I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten I.02 Algemeen reglement ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 1 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten Doelstellingen van KNMG Artikel 1 1.1. De KNMG zal haar statutaire doelstellingen realiseren, door zich te richten op algemene vraagstukken die beroepsgroepoverstijgend zijn en door dienstverlening gericht op zowel toekomstige artsen als artsen. De KNMG zal hierbij handelen in overleg met de beroepsverenigingen en de eigen verantwoordelijkheid van de beroepsverenigingen respecteren. De KNMG zal zich in dit verband bezighouden met algemene vraagstukken betreffende de beroepsuitoefening en de voorwaarden waarbinnen deze beroepsuitoefening plaatsvindt, zoals: • Volksgezondheidsbeleid • Ordening en stelsel van de gezondheidszorg • Kwaliteit en capaciteit van onderwijs en opleidingen • Loopbaanbegeleiding van artsen en studenten geneeskunde • Kwaliteit van de beroepsuitoefening • Wetenschapsbeleid • Standaarden en gedragsregels voor artsen • Informatiseringsbeleid en communicatie binnen de beroepsgroep • Medische ethiek • Gezondheidsrecht • Rechtspraak, in het bijzonder de tuchtrechtspraak • Emancipatiezaken • Internationaal beleid 1.2. De KNMG is tevens door de overheid erkend als representatieve organisatie van artsen en aangewezen om organen met een publiekrechtelijke functie in te stellen en in stand te houden. Deze organen vervullen taken op het gebied van registratie, herregistratie en de beoordeling van de kwaliteit van de opleidingen. 1.3. De ondersteunde taken van de KNMG zijn onder meer: Het instandhouden van een bibliotheek; het uitgeven van Medisch Contact; facilitaire en ondersteunende diensten (Domus Media). Beroepsverenigingen Artikel 2 2.1. Een beroepsvereniging stelt haar statuten vast, met inachtneming van de statuten van de KNMG en de bepalingen in dit algemeen reglement. 2.2. Een beroepsvereniging brengt haar reglementen ter kennis van het Federatiebestuur van de KNMG, onmiddellijk nadat deze zijn vastgesteld. 2.3. Indien het Federatiebestuur van de KNMG strijdigheden in de statuten van een beroepsvereniging met de statuten van de KNMG of dit algemeen reglement vaststelt, zal het Federatiebestuur deze aan de beroepsvereniging melden. De beroepsvereniging zal, in overleg met het Federatiebestuur, voorstellen doen om die strijdigheden op te heffen. Artikel 3 3.1. De criteria waaraan een vereniging moet voldoen om lid-beroepsvereniging te kunnen worden van de KNMG zijn neergelegd in de volgende criteria. Toepassing van deze criteria vindt plaats in het licht van de centrale doelstelling omtrent het te voeren toelatingsbeleid, luidende dat de KNMG zich als meest representatieve artsenorganisatie ten doel stelt het op enigerlei wijze verenigen van alle artsen in Nederland. 3.1.1. Een verzoek tot toelating wordt in beginsel alleen dan in behandeling genomen indien het is ingediend door een vereniging van artsen die kan worden aangemerkt als een beroepsvereniging van artsen. Onder een beroepsvereniging van artsen wordt verstaan een vereniging van artsen die onder meer tot taak heeft: – de bevordering van het goed functioneren van haar leden; – de behartiging van de sociaal - economische en overige maatschappelijke belangen van haar leden; ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 2 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten – het verrichten van werkzaamheden ter uitvoering van het doel van de KNMG. 3.1.2. Een verzoek om toelating dient vergezeld te gaan van een gemotiveerd antwoord op de vraag waarom de betrokken vereniging geen aansluiting wil of kan vinden bij één der beroepsverenigingen van de KNMG. 3.1.3. Een verzoek om toelating van een vereniging, die als vereniging al lid is van één der beroepsverenigingen van de KNMG, wordt pas dan in behandeling genomen nadat het betreffende lidmaatschap is beëindigd. 3.1.4. De betrokken vereniging dient volledige rechtspersoonlijkheid te bezitten. 3.1.5. De betrokken vereniging dient een vereniging van artsen te zijn, waarvan niet-artsen slechts in bijzondere gevallen gewoon lid kunnen zijn. 3.1.6. Uit de statuten van de betrokken vereniging moet blijken dat zij in staat is bij te dragen aan het statutaire doel van de KNMG; in geen geval mag de betrokken vereniging wat betreft haar doelstellingen conflicteren met de doelstellingen van de KNMG en met die van de andere beroepsverenigingen van de KNMG. 3.1.7. De betrokken vereniging dient in te stemmen met het betalen aan de KNMG van een op inkomensafhankelijke basis bepaalde federatieve afdracht. 3.1.8. De betrokken vereniging dient ten minste 400 leden te hebben, waarbij zij aangetekend, dat de KNMG in een concreet geval redenen kan vinden dit aantal naar beneden bij te stellen. Artikel 4 4.1. Een beroepsvereniging zal, mede gelet op artikel 1 lid 1 van dit reglement, op de door haar gewenste wijze vastleggen, hoe zij haar werkzaamheden zal uitvoeren, welke activiteiten zij voornemens is te verrichten, al dan niet in samenwerking met een of meer andere beroepsverenigingen en/of de KNMG en/of groepen van artsen. Een beroepsvereniging kan deze werkzaamheden en activiteiten vastleggen in reglementen, beleidsplannen of andere stukken. 4.2. Een beroepsvereniging zal voor de opstelling van deze reglementen, beleidsplannen of andere stukken, contact onderhouden met de andere beroepsverenigingen en de KNMG. 4.3. Een beroepsvereniging zal haar reglementen, beleidsplannen of andere stukken ter kennis brengen van het Federatiebestuur van de KNMG. Het Federatiebestuur zal deze vervolgens op zijn agenda plaatsen en bespreken. 4.4. Het Federatiebestuur kan bovendien deze reglementen, beleidsplannen of andere stukken van een beroepsvereniging afzonderlijk met de desbetreffende beroepsvereniging bespreken. 4.5. Bovendien zal het Federatiebestuur tenminste twee maal per jaar met de beroepsverenigingen overleggen over alle activiteiten van de KNMG en van de beroepsverenigingen. 4.6. Het in dit artikel bedoelde contact en overleg tussen de KNMG en de beroepsverenigingen, zal met name gericht zijn op het bevorderen van de meerwaarde van het federatieve karakter van de KNMG, op de wederkerige informatieverschaffing en op de onderlinge afstemming van beleid. Financiële vergoeding Artikel 5 5.1. In artikel 9 lid 1 sub b van de statuten is bepaald, dat indien een beroepsvereniging het lidmaatschap van de KNMG opzegt, zij een financiële vergoeding moet betalen. Deze financiële vergoeding is een schadevergoeding voor de KNMG en is gebaseerd op het feit dat, na deze opzegging, de KNMG doorlopende kosten heeft die mede gebaseerd waren op het lidmaatschap van de opzeggende beroepsvereniging. Deze kosten zullen in belangrijke mate bestaan uit personeelskosten. 5.2. De KNMG en de opzeggende beroepsvereniging zullen vaststellen wat de hoogte is van de schade die wordt veroorzaakt door het opzeggen door de beroepsvereniging. 5.3. Het eigen vermogen van de KNMG is bedoeld om bepaalde financiële risico’s op te vangen die samenhangen met de diverse activiteiten van de KNMG. Bij de vaststelling of de schade, zoals in lid 1 bedoeld, op het eigen vermogen van de KNMG verhaald kan worden, zal uitsluitend worden gelet op het gedeelte van het eigen vermogen van de KNMG dat gevormd is voor opvang van risico’s van activiteiten die (mede) worden gefinancierd uit contributies en federatieafdrachten, alsmede op het gedeelte van het eigen vermogen van de ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 3 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8. 5.9. KNMG waarop de opzeggende beroepsvereniging voor deze situatie trekkingsrecht heeft. Dat gedeelte van het eigen vermogen wordt bepaald op het gemiddelde van de door de opzeggende beroepsvereniging betaalde federatieafdrachten over de laatste twee jaren voor de datum waarop het lidmaatschap eindigt, ten opzichte van de door de KNMG in die twee jaren gemiddeld ontvangen federatieafdracht van alle beroepsverenigingen en contributies van individuele leden. Indien deze schade niet volledig kan worden verhaald op het gedeelte van het eigen vermogen van de KNMG, zoals in lid 3 bedoeld, zal de opzeggende beroepsvereniging het resterende bedrag als financiële vergoeding betalen. De KNMG en de opzeggende beroepsvereniging zullen, onmiddellijk na de opzegging, vaststellen of de opzeggende beroepsvereniging deze financiële vergoeding verschuldigd is en indien dit het geval is wat de hoogte daarvan moet zijn, met inachtneming van het in lid 2, 3 en 4 bepaalde. Indien tussen de KNMG en de opzeggende beroepsvereniging over deze financiële vergoeding binnen 3 maanden na de opzegging geen overeenstemming bereiken, is er sprake van een geschil. Dit geschil zal met uitsluiting van de gewone rechter worden beslist door arbitrage. Deze arbitrage zal worden gevoerd volgens de reglementen van het Nederlands Arbitrage Instituut te Rotterdam. De KNMG en de beroepsverenigingen zullen in 1999 vaststellen of dit artikel tot een redelijke toepassing in de praktijk zal leiden. Daarom geldt dit artikel tot 1 januari 2000. Voor 1 januari 2000 zullen de KNMG en de beroepsverenigingen, een nieuwe redactie van dit artikel ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorleggen. Indien de KNMG en de beroepsverenigingen geen overeenstemming bereiken over een nieuwe redactie van dit artikel zal de door de opzeggende beroepsvereniging verschuldigde financiële vergoeding maximaal 1 miljoen gulden bedragen. Individuele leden Artikel 6 6.1. Een arts kan individueel lid van de KNMG worden, indien hij of zij geen lid van een beroepsvereniging wil of kan zijn. Bij de schriftelijke aanvraag van het individuele lidmaatschap zal daarom van de aanvrager een motivering worden gevraagd, waarom hij of zij geen lid van een beroepsvereniging wil of kan zijn. 6.2. Het Federatiebestuur van de KNMG delegeert de behandeling van een aanvraag van het individueel lidmaatschap aan de voorzitter. De voorzitter van de KNMG beoordeelt iedere aanvraag van een individueel lidmaatschap en besluit daarover. 6.3. De voorzitter van de KNMG brengt twee keer per jaar verslag uit aan het Federatiebestuur over zijn werkzaamheden betreffende de aanvragen van het individueel lidmaatschap. Het overleg in het Federatiebestuur zal met name gericht zijn op de vraag of het beleid met betrekking tot deze aanvragen moet worden gewijzigd. 6.4. Indien een aanvrager beroep instelt bij de algemene vergadering van de KNMG tegen een beslissing tot afwijzing van het individueel lidmaatschap, zal het Federatiebestuur zijn beslissing in die algemene vergadering gemotiveerd toelichten. Tevens zal het bestuur van de desbetreffende beroepsvereniging in de gelegenheid worden gesteld zijn standpunt over deze aanvraag toe te lichten. Ereleden Artikel 7 7.1. Natuurlijke personen kunnen tot erelid van de KNMG worden benoemd. 7.2. Het Federatiebestuur doet een voordracht tot benoeming tot erelid aan de algemene vergadering van de KNMG. Het Federatiebestuur zal met het bestuur van de desbetreffende beroepsvereniging(en) overleg plegen, voordat een voordracht wordt opgesteld. 7.3. Het erelidmaatschap gaat in op de datum waarop het besluit tot benoeming door de algemene vergadering is genomen. 7.4. Het erelidmaatschap eindigt op dezelfde wijze waarop het individueel KNMG-lidmaatschap eindigt, alsmede door herroeping. 7.5. Indien een erelid individueel lid van de KNMG is, behoudt hij de rechten en verplichtingen als individueel lid. 7.6. Een erelid is vrijgesteld van het betalen van contributie aan de KNMG. ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 4 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten 7.7. Een erelid heeft spreekrecht in de algemene vergadering van de KNMG. KNMG-districten Artikel 8 8.1. Een KNMG-district heeft, als samenwerkingsverband van het district van de individuele leden van de KNMG en van de districten van beroepsverenigingen, tot taak de doelstellingen van de KNMG en het federatieve karakter van de KNMG te bevorderen. Bovendien heeft het district tot taak de kwaliteit van de beroepsuitoefening van artsen en van de gezondheidszorg te bevorderen, de regionale ordening van zorg, alsmede de gemeenschappelijke belangen van artsen in het district te behartigen. Tevens zal het district de bekendheid en het gebruik van de diensten en producten van de KNMG en van de beroepsverenigingen stimuleren. 8.2. Een KNMG-districtsbestuur zal jaarlijks een begroting opstellen, die betrekking heeft op alle activiteiten binnen het district. Deze begroting wordt ter goedkeuring aan de districtsvergadering voorgelegd. 8.3. De districtsvergadering kan een contributie vaststellen ter dekking van de uitgaven van het KNMG-district. De districtscontributie zal worden geïnd door het bureau van de KNMG en afzonderlijk op een contributienota worden vermeld. 8.4. Het KNMG-districtsbestuur zal ten minste een maal per jaar een districtsvergadering van de individuele leden en van de leden van beroepsverenigingen in het district bijeenroepen. 8.5. Het KNMG-districtsbestuur kan commissies instellen, die het beleid van het district zullen voorbereiden, uitvoeren en begeleiden. 8.6. Een KNMG-district heeft een districtsreglement. Dit KNMG-districtsreglement behoeft de voorafgaande goedkeuring van het Federatiebestuur van de KNMG en mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met de statuten of reglementen van de KNMG en van de beroepsverenigingen. 8.7. Het Federatiebestuur van de KNMG zal, mede in verband met de taken van het KNMG-district, regelmatig overleg plegen met de regio-ambassadeurs. Artikel 9 9.1. De benoeming van de leden van een KNMG-districtsbestuur vindt plaats in een gezamenlijke vergadering van de individuele KNMG-leden en de leden van de beroepsverenigingen in het district. 9.2. Bij de agenda voor de KNMG-districtsvergadering, waarin een benoeming zal plaatsvinden, wordt vermeld welke kandidaat(en) wordt (worden) voorgedragen voor het districtbestuur. Deze voordracht wordt opgesteld door het KNMG-districtsbestuur, in overleg met de besturen van de districten van de beroepsverenigingen in het desbetreffende KNMG-district. 9.3. Bij de voordrachten voor dit districtbestuurslidmaatschap zullen kandidaten worden voorgedragen, die de individuele leden van de KNMG en de leden van de beroepsverenigingen vertegenwoordigen. 9.4. Het KNMG-districtsbestuur zal bestaan uit vijf leden, tenzij de in lid 1 bedoelde vergadering anders beslist in verband met het aantal beroepsverenigingen dat deelneemt in het KNMG-district. Het bestuur bestaat in ieder geval uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. 9.5. Het KNMG-districtsbestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. 9.6. De leden van het KNMG-districtsbestuur worden voor vier jaar benoemd en zijn eenmaal voor vier jaar, direct aansluitend op hun vorige bestuursperiode, herbenoembaar. 9.7. De maximumleeftijd van een lid van het KNMG-districtsbestuur is 70 jaar. 9.8. Een lid van het KNMG-districtsbestuur kan door de vergadering van het district worden geschorst of ontslagen. Artikel 10 10.1. De KNMG-districten worden samengevoegd tot zes regio’s. Voor iedere regio functioneert een regio-ambassadeur, die wordt aangesteld door het Federatiebestuur op voordracht van de voorzitters van de KNMG-districten binnen de desbetreffende regio. 10.2. De benoeming van de regio-ambassadeurs geldt voor vier jaar en kan voor eenmaal met vier jaar worden verlengd, direct aansluitend op de vorige periode. ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 5 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten 10.3. 10.4. 10.5. 10.6. 10.7. De regio-ambassadeur vormt de verbinding tussen de regio en het Federatiebestuur van de KNMG. De regio-ambassadeurs zullen daarom het overleg tussen het Federatiebestuur van de KNMG en de KNMG-districten bevorderen en in stand houden. De regio-ambassadeur is verder belast met de coördinatie van het beleid op het gebied van de gezondheidszorg tussen de desbetreffende KNMG-districten en het bureau van de KNMG. Verder adviseert de regio-ambassadeur het districtsbestuur van het KNMG-district en het Federatiebestuur van de KNMG. Tevens bevordert de regio-ambassadeur het optimaal gebruik van diensten en activiteiten van de KNMG en van de beroepsverenigingen. De regio-ambassadeurs hebben eenmaal per maand gezamenlijk overleg onder leiding van een uit hun midden gekozen voorzitter. Bij dit overleg zijn de voorzitter, vice-voorzitter en algemeen directeur van de KNMG aanwezig. De voorzitter van de regio-ambassadeurs woont als adviseur de vergaderingen van het Federatiebestuur van de KNMG bij. Afdelingen van een KNMG-district Artikel 11 11.1. Indien het KNMG-districtsbestuur een of meer afdelingen binnen dat district wil vaststellen, zal het bestuur zowel de samenstelling als het gebied van een afdeling tevoren schriftelijk aan het Federatiebestuur van de KNMG ter goedkeuring voorleggen. 11.2. Het Federatiebestuur van de KNMG kan, alvorens deze goedkeuring te verlenen, overleg plegen met het KNMG-districtsbestuur en met besturen van andere KNMG-districten. Het Federatiebestuur zal binnen een maand na het verzoek tot vaststelling van een afdeling hierover besluiten. 11.3. Een afdeling vormt het lokale netwerk van individuele leden van de KNMG en leden van de beroepsverenigingen ter bevordering van de beroepsuitoefening. 11.4. Een afdeling is vrij bij het bepalen van haar takenpakket. Een afdeling heeft in ieder geval een sociale taak, een wetenschappelijke taak en een overlegfunctie ter voorbereiding van besluiten binnen het district en de landelijke organen van de KNMG. 11.5. Een afdeling heeft een bestuur van ten minste drie leden, zijnde een voorzitter, secretaris en penningmeester. 11.6. Een afdeling heeft een afdelingsvergadering, waarin de individuele KNMG-leden en de leden van de beroepsverenigingen van die afdeling gezamenlijk vergaderen. 11.7. Een afdelingsbestuur zal jaarlijks een begroting van de afdeling vaststellen, die betrekking heeft op alle activiteiten binnen de afdeling. Deze begroting wordt ter goedkeuring aan de afdelingsvergadering voorgelegd. 11.8. De afdelingsvergadering kan jaarlijks een contributie vaststellen, ter dekking van de uitgaven van de afdeling. 11.9. Indien een afdeling contributie heft, zal deze worden geïnd door het bureau van de KNMG op grond van een afzonderlijke contributienota. Het Federatiebestuur stelt richtlijnen op voor de begroting en contributie van een KNMG-afdeling. 11.10. Het afdelingsbestuur overlegt jaarlijks met het districtsbestuur van het desbetreffende KNMG-district over de afdelingsbegroting, het financiële afdelingsverslag en de werkzaamheden van de afdeling. Het KNMG-districtsbestuur heeft het recht aan het afdelingsbestuur aanwijzingen te geven. 11.11. Een afdeling heeft een afdelingsreglement. Dit afdelingsreglement behoeft de voorafgaande goedkeuring van het Federatiebestuur van de KNMG. Districten van de individuele leden van de KNMG Artikel 12 12.1. De individuele leden van de KNMG vormen, binnen een KNMG-district, een district. 12.2. Het geografisch gebied van een district van de individuele leden, is gelijk aan het door het Federatiebestuur vastgestelde gebied van een KNMG-district. 12.3. Het district van de individuele leden van de KNMG heeft een bestuur. Dit bestuur bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. 12.4. De individuele leden van de KNMG kunnen binnen hun district vergaderen of activiteiten organiseren. 12.5. Het bestuur van het district van de individuele leden zal ten minste eenmaal per jaar een vergadering van de individuele leden van de KNMG in dat district bijeenroepen. De termijn van oproeping voor deze vergadering ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 6 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten is ten minste vier weken. De oproepingsbrief met de agenda wordt toegestuurd aan alle individuele KNMG-leden in het district. 12.6. De individuele leden in een KNMG-district, benoemen uit hun midden een stemgerechtigde en een plaatsvervangend stemgerechtigde in de algemene vergadering van de KNMG, zoals bepaald in artikel 12 lid 5 van de statuten van de KNMG. 12.7. Ten minste vijf individuele leden van de KNMG kunnen een voordracht doen voor een stemgerechtigde en een plaatsvervangend stemgerechtigde in de algemene vergadering van de KNMG. Deze voordracht moet gevoegd zijn bij de agenda van de vergadering van het KNMG-district, waarop de stemgerechtigde en de plaatsvervangend stemgerechtigde worden benoemd. 12.8. Indien deze voordracht niet door individuele leden wordt opgesteld, zal de voordracht in hun plaats door het bestuur van het KNMG-district worden opgesteld. 12.9. In de vergadering van het KNMG-district waarin over de benoeming van een stemgerechtigde en een plaatsvervangend stemgerechtigde wordt besloten, vindt voor deze benoeming eerst overleg plaats met het districtsbestuur van het KNMG-district. De stemming over de benoemingen vindt plaats nadat het districtsbestuur van het KNMG-district zijn standpunt over de benoemingen heeft gegeven. 12.10. Indien in een vergadering geen besluit wordt genomen of kan worden genomen over de benoeming van een stemgerechtigde en een plaatsvervangend stemgerechtigde, zal het districtsbestuur binnen twee weken een nieuwe vergadering bijeen roepen om te besluiten over deze benoemingen. Taakverdeling Federatiebestuur en onverenigbaarheden Artikel 13 13.1. De voorzitter van het Federatiebestuur geeft leiding aan het Federatiebestuur. De voorzitter leidt de vergaderingen van het Federatiebestuur, de algemene vergaderingen en vergaderingen waarbij om zijn leiding is verzocht. De voorzitter vertegenwoordigt, in ruime zin van het woord, de KNMG. 13.2. De vice-voorzitter ondersteunt en vervangt, indien nodig, de voorzitter bij al zijn taken. 13.3. Het Federatiebestuur is verantwoordelijk voor het financiële beleid van de KNMG. Hierbij is de penningmeester de eerstverantwoordelijke voor dit financiële beleid en belast met de voorbereiding van en het toezicht op dit financiële beleid. De penningmeester zal, na goedkeuring door het Federatiebestuur, de voorbereiding en uitvoering van het financiële beleid delegeren aan de algemeen directeur. 13.4. Het Federatiebestuur vergadert ten minste tienmaal per jaar, in aanwezigheid van de algemeen directeur. Van deze vergaderingen worden notulen gehouden. Het Federatiebestuur kan beslissen dat de algemeen directeur een vergadering niet bijwoont, maar uitsluitend in het geval het Federatiebestuur vergadert over de algemeen directeur. 13.5. Het lidmaatschap van het Federatiebestuur is onverenigbaar met de positie van stemgerechtigde of plaatsvervangend stemgerechtigde in de algemene vergadering van de KNMG; de positie van stemgerechtigde of afgevaardigde, danwel plaatsvervangend stemgerechtigde of plaatsvervangend afgevaardigde in de ledenvergadering van een beroepsvereniging; het lidmaatschap van een rechtsprekend of tuchtrechtelijk orgaan van de KNMG, of van de Commissie van de Geldmiddelen; de redactie van Medisch Contact; een dienstverband met of adviseurschap van de KNMG of een beroepsvereniging. 13.6. Federatiebestuursleden die een federatiepartner vertegenwoordigen, kunnen zich laten vervangen door een collega-bestuurslid. Het Federatiebestuurslid dat zitting heeft namens de Individuele Leden kan zich laten vervangen door een individueel lid. De adviseurs van het Federatiebestuur, zijnde de voorzitter van een College, Registratiecommissie of Regio-ambassadeurs, kunnen zich laten vervangen door een collega-voorzitter, respectievelijk collega-Regio-ambassadeur. Vaststelling federatieafdracht en contributie Artikel 14 14.1. In verband met de vaststelling van de contributie voor de individuele leden en van de federatieafdracht per lid, stelt de algemene vergadering jaarlijks uiterlijk in december vast: • het bedrag van de standaardcontributie en de federatieafdracht per lid; • de inkomensklassen voor inkomen uit medische arbeid; • het percentage van de standaardcontributie en de federatieafdracht per lid per inkomensklasse. ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 7 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten 14.2. 14.3. Ieder individueel lid dient bij de KNMG en ieder lid van een beroepsvereniging bij zijn of haar of beroepsvereniging, eenmaal per 3 jaar een formulier in te vullen en terug te sturen in verband met de opgave van de inkomensklasse. Bij de jaarlijkse vaststelling van de contributie door de algemene vergadering, wordt tevens vastgesteld welke contributie geldt voor echtgenoten en duurzaam samenlevenden, die beiden individueel lid van de KNMG zijn, voor studenten en voor individuele leden die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, alsmede voor individuele leden die meer dan 40 jaar lid zijn. Federatieafdracht en contributie Artikel 15 15.1. Iedere beroepsvereniging geeft in september van ieder jaar aan de KNMG een raming op van haar ledenaantal per 1 januari van het nieuwe verenigingsjaar, in verband met de vast te stellen federatieafdracht per lid. 15.2. De algemeen directeur van de KNMG stuurt jaarlijks voor de federatieafdracht een voorschotnota van twaalf maandelijkse termijnen naar iedere beroepsvereniging 15.3. De beroepsvereniging is de federatieafdracht aan de KNMG verschuldigd, per de datum waarop het lid van de beroepsvereniging de contributie aan de beroepsvereniging betaalt, tot het totaalbedrag van de voorschotnota. 15.4. De algemeen directeur van de KNMG stuurt onmiddellijk na het einde van ieder verenigingsjaar een eindnota voor de federatieafdracht naar iedere beroepsvereniging. Artikel 16 16.1. De algemeen directeur verstuurt de contributienota naar de individuele leden uiterlijk in de maand februari van ieder jaar. 16.2. Een individueel lid is verplicht de contributie binnen een maand na de datum van de contributienota te betalen. 16.3. Als de contributie niet binnen deze termijn van een maand is betaald, volgt een schriftelijke herinnering tot betaling, met een termijn van twee weken. Indien het individueel lid binnen deze nadere termijn niet betaalt, kan de KNMG zonder verdere in gebreke stelling tot incasso overgaan. Het individueel lid is alle met de incasso verbonden kosten verschuldigd en tevens de wettelijke rente vanaf een maand na de datum van de contributienota. Ledenadministratie Artikel 17 17.1. De KNMG voert met en ten behoeve van de beroepsverenigingen die dat wensen een gezamenlijke ledenadministratie. 17.2. De KNMG en de beroepsverenigingen maken afspraken over het verstrekken en gebruikmaken door de KNMG van gegevens, noodzakelijk voor de verwezenlijking van de KNMG-doelstellingen. Stemgerechtigden en plaatsvervangend stemgerechtigden Artikel 18 18.1. De positie van alle stemgerechtigden en plaatsvervangend stemgerechtigden in de algemene vergadering van de KNMG, is onverenigbaar met de volgende functies binnen de KNMG: het lidmaatschap van het Federatiebestuur van de KNMG; het lidmaatschap van een rechtsprekend of tuchtrechtelijk orgaan of van de financiële commissie van de KNMG; het lidmaatschap van de Raad van Advies of van de redactie van Medisch Contact; in dienstverband met of adviseurschap van de KNMG of een beroepsvereniging. Adviseurs Artikel 19 19.1. Adviseurs algemeen 19.1.1. Het Federatiebestuur kan adviseurs benoemen, hetzij voor bepaalde tijd, hetzij voor onbepaalde tijd. ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 8 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten 19.2. 19.1.2. Aan adviseurs worden door het Federatiebestuur speciale taken toebedeeld, die schriftelijk worden vastgelegd. 19.1.3. Het Federatiebestuur brengt de benoeming van adviseurs en hun taken ter kennis van de algemene vergadering en van de beroepsverenigingen. Adviseurs Colleges en Registratiecommissies 19.2.1. Het Federatiebestuur benoemt op voordracht van de Colleges en Registratiecommissies één van de voorzitters van de Colleges en één van de voorzitters van de Registratiecommissies tot adviseurs van het Federatiebestuur. 19.2.2. De benoeming is voor onbepaalde tijd. 19.2.3. De adviesfunctie heeft betrekking op onderwerpen die het vraagstuk van de opleiding en registratie van specialisten betreffen. Financiële commissie Artikel 20 20.1. Het Federatiebestuur benoemt een financiële commissie. 20.2. De financiële commissie bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter. De voorzitter is de penningmeester van het Federatiebestuur. 20.3. Twee leden van de financiële commissie zullen voortkomen uit de leden van de beroepsverenigingen en een lid uit de individuele leden. Deze leden worden gekozen op grond van hun deskundigheid en zullen hun werkzaamheden verichten zonder last of ruggespraak. 20.4. De leden van de financiële commissie worden benoemd voor vier jaar. Zij zijn eenmaal voor vier jaar herbenoembaar, direct aansluitend op een vorige periode. 20.5. Deze leden zullen geen lid zijn van een rechtsprekend of tuchtrechtelijk orgaan van de KNMG. 20.6. De financiële commissie heeft tot taak het uitbrengen van advies aan het Federatiebestuur over de jaarrekening en alle andere zaken die betrekking hebben op de financiën van de KNMG, in de ruime zin van het woord. Het bureau Artikel 21 21.1. Het bureau van de KNMG staat onder leiding van de algemeen directeur. 21.2. De algemeen directeur kan deze leidinggevende taak, geheel of gedeeltelijk, delegeren met toestemming van het Federatiebestuur. 21.3. Het bureau heeft hoofdtaken, die organisatorisch worden ondergebracht in een directoraat of een dienst. 21.4. Deze hoofdtaken zijn: • beleid en advisering; • opleiding en registratie; • facilitaire en ondersteunende diensten (Domus Medica). Vaststelling en wijziging Artikel 22 22.1. Dit algemeen reglement wordt vastgesteld door de algemene vergadering van de KNMG. Dit algemene reglement treedt in werking per 1 januari 1999. 22.2. De algemene vergadering van de KNMG kan dit algemeen reglement wijzigen bij volstrekte meerderheid van stemmen. 22.3. De wijzigingen van het algemeen reglement treden in werking op de door de algemene vergadering vastgestelde datum. Afwijkingen Artikel 23 23.1. De algemene vergadering van de KNMG kan besluiten tot afwijking van de bepalingen van dit algemeen reglement. ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 9 I.02 Algemeen reglement van de KNMG statuten 23.2. 23.3. Een dergelijk besluit tot afwijking moet worden genomen door de algemene vergadering met ten minste drie vierde van de geldig uitgebrachte stemmen. Het Federatiebestuur kan, in bijzondere of spoedeisende omstandigheden, besluiten van de bepalingen van dit algemeen reglement af te wijken. Het Federatiebestuur zal, indien zij van dit algemeen reglement afwijkt, daarvan in de eerstkomende algemene vergadering melding maken en daarbij toelichten waarom naar zijn mening deze afwijking noodzakelijk was. ®KNMG uitgave - versie 3.0 Organisatie/Auteur: KNMG, Laatst gewijzigd: 2006 10