Document

advertisement
Recht en conflict in context
 Filosofie
• Rechtsfilosofie
 De advocaat in context
• Praktijk / Opleiding
 Conflicten en hun oplossingen
• Eenheid / Consensus / Overvloed / Eigendom
 Elementen van orde
• Lex / ius
 Fenomenen van orde
• Maatschappij / Gemeenschap / samenleving
• Legistiek / juristiek
1
Filosofie (1)
Productie
Grondslagen
Toepassing
Theorieën
Consumptie
2
Filosofie (2)
 Menselijk handelen
 Doelgericht inzetten van middelen
 op basis van opinies
• over wat is en kan zijn
• over oorzaken en gevolgen
 in een met anderen gedeelde wereld
 Axioma: A = A
de dingen zijn wat zij zijn
_____________________________________
 Anti-filosofie: A = “A”
de dingen zijn wat men zegt dat zij zijn
3
Filosofie (3)
 Fundamentele oordeelscategorieën
 Waar vs onwaar
wetenschap opinie
 Schoon vs lelijk
esthetica
doel
 Goed vs kwaad
ethica
handeling
• Wat waarlijk een schoon doel dient en geen lelijke bijwerking heeft
 Goed vs slecht
techniek
middel / doel
recht
een / ander
• Effectief; efficiënt
 Recht vs onrecht
 Zoeken, behouden, herstellen vs ontwijken, ongedaan maken
4
Rechtsfilosofie (1)
Recht – Onrecht
 Recht = orde in menselijke aangelegenheden
 Onrecht = wanorde
 miskenning van essentiële discrimina
 aanwezigheid van crimina
  verwarring (cf. war=oorlog, conflict)
Rechtswetenschap
 conflicten en hun mogelijke oplossingen
5
Rechtsfilosofie (2)
Beoordelen van rechtsaanspraken
 Het “positieve recht” (machtsfenomeen)
• onderscheid wettig – onwettig
• relatie met recht – onrecht?
 Substantieel: historisch
 Formeel: taalgebruik
 Ficties als “beginselen” van positief recht
•
•
•
•
Maatschappelijk verdrag, soevereiniteit
Scheiding der machten, onafhankelijkheid rechterlijke macht
Democratische rechtsstaat (beleidsstaat),
Mensenrechten
6
De advocaat in context (1)
Werk
 positiefrechtelijk systeem van een staat
 i.h.b. gerechtelijk apparaat daarvan
 “Advocaat” = positie in dat systeem
  voorgeschreven rol (wat een advocaat mag of
niet mag doen / zeggen)
  marginale positie
7
De advocaat in context (2)
Vorming
 Inwijding
 in het positieve recht van de staat
 in het gebruik van de taal van het recht om over officieel
erkende machtsverhoudingen te praten
 Geen wetenschappelijke basis
 Bedrijfsspecifieke opleiding
Kwalificatie
 Universitair?
8
Rechtswetenschap
Conflicten
 Oorzaken
 Oplossingen
9
Conflictdiagram (1)
A
B
A
Veelheid
Vrije toegang
Schaarste
M
Da
Db
Diversiteit
10
 Noodzakelijke voorwaarden
Veelheid van personen
Diversiteit van personen
Inzet is gebruik van / controle schaars middel
Vrije toegang tot schaars middel
 Mogelijke oplossingen
Veelheid  Eenheid
Diversiteit  Consensus / conformisme
Schaarste  Overvloed
Vrije toegang  Eigendom
11
“Politieke” oplossingen
Eenheid
A
Consensus
A
B
M/B
M
Da
Dab
Maatschappij
Gemeenschap
12
“Economische” oplossingen
Overvloed
A
Eigendom
B
Da
Db
“Utopie”
A
B
Ma
Mb
Da
Db
Samenleving
13
Elementen van orde
regere /legere
Lex
iurare
Ius
14
Rechtsorde
iurare
regere /legere
regere /legere
15
Praxeologie van het recht
 Basishandelingen
 macht (kracht; wil+keuze=willekeur)
• regere: beheren, beheersen ( onderworpen zijn)
 Fysiek management
• legere: beheren, beheersen (  gehoorzamen)
 Human resources management
 legistiek
 rede (inzicht)
• iurare: spreken
 Interpersoonlijk, vrijheid onder gelijken
 Argumentatief / onderhandelend gesprek
 juristiek
16
Fenomenen van orde
Horizontale structuur:
 Gesprek
 Samenleving
 Gemeenschap
Verticale structuur
 Bevel
 Maatschappij
Totale maatschappij (staat)
17
Juristiek
Wetenschap van het gesprek
 Gesprek: rationele autolegitimatie
 In gesprek onweerlegbare
• waarheden
• normen
• Cf. klassieke juridische maximes
 Advocaat als jurist
 Mensen bijstaan in gesprek
 i.h.b. het argumentatieve gesprek met een rechter
18
Legistiek
Interpretatie van bevelen
 Hermeneutiek van machtswoorden
“Indem die Wissenschaft das Zufällige zu ihrem
Gegenstand macht, wird sie selbst zur Zufälligkeit; drei
berichtigende Worte des Gesetzgebers und ganze
Bibliotheken werden zu Makulatur.”
• Julius von Kirchmann, "Wertlosigkeit der Jurisprudenz als
Wissenschaft" (1847)
 Advocaat als legist
 Gids in het oerwoud van regelgeving / procedures
 Strategisch / tactisch adviseur
19
Ten slotte
Vermaatschappelijking van samenleving en
gemeenschap
Crisis van het recht
Crisis van de Westerse beschaving / cultuur
20
Download