Bericht aan de wereldmarkt, kort en bondig Boeren, niet bedelen

advertisement
Bericht aan de wereldmarkt, kort en bondig
1. BOEREN, NIET BEDELEN. Deze
campagne gaat over duurzame
plattelandsontwikkeling. Onze
partners in het Zuiden bundelen
hun krachten om toekomst te
geven aan het platteland. Maar hun
inspanningen worden bedreigd
door de verdere vrijmaking van de
wereldmarkt.
2. Veel factoren bepalen of het "goed
om leven" is op het platteland:
kwaliteit van wonen, werken,
sociaal-cultureel leven,
infrastructuur,
recreatiemogelijkheden, onderwijs,
gezondheidszorg, enz...
3. Een EERLIJK INKOMEN voor de boeren is een basisvoorwaarde voor duurzame
plattelandsontwikkeling. Dan pas kan er naast landbouw ook andere
werkgelegenheid ontstaan en is er ruimte om te investeren in duurzame landbouw
en het behoud van ecologische kwaliteit.
4. Een verdergaande vrijmaking van de landbouwmarkt werkt precies het
omgekeerde in de hand: meer armoede, werkloosheid en
voedselonzekerheid. Hiervoor zijn er 3 redenen:

Vrijhandel leidt tot concentratie van macht en van rijkdom in de
handen van multinationale ondernemingen.

Goedkope invoer vernietigt de lokale voedselproductie en geeft de
plaatselijke werkgelegenheid minder kansen.

In een situatie van vrijhandel dicteren de lage wereldmarktprijzen
wat een boer voor zijn producten krijgt en komt dus de kans op een
voldoende inkomen in het gedrang.
5. BROEDERLIJK DELEN wil dat landen in Noord en Zuid het recht moeten
hebben om hun eigen duurzame landbouw te beschermen tegen de wereldmarkt.
We eisen dat dit mogelijk gemaakt wordt via regels van de
Wereldhandelsorganisatie.
6. 5 ARGUMENTEN ondersteunen dit politieke standpunt:

Het recht van ieder volk op ‘voedselonafhankelijkheid’ : elk volk mag
een landbouwpolitiek voeren die voorrang geeft aan een
voedselproductie die aangepast is aan de plaatselijke markt.

Het recht op de ontwikkeling van duurzame landbouw.

Het recht op kwalitatief voedsel.

Het recht op een integrale plattelandsontwikkeling die alle dimensies
van het leven plaats geeft.

Het recht op ecologische duurzaamheid.
7. Deze 5 argumenten gelden niet alleen voor de landen van het Zuiden, maar net
zo goed voor de rijke landen, zoals deze van de EU.
8. De verbeterde toegang van landen uit het Zuiden tot de westerse markt is
belangrijk. Maar het is niet hun éérste belang. De interessantste markten voor de
landen uit het Zuiden zijn de andere landen van het Zuiden zelf. Ze moeten die
markt voor zich kunnen reserveren en beschermen tegen lage
wereldmarktprijzen.
De wereldmarktquiz - Wat is er aan de hand op het platteland?
De Broederlijk Delen campagne van dit jaar draait rond "duurzame
landbouw". We bekijken het thema vanuit de situatie van de talloze kleine
boeren in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. In deze continenten is landbouw
de belangrijkste economische activiteit. De strijd om het dagelijkse voedsel
moet daar nog elke dag geleverd worden. Maar die strijd is niet evident. In
deze quiz ontdek je tegen welke krachten de kleine boeren het vaak moeten
opnemen
Vraag 1
Kleine boeren en duurzame landbouw
Veel factoren bepalen of het goed leven is op
het platteland. Maar, hoe je het ook draait of
keert, voor alle kleine boeren ter wereld is één
basisvoorwaarde van het grootste belang.
1. De boeren willen eigenaar zijn van de
grond die ze bewerken.
2. De boeren willen een eerlijk inkomen.
3. De boeren willen kunnen exporteren
naar het Westen.
Vraag 2
Kippen in Kameroen
Door de crisis in de veeteelt in Europa besloot Kameroen om alle import van
diepgevroren vlees, o.a. kippenvlees, uit Europa te verbieden. Ze wilden geen
"besmet" vlees en bovendien wilden ze op die manier hun eigen kippenteelt laten
opleven. Maar wat bleek? Na enkele maanden waren heel wat Kameroenese
kippenboeren bankroet. Hoe komt dat?
1. De Kameroenese markt werd overspoeld door goedkope diepgevroren kippen
uit Europa die een omweg via Amerika hadden gemaakt en bestempeld
werden als Amerikaanse kippen. De Kameroense kippenboeren konden hun
duurdere kippen aan de straatstenen niet kwijt.
2. De Kameroenese kippenboeren konden niet voldoende graan kopen om hun
kippen te voeden, waardoor de kippen aan ondervoeding stierven.
3. De Kameroenese kippenboeren importeerden kuikentjes die niet konden
wennen aan het Afrikaanse klimaat. Daardoor draaide hun investering op niets
uit.
Vraag 3
Koffie in Midden-Amerika
Hoeveel winst haalt een koffieboer uit El Salvador gemiddeld uit één kilo koffie?
1. Een koffieboer wint gemiddeld 1, 13 $ per kilo koffie.
2. Een koffieboer verliest gemiddeld 1,13 $ per kilo koffie.
3. Een koffieboer wint gemiddeld 0,1 $ per kilo koffie.
Vraag 4
Sojabonen uit India
In 1980-1981 produceerde India 0,4 miljoen ton
sojabonen. Van de meeste bonen werd tafelolie
gemaakt. In 1998-1999 bereikte de productie een
hoogtepunt met maar liefst 6,2 miljoen ton. De
Indiase sojaboeren deden het goed! Maar in 19992000 krimpte de productie met 1 miljoen ton in. Wat
was de reden?
1. Een ziekte trof de sojagewassen.
2. De Indiase regering legde de boeren een productiebeperking op.
3. De Indiase regering verminderde de importtaksen op tafelolie waardoor
goedkope olie uit andere landen de Indiase markt overspoelde.
Vraag 5
Wat verstaat men onder de 'vrijmaking van de wereldmarkt'?
1. Het streven naar één wereldmunt waarmee alle betalingen kunnen gedaan
worden.
2. Het streven naar evenwicht tussen import en export.
3. Het opheffen van alle maatregelen die nationale regeringen kunnen nemen
om hun eigen economie te beschermen zoals importtaksen, exportsubsidies,
enz…
Vraag 6
Er wordt vaak beweerd dat de vrijmaking van de wereldmarkt (ook wel
"liberalisering" genoemd) de kleine boeren heel wat meer kansen biedt. Is dat zo?
1. Ja want als de boeren gemakkelijker kunnen exporteren, kunnen ze hun
producten veel gemakkelijker verkopen.
2. Nee. De vrije wereldmarkt wordt gedomineerd door de grote economische
spelers zoals de multinationals. Zij bepalen de prijs die voor producten betaald
wordt en die is vaak veel te laag. De kleine boeren uit het Zuiden hebben hier
weinig verhaal tegen.
3. Niet echt. De vrijmaking van de wereldmarkt biedt inderdaad wel een aantal
kansen. Het is goed dat landen uit het Zuiden producten als koffie en thee
kunnen exporteren. Maar het probleem is dat ze te weinig vat hebben op de
prijsbepaling.
Vraag 7
Wat doet de Wereldhandelsorganisatie of WTO?
1. De Wereldhandelsorganisatie bepaalt de spelregels waaraan landen zich
moeten houden i.v.m. hun handel. De WTO heeft één belangrijk principe: de
handel in goederen en diensten moet zoveel mogelijk vrijgemaakt worden.
2. De Wereldhandelsorganisatie geeft leningen aan landen in nood. Vooraleer ze
een lening krijgen, moeten landen een heel deel economische maatregelen
nemen, die vooral bestaan in een zo ver mogelijke liberalisering van alle
sectoren.
3. De Werelhandelsorganisatie werkt een economisch beleid uit voor landen die
in een economische crisis verkeren. Ze kan ook onder bepaalde voorwaarden
leningen verstrekken aan deze landen.
Vraag 8
De WTO vertrekt vanuit het standpunt van niet-discriminatie. Elk land dat lid wordt
van de WTO moet de bedrijven, producten en boeren uit een ander land op dezelfde
manier (of beter) behandelen dan bedrijven, producten en boeren uit het eigen land.
Maar bestraft de WTO ook de landen die de regels niet respecteren?
1. Ja. De WTO legt sancties op aan landen die zich niet aan de regels houden.
2. Nee. Er zijn nog heel wat westerse landen die hoge importtaksen heffen op
producten uit derdewereldlanden. Zo wordt vooral de export van afgewerkte
producten afgeremd.
3. Nee. De WTO laat begaan als de EU of de VS hun landbouw subsidiëren.
Vraag 9
Hoe kunnen de kleine boeren uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika meer
overlevingskansen krijgen?
1. Door de wereldmarkt te liberaliseren.
2. Nationale staten moeten het recht krijgen om hun eigen landbouw te
beschermen door allerlei maatregelen b.v. het afschermen van de eigen markt
door importtaksen en het stimuleren van de eigen landbouw.
3. De exporterende landen moeten werk maken van productiebeheersing en hun
overschotten niet zomaar in de ontwikkelingslanden dumpen.
Vraag 10
Broederlijk Delen organiseert een petitiecampagne die zegt: "Landen in Noord en
Zuid moeten het recht hebben om hun eigen duurzame landbouw te beschermen
tegen de negatieve effecten van de wereldmarkt". Welke organisatie wil Broederlijk
Delen onder druk zetten om haar beleid te veranderen ten voordele van de kleine
boeren?
1. De Belgische regering
2. De regeringen van de derdewereldlanden
3. De Wereldhandelsorganisatie
Download