Pedagogisch beleid in praktijk unit 1 t/m 6 Laterna Magica mei 2014 1 Beleid in praktijk Het algemeen pedagogisch beleid van Partou kinderopvang vormt mede een uitgangspunt voor de missie en visie van Laterna Magica. In samenspraak met de KC-raad stellen wij het pedagogisch beleid in de praktijk samen. Hierin laten we zien hoe wij, de coaches, de visie en missie in praktijk brengen. Dit stuk is bedoeld voor het team en de ouders van Laterna Magica. Jaarlijks kijken we opnieuw samen met de KC-raad naar dit werkplan en passen het waar nodig aan. Dat doen we ook bij wijziging van het algemeen pedagogisch beleid van Partou kinderopvang. Integraal kindcentrum Laterna Magica Binnen Laterna Magica wordt onderwijs en kinderopvang geïntegreerd: we werken vanuit een team samen aan onze missie. Staij (onderwijs) en kinderopvang (Partou kinderopvang) hebben een intensieve samenwerking en vormen samen een integraal kindcentrum. Missie van Laterna Magica “Wij ontdekken en ontwikkelen iedere splinter talent, zodat kinderen de toekomst kunnen uitvinden.” Een kind dat 13 jaar is geworden neemt afscheid van een leergemeenschap waarin hij de liefdevolle aandacht heeft gekregen van alle medewerkers. Aan het eind van deze levensfase heeft dat kind geleerd zichzelf te sturen en verantwoordelijkheid te nemen voor zijn ontwikkeling en dat van zijn omgeving. Het kind heeft vertrouwen opgebouwd in wat hij kan en wie hij is. Nieuwe kennis maakt het kind samen met anderen. De wereld komt niet op je af, de wereld, die maak je zelf. Visie van Laterna Magica Wij brengen je naar een plek waar kinderen de toekomst iedere dag opnieuw uitvinden. Een plek met vrije ruimte en met de rust om te ontmoeten en te zijn wie je bent en wat je wilt worden. Op deze plek is ieder kind welkom. Zij ontmoeten hier de wereld en maken samen de wereld. Kinderen, hun ouders en opvoeders, (schaduw)coaches en experts komen elkaar hier tegen en nemen samen de verantwoordelijkheid om elke splinter talent te ontdekken en te ontwikkelen. Elke professional leert en ontwikkelt zich daartoe en stelt zich de vraag: Wie ben jij? Waar ben je goed in? Dan bouw je dat uit Waar liggen je interesses? Dan bouw je dat op Welk talent mis je? Dan compenseer je dat Bij dit streven past een krachtige omgeving waar spelen, leren, ontspanning en inspanning hand in hand gaan. We halen de buitenwereld naar binnen en er is ruimte voor de eigen sociale wereld van kinderen. Kinderen leren om verantwoordelijkheid te nemen voor de omgeving, niet alleen binnen de gemeenschap maar ook naar buiten. Ons uitgangspunt is dat je altijd leert en dat kinderen veel van elkaar leren. De coach is er om kinderen daarbij te ondersteunen, te laten reflecteren en uit te dagen een volgende stap te nemen. Ons startpunt is datgene wat het kind kan en wil. Motivatie neemt toe met het ervaren van succes. Door alle professionals wordt nagedacht over leren. De attitude van alle personeelsleden is om rond autonomie- ontwikkeling van kinderen continu nieuwe werkvormen en inhouden te ontwerpen en deze te toetsen op hun effect. Onze waarden: Integriteit Geeft richting aan ons handelen Liefde Met hart voor kinderen, elk kind is welkom Autonomie Zelfsturing, reflectie, zelfkennis en zelfbewust Verantwoordelijkheid Je draagt verantwoordelijkheid voor jezelf, voor elkaar en voor de omgeving. Vertrouwen We hebben hoge verwachtingen van ieder mens Ontwikkelingsfases Natuurlijk spelen en bouwen gaat uit van de ontwikkelingsfases waarin kinderen verkeren en niet vanuit hun leeftijd. Een ontwikkelingsfase is een periode in het leven van het kind met specifieke kenmerken. In iedere ontwikkelingsfase is sprake van een spanningsveld tussen “willen en kunnen”: de basis voor ontwikkeling en groei. Kinderen ontwikkelen zich veelal door “doen”. Dit gebeurt onder andere door het ‘willen’ bij kinderen te prikkelen en het ‘doen’ mogelijk te maken. Een sociaal en emotioneel veilige omgeving vormt daarbij de basis en de accommodatie ondersteunt daarbij. Het is Natuurlijk Leren als: het kind een eigen keuze heeft op basis van interesse en voorkeur; het kind werkt aan persoonlijke doelen die zelfverbetering en leren stimuleren; de ontwikkeling bepaalt wat een kind doet (niet de leeftijd/ groep); kinderen uitgedaagd en geprikkeld worden om de echte wereld te verkennen; medewerkers: - actief afwezig (waarnemen, volgen, bewust ruimte geven) zijn of - bedoeld aanwezig zijn (prikkelen, uitdagen, ondersteunen, uitleggen) - medewerkers sámen met kinderen hun ontwikkeling volgen het unitteam sámen leert en samen verantwoordelijk is voor de hele unit; medewerkers succeservaringen en het geloof in eigen kunnen van alle kinderen versterken; medewerkers onderzoekend en leergierig zijn; er voortdurende interactie is tussen kind en omgeving, kind en volwassene en kinderen onderling. Hierbinnen krijgen alle ontwikkelingen een plaats; alle medewerkers zelf én met kinderen reflecteren op eigen handelen; activiteiten, begeleiding en aanpakken passen bij ‘de soort kennis’ die het kind opdoet; alle medewerkers kinderen ondersteunen door richting, ruimte en ruggensteun te bieden; taken interessant, echt en bruikbaar zijn (leren in de werkelijkheid); alle medewerkers met kinderen werken aan rekenen/taal/inzicht in de wereld én 21 century skills: samenwerken, communicatie, ICT- geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, probleem oplossen, sociale en culturele vaardigheden; alle medewerkers kinderen begeleiden naar zelfsturing: door inspireren, enthousiasmeren, bekrachtigen, reflectie, leerstrategieën, samenwerken. 2 Kerndoelen kinderopvang en onderwijs Laterna Magica heeft ‘brede’ doelen voor het kind. Deze dekken uiteraard de kerndoelen van het onderwijs en de kerndoelen van de kinderopvang (Wij zorgen ervoor dat kinderen zich emotioneel veilig voelen (1), geven ze de gelegenheid zich persoonlijk (2) en sociaal (3) te ontwikkelen en om zich de normen en waarden van onze samenleving eigen te maken (4)). Echter, we willen meer betekenen voor kinderen en willen ook meer bereiken 1. Voor kinderen van 013 jaar. En voor de hele dag. 1 Prof. G. Biesta, goed onderwijs en de cultuur van het meten, 2012 Ons streven naar het ontdekken en ontwikkelen van talent, speelt zich af op de plekken waar kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming elkaar overlappen. De drie gebieden staan namelijk niet los van elkaar. We geven kinderen de kans om hun talenten te tonen. Ontdekken en ontwikkelen gaan hand in hand; zonder ontdekking geen ontwikkeling! Talenten bestaan door de bevestiging van anderen. Het kind is uniek doordat anderen zien wat hij doet en zegt en wanneer men dat als onmisbaar kwalificeert. ‘Anders zijn’ is de maat. We erkennen ontwikkelingsstadia, pluriformiteit en bieden kinderen een opening in een rationele wereld. subjectwording kwalificatie socialisatie Laterna skills We gaan voor brede ontwikkeling gericht op de toekomst; zodat kinderen de toekomst kunnen uitvinden. Op dit moment weten wij nog niet welke beroepen onze kinderen straks gaan uitoefenen. Wel weten we uit onderzoek dat er in deze 21 ste eeuw een aantal belangrijke competenties zijn te onderscheiden2 : samenwerken, probleemoplossend vermogen, ict geletterdheid, creativiteit, kritisch en onafhankelijk denken, communiceren, en sociale- en culturele vaardigheden. Wij besteden bij alle kinderen de hele dag aandacht aan deze vaardigheden: van 0-13 jaar. Daarbij gaat het nadrukkelijk ook om burgerschapsvorming; leren en verantwoord omgaan met jezelf, met elkaar en met de omgeving. Onze doelen zijn afleidbaar uit ‘het is natuurlijk leren als..’ We willen bij kinderen bereiken: 1. Autonomie ontwikkeling; dit ben ik! 2. Zelfsturing, eigenaarschap, interactie en reflectie; 3. Cognitieve vaardigheden, complexe denkstrategieën, psycho-motorische vaardigheden, metacognitieve vaardigheden en sociaal culturele vaardigheden. Om deze doelen te verwezenlijken en zo goed mogelijk aan te sluiten bij zowel de individuele ontwikkeling en belevingswereld van een kind als bij het groepsproces, passen we o.a. de interactieprincipes in de praktijk toe. Deze zes praktische principes draaien om de initiatieven die kinderen nemen. We beschrijven ze hieronder. 2.1 Initiatieven waarnemen en volgen Het kind neemt van nature initiatieven om zich te ontwikkelen en om contact met anderen te krijgen. Het daadwerkelijk waarnemen van deze initiatieven is van groot belang om in contact met elkaar te komen. Je kunt immers alleen reageren op wat je hoort en ziet. Door heel gericht te kijken en te luisteren naar kinderen, kunnen we deze initiatieven waarnemen en volgen. Overigens hebben jonge 2 Trilling & Fadel, 21st century skills, 2009 kinderen meer tijd nodig om opgedane indrukken te verwerken en hierop te reageren dan oudere kinderen. 2.2 Initiatieven ontvangen (verbaal en non-verbaal) Ingaan op een initiatief (ontvangen), ondersteunt de ontwikkeling van een kind. We laten een kind door middel van een ontvangstbevestiging merken dat we belangstelling hebben voor de initiatieven die het neemt. Een ontvangstbevestiging kan zijn: je toewenden, oogcontact maken, op vriendelijke toon verbaal reageren, vriendelijke gezichtsuitdrukking, vriendelijke houding, meedoen, jaknikken, ja zeggen, herhalen wat een kind zegt. Zo’n positieve ontvangst stelt een kind gerust; het merkt dat de volwassene hem begrijpt en voelt zich dan gezien, bevestigd en emotioneel veilig. En een kind dat zich emotioneel veilig voelt, durft meer initiatieven te nemen en kan zo zijn persoonlijke en sociale competentie verder ontwikkelen. 2.3 Benoemen Benoemen wil zeggen: taal geven aan ons eigen handelen en aan datgene wat we zien bij de kinderen. Door te benoemen wat we horen of zien, krijgen we contact met het kind. Daarnaast ondersteunt het benoemen de taalontwikkeling (persoonlijke competentie) van kinderen. Benoemen is verwoorden van eigen initiatieven, initiatieven van een kind, gebeurtenissen in de omgeving, alles wat er te zien is. De coach zegt (benoemt) wat ze doet of gaat doen. Door het geven van informatie weet het kind wat er gaat gebeuren; dit schept duidelijkheid en geeft rust. Zo bevordert ‘benoemen’ ook de emotionele veiligheid. Bij het benoemen kunnen we ‘sfeercommunicatie’ toepassen: het benoemen van initiatieven, emoties, gebeurtenissen van een kind en dit terugkoppelen naar de hele groep. Hierdoor raken kinderen bij elkaar betrokken en maken we ze sociaal attent op elkaar. Bijvoorbeeld: “Marco, ik zie dat je Patrick aan het helpen bent; je bent een kanjer!“ Door Marco in de groep een compliment te geven, wordt de aandacht op zijn initiatief gevestigd (een compliment wil iedereen immers graag horen). Kinderen zien dat Marco sociaal wenselijk gedrag toont. Zo wordt de ontwikkeling van de sociale competentie gestimuleerd door wenselijk gedrag uit te vergroten. Tegelijkertijd zorgt dit voor overdracht van normen en waarden. 2.4 Beurtverdeling In contact met kinderen is het wisselen van beurten belangrijk, zodat iedereen aan de beurt komt. De betrokkenheid van de kinderen duurt langer, als een kind weet dat het aan de beurt komt. Door andere kinderen bij een gesprek te betrekken, maken we kinderen sociaal attent op elkaar. Door te zorgen voor een goede beurtverdeling helpen we het kind zich te ontwikkelen. We geven het kind de tijd en zorgen voor de ruimte en rust die het nodig heeft om te reageren; dit nodigt hem uit om meer initiatieven te nemen. 2.5 Leidinggeven, leiding nemen Leidinggeven is kindvolgend. We geven het kind de leiding door het te volgen, bijvoorbeeld wanneer het een gewenst initiatief neemt. We moedigen hem aan meer initiatief te nemen door het positief te benoemen. Leiding nemen is kindsturend. We nemen de leiding om een kind bij te sturen, bijvoorbeeld omdat het een ‘ongewenst’ initiatief neemt. Omdat een kind meer leert van positieve bekrachtiging dan van een negatieve afwijzing, doen we dit op een positieve, respectvolle manier: het ‘ongewenste’ initiatief wordt op een neutrale manier ontvangen; daarna kiezen we een positieve benadering om het initiatief naar ‘gewenst’ om te buigen. Een voorbeeld: “Ik zie dat jij (Mieke) de auto pakt van Esther; Esther was hiermee aan het spelen; jij wilt dit ook graag.” Daarna wordt Mieke attent gemaakt op Esther door te benoemen wat dit met Esther doet. Vervolgens worden beiden gestimuleerd om een oplossing te zoeken. 2.6 Ik-benoeming In contact met kinderen is het belangrijk dat wij onszelf benoemen als ‘ik’ (en dus niet met onze naam). Het kind leert zo het verschil tussen ’ik’ en ‘jij’ en dat draagt bij aan de ontwikkeling van het zelfbesef. Bovendien druk je door de ik-vorm uit dat je deel uitmaakt van de groep, in de groep staat. De ik-benoeming ondersteunt het leidinggeven en leiding nemen. Niet vertellen, maar luisteren. De pedagogische houding van coaches in het concept natuurlijk leren kenmerkt zich door een open en onderzoekende houding. Zij gaan er niet zomaar vanuit dat ze de kinderen kennen. Zij willen de kinderen leren kennen. Het uitgangspunt is namelijk dat elk kind uniek is en ook de context waarin het kind zich ontwikkelt steeds verandert. Ieder kind is intelligent op zijn eigen manier. Daarom vragen coaches zich af: wie is dit kind? Hoe zie ik het kind? Wat verwacht ik van dit kind? Hoe leert / ontwikkelt dit kind? De coach creëert en zoekt daarvoor bronnen: Foto's / film, gesprekken met kinderen en collega's en observaties. Deze worden verwerkt in het portfolio en het ontwikkelplan. Deze documenten zijn er vooral om bijgesteld te worden. Documenten zo levend als een kind zelf. Kinderen, ouders en coaches zijn samen expert van het kind. Gesprek tussen deze drie partijen is van het grootste belang om een goed beeld te krijgen van wie het kind is, wat hij kan en wat hij wil leren. 3 Laterna Magica 3.1 Groepsindeling Kinderen kunnen op Laterna Magica verschillende pakketten afnemen: 1. B(asisonderwijs) 08:30 uur - 14:30 uur (woensdag tot 12:30 uur) in de ‘schoolweken’. 2. C(ontinuïteitspakket) 14:30 - 18:30 uur in schoolweken en van 7:30 - 18:30 uur in vakantieweken. Binnen Laterna Magica zijn er 7 units: 1. Unit 0: 0 t/m 3 jaar 2. Onderbouwunit 1,2,4 en 5 (3-7 jaar). 3. Bovenbouwunit 3 & 6 (8-12 jaar) In de onderbouw- en bovenbouwunit verblijven kinderen met een continuïteitspakket in basisgroepen met bij de basisgroep horende vaste schaduwcoaches na 14.30 uur. Basisgroep Leeftijdsindeling Maximaal aantal kinderen Aantal gekwalificeerde schaduwcoaches* Maximaal aantal stagiaires* Unit 1 basisgroep 1 Unit 1 Basisgroep 2 Unit 2 Basisgroep 1 Unit 2 Basisgroep 2 Unit 3/6 Unit 4 Basisgroep 1 Unit 4 Basisgroep 2 Unit 5 Basisgroep 1 Unit 5 Basisgroep 2 4-7 jaar 20 2 1 4-7 jaar 10 1 1 4-7 jaar 20 2 1 4-7 jaar 20 2 1 8-12 jaar 4-7 jaar 30 20 3 2 1 1 4-7 jaar 20 2 1 4-7 jaar 20 2 1 4-7 jaar 20 2 1 * In het hoofdstuk Borging van de kwaliteit staat beschreven welke opleidingen onze medewerkers hebben gevolgd. Deze informatie is ook te vinden op onze website, evenals de meest recente cao kinderopvang waarin alle kwalificatie eisen zijn opgenomen. Altijd minimaal 2 medewerkers aanwezig op Laterna Magica Indien er kinderen aanwezig zijn, zijn er te allen tijde minimaal 2 medewerkers op Laterna Magica aanwezig. Er is op Laterna Magica dus geen zogenoemde achterwachtregeling. (Een achterwachtregeling is nodig indien een medewerker alleen aanwezig is op Laterna Magica.) Dienstroosters Wij informeren ouders en kinderen over welke schaduwcoaches er op welke dagen en in welke groep werken. Dit staat op laternaweb, een interne website voor ouders. In vakanties staan de werktijden op het whiteboard bij de centrale entree. Wij werken met de volgende diensten: van 14.30 tot 18.30 uur en op woensdag van 12.30 tot 18.30 uur in schoolweken. In vakanties zijn wij geopend van 07.30 tot 18.30 uur. Wij hebben dan een vroege dienst (07.30/08.00- 16.30/17.00 uur), middendienst (08.30-17.30) of een late dienst (09.0018.00/09.30-18.30). De precieze tijden van deze diensten worden afgestemd op hoeveel kinderen er aanwezig zijn. De schaduwcoaches werken hierin nauw samen met de 3 jarige coach. In de ministeriële regeling is vastgelegd dat er per dag maximaal een half uur van de beroepskrachtkind -ratio mag worden afgeweken, met dien verstande dat ten minste de helft van het aantal beroepskrachten wordt ingezet. Indien we de hele dag open zijn, in vakantie- en studiedagen, kan de afwijkende inzet ten hoogste drie uren bedragen, met dien verstande dat tenminste de helft van het benodigde aantal beroepskrachten wordt ingezet en de afwijkende inzet niet plaats vindt tussen 9:30 en 12:30 en 15:00 en 16:30. Bij het opstellen van de roosters zorgen wij dat wij aan deze normering voldoen. De GGD controleert hierop. 3.2 Samenwerking tussen de groepen aan het eind van de dag De dag wordt in principe gezamenlijk afgesloten in de eigen unit. Na de 2e workshopronde (van 16.3017.30) worden de meeste kinderen opgehaald en voegen de basisgroepen en de 3 jarige groep samen in de eigen unit. 3.3 Spelen in de eigen unit en een andere ruimte Iedere unit is een transparante ruimte waarin andere ruimtes (atelier en wereld ontdekplaats) gelegen zijn aan de centrale hoekenruimte. De hoekenruimte is een grote ruimte met verschillende hoeken en is een rijke speel/leeromgeving. Kinderen kunnen de hele dag ontdekken in de hoekenruimte. Op gezette tijden zijn er ook gerichte workshops of activiteiten in andere ruimtes in de eigen unit maar ook buiten de unit. Bijvoorbeeld in het theater, de gymzaal of de centrale keuken. Deze worden unit-breed georganiseerd. Kinderen kunnen hiervoor kiezen. De schaduwcoaches geven de workshops. Het kind kan er voor kiezen om bij de eigen schaduwcoach te blijven en hier aan mee te doen of om voor een andere ruimte/workshop te kiezen. Wij volgen de initiatieven van het kind hierin. Kinderen die toe zijn aan extra uitdaging geven we zo de kans hun vaardigheden te oefenen, ontdekken en te ontwikkelen. met andere kinderen en andere schaduwcoaches. En omdat er buiten de eigen stamgroep andere materialen en spelmogelijkheden zijn, wordt ook de ontwikkeling gestimuleerd. Kinderen worden steeds zelfstandiger bij ouder worden. Wij geven ze de vrijheid die ze nodig hebben en aankunnen. Dat geldt ook voor het gebruik van de binnen- en buitenruimte. Wij begeleiden en bewaken dit proces voor ieder kind individueel en voor de groep als geheel. 3.4 Samenvoegen van basisgroepen in de eigen units Als het aantal kindplaatsen in de basisgroepen niet volledig bezet is kunnen deze niet volledig bezette groepen worden samengevoegd (dit kan ook voor units gelden). Er is dan altijd voor de kinderen een vaste schaduwcoach aanwezig, en de beroepskracht-kind-ratio blijft volgens de wettelijke richtlijn. Ouders worden over het samenvoegen van de groep van hun kind geïnformeerd door de schaduwcoaches van de groep/unit. In vakantieperioden wordt er, als er veel kinderen afwezig zijn, een apart rooster gemaakt voor de betreffende week/weken. Ook bij het opstellen van dit rooster gelden bovenstaande werkwijze en richtlijnen. De basisgroepen werken dan nauw met elkaar samen en worden veelal in de eigen unit samengevoegd indien mogelijk. Op rustige dagen kunnen units ook worden samengevoegd. Indien de kindbezetting hiertoe aanleiding geeft zal de complete basisgroep- indeling (zoals beschreven onder de paragraaf groepsindeling) kritisch bekeken worden en waar nodig worden aangepast. Dit gaat altijd in overleg met de kc-raad. 3.5 Schaduwcoach Op Laterna Magica werken we met ‘mentorschap’. Elk kind tussen de 4-12 jaar heeft een vaste coach(of wel leerkracht) en een schaduwcoach. Dit is altijd een schaduwcoach van de eigen basisgroep. De schaduwcoach is samen met de coach het eerste aanspreekpunt voor de ouders en voert samen met de coach de portfoliogesprekken. Zij volgt de ontwikkeling van haar coachkinderen met bijzondere aandacht door middel van een portfolio (zie verder op). Dat is fijn voor het kind en prettig voor de ouder, omdat deze mag verwachten dat de schaduwcoach altijd goed op de hoogte is van de ontwikkeling van zijn kind. Tijdens het intakegesprek wordt de ouders verteld wie de coach en schaduwcoach van het kind is. 3.6 Vierogenprincipe Ondanks dat het vierogenprincipe per 1 juli 2013 alleen wettelijk is vastgelegd voor kinderen van 0 tot 4 jaar hebben we ook voor 4- 12 jaar een preventief beleid zonder hierbij de spel- en ontwikkelmogelijkheden te beperken. Het vierogenprincipe houdt in dat bij kinderen van 0 tot 4 jaar een beroepskracht of beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene, om zo het risico op misbruik of mishandeling van kinderen te voorkomen. Voor kinderen van 4-12 jaar proberen we een zo gevarieerd mogelijk aanbod te realiseren. Kinderen kunnen derhalve in kleinere groepjes deelnemen aan workshops/activiteiten. Deze activiteiten worden soms ook door externe workshopaanbieders verzorgd. Ook deze externe workshop aanbieders dienen (net als alle andere medewerkers van Laterna Magica) voorafgaand aan de start van hun werkzaamheden een VOG te overleggen. Bovendien is er altijd een vaste schaduwcoach in de unit aanwezig bij een door een externe aanbieder verzorgde workshop. Preventie Jaarlijks worden de risico’s met betrekking tot misbruik van kinderen op Laterna Magica in kaart gebracht aan de hand van een extra inventarisatieformulier behorende bij de risico inventarisatie veiligheid. Eventueel extra te nemen maatregelen met betrekking tot dit onderwerp worden opgenomen in het plan van aanpak en, evenals alle andere onderdelen van de risico-inventarisatie, besproken met het team en de kc raad. Daarnaast wordt jaarlijks de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld en het protocol ongewenste ‘Omgangsvormen c.q. seksuele intimidatie veroorzaakt door werknemers’ met het team besproken. 3.7 Toegangsbeveiliging Op Laterna Magica kunnen ouders binnen komen door aan te bellen bij de centrale entree op de intercom. Er hangen beveiligingscamera’s bij de centrale entree van het pand. Op een laptop via het interne netwerk kunnen alle medewerkers van LM inloggen en zien wie er voor de entree staat. 3.8 Extra dag(delen) Indien ouders dit wensen dan kan er een verzoek tot het afnemen van een extra dag(deel) worden ingediend. Indien het gaat om incidenteel een dag extra, dan kan dit rechtstreeks aan de schaduwcoaches van de unit worden gevraagd. Als het gaat om structureel een extra dag dan kan dit worden aangevraagd via de administratie van Laterna Magica. 3.9 Ruilen van dagen Ouders die op vaste dagen de hele dag afnemen, kunnen een dag omruilen. Hiervoor kunnen ouders vooraf (een schriftelijke) afspraak maken met de schaduwcoaches. Ruilen is mogelijk twee weken vóór tot twee maanden na de dag dat uw kind er niet is. 3.10 Medische hulp Er zijn altijd één of meerdere medewerkers aanwezig, die opgeleid zijn tot bedrijfshulpverlener (BHV). De BHV- er volgt elk jaar een herhalingstraining. Op laternaweb wordt jaarlijks een bericht gezet voor ouders wie de BHV’er binnen Laterna Magica zijn. In de BHVmap op elke unit, ligt overzicht voor het team. Indien consultatie door een arts voor een kind nodig is dan nemen we contact op met de ouders. Alleen in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld als we ouders onverhoopt niet kunnen bereiken) beslist de schaduwcoach met de unitleider om contact op te nemen met de huisarts van het kind. De gegevens van de huisarts staan vermeld op het aanmeldformulier. Soms kan het noodzakelijk zijn om direct medische hulp in te roepen. In die gevallen gaan wij naar de dichtstbijzijnde EHBO-post of bellen we 112. Uiteraard bellen wij de ouders dan zo snel mogelijk. De dichts bij zijnde EHBO post is: Gezondheidscentrum Haveneiland Ijburglaan 727 1087CH Amsterdam (IJburg) Telefoonnummer: 020-4952279 3.11 Voertaal In Laterna Magica is de voertaal Nederlands. Het beheersen van de Nederlandse taal is de eerste stap naar een succesvolle (school)loopbaan. 3.12 Huisregels Laterna Magica heeft huisafspraken die gelden voor het gehele team van Laterna Magica. De huisafspraken staan op de server van Laterna Magica en is voor iedereen inzichtelijk. 4 Begeleiding 4.1 Wennen De eerste dagen op Laterna Magica zijn altijd spannend. Zowel kinderen als ouders moeten wennen en vertrouwd raken aan een nieuwe situatie: de unit, het dagritme, de schaduwcoaches/coaches en de groepsgenootjes. Dit is de basis voor het kind om zich emotioneel veilig te gaan voelen en zijn nieuwe omgeving verder te ontdekken. Daarom nemen we voor dit wenproces de tijd indien daar behoefte aan is. We nodigen de ouders en het kind uit om kennis te maken tijdens een intakegesprek. Hierin bespreken we het dagritme en de ontwikkeling van het kind. Tijdens dit intakegesprek worden er afspraken gemaakt over het wennen en de wendagen. Als de beroepskracht-kind-ratio dit toelaat kan een kind komen wennen voor de officiële plaatsingsdatum. De schaduwcoaches van de groep zorgen ervoor dat er altijd extra tijd en aandacht is voor het nieuwe kind en voor de ouders. Vanaf de ingangsdatum van het contract zijn kinderen op de afgenomen dagen welkom In principe worden er geen nieuwe kinderen aangenomen in de vakanties. 4.2 Daginvulling Algemeen Wij houden globaal een dagritme aan, met dagelijks terugkerende ritmes, routines en rituelen. Dit biedt kinderen emotionele veiligheid: het ritme is voorspelbaar en daarmee ook vertrouwd. De kinderen weten wat er gaat gebeuren en kunnen hierop anticiperen. Oudere kinderen hebben behoefte aan meer vrijheid. Wij zorgen ervoor dat de mate van vrijheid aansluit bij de behoeften van het kind. Waar nodig, overleggen wij met de ouders en stemmen ons handelen hierop af. Dagritme In de units hebben we globaal het volgende ritme: 14:30 -15:30 Stamgroep moment: kinderen kunnen kiezen welke workshop ze volgen. Er wordt gezamenlijk gegeten en gespeeld in de unit. 15:30-16:30 workshopronde 1: unit overstijgend. 16:30-17:30 workshopronde 2: workshops in de eigen unit en spel 17:30-18:30 vrij spel en gezamenlijk afsluiten met de kinderen in de unit 4.3 Maaltijden en tussendoortjes Eten en drinken met kinderen is een sociale activiteit. Wij dekken de tafel en bieden de kinderen op een ontspannen manier eten en drinken aan. Ook stimuleren wij de kinderen om zoveel mogelijk afwisselend te eten (hartig en zoet). We volgen de richtlijnen van het voedingscentrum bij het aanbieden van maaltijden en tussendoortjes. We eten, praten en luisteren samen met de groep. Op deze manier is het eten niet alleen erg gezellig, maar leren de kinderen van en met elkaar. Bijvoorbeeld hoe je een vork vasthoudt of zelf je boterham smeren. Heeft een kind tussendoor dorst of trek, dan krijgt hij natuurlijk iets extra’s. Bij warm weer wordt er sowieso meer gedronken. Naarmate kinderen zich verder ontwikkelen leren ze hun voorkeur uit te spreken voor bepaald beleg of drinken. We geven ze de gelegenheid zoveel mogelijk zelfstandig te eten, zelf hun beleg te kiezen en als het even kan zelf hun boterham klaar te maken. Dat stimuleert hun zelfstandigheid, vergroot hun zelfvertrouwen en bevordert het plezier in de maaltijd. Wil een kind niet eten of drinken, dan gaan we de niet de strijd aan. We zullen het wel stimuleren en nagaan waarom een kind het niet wil. Als het eten of drinken een dagelijks terugkerend probleem wordt, zullen we samen met de ouders naar een oplossing zoeken. Hebben ouders bepaalde voedingswensen voor hun kind vanwege een dieet of om culturele of religieuze redenen, dan houden we daar rekening mee. Op Laterna Magica vinden we gezonde en verantwoorde voeding belangrijk. Wij hebben daarom een keuze gemaakt in de volgende producten: Biologische melk (halfvolle melk, tot 4 jaar niet meer dan 2 a 3 bekers per dag) Biologisch fruit Groenten als komkommer, wortel, tomaat als extraatje bij de lunch brood (volkoren) Verantwoord brood broodbeleg: - Boter - 30+ kaas, philadelphia, geitensmeerkaas; - rookvlees, kipfilet, ham; - hoemus; - vegetarische smeerpaté; - honing, biologische jam, biologisch appelstroop en pindakaas Drinken: water, kruidenthee (af en toe diksap max 1 glas per dag niet te zoet bij feesten en andere bijzondere gelegenheden); Tussendoortje: volkoren crackers/ beschuit - rijstwafels - volkoren ontbijtkoek 4.4 Traktaties Bij vieringen mogen kinderen gezond trakteren. Bij minder gezonde traktaties wordt deze mee naar huis gegeven. 4.5 Zieke kinderen Een ziek kind voelt zich thuis het prettigst; wij kunnen de zieke veelal niet de extra zorg en aandacht geven die het nodig heeft. Als een kind zich duidelijk niet lekker voelt of verhoging lijkt te hebben, nemen we contact op met de ouders om te overleggen. Op een enkele uitzondering na, kan een kind met een besmettelijke ziekte gewoon op Laterna Magica komen. Om te bepalen bij welke ziekte en hoe lang een kind eventueel beter thuis kan blijven, houden wij ons aan de richtlijnen van de GGD. Wij vinden het belangrijk te weten óf en om welke besmettelijke ziekte het gaat vanwege onze meldingsplicht aan de GGD. Bovendien kunnen wij dan de andere ouders van Laterna Magica op de hoogte stellen; vooral voor zwangeren is dit van belang. Als kinderen een besmettelijke ziekte hebben, dan vermelden we dit op laternaweb. 4.6 Medicijnen Ouders kunnen aan ons vragen om hun kind bepaalde geneesmiddelen toe te dienen. Dit kunnen geneesmiddelen zijn die door de huisarts of specialist zijn voorgeschreven en dus 'op recept' en op naam van het kind zijn verkregen. Daarnaast geld dit ook voor (homeopathische) zelfzorgmiddelen, die niet 'op recept' verkregen zijn, bij apotheker en drogist. Wij kunnen alleen aan dit verzoek voldoen als het middel in de originele verpakking met originele (geen kopie) bijsluiter wordt aangeleverd óf als op het middel of op de verpakking staat aangegeven hoe het middel moet worden toegediend. Bovendien vragen we van ouders om een verklaring medicijntoediening in te vullen. Paracetamol en overige koortsverlagende zelf zorg middelen vormen hierop een uitzondering. Koorts is een natuurlijke reactie van het lichaam ten aanzien van een virus/infectie. Door het gebruik van paracetamol wordt deze reactie onderdrukt. Bovendien kan door het gebruik van paracetamol een allergische reactie optreden (huiduitslag, galbulten). Derhalve zijn wij terughoudend met het toedienen van paracetamol om de koorts te onderdrukken. Paracetamol wordt bovendien alleen toegediend als het kind al twee keer eerder elders paracetamol heeft gehad zodat uitgesloten is dat het kind een allergische reactie krijgt. Ouders dienen, net als bij de overige medicijnen, de paracetamol zelf mee te nemen en een verklaring medicijntoediening in te vullen. 5 Seksuele ontwikkeling Peuters en kleuters kunnen heel nieuwsgierig zijn naar hun lijfje en dat van anderen. Ze worden zich bewust van de lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes. ' Doktertje' spelen en ‘vader & moedertje’ zijn favoriet in de peuter- en kleuterleeftijd. Deze spelletjes zijn een normaal onderdeel van de seksuele ontwikkeling. We verbieden het niet, maar kunnen er wel regels aan stellen en begrenzen. Bijvoorbeeld dat we voorzichtig met elkaar moeten zijn, en dat kinderen ‘nee’ mogen zeggen als ze iets niet prettig vinden. Ook zijn we er alert op dat er niets in lichaamsopeningen (mond, oor, neus, vagina, billen) wordt gestopt. Wij hebben hierin een observerende taak, zodat weten wat er bij de kinderen speelt. Kleuters willen alles weten. Dit geldt ook voor seksualiteit. Zwangerschap en geboorte hebben voor kleuters nog geen relatie met seksualiteit. We vinden het wel belangrijk om op hun vragen in te gaan. Dit doen we dan ook zo veel mogelijk. Vanaf een jaar of 6 lijken kinderen minder interesse te hebben voor seksualiteit. Ze stellen minder vragen en tonen minder openlijke belangstelling voor elkaars lichaam. De ontwikkeling gaat wel gewoon door; er gebeurt nu veel meer buiten het gezichtsveld van de volwassenen. Schaamte begint een rol te spelen. De eerste verliefdheden ontstaan. Die kunnen heftige gevoelens teweegbrengen zonder dat daar seksuele gevoelens aan gekoppeld hoeven te worden. We vinden het belangrijk om open over seksualiteit te praten met kinderen, kinderen serieus te nemen en ze duidelijk antwoord op hun vragen te geven. Daarnaast willen we kinderen mee geven dat het belangrijk is om eigen grenzen aan te geven en rekening te houden met grenzen van andere kinderen. Vanaf een jaar of 8 worden de gevoelens van verliefdheid intenser. De gevoelens van verliefdheid en lichamelijk contact worden nu ook meer aan elkaar gekoppeld. De verliefden zoeken elkaars aanwezigheid op en gaan bijvoorbeeld tegen elkaar aanzitten of lopen hand in hand. De seksuele voorkeur wordt met voorzichtige stappen verkend, hoewel dit een lang proces is. In deze leeftijdsfase worden vaak grapjes over ‘homo’s’ gemaakt. Wij accepteren dit niet, maar gaan hierover in gesprek. Specifieke afspraken van Laterna Magica zijn op dit gebied: We maken geen foto’s of filmopnamen van blote kinderen. Kinderen mogen niet bloot lopen (niet binnen en buiten). Bij een uitstapje naar het strand houdt het kind badkleding of ondergoed aan. We noemen de geslachtsdelen ‘piemel’ en ‘vagina’. 6 Activiteitenaanbod Natuurlijk spelen = leren Spelen is voor (jonge) kinderen een natuurlijk manier om de wereld te verkennen en hun beeld van de wereld te vergroten. Of het nu een rollenspel is of experimenteren met materialen. Vanuit het spelgedrag van (jonge) kinderen dienen zich allerlei mogelijkheden aan voor een schaduwcoach om het spel te verrijken en daarmee hun kennis en vaardigheden te verbreden en te verdiepen. Vanuit het spelen ontstaan vaak onderzoeksvragen over de echte wereld. Met een breed aanbod van activiteiten en workshops dagen we kinderen uit om allerlei vaardigheden te ontwikkelen. Spelenderwijs, op vrijwillige basis en altijd met groot plezier komen sociale vaardigheden, cognitieve en motorische vaardigheden, fantasie en creativiteit aan bod. Het spelmateriaal en de speel/leeromgeving is rijk, uitdagend, fantasierijk en past bij het ontwikkelingsniveau. We wisselen af en toe het speelmateriaal, zodat het uitdagend blijft voor de kinderen. Waar mogelijk kiezen we voor materialen uit de ‘echte wereld’ en voor natuurlijke materialen. 6.1 Verschillen tussen jongens en meisjes We spelen in op de verschillende interesses en behoeften die jongens en meisjes kunnen hebben. Die verschillen hebben deels te maken met de ontwikkeling van de hersenen. De linker hersenhelft ontwikkelt zich langzamer dan de rechter. En door de invloed van het mannelijke hormoon testosteron, verloopt dat proces bij jongens langzamer. Daarom hebben zij meer behoefte aan grof motorische bewegingen, waarbij ze letterlijk de ruimte nodig hebben. Ze kunnen al snel hun interesse verliezen bij activiteiten die een beroep doen op hun fijne motoriek. De ontwikkeling van de fijne motoriek verloopt bij meisjes sneller; daarom zal hun spanningsboog bij dergelijke activiteiten groter zijn dan bij jongens. Om dezelfde reden uiten jongens zich veelal fysieker en stoeien daarom graag met elkaar. We kijken naar het individuele kind en sluiten aan op zijn/haar behoefte ongeacht of het een jongen of een meisje is. Ieder kind krijgt de ruimte die het nodig heeft. 6.2 Vallen en opstaan Wij geven kinderen de ruimte situaties te oefenen en ervarend te leren. Dit gebeurt soms letterlijk met vallen en opstaan. Kinderen leren zo risico’s in te schatten. Spelen zonder risico kan niet, uiteraard begeleiden wij de kinderen hierin. We bieden verschillende workshop met sport in de gymzaal maar bieden ook uitdaging aan in de ontdektuin en de stormbaan. De motorische ontwikkeling is o.a. van belang voor de taalontwikkeling. 6.3 Meer van hetzelfde Kinderen willen soms gedurende langere tijd achter elkaar met dezelfde activiteit bezig zijn. Bijvoorbeeld de hele week met kapla of met dinosaurussen spelen. Zo vergroten ze hun concentratie en verdiepen met fantasie hun spel. Alle ervaringen krijgen de tijd om in de hersenen te worden opgeslagen. We geven kinderen die langere tijd met een zelfde activiteit bezig willen zijn daarvoor de gelegenheid en tijd. 6.4 Het doen telt Voor alle kinderen geldt, dat het eindresultaat van hun activiteit niet belangrijk is, maar de weg ernaar toe. Het proces staat centraal. Het proces bestaat uit uitproberen en ervaringen opdoen, gerelateerd aan de ontwikkeling van een kind. Bij het jonge kind zou dit kunnen bestaan uit het dopen van een kwast in de verfpot of het scheuren van papier; bij een ouder kind het leren kleuren binnen lijntjes. Deze succeservaringen en beleving vergroten het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid. Zo hebben wij op Laterna Magica bijvoorbeeld een ‘knappe kast’ in de onderbouwunit: in deze kast liggen werkstukken van kinderen die ze tentoonstellen omdat ze er trots op zijn en er hard aan gewerkt hebben. Maar ook tijdens de reflectie is er tijd om stil te staan bij wat je hebt gedaan, wat een kind heeft geleerd en welke stappen hij heeft ondernomen. 6.5 Opbouw activiteiten Het activiteitenaanbod werken we uit volgens drie pijlers: Vrije activiteiten Kinderen kunnen op eigen initiatief, zelfstandig aan de slag met het aanwezige spelmateriaal of creatief materiaal, dat in de unit aanwezig is. Het zij alleen of samen in een groepje. Het spelmateriaal is uitdagend en toegespitst op de leeftijdsgroep. Om het samen spelen te stimuleren, hebben we veel spelmateriaal dat hiertoe uitnodigt. Open activiteiten Wij bieden activiteiten aan. Het kind kiest of het hieraan deelneemt, of iets anders gaat doen. Het aanbod is flexibel en biedt kinderen de ruimte om zelf met initiatieven te komen voor activiteiten of met een eigen inbreng te hebben in de aanpak. Het kan daarom gebeuren dat een door ons voorbereide open activiteit een andere wending krijgt en uiteindelijk wordt afgesloten met bijvoorbeeld een heel ander spel. Extra georganiseerde activiteiten Kinderen kunnen zich inschrijven voor een workshopreeks van interne en externe specialisten (trainers, instructeurs of schaduwcoaches) die worden aangeboden. Ze kunnen zo kennis maken met verschillende vaardigheden en ontdekken waar hun talenten liggen. Elk blok wordt er een nieuwe workshopreeks georganiseerd binnen verschillende ontwikkellijnen. Denk hierbij aan sport (bijvoorbeeld voetbal, handbal, dans) maar ook zingen, yoga, techniek, natuur en creatief aan de slag gaan. Aan het begin van de het blok kunnen kinderen kiezen welke workshop ze willen volgen. Kinderen kunnen een ‘snuffelfilm’ zien (gemaakt door de schaduwcoaches) waarin ze een introductie krijgen van de workshop. Als een kind voor een workshopreeks kiest, vinden wij het belangrijk dat hij dit ook afmaakt. Het kan zijn dat in het portfolio gesprek met een kind, ouder en (schaduw)coach afspraken worden gemaakt om een bepaalde workshopreeks te volgen omdat dit past binnen het ontwikkelplan van het kind. 6.6 Verhalen Luisteren naar een verhaal, benoemen waar het over gaat en wat je ervan vindt, stimuleert de taalontwikkeling; de woordenschat wordt groter. Voorlezen is ook vaak een groepsactiviteit; kinderen en schaduwcoaches nemen de beurt en luisteren naar elkaar. Kinderen kunnen ook zelf een boek lezen; dat prikkelt niet alleen hun fantasie, maar kan ook een fijn rustmoment zijn. In de onderbouwunits wordt er samen met de ouders en kinderen gelezen tussen half 9 en 9 uur. In unit 0 zijn er voorleesexperts, of wel kinderen uit de bovenbouw die op gezette tijden komen voorlezen voor kinderen in unit 0. 6.7 Uitstapjes We maken verschillende uitstapjes, met name in de vakantie. Bijvoorbeeld naar het theater, Artis, bibliotheek of musea. Dat vergroot de wereld van de kinderen; ze doen zo weer nieuwe ervaringen op. Tijdens uitstapjes gelden de veiligheidsvoorwaarden zoals beschreven in het vervoersprotocol. 6.8 Buitenspelen Buitenspelen doen we zoveel mogelijk iedere dag. Daar hebben kinderen letterlijk de ruimte voor grof motorische bewegingen en kunnen ze zich uitleven: klimmen en klauteren, rennen en fietsen. Buiten worden ook activiteiten aangeboden als sport en spel en onderzoeken van de natuur. Zo hebben wij in onze ontdektuin een kas staan en krijgen we dieren (kip of konijn). In de ontdektuin en op de stormbaan kunnen de kinderen klimmen en klauteren. 6.9 Natuur & milieu Kinderen krijgen hun normen en waarden overgedragen door hun directe verzorgers. Wij hebben dus een voorbeeldfunctie, ook ten aanzien van het milieu. Vooral de kennismaking met de natuur staat voorop, zodat kinderen deze leren waarderen. De schaduwcoaches zullen de kinderen hiertoe bewust bij de natuur betrekken. De aandacht voor het milieu zal vanuit dit standpunt op een speelse manier en vanuit een voorbeeldfunctie worden meegenomen. Voorbeelden om kinderen bij de natuur te betrekken: Aandacht voor de seizoenen, bijvoorbeeld door de aankleding van het lokaal, door creatieve activiteiten. Buiten spelen in alle jaargetijden. Werken met plantjes en zaadjes. Het maken van een kindertuin. Aandacht voor diverse diersoorten, door voorlezen en bezoek kinderboerderij. Bewust omgaan met dieren als slakken en lieveheersbeestjes. We maken gebruik van kernconcepten zoals groei& leven, energie, evenwicht en kringloop. Voorbeelden om kinderen bij het milieu te betrekken: Mee laten helpen bij het opruimen van papier/glas in de daarvoor bestemde bakken. Afval apart verzamelen. Geen afval op straat (laten) gooien. Zuinig leren omgaan met water bij het handen wassen. Kosteloos materiaal gebruiken. (Teken)papier optimaal gebruiken. Oud voedsel gebruiken voor bijvoorbeeld de kippen en konijnen. 6.10 Creativiteit We geven ruim baan aan de creativiteit van kinderen door bij elke activiteit de inbreng van kinderen een grote rol te laten spelen. We stimuleren hun creatieve proces door activiteiten aan te bieden die niet van te voren zijn ingevuld of waar niet aan de hand van een voorbeeld wordt toegewerkt naar een bepaald eindresultaat. Spelenderwijs en in gesprek met kinderen komt er iets tot stand. Het gaat niet om het eindresultaat maar om het proces. We maken gebruik van de eigen creatieve oplossingen die kinderen hebben, zowel in het spel als tijdens een creatieve activiteit. We geven kinderen de ruimte allerhande materiaal op hun eigen wijze te gebruiken. Zo wordt het materiaal optimaal onderzocht. Wij voegen hoogstens een element toe aan de activiteit, maar schrijven niets voor en laten kinderen bepalen wat ze met het materiaal doen. 6.11 Gebruik televisie en computer Laterna Magica werkt met kinderen aan de 21e century skills. We denken dat kinderen later beroepen uit zullen oefenen die wij nu nog niet kunnen bedenken. Onze missie is: dat wij elke splinter talent ontdekken zodat kinderen de toekomst uit kunnen vinden. Een kind die als 0 jarige nu bij ons start zal naar schatting in 2037 de arbeidsmarkt opgaan. Hoewel we niet weten hoe het er dan uit ziet zal de digitalisering een stuk verder zijn dan nu. LM wil kinderen leren om op een veilige wijze de digitale mogelijkheden te benutten voor persoonlijk en sociaal leren, creativiteitsontwikkeling en onafhankelijk denken. We maken gebruik van ipads en macbooks op Laterna magica. Belangrijke aspecten hierbij zijn: We maken duidelijke afspraken met de kinderen hoelang ze een macbook of ipad mogen gebruiken. De maximale leeftijd per kind is vast gelegd in een stappenplan voor ouders; Het gebruik van de Ipad of macbook is in het verlengde van het ontwikkelplan van ieder kind. De ipad en macbook zijn een middel en niet het doel. We blijven kiezen voor een goede mix van digitaal, spel, onderzoek, binnen, buiten, individueel en samen. ‘Blended learning’. Met name in de onderbouwunits en de bovenbouwunits maken wij gebruik van deze middelen in de leeftijd van 4-12 jaar. 6.12 Huiswerk Kinderen hebben de hele dag de gelegenheid om te werken aan een presentatie of prestatie. Na half 3 gaat dit in overleg met de schaduwcoach. Zij maken duidelijke afspraken waar het kind aan werkt en hoelang. Dit wordt met ieder kind individueel afgesproken. 6.13 Vakantieactiviteiten In de vakantie bieden wij de kinderen een divers programma aan van 07.30 tot 18.30 uur. Het programma biedt verschillende workshops gericht op diverse gebieden zoals theater, sport, spel, atelier, dans en muziek. De workshops kunnen op Laterna Magica zelf worden gegeven of we gaan op een excursie. Het programma staat op Laternaweb zodat ouders en kinderen op tijd weten wat we gaan doen. Op laternaweb zetten we foto’s, filmpjes en nieuwtjes wat we allemaal gedaan hebben. 7 Sfeer op de groep 7.1 Ruimte: indeling en aankleding Algemeen De uitstraling van de unit is van invloed op de sfeer. We creëren een veilige en geborgen leefruimte door deze op een bepaalde manier in te delen en aan te kleden, afgestemd op de leeftijdsgroep die in de groepsruimte verblijft. Ieder kind behoort tot een stamgroep die bestaat uit een vaste leefruimte als basis. Dat zorgt ervoor dat de ruimte vertrouwd wordt voor het kind en draagt bij aan de emotionele veiligheid. De verschillende ruimten zijn in mooie kleuren geschilderd en ingericht met kindvriendelijk meubilair en met de knutselwerkjes, tekeningen en foto’s van de kinderen. We bieden speelmaterialen en materialen zoveel mogelijk op kindhoogte aan, zodat een kind zich gestimuleerd voelt om zelf te kunnen kiezen (initiatief te nemen) waarmee het wil spelen. Op Laterna Magica hebben we verschillende hoeken ingericht met spelmateriaal. Er is ook een hoek met kussens en zachte materialen, waar een kind zich even kan terugtrekken. Zo creëren we een rustige en veilige sfeer. De indeling van de ruimte is zodanig dat kinderen er samen kunnen spelen, maar ook alleen. De unit is uitdagend doordat er veel keus is, er zijn materialen uit ‘de echte wereld’ en natuurlijke materialen. Alles is overzichtelijk opgeborgen zodat kinderen het zelf kunnen pakken en opruimen. Elk schaduwcoach is verantwoordelijkheid voor de verzorging, uitstraling en aankleding van de groepsruimte; we doen dat zoveel mogelijk samen met de kinderen. Bijvoorbeeld door op meerdere momenten van de dag samen op te ruimen. Hiermee stimuleren wij de zelfstandigheid, participatie, het groepsgevoel en het verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen. En de ruimtes blijven rustig en overzichtelijk. Dat voorkomt overprikkeling bij de kinderen. Een overprikkeld kind, komt niet echt tot spelen omdat er steeds iets nieuws is wat zijn aandacht vraagt. We zorgen er zo voor dat kinderen geconcentreerd kunnen spelen. Dat is belangrijk omdat spelen de manier is waarop kinderen leren. Door het uitdagende spelmateriaal en het gevoel van herkenning en veiligheid stellen we kinderen in staat zich op allerlei gebieden te ontwikkelen. Door de deuren open te zetten in de unit geven we ze de mogelijkheid zelfstandig keuzes te maken en hun leefwereld te vergroten. 7.2 Bijzondere momenten Aan bepaalde gebeurtenissen in het leven van het kind besteden we bijzondere aandacht. We vieren verjaardagen en nemen afscheid van een kind dat overgaat naar een volgende unit. We besteden ook aandacht aan feesten en feestdagen vanuit de culturele achtergrond van de kinderen op onze groep. Een bijzonder moment kan ook een verdrietige gebeurtenis zijn, zoals het overlijden van een opa of oma. We besteden hier aandacht aan, afgestemd op de behoefte van het betreffende kind en de andere kinderen in de groep. Elk feestje kent zijn eigen, vaste rituelen, die ervoor zorgen dat de kinderen weten wat er komen gaat. Zo ervaren ze een gevoel van zekerheid en veiligheid. We vinden het ook belangrijk om bijzondere aandacht te besteden aan het afscheidsfeestje; het kind kan een periode afsluiten en aan een nieuw ‘avontuur’ beginnen. Hij neemt afscheid van de oude groep, van de groepsgenootjes en de schaduwcoaches en van gebruiken en gewoonten. Ook voor de ‘achterblijvers’ is afscheid nemen belangrijk. Zij missen immers een groepsgenootje. Door steeds dezelfde rituelen terug te laten komen, worden kinderen gesteund en begeleid in het zetten van de volgende stap. De betrokkenheid van de kinderen onderling speelt bij de bijzondere momenten een belangrijke rol. Samenwerken, rekening houden met elkaar en respect hebben voor anderen zijn allemaal aspecten van betrokkenheid die aan bod komen. Vanuit die betrokkenheid besteden we bijvoorbeeld ook speciale aandacht aan een kind dat een broertje of zusje heeft gekregen, of een kind dat er niet bij kan zijn omdat hij ziek is. Sensitiviteit is een belangrijke attitude van de schaduwcoach. Wij stellen ons sensitief op en maken vanuit betrokkenheid de kinderen sociaal attent op elkaar. We hebben aandacht voor het individuele kind en voor de groep. Wij herkennen en benoemen emoties en zorgen voor een ontspannen en vrolijke sfeer. 7.3 Belonen en corrigeren Belonen en corrigeren van gedrag is heel belangrijk in de ontwikkeling van kinderen. We belonen een kind als het gewenst gedrag vertoont en corrigeren hem bij ongewenst gedrag. Zo leren kinderen grenzen kennen. Wij houden er rekening mee dat dit een leerproces is voor een kind. We observeren het gedrag en proberen te achterhalen wat er in het kind omgaat en waar het gedrag vandaan komt. Wij spreken kinderen aan op hun gedrag, niet op wat of hoe ze zijn. We buigen ongewenst gedrag om naar gewenst gedrag. Dat doen we bijvoorbeeld door het kind af te leiden (vooral bij jongere kinderen), of kort uit te leggen waarom het gedrag ongewenst is. We bieden het kind een alternatief aan of leiden hem weg uit de situatie. We vinden het belangrijk daarbij altijd kort en duidelijk uit te leggen wat zijn gedrag ongewenst maakt, en dat niet het kind zelf ongewenst is. Daarbij gebruiken we de ik- benoeming, zodat voor het kind duidelijk is wat er verwacht wordt. Een dreumes kan nog geen koppeling maken tussen een conflict en een time-out. Bij een dreumes moet het gedrag worden uitgelegd en omgebogen in het moment. Bij gewenst gedrag belonen we het kind, bijvoorbeeld in de vorm van een complimentje. Onze stem, mimiek, en het maken van oogcontact zijn erg belangrijk bij belonen en corrigeren. We zorgen er ook voor dat we direct belonen en corrigeren, omdat een kind anders niet goed begrijpt waarvoor het gecorrigeerd of geprezen wordt. En we gaan hier consequent mee om. Als iets de ene keer wel mag en de andere keer niet, is het voor een kind onduidelijk waar grenzen liggen. Het leren kennen van de grenzen is nodig voor het scheppen van duidelijkheid. Dit zorgt voor emotionele veiligheid. Wij overleggen onderling hoe er met belonen en corrigeren wordt omgegaan, zodat wij op alle groepen consistent kunnen zijn in de aanpak. We laten ouder weten hoe er met belonen en corrigeren wordt omgegaan en in specifieke situaties overleggen we met hen over een aanpak. Als kinderen in een conflictsituatie komen, grijpen we, naar gelang de ontwikkeling vordert, niet direct in. We stellen de kinderen in staat de situatie zelf op te lossen. Dit is belangrijk in de ontwikkeling naar zelfstandigheid. We houden de situatie goed in de gaten en bieden begeleiding als dat nodig is. Op Laterna Magica vinden wij het belangrijk dat kinderen (jong en oud) van elkaar leren. Het groepspoces is daarom van groot belang: kinderen zien van elkaar, leren van elkaar en ontdekken samen. Impulscontrole is een belangrijk element voor (later) succes. We ondersteunen en bemoedigen kinderen om hun eerste impulsen onder controle te krijgen. Om te leren gaan met uitgestelde beloningen. Zo ook om zich te leren concentreren. 7.4 Kinderparticipatie Wij vinden het belangrijk dat kinderen zelf keuzes kunnen maken. Kinderparticipatie is daarom essentieel voor onze manier van werken. We volgen daartoe zoveel mogelijk de behoeftes en initiatieven van het kind. Dit betekent o.a. dat kinderen ideeën kunnen aandragen voor activiteiten. Tijdens kringmomenten praten we regelmatig over allerlei zaken die de aangaan. Zoals: regels, welke spelletjes ze leuk vinden, omgang met elkaar. Bij het samenstellen van het activiteitenaanbod en de aanschaf van materiaal, hebben de kinderen natuurlijk een stem. We luisteren goed naar hun behoefte en meningen en kijken daarbij naar de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden. Wij ondersteunen kinderen in het kenbaar maken van hun wensen en creëren een sfeer waarin zij zich veilig voelen. We ontvangen hun initiatieven en spelen hierop in. We helpen kinderen keuzes te maken als ze dit moeilijk vinden. We stemmen onze manier van handelen telkens af op het ontwikkelingsniveau van het individuele kind en hanteren daarbij heel bewust de interactieprincipes. Een voorbeeld van kinderparticipatie op Laterna Magica is het reisbureau. Onder begeleiding van een coach bedenken, plannen en organiseren kinderen zelf excursies en uitstapjes voor en met elkaar. Kinderen bij LM zijn mede-eigenaar van hun eigen ontwikkeling, omgeving en leerproces. Leren van elkaar Met natuurlijk leren gaan wij er vanuit dat kinderen vooral veel van elkaar leren. Coaches zorgen ervoor dat er voldoende contact tussen kinderen is. Zij scheppen de voorwaarde zodat kinderen: met elkaar van gedachten wisselen; zich aan elkaar presenteren; samen spelen; samen onderzoeken; zich verantwoordelijk voelen; zich eigenaar voelen. De coach interrumpeert niet zomaar. Zij observeert eerst en vraagt zich dan af: 'wat houdt de kinderen bezig?' in plaats van: 'hoe houd ik de kinderen bezig.' De coaches spreken daarbij de groep niet aan als een geheel, alsof de kinderen allen identiek zijn, maar zij gaan uit van diversiteit, van de grote onderlinge verschillen, en faciliteren de uitwisseling daarvan. De grote uitdaging is om op het juiste moment iets toe te voegen aan de activiteit(en) van de kinderen zodat zij zelf nieuwe kennis / vaardigheden gaan uitproberen. 7.5 Regels en afspraken Binnen elke unit gelden er regels en afspraken die de sociale ontwikkeling ondersteunen en daarnaast zorgen voor een emotioneel veilige omgeving. We stellen zoveel mogelijk in samenspraak met de kinderen de (gedrags)regels op over hoe we met elkaar omgegaan en hoe we samen zorgen voor de unit. Daar horen ook de eventuele consequenties bij voor kinderen die zich hieraan niet houden. We stimuleren de sociale competenties van de kinderen en leren hen waarden en normen door rekening te (leren) houden met elkaar en door te (leren) omgaan met elkaar. Ook maken we afspraken met de ouders over wat hun kind wel of niet zelfstandig mag. Bijvoorbeeld zelfstandig naar huis gaan. 8 Oudercontacten 8.1 Het doel: educatief en pedagogisch partner. Ouders zijn belangrijke educatieve en pedagogische gesprek partners. Ze zijn ondernemend, ondersteunend en creatief. Van ouders verwachten we dat ze naar de portfoliogesprekken komen (samen met hun kind). In deze portfoliogesprekken bepalen ouders samen met coach en kind de (eventuele) doelen voor een nieuwe periode. Het meest belangrijk vinden wij dat ouders kinderen ondersteunen, bemoedigen, laat merken dat zij trots zijn als het kind nieuwe dingen geleerd heeft, en aanmoedigt en vertrouwt in het Natuurlijk Leren. Dit kunt u doen door met uw kind mee te denken welke workshops uw kind kan kiezen, samen te praten over wat uw kind wil leren, samen na te denken over keuzes en regelmatig samen met uw kind in het portfolio te kijken. Kortom uw kind stimuleren om zoveel mogelijk 'eigenaar' te zijn van de eigen ontwikkeling. Belangrijk hierbij is een vertrouwensband en een goede samenwerking tussen de schaduwcoach en de ouders. Dat vereist zoveel mogelijk afstemming tussen beide. We leren de kinderen goed kennen en wisselen ervaringen en ontwikkeling uit. 8.2 Breng- en haalmomenten Tijdens de breng- en haalmomenten wisselen wij samen met de ouders informatie uit. Wij horen graag van hen wat van belang is om een kind beter te begrijpen om hem zo goed mogelijk te begeleiden. Bijvoorbeeld hoe het weekeind of de vakantie is verlopen en of er bijzonderheden zijn. Op onze beurt informeren wij ouders als zij hun kind ophalen over hoe de dag op Laterna Magica is verlopen (over de activiteiten/workshops, hoe het kind dit heeft beleefd en eventuele bijzonderheden). Het is fijn als het kind na 16.30 uur wordt opgehaald en wordt gestoord in zijn workshop. Als ouders hun kind niet zelf komen halen, dienen ze dit van te voren te laten weten. Uit veiligheidsoverwegingen geven wij kinderen niet zonder toestemming van de ouders mee aan een derde. Om diezelfde reden kunnen kinderen alleen opgehaald worden door iemand boven de 12 jaar. 8.3 Gesprekken Een paar weken voordat het kind gaat starten, nodigen we nieuwe ouders uit voor een intakegesprek. Dat doet de coach van de stamgroep. Tijdens dit gesprek wordt informatie uitgewisseld en afspraken gemaakt over onder meer het wenproces. Portfoliogesprek met ouders We nodigen de ouders tot 4 x per jaar uit voor een oudergesprek om de ontwikkeling van het kind door te spreken. Dat doen we aan de hand van het portfolio. Portfolio Elk kind bij Laterna Magica krijgt een persoonlijk portfolio. Gedurende de hele periode worden kinderen in hun ontwikkeling gevolgd en verzamelen coaches samen met de kinderen bewijzen van groei van de kinderen. Dit portfolio is een instrument voor de coach en het kind zelf om de ontwikkeling van het kind nauw te volgen. Een belangrijk onderdeel van het werken met portfolio's is het contact met de kinderen en hun ouders. Deze interactie biedt veel mogelijkheden om erachter te komen hoe kinderen groeien en wat hun unieke talenten, interesses en behoeften zijn. Door de kinderen beter te kennen, kan het aanbod beter worden afgestemd. Zo helpt het portfolio de coaches om het kind goed te ondersteunen in zijn ontwikkeling en het bieden van emotionele veiligheid. Ook ondersteunt het kindportfolio de onderbouwing van een overgang naar de volgende stamgroep. We willen als team kunnen onderbouwen waarom een kind vanuit een veilige gehechtheid op een gegeven moment over gaat naar een wereld vol grote en kleine avonturen en dit aan ouders kunnen uitleggen. De gegevens in het kindportfolio, het zicht op de ontwikkeling van het kind, kunnen het gesprek in het team en met de ouders ondersteunen. Door te werken met een kindportfolio: 1. Kennen we het kind beter; 2. Kunnen we het aanbod afstemmen op waar kinderen behoefte aan hebben en kinderen het beste uit zichzelf laten halen 3. Maken we zichtbaar hoe kinderen groeien 4. Gaan we in gesprek met de oudere kinderen over hun eigen ontwikkeling waardoor ze zichzelf beter leren kennen 5. Hebben we met ouders een gesprek over de groei van het kind 6. Zijn kinderen mede eigenaar van hun ontwikkeling 7. Is het leerproces belangrijker dan het product Ontwikkellijn In het kindportfolio zit een voorbeeld van een ontwikkellijn. Een ontwikkellijn is een weergave van een verwachte ontwikkeling van kinderen. Het beschrijft een aantal voorbeelden van concreet gedrag voor de verschillende ontwikkelingsgebieden. Voorbeeld van een ontwikkellijn is ‘ ik en de ander’ (sociaal, emotionele en morele ontwikkeling) en ‘ik denk en ontdek’ (cognitieve ontwikkeling). 8.4 Laternaweb Nieuws wordt geplaatst op de website van Laterna Magica: laternaweb. Laternaweb is een interne communicatie website voor kinderen en ouders. Bij de intake worden ouders er alert op gemaakt dat zij via de website op de hoogte kunnen blijven van de laatste nieuwtjes. Ouders loggen in met een eigen code. 8.5 Oudercontact momenten Naast het intake gesprek en de portfolio gesprekken organiseert Laterna Magica een aantal bijeenkomsten waarin ouders en coaches elkaar kunnen ontmoeten: We hebben dagelijks contact bij het brengen en halen van de kinderen; We organiseren voor nieuwe ouders een uitgebreide informatieochtend over Laterna Magica; we organiseren minimaal 1x per jaar een ouder avond per unit; er zijn inloop/koffie ochtenden voor ouders. Bijvoorbeeld om de KC raad te ontmoeten. We organiseren minimaal 1x per jaar een gezamenlijk feest. Bijvoorbeeld een picknick of parade. 8.6 Website Laterna Magica heeft een eigen website: www.laternamagica.info. Hierop staat informatie over Laterna Magica. 8.7 Kc raad De KC-raad is de raad die is samengegaan vanuit de Oudercommissie van unit 0 / ‘de kinderen die de hele dag bij LM zijn’ en de Medezeggenschapsraad van de school. De KC-raad sluit daarmee aan bij de ontwikkeling naar Laterna Magica als Kindcentrum. Leden voor de KC-raad (ouders en personeel) geven: - feedback, instemming en advies op het beleid van Laterna Magica - vertegenwoordigen de belangen van ouders en personeel bij de directie en bestuur De KC-raad van LM werkt met 8 leden. Er wordt getracht om een evenwichtige opbouw van vertegenwoordigers te hebben opdat alle kinderen van 0 tot 13 jaar zo evenredig mogelijk zijn vertegenwoordigd. Nieuws en notulen van de kc raad staan op laternaweb. 8.8 Exitenquête Als de kindplaats is beëindigd, ontvangen ouders een exitenquête met vragen over hun ervaringen met Laterna Magica. Deze evaluatie kan input zijn voor verbeteracties. 9 9.1 Borging van de kwaliteit Personeel en opleiding Alle coaches in ons team zijn gekwalificeerd. De kwalificatie-eisen om als coach te mogen werken zijn vastgelegd in de CAO Kinderopvang en onderwijs. Op Laterna Magica vragen wij naast de opleiding extra vaardigheden en competenties. De coaches zijn mede-ontwerpers en onderzoekers van onze leeromgeving. We kunnen onze organisatie alleen ontwikkelen als we onszelf ontwikkelen. De sterke lerende organisatie die Laterna Magica streeft te zijn, is in staat om zich in hoog tempo nieuwe kennis, inzichten en bekwaamheden eigen te maken ten dienste van de ontwikkeling van kinderen. Net als voor de kinderen richten we een leerlandschap in voor de medewerkers. Stagiaires Regelmatig worden wij op de groep ondersteund door stagiaires. Zij volgen de opleiding Pabo, PW3, PW4 of Helpende Welzijn. De stagiaires bieden ondersteuning bij de verzorging van kinderen, bij de uitvoering van activiteiten, maar hebben niet de eindverantwoording. Ook zijn er werknemers die een werk-/leertraject volgen, deze werknemers krijgen gedurende de opleiding steeds meer verantwoordelijkheden. In het BPV-beleidsplan is vastgelegd wanneer een werknemer die een werk/leertraject volgt bepaalde taken mag uitvoeren. Werknemers die een werk-/leertraject volgen en stagiaires worden ingezet conform de eisen zoals deze zijn beschreven in de CAO Kinderopvang en onderwijs. 9.2 Ondersteuning op de groep door andere volwassenen In principe maken wij geen gebruik van vrijwilligers. Voor extra activiteiten zoals een workshop, trekken we uitsluitend gediplomeerde krachten aan. Zij moeten net als iedereen die in de kinderopvang en onderwijs werkt een zogenaamde Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) overleggen voordat ze hun activiteiten bij ons starten. We maken een uitzondering voor ouders die komen (voor)lezen of een andere workshop komen geven. 9.3 Werkinstructies/protocollen Laterna Magica heeft werkinstructies en protocollen, bedoeld om de veiligheid en gezondheid van de kinderen en de kwaliteit van de leefomgeving op Laterna Magica zo goed mogelijk te borgen. Zo volgen we de richtlijnen van het Voedingscentrum bij het samenstellen van de maaltijden en de tussendoortjes die wij aanbieden. Daarnaast zijn er ook instructies in opgenomen, bijvoorbeeld over veilig slapen van kinderen en (veiligheids)eisen bij het ondernemen van een uitstapje. Er staat bijvoorbeeld ook uitgebreid beschreven hoe we omgaan met ‘bijtgedrag’. Deze werkinstructies en protocollen worden continue geëvalueerd en bijgesteld waar nodig. 9.4 Feedback? Vertel 't ons. Goede samenwerking tussen ouders en schaduwcoaches is in het belang van het welzijn en ontwikkeling van de kinderen. Daar zetten wij ons van harte voor in. Het kan voorkomen dat u van mening verschilt met een medewerker of ergens ontevreden over bent (dit kan ook de administratie zijn). Wij vragen u dit bespreken met de betreffende medewerker of met het MT en leiding. Klachtencommissie Meestal komen we er samen wel uit. Is dat niet het geval, of wenst u de klacht direct bij een onafhankelijke klachtencommissie in te dienen, dan kunt u schriftelijk een klacht indienen bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang of onderwijs. Geschillencommissie Ook kunnen zowel ouders als Laterna Magica een klacht laten beoordelen door de Geschillencommissie Kinderopvang of onderwijs. Meer informatie leest u in de Algemene Voorwaarden, te vinden op onze website. Klachtenreglement Voor meer informatie over de klachtenprocedure en het volledige klachtenreglement verwijzen wij u naar onze website. 9.5 Kwaliteitscyclus Laterna Magica Laterna Magica hanteert een kwaliteitscyclus om de kwaliteit van onze diensten te bewaken. Een kwaliteitscyclus die past bij onze visie op ontwikkeling, onze visie op leren en ontwikkelen. Elk jaar doorlopen we deze cyclus waarin we systematisch en holistisch de praktijk op Laterna Magica onderzoeken en ontwikkelen. Onderzoek ten dienste van de ontwikkeling van onze organisatie vindt in allerlei vormen plaats en door het hele jaar heen. In deze kwaliteitscyclus beschrijven we wat we willen meten, de momenten waarop we meten en de onderzoeksmethodieken die daarbij kunnen worden ingezet. Doel van de cyclus Het systematisch onderzoeken moet leiden tot: 1. verbeteren, ontwikkelen en innovatie op de kerntaken van onze organisatie. Kerntaken die voortkomen uit onze missie: we ontdekken en ontwikkelen iedere splinter talent, zodat kinderen de toekomst kunnen uitvinden. 2. publieke verantwoording afleggen over de kwaliteit van onze kerntaken aan de betrokkenen bij Laterna Magica. 3. verhogen van (persoonlijk) meesterschap. Medewerkers zijn betrokken in de onderzoeksprocessen die binnen de kwaliteitscyclus staan beschreven. Medewerkers zijn afwisselend en in meer of mindere mate: uitvoerders, ontwerpers en onderzoekers. De systematische reflectie op het eigen handelen verhoogt het vak- en meesterschap. Criteria bij deze kwaliteitsbewaking: - transparantie = verantwoording afleggen door transparantie - relaties = informatie wordt kennis als we het delen - toekomst gericht / proactief = wat wil je creëren? Wat is je Werk en wie ben je Zelf - routines, ritme en regelmaat. - creatieve onrust = leren is ook innoveren = verandering is constant Tussen visie en actuele werkelijkheid Onze waarden en missie zijn de fundamenten waarop we bouwen. Onze visie als doorkijkje naar de toekomst geeft ons richting. Vanuit het spanningsveld tussen de actuele werkelijkheid en onze visie worden elk jaar doelstellingen vastgesteld. Wat willen we bereiken? Bij de doelstellingen wordt een onderzoeksagenda gemaakt. Waarin gaan we verbeteren, ontwikkelen en innoveren? Welke thema’s gaan we dus onderzoeken? Met de kwaliteitscyclus bouwen we vervolgens een strategie. De manier waarop we onderzoek doen en welke middelen we daartoe inzetten. Om alle onderdelen die betrekking hebben op onze Integraal kindcentrum te kunnen meten en analyseren, maken wij gebruik van het ordeningskader van het INK3 model. Binnen de 9 aandachtsvelden die dit model onderscheidt, zijn alle relevante aspecten ondervangen. 3 Model Instituut Nederlandse Kwaliteit Waardering door Medewerkers Personeel Leiderschap Strategie & Beleid Processen Waardering door klanten en leveranciers Eindresultaten Waardering door de Maatschappij Middelen ORGANISATIE RESULTAAT leren & verbeteren De eerste 5 aandachtsvelden hebben betrekking op de manier waarop de organisatie is ingericht. Met andere woorden: wat doen wij om resultaat te bereiken. In de kern is onze kwaliteitszorg te herleiden tot vijf eenvoudige vragen die we onszelf voortdurend stellen - Doen we de goede dingen? - Doen we die dingen ook goed? - Hoe weten we dat? - Vinden anderen dat ook? - Wat doen we met die informatie? Laterna Magica werkt systematisch aan de kwaliteit van de organisatie door de ‘goede dingen nog beter proberen te doen’. Daarvoor zijn de goede instrumenten nodig en hanteren we een heldere plannings- en beleidscyclus. Want kwaliteit is geen toeval. Het betekent: het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat Laterna Magica wilde bereiken. De kwaliteitszorg op onze organisatie voldoet aan de eisen die de inspectie van het onderwijs en de kinderopvang stellen ten aanzien van kwaliteitszorg. De volgende indicatoren geven ons richting bij het vormgeven aan de aandacht voor kwaliteit: - Laterna Magica heeft inzicht in de verschillen in behoeften van haar kindpopulatie; Laterna Magica evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten; Laterna Magica evalueert regelmatig het handelen van de professionals; Laterna Magica werkt planmatig aan verbeteractiviteiten; Laterna Magica borgt de kwaliteit van het handelen van de professionals; Laterna Magica rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs en de kinderopvang. Laterna Magica waarborgt de sociale veiligheid voor de kinderen en het personeel. Bij het werken aan kwaliteitszorg zijn dit onze uitgangspunten: a. de directie van LM stuurt de kwaliteitszorg aan en is aanspreekbaar op de resultaten en het gevoerde kwaliteitsbeleid; b. de kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en pedagogisch handelen zoals geformuleerd in het plan; c. de kwaliteitszorg van ons IKC richt zich op de doelen van Laterna Magica, daar staan we voor en daar mogen anderen ons op aanspreken. d. de directie van het IKC zorgt voor een professionele cultuur; medewerkers werken voortdurend aan hun professionele ontwikkeling, helpen elkaar daarbij en spreken elkaar op kwaliteit aan. De leiding stimuleert en faciliteert dit met een goed integraal personeelsbeleid passend binnen de kaders van Stichting Samen tussen Amstel en IJ en Partou. e. bij de zorg voor kwaliteit worden steeds personeel, managementteam, kinderen, ouders/verzorgers, omgeving en bestuur betrokken. In het IKCplan wordt aangegeven op welke wijze wij de diverse groepen vragen naar hun mening: in de diverse meetinstrumenten (zie volgende paragraaf). f. de directie van het IKC legt in woord en geschrift regelmatig publieke verantwoording af over de kwaliteit van de organisatie aan de betrokkenen bij de school. Tri-band verantwoorden in Laterna Magica Laterna Magica brengt opbrengsten in de kaart, kwantitatief en kwalitatief. Gemeten op drie golflengten en op drie gebieden kwalificatie, socialisatie, personificatie (Biesta, 2012) Verantwoording aan belanghebbenden Als IKC zijn wij verantwoording schuldig aan onszelf; de kinderen en hun ouders; het bestuur, algemene directie; en de inspectie van het onderwijs en de kinderopvang als vertegenwoordiger van de maatschappij. Aan onszelf, het bestuur en algemene directie verantwoorden zij ons door middel van het IKC plan, jaarplan en jaarverslag. De kinderen en ouders informeren wij (o.a. via Laternaweb, website en de KC-raad) over ons onderwijs/ opvang en de gerealiseerde kwaliteit via de website, koersplan, jaarplan/jaarverslag. Daarnaast worden de ouders en kinderen uiteraard geïnformeerd over de uitkomsten van de tevredenheidsmetingen die onder deze groepen worden gehouden. In deze rapportage wordt tevens opgenomen wat er met de uitkomsten in de komende jaren gedaan wordt. De inspectie wordt geïnformeerd via het koersplan, jaarverslag/jaarplan en de stukken waarnaar in dit plan wordt verwezen. Wekelijks brengen we nieuws op Laternaweb (digitaal communicatieplatform.) Uitkomsten van onderzoeken en metingen nemen we daar in op. Onderstaande leercirkel vormt de basis van onze onderzoekende cultuur Leercirkel Korte uitleg over de leercirkel. - performance: uitgangspunt voor het leren van de medewerker is de praktijk; - data verzamelen: gesprekken, video’s van kinderen / medewerkers door opleider natuurlijk leren en/of medewerkers / unitleider(s) vormen data voor reflectie. - reflecteren: aan de hand van verschillende reflectietools wordt er door medewerkers samen met de opleider en/of unitleider gereflecteerd. - conceptualiseren: het pedagogische werkplan en wetenschappelijke theorieën worden bij de reflectie betrokken en verbrede het perspectief van de medewerkers. - plannen maken: vanuit het verbrede perspectief worden nieuwe plannen gemaakt die het handelen van de medewerkers en daarmee de kwaliteit van de opvang / onderwijs moeten verbeteren. - besluiten: n.a.v. de plannen worden besluiten genomen voor bijstelling van het pedagogisch werkplan / unitplan. Er worden criteria vastgesteld waaraan we toekomstig handelen toetsen. Doen: Ieder leerproces start bij het doen (een bedoeling hebben) Data: Om te kunnen reflecteren is data nodig Reflectie: Data tegen het licht houden en waarderen door ze aan gestelde doelen te toetsen Conceptualiseren: Reflectie in een breed verband plaatsen en verbinden met theorie, mogelijkheid openen tot extra onderzoek Plannen maken: verbeteren, veranderen, innoveren Besluiten: Het echt gaan doen en weten dat je daartoe "bevoegd" bent. Bij het verzamelen van gegevens over onze kwaliteit en de vorderingen maken we gebruik van de volgende instrumenten: a. Gesprekken met medewerkers Binnen de gesprekscyclus worden loopbaangesprekken (ambitiegesprekken), en functionerings- en beoordelingsgesprekken gehouden tussen medewerkers en leidinggevende. Het doel van deze gesprekken is de kwaliteit te vergroten en het welbevinden van de medewerkers te verhogen. Zie hierover personeelsbeleid Laterna Magica. De unitleider voert de gesprekken met de medewerkers in de unit. De directie voert de gesprekken met de unitleiders. De directie voert eveneens gespreken met de verschillende unitteams als geheel. De bovenschools directeur gesprekken met de leidinggevende van Laterna Magica. b) alle medewerkers houden middels een eigen portfolio hun ontwikkeling bij. Dit dient als basis voor de functioneringsgesprekken. De ontwikkelpunten en bewijslast van ontwikkeling komt ondermeer voort uit het volgen van de interne opleiding natuurlijk leren, bezoeken van directie, orthopedagoog en intern opleider in de unit, feedback van collega’s. c) stamgroep en unitbezoeken De directie bezoekt iedere unit drie keer per jaar een hele dag. Aansluitend volgt een gesprek met het unitteam. De opleider natuurlijk leren bezoekt de units op specifieke onderwerpen en in relatie tot ambities en doelstellingen. De bezoeken staan in het teken van een vooraf gesteld doel op het gebied van pedagogisch klimaat of didactisch handelen. Hiertoe is een unitplan met een samenhangend opleidingsplan samengesteld waarop omschreven staat wat gewenst didactisch en pedagogisch handelen c.q. gedrag in Laterna Magica is. d) tenminste één keer per jaar vindt in iedere unit een observatie pedagogisch klimaat door de orthopedagoog plaats (november en/of maart) e) twee keer per jaar (november en maart) houdt de orthopedagoog samen met de interne opleider een steekproef m.b.t. de kwaliteit van de ontwikkelplannen en portfolio’s van kinderen (evenals consequent gebruik formulieren voor oudergesprekken). Aansluitend vindt feedback plaats en een aanbod ter ondersteuning indien nodig. f) twee keer per jaar (november- maart) vindt er een gesprek plaats tussen de orthopedagoog, interne opleider en directie waarin de kwaliteit gemonitord wordt door de data te bekijken van: observaties in de units (pedagogisch handelen), bezoeken van de interne opleider en directie in de units, opbrengsten. Dit leidt tot een schoolbrede analyse en input voor de gesprekken met de unitleider. g. twee keer per jaar (juli/sept en febr) vindt er een gesprek plaats tussen MT (unitleiders)- interne opleider- directie waarin acties van de voorgaande periode worden geëvalueerd, een analyse gemaakt op basis van data (natuurlijk leren- opbrengsten cito- pedagogisch handelen). Op basis van de evaluatie en analyse worden acties uitgezet, wordt het ambitieplan van de unit aangescherpt, en de focus van de bezoeken van de interne opleider en de directie uitgezet. h. opleiding natuurlijk leren Alle medewerkers (incl. stagiaires) leren en innoveren in dienst van onze missie: wij ontdekken en ontwikkelen elke splinter talent, zodat kinderen de toekomst kunnen uitvinden. De opleider natuurlijk leren is verantwoordelijk voor de interne opleiding voor alle medewerkers. De opleider organiseert: - teamleren (onderzoek en ontwerpen) workshops - expertgroepen - onderzoeksgroepen Medewerkers worden uitgenodigd voor de bijeenkomsten door de opleider of unitleider als dat door hen nodig wordt geacht en/of de medewerker doet vrijwillig mee met het aanbod. Elke workshop van een unitteam sluit aan op de ambities. De intern opleider bereidt de workshops voor samen met een teamlid van de unit (unitleider). Alle nieuwe medewerkers volgen een vaste serie workshops. De inhoud van de interne opleiding betreft minimaal: - coachen van leerlingen - het schrijven ontwikkelplan/portfolio - lerende organisatie(structuur) - workshops geven/ authentieke instructie - coöperatieve leerstrategieën - instructie clubs lezen, spellen, begrijpend lezen, rekenen - criteria spel/onderzoek - rijke leeromgeving - anders evalueren (beoordelen om te leren/ te beslissen/ te verantwoorden) - inclusie (cyclus route naar persoonlijk ontwikkelplan) - gesprekken met ouders Workshops interne opleiding In workshops wordt volgens de leercirkel* het denken en handelen van de medewerkers geëvalueerd en bijgesteld. Het uitgangspunt op deze bijeenkomsten is innovatie. Innoveren of te wel: samen bouwen aan (nieuwe) onderdelen van het pedagogisch werkplan en het concept natuurlijk leren. Samen bouwen aan een nog rijkere leer/speelomgeving en aan goede gesprekken met kinderen. Samen bouwen aan kwalitatief goed aanbod en pedagogische tact. We houden onze visie scherp. Onderzoek De opleider (en MT) initieert, is opdrachtgever en begeleidt onderzoek. Een onderzoeksgroep kan bestaan uit medewerkers met gemeenschappelijke uitvoeringspraktijk of expertise op het gebied waarvoor zij producten en ideeën onderzoeken. De interne opleiding wil op verschillende manieren etalages neerzetten om mooie en boeiende praktijken (die passen bij natuurlijk leren) voor elke medewerker toegankelijk te maken. Via digitale weg, maar ook via kleine presentaties, rondleidingen etc. Voorbeeld van een onderzoeksgroep is de groep rond de 3 jarigen. De ontwikkelgroep bestaat uit medewerkers vanuit verschillende functies met expertise op dit gebied. In dit geval: een unitleider / begeleider 3+ / opleider natuurlijk leren. De leden van de ontwikkelgroep: - bewaken en ontwikkelen het aanbod. - gaan opzoek naar een instrument om objectieve criteria vast te stellen mbt de overgang van driejarigen van unit 0 naar unit 3+. De begeleider / coach van 3+ voert een gesprek tussen coach-ouder-kind waarin gekeken wordt: 1. is een kind qua ontwikkeling toe aan unit 3-7 jaar 2. hebben we een goed besluit genomen? 3. wat merken we in de unit? 4. wat merken ouders thuis? - we nodigen iedere drie maanden een (externe) pedagoog uit om het welbevinden van de 3+ kinderen in kaart te brengen. Expertgroepen De opleider (en MT) initieert en begeleidt expertgroepen om onderdelen van LM op een hoger plan te tillen. De expertonderwerpen en gerichte opdrachten aan deze groep worden gekozen op basis van de analyse van de kwaliteit (twee keer per jaar, zie punt g). Uitvoerende medewerkers op het betreffende onderwerp vormen samen de expertgroep. Zij ontwikkelen / ontwerpen en geven elkaar feedback. De expertgroep geeft een terugkoppeling van de resultaten aan het MT. Voorbeeld is de spelling-expertgroep die zich na opdracht van het MT buigt over het verbeteren van de spellingsresultaten en de didactiek van Drs. J. Schraven invoert. i. we werken met de cyclus KC koersplan per 4 jaar. Iedere jaar maakt iedere unit een unitwerkplan afgeleid van het koersplan. De unitwerkplannen worden door de unitteams aan elkaar gepresenteerd (september). Ook de opbrengsten worden gepresenteerd (juni). Het ambitieplan bestaat uit twee delen: een doedeel en denkdeel. 1) in het doedeel staat op welke manier een onderdeel praktisch wordt uitgewerkt. 2) in het denkdeel staat een onderzoeksvraag centraal. j. schooltoezicht inspectie Cyclisch bezoekt de inspectie van het onderwijs ons IKC. Van deze bezoeken wordt een rapport gemaakt dat ons informatie geeft over de stand van zaken ten aanzien van de kwaliteit van ons onderwijs. k. kinderopvangtoezicht Cyclisch bezoekt de inspectie kinderopvang, de GGD, ons IKC. Van deze bezoeken wordt een rapport gemaakt dat ons informatie geeft over de stand van zaken ten aanzien van de kwaliteit van onze kinderopvang. l. kindvolgsysteem en het kind volg jezelf systeem Het kindvolgsysteem geeft, op basis van methode-onafhankelijke toetsen, informatie over de kwaliteit van ons reken, taal, spel, schrijf en leesonderwijs. Hiermee kan Laterna Magica benchmarken. Het kindvolgjezelfsysteem geeft informatie over de individuele groei van een kind. Twee keer per jaar wordt op stamgroep, unit en organisatieniveau een analyse van de resultaten gemaakt. m. ouderenquête Eenmaal per twee jaar gaat een ouderenquête gehouden worden. In deze enquête wordt de mening van ouders gevraagd over de kwaliteit van het IKC. n. externe contacten In de contacten met scholen, peuterspeelzalen, kinderdagverblijf, naschoolse opvang, voortgezet onderwijsscholen, waar de kinderen vandaan komen en de scholen/organisaties waar zij naartoe gaan na LM wordt specifiek gevraagd naar zaken die LM nog kan verbeteren via een TIP_TOP kaart. Deze kaart wordt eens per twee jaar uitgezet (vanaf 2014) o. SMT, RIE In de Sociaal Medisch Team gesprekken met de ARBOdienst wordt gesproken over veiligheid en welzijn van de medewerkers. In de RIE (Risico Inventarisatie en Evaluatie) die de ARBOdienst eens per vier jaar houdt, wordt informatie gegeven over veiligheid en welzijn van kinderen en medewerkers. Verzuimcijfers van personeel en kinderen worden bijgehouden en geanalyseerd. Incidentregistratie ongelukjes en signalen pestgedrag + klachten. p. tevredenheids onderzoek personeel Eens per twee jaar gaat een tevredenheids onderzoek uitgevoerd worden onder het personeel. q. groeicurve aantal kinderen. r. begrotingen en financiële verslagen De jaarlijkse begrotingen en financiële verslagen, geven naast info over financiën ook informatie over allerlei andere zaken (bv. investeringen, uitgaven van nieuwe materialen, etc) s. kinder-tevredenheid-vragenlijst Eens per twee jaar een onderzoek onder bovenbouwkinderen. t. exit- vragenlijsten Met ouders en medewerkers die tussentijds van school / opvang wisselen wordt een exit- vragenlijst afgenomen u. critical friends Eens per jaar nodigen we een kritische vriend uit, met verstand van zaken m.b.t. opvang en onderwijs én/of het concept. Hij/ zij bezoekt het IKC en kijkt intensief om een oordeel te kunnen geven over de kwaliteit in relatie tot de ontwikkeling van natuurlijk leren. Twee dagen per jaar organiseert LM een interne critical friend-dag. Op deze dagen gaan medewerkers bij elkaar op bezoek, zien elkaar aan het werk en geven elkaar gericht feedback op basis van tevoren vastgestelde criteria. Bovenstaande levert een dataverzameling op die als onderdeel van de leercirkel wordt gebruikt om beleid bij te stellen a. verslagen loopbaan, functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken (medewerkers zelf in portfolio) b. verslag pedagoog 3+ en bijeenkomsten van de ontwikkelgroep 3+ c. opleiding natuurlijk leren. Data middels actie-onderzoek / case-studie / narratief onderzoek. Verslagen van bijeenkomsten workshop en ontwikkelgroepen. Verslag van unitbezoeken d.m.v. video / schriftelijk. d. verslagen/ analyse inspectie e. twee keer per jaar analyseverslag leerlingresultaten op unit,- en organisatieniveau f. drie keer per jaar een persoonlijk leerplan per kind in portfolio g. eens per twee jaar een ouderenquête h. eens per twee jaar een TIP-TOP kaart externe contacten en maatschappelijk belanghebbenden i. verzuimcijfers personeel, kinderen, incidentregistratie ongelukjes/klachten en pestgedrag j. eens per twee jaar tevredenheidonderzoek personeel (incl. veiligheid) k. groeicurve leerlingaantallen l. jaarlijks begroting en financieel verslag als onderdeel jaarplan en jaarverslag m. eens per twee jaar tevredenheidonderzoek leerlingen (incl. veiligheid) n. verslagen exitgesprekken medewerkers en ouders o. jaarlijks verslag/analyse critica friends (interne en externe audit) p. gerealiseerd beleid; opbrengsten unit-plannen (afgeleid school en jaarplan) q. films van mooie voorbeelden/opbrengsten via digital storytelling 9.6 Inclusie Het team van Laterna Magica is van mening dat het voor alle kinderen goed is om te leren omgaan met verschillen. Wij sluiten daarom in principe geen enkel kind uit en noemen dit ‘Inclusie’. Wij nemen verschillen als vertrekpunt. Laterna Magica verwijst in principe ook geen kinderen door naar het speciaal onderwijs of opvang, tenzij ouders en kinderen zelf aangeven daar een voorkeur voor te hebben of wanneer de veiligheid van andere kinderen in het gedrang dreigt te komen. Om ervoor te zorgen dat we kinderen goed kunnen begeleiden, willen we zicht krijgen op het totale kind. We denken steeds vanuit wat een kind nodig heeft om zich te ontwikkelen, dat wat de kinderen om het kind nodig hebben, dat wat de coaches nodig hebben om dit vorm te geven, dat wat we aan moeten passen in de organisatie en dat wat ouders bij kunnen dragen. 9.7 Veiligheid en gezondheid Op Laterna Magica zijn alle veiligheid- en gezondheidsfactoren in kaart gebracht d.m.v een risico inventarisatie. Deze zogenaamde risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die het verblijf van de kinderen met zich meebrengt: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. Bij de risico-inventarisatie gezondheid wordt gekeken naar ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De kc-raad brengt advies uit op het gevoerde beleid ten aanzien van de risico-inventarisaties en de plannen van aanpak. De risico-inventarisatie gaat uit van normen én van het (soms onvoorspelbare) gedrag van kinderen. Jaarlijks stelt de GGD vast of deze inventarisatie en de hieraan gekoppelde evaluatie op de juiste wijze en volledig is uitgevoerd. De risico-inventarisatie en een afschrift van het inspectierapport van de GGD liggen op Laterna Magica ter inzage. Het inspectierapport is ook te vinden op onze website. 9.8 Deskundigheidsbevordering Binnen Laterna Magica hebben wij een eigen opleider. De opleider verzorgt o.a. workshops natuurlijk leren voor (nieuwe) medewerkers. In de workshops raak je vertrouwd met het concept door vanuit theorie en praktijk mee te denken en te ontwerpen. De thema’s van de workshops sluiten aan op het koersplan van Laterna Magica en de ambitieplannen van de unitteams. We ontmoeten elkaar hier unit door broken, ontwikkelen een ‘taal’ die bij natuurlijk leren past en reflecteren op elkaars handelen. Daarnaast organiseert LM coaching on the job voor medewerkers. Zie ons beleid: leerlandschap.