 Creativiteit
We geven ruim baan aan de creativiteit van kinderen door bij elke activiteit de inbreng van kinderen
een grote rol te laten spelen. We stimuleren hun creatieve proces door activiteiten aan te bieden die
niet van te voren zijn ingevuld of waar niet aan de hand van een voorbeeld wordt toegewerkt naar een
bepaald eindresultaat. Spelenderwijs en in gesprek met kinderen komt er iets tot stand. Het gaat niet
om het eindresultaat maar om het proces.
We maken gebruik van de eigen creatieve oplossingen die kinderen hebben, zowel in het spel als
tijdens een creatieve activiteit. We geven kinderen de ruimte allerhande materiaal op hun eigen wijze
te gebruiken. Zo wordt het materiaal optimaal onderzocht. Wij voegen hoogstens een element toe aan
de activiteit, maar schrijven niets voor en laten kinderen bepalen wat ze met het materiaal doen.
6.11 Gebruik televisie en computer
Laterna Magica werkt met kinderen aan de 21e century skills. We denken dat kinderen later beroepen
uit zullen oefenen die wij nu nog niet kunnen bedenken. Onze missie is: dat wij elke splinter talent
ontdekken zodat kinderen de toekomst uit kunnen vinden. Een kind die als 0 jarige nu bij ons start zal
naar schatting in 2037 de arbeidsmarkt opgaan. Hoewel we niet weten hoe het er dan uit ziet zal de
digitalisering een stuk verder zijn dan nu. LM wil kinderen leren om op een veilige wijze de digitale
mogelijkheden te benutten voor persoonlijk en sociaal leren, creativiteitsontwikkeling en onafhankelijk
denken. We maken gebruik van ipads en macbooks op Laterna magica. Belangrijke aspecten hierbij
zijn:



We maken duidelijke afspraken met de kinderen hoelang ze een macbook of ipad mogen
gebruiken. De maximale leeftijd per kind is vast gelegd in een stappenplan voor ouders;
Het gebruik van de Ipad of macbook is in het verlengde van het ontwikkelplan van ieder kind.
De ipad en macbook zijn een middel en niet het doel. We blijven kiezen voor een goede mix
van digitaal, spel, onderzoek, binnen, buiten, individueel en samen. ‘Blended learning’.
Met name in de onderbouwunits en de bovenbouwunits maken wij gebruik van deze middelen in de
leeftijd van 4-12 jaar.
6.12 Huiswerk
Kinderen hebben de hele dag de gelegenheid om te werken aan een presentatie of prestatie. Na half
3 gaat dit in overleg met de schaduwcoach. Zij maken duidelijke afspraken waar het kind aan werkt en
hoelang. Dit wordt met ieder kind individueel afgesproken.
6.13 Vakantieactiviteiten
In de vakantie bieden wij de kinderen een divers programma aan van 07.30 tot 18.30 uur. Het
programma biedt verschillende workshops gericht op diverse gebieden zoals theater, sport, spel,
atelier, dans en muziek. De workshops kunnen op Laterna Magica zelf worden gegeven of we gaan
op een excursie. Het programma staat op Laternaweb zodat ouders en kinderen op tijd weten wat we
gaan doen.
Op laternaweb zetten we foto’s, filmpjes en nieuwtjes wat we allemaal gedaan hebben.
7
Sfeer op de groep
7.1
Ruimte: indeling en aankleding
Algemeen
De uitstraling van de unit is van invloed op de sfeer. We creëren een veilige en geborgen leefruimte
door deze op een bepaalde manier in te delen en aan te kleden, afgestemd op de leeftijdsgroep die in
de groepsruimte verblijft. Ieder kind behoort tot een stamgroep die bestaat uit een vaste leefruimte als
basis. Dat zorgt ervoor dat de ruimte vertrouwd wordt voor het kind en draagt bij aan de emotionele
veiligheid.
De verschillende ruimten zijn in mooie kleuren geschilderd en ingericht met kindvriendelijk meubilair
en met de knutselwerkjes, tekeningen en foto’s van de kinderen. We bieden speelmaterialen en
materialen zoveel mogelijk op kindhoogte aan, zodat een kind zich gestimuleerd voelt om zelf te
kunnen kiezen (initiatief te nemen) waarmee het wil spelen.
Op Laterna Magica hebben we verschillende hoeken ingericht met spelmateriaal. Er is ook een hoek
met kussens en zachte materialen, waar een kind zich even kan terugtrekken. Zo creëren we een
rustige en veilige sfeer. De indeling van de ruimte is zodanig dat kinderen er samen kunnen spelen,
maar ook alleen. De unit is uitdagend doordat er veel keus is, er zijn materialen uit ‘de echte wereld’
en natuurlijke materialen. Alles is overzichtelijk opgeborgen zodat kinderen het zelf kunnen pakken en
opruimen.
Elk schaduwcoach is verantwoordelijkheid voor de verzorging, uitstraling en aankleding van de
groepsruimte; we doen dat zoveel mogelijk samen met de kinderen. Bijvoorbeeld door op meerdere
momenten van de dag samen op te ruimen. Hiermee stimuleren wij de zelfstandigheid, participatie,
het groepsgevoel en het verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen. En de ruimtes blijven rustig en
overzichtelijk. Dat voorkomt overprikkeling bij de kinderen. Een overprikkeld kind, komt niet echt tot
spelen omdat er steeds iets nieuws is wat zijn aandacht vraagt. We zorgen er zo voor dat kinderen
geconcentreerd kunnen spelen. Dat is belangrijk omdat spelen de manier is waarop kinderen leren.
Door het uitdagende spelmateriaal en het gevoel van herkenning en veiligheid stellen we kinderen in
staat zich op allerlei gebieden te ontwikkelen. Door de deuren open te zetten in de unit geven we ze
de mogelijkheid zelfstandig keuzes te maken en hun leefwereld te vergroten.
7.2
Bijzondere momenten
Aan bepaalde gebeurtenissen in het leven van het kind besteden we bijzondere aandacht. We vieren
verjaardagen en nemen afscheid van een kind dat overgaat naar een volgende unit. We besteden ook
aandacht aan feesten en feestdagen vanuit de culturele achtergrond van de kinderen op onze groep.
Een bijzonder moment kan ook een verdrietige gebeurtenis zijn, zoals het overlijden van een opa of
oma. We besteden hier aandacht aan, afgestemd op de behoefte van het betreffende kind en de
andere kinderen in de groep.
Elk feestje kent zijn eigen, vaste rituelen, die ervoor zorgen dat de kinderen weten wat er komen gaat.
Zo ervaren ze een gevoel van zekerheid en veiligheid.
We vinden het ook belangrijk om bijzondere aandacht te besteden aan het afscheidsfeestje; het kind
kan een periode afsluiten en aan een nieuw ‘avontuur’ beginnen. Hij neemt afscheid van de oude
groep, van de groepsgenootjes en de schaduwcoaches en van gebruiken en gewoonten. Ook voor de
‘achterblijvers’ is afscheid nemen belangrijk. Zij missen immers een groepsgenootje. Door steeds
dezelfde rituelen terug te laten komen, worden kinderen gesteund en begeleid in het zetten van de
volgende stap.
De betrokkenheid van de kinderen onderling speelt bij de bijzondere momenten een belangrijke rol.
Samenwerken, rekening houden met elkaar en respect hebben voor anderen zijn allemaal aspecten
van betrokkenheid die aan bod komen. Vanuit die betrokkenheid besteden we bijvoorbeeld ook
speciale aandacht aan een kind dat een broertje of zusje heeft gekregen, of een kind dat er niet bij
kan zijn omdat hij ziek is.
Sensitiviteit is een belangrijke attitude van de schaduwcoach. Wij stellen ons sensitief op en maken
vanuit betrokkenheid de kinderen sociaal attent op elkaar. We hebben aandacht voor het individuele
kind en voor de groep. Wij herkennen en benoemen emoties en zorgen voor een ontspannen en
vrolijke sfeer.
7.3
Belonen en corrigeren
Belonen en corrigeren van gedrag is heel belangrijk in de ontwikkeling van kinderen. We belonen een
kind als het gewenst gedrag vertoont en corrigeren hem bij ongewenst gedrag. Zo leren kinderen
grenzen kennen. Wij houden er rekening mee dat dit een leerproces is voor een kind. We observeren
het gedrag en proberen te achterhalen wat er in het kind omgaat en waar het gedrag vandaan komt.
Wij spreken kinderen aan op hun gedrag, niet op wat of hoe ze zijn.
We buigen ongewenst gedrag om naar gewenst gedrag. Dat doen we bijvoorbeeld door het kind af te
leiden (vooral bij jongere kinderen), of kort uit te leggen waarom het gedrag ongewenst is. We bieden
het kind een alternatief aan of leiden hem weg uit de situatie. We vinden het belangrijk daarbij altijd
kort en duidelijk uit te leggen wat zijn gedrag ongewenst maakt, en dat niet het kind zelf ongewenst is.
Daarbij gebruiken we de ik- benoeming, zodat voor het kind duidelijk is wat er verwacht wordt. Een
dreumes kan nog geen koppeling maken tussen een conflict en een time-out. Bij een dreumes moet
het gedrag worden uitgelegd en omgebogen in het moment.
Bij gewenst gedrag belonen we het kind, bijvoorbeeld in de vorm van een complimentje. Onze stem,
mimiek, en het maken van oogcontact zijn erg belangrijk bij belonen en corrigeren. We zorgen er ook
voor dat we direct belonen en corrigeren, omdat een kind anders niet goed begrijpt waarvoor het
gecorrigeerd of geprezen wordt. En we gaan hier consequent mee om. Als iets de ene keer wel mag
en de andere keer niet, is het voor een kind onduidelijk waar grenzen liggen. Het leren kennen van de
grenzen is nodig voor het scheppen van duidelijkheid. Dit zorgt voor emotionele veiligheid. Wij
overleggen onderling hoe er met belonen en corrigeren wordt omgegaan, zodat wij op alle groepen
consistent kunnen zijn in de aanpak. We laten ouder weten hoe er met belonen en corrigeren wordt
omgegaan en in specifieke situaties overleggen we met hen over een aanpak.
Als kinderen in een conflictsituatie komen, grijpen we, naar gelang de ontwikkeling vordert, niet direct
in. We stellen de kinderen in staat de situatie zelf op te lossen. Dit is belangrijk in de ontwikkeling naar
zelfstandigheid. We houden de situatie goed in de gaten en bieden begeleiding als dat nodig is.
Op Laterna Magica vinden wij het belangrijk dat kinderen (jong en oud) van elkaar leren. Het
groepspoces is daarom van groot belang: kinderen zien van elkaar, leren van elkaar en ontdekken
samen.
Impulscontrole is een belangrijk element voor (later) succes. We ondersteunen en bemoedigen
kinderen om hun eerste impulsen onder controle te krijgen. Om te leren gaan met uitgestelde
beloningen. Zo ook om zich te leren concentreren.
7.4
Kinderparticipatie
Wij vinden het belangrijk dat kinderen zelf keuzes kunnen maken. Kinderparticipatie is daarom
essentieel voor onze manier van werken. We volgen daartoe zoveel mogelijk de behoeftes en
initiatieven van het kind. Dit betekent o.a. dat kinderen ideeën kunnen aandragen voor activiteiten.
Tijdens kringmomenten praten we regelmatig over allerlei zaken die de aangaan. Zoals: regels, welke
spelletjes ze leuk vinden, omgang met elkaar. Bij het samenstellen van het activiteitenaanbod en de
aanschaf van materiaal, hebben de kinderen natuurlijk een stem. We luisteren goed naar hun
behoefte en meningen en kijken daarbij naar de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden.
Wij ondersteunen kinderen in het kenbaar maken van hun wensen en creëren een sfeer waarin zij
zich veilig voelen. We ontvangen hun initiatieven en spelen hierop in. We helpen kinderen keuzes te
maken als ze dit moeilijk vinden. We stemmen onze manier van handelen telkens af op het
ontwikkelingsniveau van het individuele kind en hanteren daarbij heel bewust de interactieprincipes.
Een voorbeeld van kinderparticipatie op Laterna Magica is het reisbureau. Onder begeleiding van een
coach bedenken, plannen en organiseren kinderen zelf excursies en uitstapjes voor en met elkaar.
Kinderen bij LM zijn mede-eigenaar van hun eigen ontwikkeling, omgeving en leerproces.
Leren van elkaar
Met natuurlijk leren gaan wij er vanuit dat kinderen vooral veel van elkaar leren. Coaches
zorgen ervoor dat er voldoende contact tussen kinderen is. Zij scheppen de voorwaarde
zodat kinderen: met elkaar van gedachten wisselen; zich aan elkaar presenteren; samen
spelen; samen onderzoeken; zich verantwoordelijk voelen; zich eigenaar voelen. De coach
interrumpeert niet zomaar. Zij observeert eerst en vraagt zich dan af:
'wat houdt de kinderen
bezig?' in plaats van: 'hoe houd ik de kinderen bezig.' De coaches spreken daarbij de
groep niet aan als een geheel, alsof de kinderen allen identiek zijn, maar zij gaan uit van
diversiteit, van de grote onderlinge verschillen, en faciliteren de uitwisseling daarvan. De
grote uitdaging is om op het juiste moment iets toe te voegen aan de activiteit(en) van de
kinderen zodat zij zelf nieuwe kennis / vaardigheden gaan uitproberen.
7.5
Regels en afspraken
Binnen elke unit gelden er regels en afspraken die de sociale ontwikkeling ondersteunen en daarnaast
zorgen voor een emotioneel veilige omgeving. We stellen zoveel mogelijk in samenspraak met de
kinderen de (gedrags)regels op over hoe we met elkaar omgegaan en hoe we samen zorgen voor de
unit. Daar horen ook de eventuele consequenties bij voor kinderen die zich hieraan niet houden. We
stimuleren de sociale competenties van de kinderen en leren hen waarden en normen door rekening
te (leren) houden met elkaar en door te (leren) omgaan met elkaar.
Ook maken we afspraken met de ouders over wat hun kind wel of niet zelfstandig mag. Bijvoorbeeld
zelfstandig naar huis gaan.
8
Oudercontacten
8.1
Het doel: educatief en pedagogisch partner.
Ouders zijn belangrijke educatieve en pedagogische gesprek partners. Ze zijn ondernemend,
ondersteunend en creatief.
Van ouders verwachten we dat ze naar de portfoliogesprekken komen (samen met hun kind). In deze
portfoliogesprekken bepalen ouders samen met coach en kind de (eventuele) doelen voor een nieuwe
periode.
Het meest belangrijk vinden wij dat ouders kinderen ondersteunen, bemoedigen, laat merken dat zij
trots zijn als het kind nieuwe dingen geleerd heeft, en aanmoedigt en vertrouwt in het Natuurlijk Leren.
Dit kunt u doen door met uw kind mee te denken welke workshops uw kind kan kiezen, samen te
praten over wat uw kind wil leren, samen na te denken over keuzes en regelmatig samen met uw kind
in het portfolio te kijken. Kortom uw kind stimuleren om zoveel mogelijk 'eigenaar' te zijn van de eigen
ontwikkeling.
Belangrijk hierbij is een vertrouwensband en een goede samenwerking tussen de schaduwcoach en
de ouders. Dat vereist zoveel mogelijk afstemming tussen beide. We leren de kinderen goed kennen
en wisselen ervaringen en ontwikkeling uit.
8.2
Breng- en haalmomenten
Tijdens de breng- en haalmomenten wisselen wij samen met de ouders informatie uit. Wij horen graag
van hen wat van belang is om een kind beter te begrijpen om hem zo goed mogelijk te begeleiden.
Bijvoorbeeld hoe het weekeind of de vakantie is verlopen en of er bijzonderheden zijn.
Op onze beurt informeren wij ouders als zij hun kind ophalen over hoe de dag op Laterna Magica is
verlopen (over de activiteiten/workshops, hoe het kind dit heeft beleefd en eventuele bijzonderheden).
Het is fijn als het kind na 16.30 uur wordt opgehaald en wordt gestoord in zijn workshop.
Als ouders hun kind niet zelf komen halen, dienen ze dit van te voren te laten weten. Uit
veiligheidsoverwegingen geven wij kinderen niet zonder toestemming van de ouders mee aan een
derde. Om diezelfde reden kunnen kinderen alleen opgehaald worden door iemand boven de 12 jaar.
8.3
Gesprekken
Een paar weken voordat het kind gaat starten, nodigen we nieuwe ouders uit voor een intakegesprek.
Dat doet de coach van de stamgroep. Tijdens dit gesprek wordt informatie uitgewisseld en afspraken
gemaakt over onder meer het wenproces.
Portfoliogesprek met ouders
We nodigen de ouders tot 4 x per jaar uit voor een oudergesprek om de ontwikkeling van het kind
door te spreken. Dat doen we aan de hand van het portfolio.
Portfolio
Elk kind bij Laterna Magica krijgt een persoonlijk portfolio. Gedurende de hele periode worden
kinderen in hun ontwikkeling gevolgd en verzamelen coaches samen met de kinderen bewijzen van
groei van de kinderen. Dit portfolio is een instrument voor de coach en het kind zelf om de
ontwikkeling van het kind nauw te volgen.
Een belangrijk onderdeel van het werken met portfolio's is het contact met de kinderen en hun
ouders. Deze interactie biedt veel mogelijkheden om erachter te komen hoe kinderen groeien en wat
hun unieke talenten, interesses en behoeften zijn. Door de kinderen beter te kennen, kan het aanbod
beter worden afgestemd. Zo helpt het portfolio de coaches om het kind goed te ondersteunen in zijn
ontwikkeling en het bieden van emotionele veiligheid.
Ook ondersteunt het kindportfolio de onderbouwing van een overgang naar de volgende stamgroep.
We willen als team kunnen onderbouwen waarom een kind vanuit een veilige gehechtheid op een
gegeven moment over gaat naar een wereld vol grote en kleine avonturen en dit aan ouders kunnen
uitleggen. De gegevens in het kindportfolio, het zicht op de ontwikkeling van het kind, kunnen het
gesprek in het team en met de ouders ondersteunen.
Door te werken met een kindportfolio:
1.
Kennen we het kind beter;
2.
Kunnen we het aanbod afstemmen op waar kinderen behoefte aan hebben en kinderen
het beste uit zichzelf laten halen
3.
Maken we zichtbaar hoe kinderen groeien
4.
Gaan we in gesprek met de oudere kinderen over hun eigen ontwikkeling waardoor ze
zichzelf beter leren kennen
5.
Hebben we met ouders een gesprek over de groei van het kind
6.
Zijn kinderen mede eigenaar van hun ontwikkeling
7.
Is het leerproces belangrijker dan het product
Ontwikkellijn
In het kindportfolio zit een voorbeeld van een ontwikkellijn. Een ontwikkellijn is een weergave van een
verwachte ontwikkeling van kinderen. Het beschrijft een aantal voorbeelden van concreet gedrag voor
de verschillende ontwikkelingsgebieden. Voorbeeld van een ontwikkellijn is ‘ ik en de ander’ (sociaal,
emotionele en morele ontwikkeling) en ‘ik denk en ontdek’ (cognitieve ontwikkeling).
8.4
Laternaweb
Nieuws wordt geplaatst op de website van Laterna Magica: laternaweb. Laternaweb is een interne
communicatie website voor kinderen en ouders. Bij de intake worden ouders er alert op gemaakt dat
zij via de website op de hoogte kunnen blijven van de laatste nieuwtjes. Ouders loggen in met een
eigen code.
8.5
Oudercontact momenten
Naast het intake gesprek en de portfolio gesprekken organiseert Laterna Magica een aantal
bijeenkomsten waarin ouders en coaches elkaar kunnen ontmoeten:
 We hebben dagelijks contact bij het brengen en halen van de kinderen;
 We organiseren voor nieuwe ouders een uitgebreide informatieochtend over Laterna Magica;
 we organiseren minimaal 1x per jaar een ouder avond per unit;
 er zijn inloop/koffie ochtenden voor ouders. Bijvoorbeeld om de KC raad te ontmoeten.
 We organiseren minimaal 1x per jaar een gezamenlijk feest. Bijvoorbeeld een picknick of
parade.
8.6
Website
Laterna Magica heeft een eigen website: www.laternamagica.info. Hierop staat informatie over
Laterna Magica.
8.7
Kc raad
De KC-raad is de raad die is samengegaan vanuit de Oudercommissie van unit 0 / ‘de kinderen die de
hele dag bij LM zijn’ en de Medezeggenschapsraad van de school. De KC-raad sluit daarmee aan bij
de ontwikkeling naar Laterna Magica als Kindcentrum.
Leden voor de KC-raad (ouders en personeel) geven:
- feedback, instemming en advies op het beleid van Laterna Magica
- vertegenwoordigen de belangen van ouders en personeel bij de directie en bestuur
De KC-raad van LM werkt met 8 leden. Er wordt getracht om een evenwichtige opbouw van
vertegenwoordigers te hebben opdat alle kinderen van 0 tot 13 jaar zo evenredig mogelijk zijn
vertegenwoordigd.
Nieuws en notulen van de kc raad staan op laternaweb.
8.8
Exitenquête
Als de kindplaats is beëindigd, ontvangen ouders een exitenquête met vragen over hun ervaringen
met Laterna Magica. Deze evaluatie kan input zijn voor verbeteracties.
9
9.1
Borging van de kwaliteit
Personeel en opleiding
Alle coaches in ons team zijn gekwalificeerd. De kwalificatie-eisen om als coach te mogen werken zijn
vastgelegd in de CAO Kinderopvang en onderwijs. Op Laterna Magica vragen wij naast de opleiding
extra vaardigheden en competenties.
De coaches zijn mede-ontwerpers en onderzoekers van onze leeromgeving. We kunnen onze
organisatie alleen ontwikkelen als we onszelf ontwikkelen. De sterke lerende organisatie die Laterna
Magica streeft te zijn, is in staat om zich in hoog tempo nieuwe kennis, inzichten en bekwaamheden
eigen te maken ten dienste van de ontwikkeling van kinderen. Net als voor de kinderen richten we een
leerlandschap in voor de medewerkers.
Stagiaires
Regelmatig worden wij op de groep ondersteund door stagiaires. Zij volgen de opleiding Pabo, PW3,
PW4 of Helpende Welzijn. De stagiaires bieden ondersteuning bij de verzorging van kinderen, bij de
uitvoering van activiteiten, maar hebben niet de eindverantwoording. Ook zijn er werknemers die een
werk-/leertraject volgen, deze werknemers krijgen gedurende de opleiding steeds meer
verantwoordelijkheden. In het BPV-beleidsplan is vastgelegd wanneer een werknemer die een werk/leertraject volgt bepaalde taken mag uitvoeren.
Werknemers die een werk-/leertraject volgen en stagiaires worden ingezet conform de eisen zoals
deze zijn beschreven in de CAO Kinderopvang en onderwijs.
9.2
Ondersteuning op de groep door andere volwassenen
In principe maken wij geen gebruik van vrijwilligers. Voor extra activiteiten zoals een workshop,
trekken we uitsluitend gediplomeerde krachten aan. Zij moeten net als iedereen die in de
kinderopvang en onderwijs werkt een zogenaamde Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) overleggen
voordat ze hun activiteiten bij ons starten.
We maken een uitzondering voor ouders die komen (voor)lezen of een andere workshop komen
geven.
9.3
Werkinstructies/protocollen
Laterna Magica heeft werkinstructies en protocollen, bedoeld om de veiligheid en gezondheid van de
kinderen en de kwaliteit van de leefomgeving op Laterna Magica zo goed mogelijk te borgen.
Zo volgen we de richtlijnen van het Voedingscentrum bij het samenstellen van de maaltijden en de
tussendoortjes die wij aanbieden. Daarnaast zijn er ook instructies in opgenomen, bijvoorbeeld over
veilig slapen van kinderen en (veiligheids)eisen bij het ondernemen van een uitstapje. Er staat
bijvoorbeeld ook uitgebreid beschreven hoe we omgaan met ‘bijtgedrag’.
Deze werkinstructies en protocollen worden continue geëvalueerd en bijgesteld waar nodig.
9.4
Feedback? Vertel 't ons.
Goede samenwerking tussen ouders en schaduwcoaches is in het belang van het welzijn en
ontwikkeling van de kinderen. Daar zetten wij ons van harte voor in. Het kan voorkomen dat u van
mening verschilt met een medewerker of ergens ontevreden over bent (dit kan ook de administratie
zijn). Wij vragen u dit bespreken met de betreffende medewerker of met het MT en leiding.
Klachtencommissie
Meestal komen we er samen wel uit. Is dat niet het geval, of wenst u de klacht direct bij een
onafhankelijke klachtencommissie in te dienen, dan kunt u schriftelijk een klacht indienen bij de
Stichting Klachtencommissie Kinderopvang of onderwijs.
Geschillencommissie
Ook kunnen zowel ouders als Laterna Magica een klacht laten beoordelen door de
Geschillencommissie Kinderopvang of onderwijs. Meer informatie leest u in de Algemene
Voorwaarden, te vinden op onze website.
Klachtenreglement
Voor meer informatie over de klachtenprocedure en het volledige klachtenreglement verwijzen wij u
naar onze website.
9.5
Kwaliteitscyclus Laterna Magica
Laterna Magica hanteert een kwaliteitscyclus om de kwaliteit van onze diensten te bewaken. Een
kwaliteitscyclus die past bij onze visie op ontwikkeling, onze visie op leren en ontwikkelen.
Elk jaar doorlopen we deze cyclus waarin we systematisch en holistisch de praktijk op Laterna Magica
onderzoeken en ontwikkelen. Onderzoek ten dienste van de ontwikkeling van onze organisatie vindt in
allerlei vormen plaats en door het hele jaar heen. In deze kwaliteitscyclus beschrijven we wat we
willen meten, de momenten waarop we meten en de onderzoeksmethodieken die daarbij kunnen
worden ingezet.
Doel van de cyclus
Het systematisch onderzoeken moet leiden tot:
1. verbeteren, ontwikkelen en innovatie op de kerntaken van onze organisatie. Kerntaken die
voortkomen uit onze missie: we ontdekken en ontwikkelen iedere splinter talent, zodat kinderen de
toekomst kunnen uitvinden.
2. publieke verantwoording afleggen over de kwaliteit van onze kerntaken aan de betrokkenen bij
Laterna Magica.
3. verhogen van (persoonlijk) meesterschap. Medewerkers zijn betrokken in de onderzoeksprocessen
die binnen de kwaliteitscyclus staan beschreven. Medewerkers zijn afwisselend en in meer of mindere
mate: uitvoerders, ontwerpers en onderzoekers. De systematische reflectie op het eigen handelen
verhoogt het vak- en meesterschap.
Criteria bij deze kwaliteitsbewaking:
- transparantie = verantwoording afleggen door transparantie
- relaties = informatie wordt kennis als we het delen
- toekomst gericht / proactief = wat wil je creëren? Wat is je Werk en wie ben je Zelf
- routines, ritme en regelmaat.
- creatieve onrust = leren is ook innoveren = verandering is constant
Tussen visie en actuele werkelijkheid
Onze waarden en missie zijn de fundamenten waarop we bouwen.
Onze visie als doorkijkje naar de toekomst geeft ons richting.
Vanuit het spanningsveld tussen de actuele werkelijkheid en onze visie worden elk jaar doelstellingen
vastgesteld. Wat willen we bereiken? Bij de doelstellingen wordt een onderzoeksagenda gemaakt.
Waarin gaan we verbeteren, ontwikkelen en innoveren? Welke thema’s gaan we dus onderzoeken?
Met de kwaliteitscyclus bouwen we vervolgens een strategie. De manier waarop we onderzoek doen
en welke middelen we daartoe inzetten.
Om alle onderdelen die betrekking hebben op onze Integraal kindcentrum te kunnen meten en
analyseren, maken wij gebruik van het ordeningskader van het INK3 model. Binnen de 9
aandachtsvelden die dit model onderscheidt, zijn alle relevante aspecten ondervangen.
3
Model Instituut Nederlandse Kwaliteit
Waardering
door
Medewerkers
Personeel
Leiderschap
Strategie &
Beleid
Processen
Waardering
door klanten en
leveranciers
Eindresultaten
Waardering
door de
Maatschappij
Middelen
ORGANISATIE
RESULTAAT
leren & verbeteren
De eerste 5 aandachtsvelden hebben betrekking op de manier waarop de organisatie is ingericht. Met
andere woorden: wat doen wij om resultaat te bereiken.
In de kern is onze kwaliteitszorg te herleiden tot vijf eenvoudige vragen die we onszelf voortdurend
stellen
- Doen we de goede dingen?
- Doen we die dingen ook goed?
- Hoe weten we dat?
- Vinden anderen dat ook?
- Wat doen we met die informatie?
Laterna Magica werkt systematisch aan de kwaliteit van de organisatie door de ‘goede dingen nog
beter proberen te doen’. Daarvoor zijn de goede instrumenten nodig en hanteren we een heldere
plannings- en beleidscyclus. Want kwaliteit is geen toeval. Het betekent: het juiste beleid formuleren,
de juiste handelingen verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat Laterna Magica
wilde bereiken.
De kwaliteitszorg op onze organisatie voldoet aan de eisen die de inspectie van het onderwijs en de
kinderopvang stellen ten aanzien van kwaliteitszorg. De volgende indicatoren geven ons richting bij
het vormgeven aan de aandacht voor kwaliteit:
-
Laterna Magica heeft inzicht in de verschillen in behoeften
van haar kindpopulatie;
Laterna Magica evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van
haar opbrengsten;
Laterna Magica evalueert regelmatig het handelen van de professionals;
Laterna Magica werkt planmatig aan verbeteractiviteiten;
Laterna Magica borgt de kwaliteit van het handelen van de professionals;
Laterna Magica rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over
de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs en de kinderopvang.
Laterna Magica waarborgt de sociale veiligheid voor de kinderen en
het personeel.
Bij het werken aan kwaliteitszorg zijn dit onze uitgangspunten:
a. de directie van LM stuurt de kwaliteitszorg aan en is aanspreekbaar
op de resultaten en het gevoerde kwaliteitsbeleid;
b. de kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en pedagogisch handelen
zoals geformuleerd in het plan;
c. de kwaliteitszorg van ons IKC richt zich op de doelen van Laterna Magica,
daar staan we voor en daar mogen anderen ons op aanspreken.
d. de directie van het IKC zorgt voor een professionele cultuur; medewerkers werken
voortdurend aan hun professionele ontwikkeling, helpen elkaar daarbij en
spreken
elkaar op kwaliteit aan. De leiding stimuleert en faciliteert dit met een goed
integraal personeelsbeleid passend binnen de kaders van Stichting Samen
tussen
Amstel en IJ en Partou.
e. bij de zorg voor kwaliteit worden steeds personeel, managementteam, kinderen,
ouders/verzorgers, omgeving en bestuur betrokken. In het IKCplan wordt
aangegeven op welke wijze wij de diverse groepen vragen naar hun mening: in
de
diverse meetinstrumenten (zie volgende paragraaf).
f. de directie van het IKC legt in woord en geschrift regelmatig publieke
verantwoording af over de kwaliteit van de organisatie aan de betrokkenen bij
de
school.
Tri-band verantwoorden in Laterna Magica
Laterna Magica brengt opbrengsten in de kaart, kwantitatief en kwalitatief. Gemeten op drie
golflengten en op drie gebieden kwalificatie, socialisatie, personificatie (Biesta, 2012)
Verantwoording aan belanghebbenden
Als IKC zijn wij verantwoording schuldig aan onszelf; de kinderen en hun ouders; het bestuur,
algemene directie; en de inspectie van het onderwijs en de kinderopvang als vertegenwoordiger van
de maatschappij.
Aan onszelf, het bestuur en algemene directie verantwoorden zij ons door middel van het IKC plan,
jaarplan en jaarverslag.
De kinderen en ouders informeren wij (o.a. via Laternaweb, website en de KC-raad) over ons
onderwijs/ opvang en de gerealiseerde kwaliteit via de website, koersplan, jaarplan/jaarverslag.
Daarnaast worden de ouders en kinderen uiteraard geïnformeerd over de uitkomsten van de
tevredenheidsmetingen die onder deze groepen worden gehouden. In deze rapportage wordt tevens
opgenomen wat er met de uitkomsten in de komende jaren gedaan wordt. De inspectie wordt
geïnformeerd via het koersplan, jaarverslag/jaarplan en de stukken waarnaar in dit plan wordt
verwezen.
Wekelijks brengen we nieuws op Laternaweb (digitaal communicatieplatform.) Uitkomsten van
onderzoeken en metingen nemen we daar in op.
Onderstaande leercirkel vormt de basis van onze onderzoekende cultuur
Leercirkel
Korte uitleg over de leercirkel.
- performance: uitgangspunt voor het leren van de medewerker is de praktijk;
- data verzamelen: gesprekken, video’s van kinderen / medewerkers door opleider natuurlijk leren
en/of medewerkers / unitleider(s) vormen data voor reflectie.
- reflecteren: aan de hand van verschillende reflectietools wordt er door medewerkers samen met de
opleider en/of unitleider gereflecteerd.
- conceptualiseren: het pedagogische werkplan en wetenschappelijke theorieën worden bij de reflectie
betrokken en verbrede het perspectief van de medewerkers.
- plannen maken: vanuit het verbrede perspectief worden nieuwe plannen gemaakt die het handelen
van de medewerkers en daarmee de kwaliteit van de opvang / onderwijs moeten verbeteren.
- besluiten: n.a.v. de plannen worden besluiten genomen voor bijstelling van het pedagogisch
werkplan / unitplan. Er worden criteria vastgesteld waaraan we toekomstig handelen toetsen.
Doen: Ieder leerproces start bij het doen
(een bedoeling hebben)
Data: Om te kunnen reflecteren is data
nodig
Reflectie: Data tegen het licht houden en
waarderen door ze aan gestelde doelen te
toetsen
Conceptualiseren: Reflectie in een breed
verband plaatsen en verbinden met theorie,
mogelijkheid openen tot extra onderzoek
Plannen maken: verbeteren, veranderen,
innoveren
Besluiten: Het echt gaan doen en weten dat
je daartoe "bevoegd" bent.
Bij het verzamelen van gegevens over onze kwaliteit en de vorderingen maken we gebruik van
de volgende instrumenten:
a. Gesprekken met medewerkers
Binnen de gesprekscyclus worden loopbaangesprekken (ambitiegesprekken), en functionerings- en
beoordelingsgesprekken gehouden tussen medewerkers en leidinggevende. Het doel van deze
gesprekken is de kwaliteit te vergroten en het welbevinden van de medewerkers te verhogen.
Zie hierover personeelsbeleid Laterna Magica. De unitleider voert de gesprekken met de
medewerkers in de unit. De directie voert de gesprekken met de unitleiders. De directie voert
eveneens gespreken met de verschillende unitteams als geheel.
De bovenschools directeur gesprekken met de leidinggevende van Laterna Magica.
b) alle medewerkers houden middels een eigen portfolio hun ontwikkeling bij. Dit dient als basis voor
de functioneringsgesprekken. De ontwikkelpunten en bewijslast van ontwikkeling komt ondermeer
voort uit het volgen van de interne opleiding natuurlijk leren, bezoeken van directie, orthopedagoog en
intern opleider in de unit, feedback van collega’s.
c) stamgroep en unitbezoeken
De directie bezoekt iedere unit drie keer per jaar een hele dag. Aansluitend volgt een gesprek met het
unitteam. De opleider natuurlijk leren bezoekt de units op specifieke onderwerpen en in relatie tot
ambities en doelstellingen. De bezoeken staan in het teken van een vooraf gesteld doel op het gebied
van pedagogisch klimaat of didactisch handelen. Hiertoe is een unitplan met een samenhangend
opleidingsplan samengesteld waarop omschreven staat wat gewenst didactisch en pedagogisch
handelen c.q. gedrag in Laterna Magica is.
d) tenminste één keer per jaar vindt in iedere unit een observatie pedagogisch klimaat door de
orthopedagoog plaats (november en/of maart)
e) twee keer per jaar (november en maart) houdt de orthopedagoog samen met de interne opleider
een steekproef m.b.t. de kwaliteit van de ontwikkelplannen en portfolio’s van kinderen (evenals
consequent gebruik formulieren voor oudergesprekken). Aansluitend vindt feedback plaats en een
aanbod ter ondersteuning indien nodig.
f) twee keer per jaar (november- maart) vindt er een gesprek plaats tussen de orthopedagoog, interne
opleider en directie waarin de kwaliteit gemonitord wordt door de data te bekijken van: observaties in
de units (pedagogisch handelen), bezoeken van de interne opleider en directie in de units,
opbrengsten. Dit leidt tot een schoolbrede analyse en input voor de gesprekken met de unitleider.
g. twee keer per jaar (juli/sept en febr) vindt er een gesprek plaats tussen MT (unitleiders)- interne
opleider- directie waarin acties van de voorgaande periode worden geëvalueerd, een analyse
gemaakt op basis van data (natuurlijk leren- opbrengsten cito- pedagogisch handelen). Op basis van
de evaluatie en analyse worden acties uitgezet, wordt het ambitieplan van de unit aangescherpt, en
de focus van de bezoeken van de interne opleider en de directie uitgezet.
h. opleiding natuurlijk leren
Alle medewerkers (incl. stagiaires) leren en innoveren in dienst van onze missie: wij ontdekken en
ontwikkelen elke splinter talent, zodat kinderen de toekomst kunnen uitvinden.
De opleider natuurlijk leren is verantwoordelijk voor de interne opleiding voor alle medewerkers.
De opleider organiseert:
- teamleren (onderzoek en ontwerpen) workshops
- expertgroepen
- onderzoeksgroepen
Medewerkers worden uitgenodigd voor de bijeenkomsten door de opleider of unitleider als dat door
hen nodig wordt geacht en/of de medewerker doet vrijwillig mee met het aanbod.
Elke workshop van een unitteam sluit aan op de ambities. De intern opleider bereidt de workshops
voor samen met een teamlid van de unit (unitleider).
Alle nieuwe medewerkers volgen een vaste serie workshops.
De inhoud van de interne opleiding betreft minimaal:
- coachen van leerlingen
- het schrijven ontwikkelplan/portfolio
- lerende organisatie(structuur)
- workshops geven/ authentieke instructie
- coöperatieve leerstrategieën
- instructie clubs lezen, spellen, begrijpend lezen, rekenen
- criteria spel/onderzoek
- rijke leeromgeving
- anders evalueren (beoordelen om te leren/ te beslissen/ te verantwoorden)
- inclusie (cyclus route naar persoonlijk ontwikkelplan)
- gesprekken met ouders
Workshops interne opleiding
In workshops wordt volgens de leercirkel* het denken en handelen van de medewerkers geëvalueerd
en bijgesteld.
Het uitgangspunt op deze bijeenkomsten is innovatie. Innoveren of te wel: samen bouwen aan
(nieuwe) onderdelen van het pedagogisch werkplan en het concept natuurlijk leren. Samen bouwen
aan een nog rijkere leer/speelomgeving en aan goede gesprekken met kinderen. Samen bouwen aan
kwalitatief goed aanbod en pedagogische tact. We houden onze visie scherp.
Onderzoek
De opleider (en MT) initieert, is opdrachtgever en begeleidt onderzoek. Een onderzoeksgroep kan
bestaan uit medewerkers met gemeenschappelijke uitvoeringspraktijk of expertise op het gebied
waarvoor zij producten en ideeën onderzoeken.
De interne opleiding wil op verschillende manieren etalages neerzetten om mooie en boeiende
praktijken (die passen bij natuurlijk leren) voor elke medewerker toegankelijk te maken. Via digitale
weg, maar ook via kleine presentaties, rondleidingen etc.
Voorbeeld van een onderzoeksgroep is de groep rond de 3 jarigen.
De ontwikkelgroep bestaat uit medewerkers vanuit verschillende functies met expertise op dit gebied.
In dit geval: een unitleider / begeleider 3+ / opleider natuurlijk leren.
De leden van de ontwikkelgroep:
- bewaken en ontwikkelen het aanbod.
- gaan opzoek naar een instrument om objectieve criteria vast te stellen mbt de overgang van
driejarigen van unit 0 naar unit 3+.
De begeleider / coach van 3+ voert een gesprek tussen coach-ouder-kind waarin gekeken wordt:
1. is een kind qua ontwikkeling toe aan unit 3-7 jaar
2. hebben we een goed besluit genomen?
3. wat merken we in de unit?
4. wat merken ouders thuis?
- we nodigen iedere drie maanden een (externe) pedagoog uit om het welbevinden van de 3+
kinderen in kaart te brengen.
Expertgroepen
De opleider (en MT) initieert en begeleidt expertgroepen om onderdelen van LM op een hoger plan te
tillen. De expertonderwerpen en gerichte opdrachten aan deze groep worden gekozen op basis van
de analyse van de kwaliteit (twee keer per jaar, zie punt g). Uitvoerende medewerkers op het
betreffende onderwerp vormen samen de expertgroep. Zij ontwikkelen / ontwerpen en geven elkaar
feedback. De expertgroep geeft een terugkoppeling van de resultaten aan het MT. Voorbeeld is de
spelling-expertgroep die zich na opdracht van het MT buigt over het verbeteren van de
spellingsresultaten en de didactiek van Drs. J. Schraven invoert.
i. we werken met de cyclus KC koersplan per 4 jaar. Iedere jaar maakt iedere unit een unitwerkplan
afgeleid van het koersplan. De unitwerkplannen worden door de unitteams aan elkaar gepresenteerd
(september). Ook de opbrengsten worden gepresenteerd (juni).
Het ambitieplan bestaat uit twee delen: een doedeel en denkdeel. 1) in het doedeel staat op welke
manier een onderdeel praktisch wordt uitgewerkt. 2) in het denkdeel staat een onderzoeksvraag
centraal.
j. schooltoezicht inspectie
Cyclisch bezoekt de inspectie van het onderwijs ons IKC. Van deze bezoeken wordt een rapport
gemaakt dat ons informatie geeft over de stand van zaken ten aanzien van de kwaliteit van ons
onderwijs.
k. kinderopvangtoezicht
Cyclisch bezoekt de inspectie kinderopvang, de GGD, ons IKC. Van deze bezoeken wordt een rapport
gemaakt dat ons informatie geeft over de stand van zaken ten aanzien van de kwaliteit van onze
kinderopvang.
l. kindvolgsysteem en het kind volg jezelf systeem
Het kindvolgsysteem geeft, op basis van methode-onafhankelijke toetsen, informatie over de kwaliteit
van ons reken, taal, spel, schrijf en leesonderwijs. Hiermee kan Laterna Magica benchmarken. Het
kindvolgjezelfsysteem geeft informatie over de individuele groei van een kind. Twee keer per jaar
wordt op stamgroep, unit en organisatieniveau een analyse van de resultaten gemaakt.
m. ouderenquête
Eenmaal per twee jaar gaat een ouderenquête gehouden worden. In deze enquête wordt de mening
van ouders gevraagd over de kwaliteit van het IKC.
n. externe contacten
In de contacten met scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijf, naschoolse opvang, voortgezet
onderwijsscholen, waar de kinderen vandaan komen en de scholen/organisaties waar zij naartoe gaan
na LM wordt specifiek gevraagd naar zaken die LM nog kan verbeteren via een TIP_TOP kaart. Deze
kaart wordt eens per twee jaar uitgezet (vanaf 2014)
o. SMT, RIE
In de Sociaal Medisch Team gesprekken met de ARBOdienst wordt gesproken over veiligheid en
welzijn van de medewerkers. In de RIE (Risico Inventarisatie en Evaluatie) die de ARBOdienst eens
per vier jaar houdt, wordt informatie gegeven over veiligheid en welzijn van kinderen en medewerkers.
Verzuimcijfers van personeel en kinderen worden bijgehouden en geanalyseerd.
Incidentregistratie ongelukjes en signalen pestgedrag + klachten.
p. tevredenheids onderzoek personeel
Eens per twee jaar gaat een tevredenheids onderzoek uitgevoerd worden onder het personeel.
q. groeicurve aantal kinderen.
r. begrotingen en financiële verslagen
De jaarlijkse begrotingen en financiële verslagen, geven naast info over financiën ook informatie over
allerlei andere zaken (bv. investeringen, uitgaven van nieuwe materialen, etc)
s. kinder-tevredenheid-vragenlijst
Eens per twee jaar een onderzoek onder bovenbouwkinderen.
t. exit- vragenlijsten
Met ouders en medewerkers die tussentijds van school / opvang wisselen wordt een exit- vragenlijst
afgenomen
u. critical friends
Eens per jaar nodigen we een kritische vriend uit, met verstand van zaken m.b.t. opvang en onderwijs
én/of het concept. Hij/ zij bezoekt het IKC en kijkt intensief om een oordeel te kunnen geven over de
kwaliteit in relatie tot de ontwikkeling van natuurlijk leren.
Twee dagen per jaar organiseert LM een interne critical friend-dag. Op deze dagen gaan
medewerkers bij elkaar op bezoek, zien elkaar aan het werk en geven elkaar gericht feedback op
basis van tevoren vastgestelde criteria.
Bovenstaande levert een dataverzameling op die als onderdeel van de leercirkel wordt gebruikt
om beleid bij te stellen
a. verslagen loopbaan, functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken
(medewerkers zelf in portfolio)
b. verslag pedagoog 3+ en bijeenkomsten van de ontwikkelgroep 3+
c. opleiding natuurlijk leren. Data middels actie-onderzoek / case-studie / narratief
onderzoek. Verslagen van bijeenkomsten workshop en ontwikkelgroepen. Verslag
van unitbezoeken d.m.v. video / schriftelijk.
d. verslagen/ analyse inspectie
e. twee keer per jaar analyseverslag leerlingresultaten op unit,- en organisatieniveau
f. drie keer per jaar een persoonlijk leerplan per kind in portfolio
g. eens per twee jaar een ouderenquête
h. eens per twee jaar een TIP-TOP kaart externe contacten en maatschappelijk
belanghebbenden
i. verzuimcijfers personeel, kinderen, incidentregistratie ongelukjes/klachten en
pestgedrag
j. eens per twee jaar tevredenheidonderzoek personeel (incl. veiligheid)
k. groeicurve leerlingaantallen
l. jaarlijks begroting en financieel verslag als onderdeel jaarplan en jaarverslag
m. eens per twee jaar tevredenheidonderzoek leerlingen (incl. veiligheid)
n. verslagen exitgesprekken medewerkers en ouders
o. jaarlijks verslag/analyse critica friends (interne en externe audit)
p. gerealiseerd beleid; opbrengsten unit-plannen (afgeleid school en jaarplan)
q. films van mooie voorbeelden/opbrengsten via digital storytelling
9.6
Inclusie
Het team van Laterna Magica is van mening dat het voor alle kinderen goed is om te leren omgaan
met verschillen. Wij sluiten daarom in principe geen enkel kind uit en noemen dit ‘Inclusie’. Wij nemen
verschillen als vertrekpunt.
Laterna Magica verwijst in principe ook geen kinderen door naar het
speciaal onderwijs of opvang, tenzij ouders en kinderen zelf aangeven daar een voorkeur voor te
hebben of wanneer de veiligheid van andere kinderen in het gedrang dreigt te komen. Om ervoor te
zorgen dat we kinderen goed kunnen begeleiden, willen we zicht krijgen op het totale kind.
We denken steeds vanuit wat een kind nodig heeft om zich te ontwikkelen, dat wat de kinderen om het
kind nodig hebben, dat wat de coaches nodig hebben om dit vorm te geven, dat wat we aan moeten
passen in de organisatie en dat wat ouders bij kunnen dragen.
9.7
Veiligheid en gezondheid
Op Laterna Magica zijn alle veiligheid- en gezondheidsfactoren in kaart gebracht d.m.v een risico
inventarisatie.
Deze zogenaamde risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die het verblijf van de kinderen
met zich meebrengt: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen,
beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. Bij de risico-inventarisatie gezondheid wordt gekeken
naar ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De kc-raad brengt advies uit op
het gevoerde beleid ten aanzien van de risico-inventarisaties en de plannen van aanpak.
De risico-inventarisatie gaat uit van normen én van het (soms onvoorspelbare) gedrag van kinderen.
Jaarlijks stelt de GGD vast of deze inventarisatie en de hieraan gekoppelde evaluatie op de juiste
wijze en volledig is uitgevoerd. De risico-inventarisatie en een afschrift van het inspectierapport van de
GGD liggen op Laterna Magica ter inzage. Het inspectierapport is ook te vinden op onze website.
9.8
Deskundigheidsbevordering
Binnen Laterna Magica hebben wij een eigen opleider. De opleider verzorgt o.a. workshops natuurlijk
leren voor (nieuwe) medewerkers. In de workshops raak je vertrouwd met het concept door vanuit
theorie en praktijk mee te denken en te ontwerpen. De thema’s van de workshops sluiten aan op het
koersplan van Laterna Magica en de ambitieplannen van de unitteams. We ontmoeten elkaar hier unit
door broken, ontwikkelen een ‘taal’ die bij natuurlijk leren past en reflecteren op elkaars handelen.
Daarnaast organiseert LM coaching on the job voor medewerkers. Zie ons beleid: leerlandschap.
Download