SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Tussen: IHC Merwede BV

advertisement
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST
Tussen:
IHC Merwede BV,
gevestigd te Sliedrecht,
hierna te noemen IHCMW;
en:
[………………………[,
Gevestigd te ……… ,
Hierna te noemen …..
in het vervolg gezamenlijk te noemen “PARTIJEN” en afzonderlijk
“PARTIJ”,
in overweging nemend dat:
- PARTIJEN willen werken aan het versterken van de concurrentiepositie
van de Nederlandse maritieme sector;
- PARTIJEN van mening zijn dat “Integraal Samenwerken” (in het vervolg
afgekort als IS) een van de onderwerpen is waarop grote verbeteringen
mogelijk zijn;
- PARTIJEN hiertoe samen wensen te werken in een meerjarig
onderzoeks-, ontwikkelings-, innovatie- en opleidingsprogramma, in het
vervolg genoemd PROGRAMMA, van waaruit steeds, binnen dit grotere
kader vallende en met elkaar nauw samenhangende projecten en
activiteiten zijn en worden gedefinieerd;
- PARTIJEN van mening zijn dat clustering van hun expertise en middelen
de meest efficiënte aanpak vormt om IS aan te pakken; hiertoe
verwelkomen PARTIJEN andere bedrijven en kennisinstellingen - in
voorkomende gevallen ook uit andere Europese landen – om via
deelname aan projecten en activiteiten bij te dragen aan de realisatie van
het voor ogen staande PROGRAMMA;
- PARTIJEN een hunner, te weten Merwede Shipyards als lid van IHCMW
wensen aan te wijzen als penvoerder voor PROGRAMMA;
- PARTIJEN met de Technische Universiteit Delft (“TUD”) overleg gevoerd
hebben over de wenselijke inhoud van het PROGRAMMA;
- PARTIJEN voornemens zijn gezamenlijk met kennisinstellingen zoals
TUD grensverleggend onderzoek, ontwikkeling, innovatie en opleiding op
het gebied van IS uit te voeren;
- PARTIJEN daartoe in goede samenwerking thans het werkplan voor
PROGRAMMA, in het vervolg genoemd PROGRAMMAPLAN hebben
opgesteld;
- PARTIJEN voornemens zijn de werkzaamheden uit te voeren conform het
genoemde PROGRAMMAPLAN;
- PARTIJEN voornemens zijn dit plan of onderdelen daarvan aan
SENTERNOVEM en/of andere organisaties voor te leggen voor
subsidieverlening;
- PARTIJEN de penvoerder wensen te machtigen al het nodige te doen om
gezamenlijk subsidie ten behoeve van de in PROGRAMMA
geformuleerde ontwikkelingen en activiteiten te verwerven.
komen als volgt overeen:
1
Art. 1 Inhoud van de overeenkomst
1.1
De overeenkomst is geldig voor de samenwerking tussen IHCMW en
…………… in het kader van het PROGRAMMA “Integraal
Samenwerken”.
1.2
PROGRAMMA is gedetailleerd in de bijgevoegde beschrijving, het
PROGRAMMAPLAN. Het plan kent een globaal uitgewerkt benodigd
budget.
1.3
PROGRAMMAPLAN
overeenkomst.
In
PROGRAMMAPLAN
overeenkomst.
1.4
PROGRAMMAPLAN kan in goed onderling overleg tussen PARTIJEN
gewijzigd worden conform het gestelde in Art 3.10, mits zulke wijziging
acceptabel is voor de subsidieverlenende instantie.
is een onlosmakelijk deel van deze
geval
van
tegenstrijdigheden
tussen
en deze overeenkomst prevaleert deze
Art. 2 Geldigheid van de overeenkomst
2.1
De overeenkomst gaat in met ingang van 1 juni 2008.
2.2
De overeenkomst is geldig voor een periode van 5 jaar of zoveel langer
als PARTIJEN nodig achten voor een goede uitvoering van
PROGRAMMA en/of afwikkeling van de eventueel gezamenlijk
verkregen subsidie. De benodigde besluitvorming hierover vindt plaats
overeenkomstig art. 3.11.
Art. 3 Werkwijze, rolverdeling en wijzigingen
3.1
Waar het de verwerving van subsidie betreft, is elk van PARTIJEN
partner in PROGRAMMA zoals gedefinieerd in de regeling
“Experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten” van het
Ministerie van Economische Zaken.
3.2
IHCMW is penvoerder van PROGRAMMA. De andere PARTIJEN
machtigen IHCMW voor zaken die direct betrekking hebben op
PROGRAMMA binnen de daartoe door de STUURGROEP
aangegeven kaders namens hen op te treden, zowel naar uitvoerders
van werkzaamheden, alsook naar subsidieverlenende instanties
inzake subsidieaanvragen, -verleningen en –afwikkelingen.
3.3
IHCMW zal als penvoerder formeel de correspondentie voeren en de
overige
PARTIJEN
voorzien
van
kopieën
zowel
van
subsidieaanvragen, als van de overige correspondentie.
3.4
IHCMW laat zich voor de penvoerdersrol ondersteunen door een nader
te benoemen functionaris die de financiële administratie en afwikkeling
& beheer van de formele programmacorrespondentie op zich neemt.
2
Deze persoon zal tevens de formele rapportages aan de
subsidieverlenende instanties tijdens en na afloop van activiteiten in
het kader van PROGRAMMA verzorgen.
3.5
Voor PROJECT zal een STUURGROEP in het leven geroepen worden
die zal bestaan uit een vertegenwoordiger per participerende organisatie
waarbij bedrijven die lid zijn van een groep door een
groepsvertegenwoordiger gerepresenteerd worden. Als algemeen
vertegenwoordiger van het midden- en kleinbedrijf wordt Scheepsbouw
Nederland aan de stuurgroep toegevoegd. In de STUURGROEP wordt
IHCMW vertegewoordigd door het stemgerechtigde lid T. van
Nordennen (voorzitter) en ……………………. door het stemgerechtigde
lid ……………………..
3.6
De STUURGROEP zal haar eigen werkwijze in overleg met de
programmaregisseurs en de nog te benoemen projectleiders bepalen.
3.7
PARTIJEN laten zich voor de regie van PROGRAMMA ondersteunen
door de programmaregisseurs Dhr R. van Leeuwen en Dhr U. Nienhuis
die de STUURGROEP zullen adviseren maar niet-stemgerechtigd zijn.
Per halfjaar rapporteren de programmaregisseurs aan de
STUURGROEP zodat deze op grond daarvan besluiten kan nemen
over het PROGRAMMA.
3.8
De verschillende specifieke projecten die onderdeel vormen van
PROGRAMMA worden geleid door door de STUURGROEP aan te
wijzen en aan te stellen projectleiders. Per halfjaar rapporteren de
projectleiders aan de STUURGROEP zodat deze haar inhoudelijke
taken kan waarnemen.
3.9
Indien gesubsidieerde delen van voortgang van PROGRAMMA
vertraging oplopen zal IHCMW de subsidieverlenende instantie(s)
daarvan tijdig in kennis stellen.
3.10
PROGRAMMA en PROGRAMMAPLAN kunnen door toedoen van de
STUURGROEP gewijzigd worden. Wijzigingen kunnen de inhoud van
PROGRAMMAPLAN
betreffen,
aanvullende
projecten
en/of
activiteiten die nog niet in PROGRAMMAPLAN geïdentificeerd zijn,
een gewijzigde verdeling van de financiële middelen over de projecten
en activiteiten en een vermindering of een toename van het totale
budget voor PROGRAMMA. STUURGROEP beslist op grond van een
uitgewerkt plan voor een dergelijke wijziging. Beslissingen worden met
meerderheid van stemmen genomen cf het gestelde in Art 4.9.
3.11
Wijzigingen in het totaal budget voor PROGRAMMA zoals door
STUURGROEP besloten, worden naar rato van het aantal stemmen
per PARTIJ verdeeld over PARTIJEN, e.e.a. conform het gestelde in
Art 4.9.
3.12
Werkzaamheden in het kader van PROGRAMMA worden uitgezet bij ter
zake kundige uitvoerders, e.e.a. te besluiten door de STUURGROEP.
3
Werkzaamheden worden aan Nederlandse uitvoerders gegund tenzij de
voor de uitvoering benodigde expertise niet in Nederland beschikbaar
noch efficiënt ontwikkelbaar is.
3.13 TUD is uitvoerder van het wetenschappelijke deel van PROGRAMMA.
TUD is gemachtigd delen van aan haar opgedragen werk uit te
besteden aan derden, mits hiervoor goedkeuring verleend wordt door
STUURGROEP.
3.14 Scheepsbouw Nederland is belast met de communicatie over
PROGRAMMA naar en met de Nederlandse maritieme maakindustrie.
3.15
Elk van PARTIJEN zal naar beste vermogen bijdragen aan het bereiken
van de doelstelling van PROGRAMMA. De taken in het project zijn
verdeeld conform PROGRAMMAPLAN en de tijdens de uitvoering van
PROGRAMMA opgestelde project- en activiteitenplannen.
3.16 Ieder van PARTIJEN is slechts gerechtigd delen van de aan hem
toegewezen werkzaamheden aan derden uit te besteden als de
overige PARTIJEN en/of TUD niet in staat zijn of niet wensen deze
werkzaamheden zelf uit te voeren binnen het daarvoor geraamde
budget.
3.17
De leden van de STUURGROEP zijn verantwoordelijk voor de uitvoering
van het deel van de werkzaamheden dat aan hun eigen organisatie
toebedeeld is of wordt, e.e.a. conform PROGRAMMAPLAN en de
onderliggende project- en activiteitsplannen.
Art. 4 Kosten en financiering
4.1
Kosten van externe uitvoerders waaronder TUD van projecten en/of
activiteiten in het kader van PROGRAMMA, alsmede kosten van de
functionaris voor administratieve en financiële zaken, zijn voor
rekening van PARTIJEN en worden door penvoerder aan PARTIJEN
doorberekend conform de geldende verdeelsleutel, e.e.a. cf Art 4.9.
4.2
PARTIJEN zullen hun eigen kosten administreren conform de
richtlijnen van de penvoerder. Voor administratie van de kosten van
eigen personeel zal iedere PARTIJ vooraf overeengekomen tarieven
hanteren. Voor de eenvoud wordt gebruik gemaakt van drie
tariefgroepen, t.w. Euro 30 per uur (junior medewerkers), Euro 70 per
uur (management en senior medewerkers) en Euro 50 per uur
(overige medewerkers). Deze tarieven zijn constant gedurende de
uitvoering van PROGRAMMA.
4.3
Voor zover relevant, zal die administratie ook voldoen aan de
richtlijnen van de subsidieverlenende instantie(s). De berekening en
rapportage van de kosten aan de subsidieverlenende instanties vindt
in geval van subsidieverlening plaats op de door deze voorgeschreven
wijze, ook als deze afwijkt van het in Art 4.2 gestelde.
4
4.4
PARTIJEN geven halfjaarlijks een opgave van de door hen gemaakte
uren en kosten op aan penvoerder. Per halfjaar leveren de
projectleiders zodanige informatie aan de penvoerder dat hiermee ook
de (inhoudelijke en financiële) rapportages aan subsidieverlenende
instantie(s) kunnen plaats vinden. De rapportages moeten voldoen
aan de eisen van de subsidieverlenende instanties.
4.5
De penvoerder doet op grond van de overzichten conform Artikel 4.3,
de door externe partijen, waaronder TUD, gefactureerde kosten, en de
kosten gemoeid met de activiteiten van de functionaris voor
administratieve en financiële zaken een verzoek tot bevoorschotting bij
de subsidieverlenende instantie(s). Ten behoeve van de
subsidievaststelling aan het eind van PROGRAMMA levert elk der
PARTIJEN hun financiële eindverantwoording, inclusief de door de
subsidieverlenende instantie vereiste accountantsverklaring.
4.6
De penvoerder zal iedere PARTIJ zesmaandelijks een factuur sturen
voor hun bijdrage aan PROGRAMMA, e.e.a. berekend conform het
gestelde in Art 4.9. In deze factuur worden verkregen subsidies en
vergoedingen voor de door de betreffende PARTIJ geleverde
inspanningen verrekend. PARTIJEN voldoen genoemde factuur
binnen een termijn van twee maanden.
4.7
De penvoerder betaalt uit verkregen voorschotten/subsidie eerst de
kosten van de externe uitvoerders van projecten en/of activiteiten van
PROGRAMMA alsmede de kosten voor de functionaris voor
administratieve en financiële zaken. De resterende subsidiemiddelen
worden naar rato van de omvang van de in de financiële rapportage
vermelde en geleverde inspanning van ieder van PARTIJEN verdeeld
over PARTIJEN, waarbij ieder van PARTIJEN nooit recht heeft op
meer dan de in PROGRAMMAPLAN en door de subsidieverlenende
instantie(s) geaccordeerde vastgelegde bedragen.
4.8
Kostenoverschrijdingen door een der PARTIJEN en de externe
uitvoerders worden nooit door overige leden van PARTIJEN gedragen,
geheel noch gedeeltelijk, tenzij de STUURGROEP afspraken
daaromtrent gemaakt heeft welke schriftelijk vastgelegd zijn
voorafgaand aan de periode waarin de kostenoverschrijding tot stand
komt.
4.9
De STUURGROEP stelt het totale budget voor PROGRAMMA over de
gehele looptijd van PROGRAMMA vast, noem dit bedrag X. Tevens
stelt de STUURGROEP vast welk aantal fte (noem dit aantal Zi per
PARTIJ i) van toepassing is per PARTIJ, waarbij Zi een duidelijke
relatie vertoont met het aantal in Nederland, in de maritieme en
offshore sector werkzame fte’s van betreffende PARTIJ. Het totaal
aantal fte’s dat daarmee in PROGRAMMA vertegenwoordigd is, komt
daarmee op de som van Zi over alle PARTIJEN. De totale bijdrage per
PARTIJ wordt dan berekend als: X maal Zi gedeeld door (som van Zi).
Het stemrecht van iedere PARTIJ wordt gesteld op de afronding van:
100 maal Zi gedeeld door (som van Zi).
5
4.10 Als het aantal of de samenstelling van PARTIJEN in de loop van
PROGRAMMA verandert, wordt de analyse van Art 4.9 herhaald.
Verrekening van te veel of te weinig betaalde bedragen wordt door de
penvoerder in de volgende zesmaandelijkse periode doorgevoerd.
Art. 5 Aansprakelijkheid
5.1
PARTIJEN stellen elkaar niet aansprakelijk als de doelstellingen van
PROGRAMMA niet worden behaald.
5.2
Geen der PARTIJEN is ten opzichte van een andere PARTIJ of
derden aansprakelijk voor schade geleden door een betrokkene bij
PROGRAMMA, tenzij er sprake is van opzet of bewuste
roekeloosheid, al dan niet voortvloeiend uit het gebruik door een
andere PARTIJ van door een andere PARTIJ beschikbaar gestelde
kennis overeenkomstig art. 6.10 of uit PROGRAMMA voortgekomen
resultaten. Indien een der PARTIJEN aansprakelijk kan worden
gesteld, bedraagt de verplichting van deze PARTIJ tot vergoeding van
geleden schade ten hoogste het bedrag van diens inbreng aan
PROGRAMMA. Geen der PARTIJEN is aansprakelijk voor een door
andere PARTIJ of derden geleden indirecte schade of gevolgschade,
zoals verlies van winst, inkomsten of contracten.
5.3
Indien een van de PARTIJEN haar inspanningsverplichtingen uit deze
overeenkomst niet nakomt, ook niet binnen een periode van 8 weken na
door een of meer van de andere PARTIJEN schriftelijk in gebreke te zijn
gesteld, zal de STUURGROEP besluiten of de werkzaamheden van de
in gebreke blijvende PARTIJ overgedragen moet worden aan een
andere PARTIJ of aan een derde. De in gebreke blijvende partij heeft na
het moment van ingebrekestelling geen recht op verdere vergoeding
voor haar werkzaamheden, is verplicht haar eigen bijdragen in het
project tot op de datum van schriftelijke ingebrekestelling gestand te
doen en heeft niet langer recht op haar aandeel in de verkregen
subsidie. In dit geval is de in gebreke zijnde PARTIJ aansprakelijk voor
alle ontstane, noodzakelijk en onvermijdelijk gemaakte meerkosten die
gemoeid zijn met de uitvoering van de overgedragen taken.
Voornoemde meerkosten zijn de kosten die uitstijgen boven de kosten
die de in gebreke gebleven PARTIJ gemaakt zou hebben bij normale,
adequate uitvoering van zijn taken.
Art. 6 Geheimhouding, publicatie, rechten
6.1
Alle kennis, waaronder data, gegevens, informatie, software,
modellen, documenten, tekeningen, gereedschappen e.d. en alle
intellectuele en industriële eigendomsrechten die daarop rusten,
blijven het eigendom van de PARTIJ die ze inbrengt in PROGRAMMA
mits betreffende PARTIJ de eigendomsrechten had ten tijde van het
moment van inbreng.
6
6.2
Elk der PARTIJEN en de externe uitvoerders waaronder de TUD is
verplicht geheimhouding te betrachten voor een periode van 5 jaar na
beëindiging van PROGRAMMA met betrekking tot alle in het kader
van PROGRAMMA ter beschikking gestelde kennis of verkregen
gegevens en resultaten, waarvan redelijkerwijs kan worden
aangenomen dat deze gegevens een vertrouwelijk karakter hebben.
Deze geheimhoudingsplicht strekt zich uit tot eventueel overige door
PARTIJEN ingeschakelde derden.
6.3
Alle uit de uitvoering van PROGRAMMA voortkomende gegevens en
resultaten, inclusief doch niet beperkt tot rapportages, software,
methoden, modellen en algoritmen voor zover deze expliciet gemerkt
zijn als “Generieke Resultaten” worden eigendom van PARTIJEN.
6.4
Alle niet als “Generieke Resultaten” aangemerkte en uit een project
van PROGRAMMA voortkomende gegevens en resultaten dienen
expliciet als “Specifieke Resultaten” gemerkt te worden en worden
eigendom van die PARTIJEN, welke op de titelpagina of in het Helpmenu of op een andere geëigende plaats expliciet vermeld zullen
worden als mede-eigenaar van het specifieke resultaat. Op deze
plaats dient ook de clausule ten aanzien van publicatie opgenomen te
worden.
6.5
Geen der PARTIJEN, ook niet door hen ingeschakelde derden, heeft
het recht de uit de uitvoering van PROGRAMMA voortkomende
gegevens en resultaten (“Generieke Resultaten” en/of “Specifieke
Resultaten) op enigerlei wijze openbaar te maken of aan derden te
verstrekken zonder schriftelijke autorisatie door de overige eigenaars
van de resultaten.
6.6
Iedere PARTIJ die (mede-)eigendom heeft van uit PROGRAMMA
voortkomende gegevens en resultaten heeft een niet-exclusief, nietoverdraagbaar maar verder onbeperkt gebruiksrecht op genoemde
gegevens en resultaten. Ieder gebruik van gegevens of resultaten
voortkomend uit PROGRAMMA geschiedt geheel voor eigen rekening
en risico van de PARTIJ die voornoemd resultaat gebruikt.
6.7
Onverlet het gestelde in Art 6.5, krijgen TUD en/of TUD in
samenwerking met een of meer PARTIJEN het recht de generieke
resultaten van PROGRAMMA zoals in Art 6.3 gedefinieerd te (laten)
publiceren in proefschriften, wetenschappelijke tijdschriften of op
wetenschappelijke congressen en symposia. Een dergelijke publicatie
dient door de overige PARTIJEN goedgekeurd te worden alvorens tot
publicatie wordt overgegaan welke goedkeuring niet op onredelijke
gronden wordt geweigerd. Mocht het om wetenschappelijke redenen
noodzakelijk zijn dat proefschriften vertrouwelijke resultaten omvatten
worden deze in een vertrouwelijke bijlage van het proefschrift
opgenomen.
6.8
De eventuele kosten welke zijn verbonden aan het vestigen van
intellectuele en industriële eigendomsrechten komen voor rekening
7
van die PARTIJ die deze eigendomsrechten vestigt. Een PARTIJ zal
niet tot vestiging van de eigendomsrechten overgaan als een van de
andere PARTIJEN daar gerede bezwaren tegen maakt.
6.9
PARTIJEN vrijwaren elkaar voor aanspraken van derden over inbreuk
op intellectuele eigendomsrechten van die derden.
6.10 PARTIJEN verlenen elkaar, gedurende de duur van deze overeenkomst,
een royalty-vrije, niet-overdraagbare licentie voor toepassing van hun
kennis voor zover dit nodig is voor de uitvoering van het PROGRAMMA.
6.11 Een resultaat waarop een of meer PARTIJEN gezamenlijk eigendom
hebben, mag door betreffende PARTIJEN vervreemd worden tegen
marktconforme condities mits alle op dit resultaat eigendomsrechten
hebbende PARTIJEN hiermee instemmen en andere PARTIJEN het
resultaat kunnen verwerven tegen condities die ten minste even goed
zijn als waartegen derden het resultaat kunnen verwerven.
6.12 PARTIJEN komen uiterlijk voor het verstrijken van deze overeenkomst
de voorwaarden overeen waaronder de resultaten van PROGRAMMA
worden geëxploiteerd.
Art. 7 Tussentijdse beëindiging
7.1
In onderstaande gevallen kan de overeenkomst met een van de
PARTIJEN met onmiddellijke ingang door de overige leden beëindigd
worden zonder nadere ingebrekestelling en rechterlijke tussenkomst:
• wanneer betreffende PARTIJ surséance van betaling heeft
aangevraagd;
• wanneer het faillissement van betreffende PARTIJ is aangevraagd;
• wanneer betreffende PARTIJ surséance van betaling is verleend;
• wanneer betreffende PARTIJ in staat van faillissement is verklaard;
• wanneer op een omvangrijk gedeelte van het vermogen van
betreffende PARTIJ beslag wordt gelegd;
• bij een ingrijpende en voor de andere PARTIJEN onacceptabele
wijziging van eigendomsverhoudingen van betreffende PARTIJ.
7.2
Een PARTIJ kan uit het PROGRAMMA treden na de STUURGROEP
daarvan schriftelijk in kennis gesteld te hebben. De opzegtermijn is 6
maanden na schriftelijke in-kennis-stelling. Uittreding wordt
geëffectueerd per het einde van de zesmaandelijkse periode die volgt
op de periode waarin de uittreding bekend gemaakt is. De uittredende
PARTIJ is verplicht haar financiële bijdragen in PROGRAMMA
gestand te doen tot en met de datum van effectuering van de
uittreding.
Art. 8 Overige bepalingen en nieuwe leden
8.1
Iedere wijziging van deze overeenkomst dient schriftelijk te worden
aangegaan, ondertekend door alle PARTIJEN.
8
8.2
PARTIJEN zijn bereid andere in Nederland gevestigde, in de
Nederlandse maritieme maakindustrie actieve, en bij het onderwerp
van PROGRAMMA betrokken bedrijven toe te laten tot het
samenwerkingsverband van PROGRAMMA mits een dergelijk nieuwe
partner ten minste een financiële bijdrage doet in geld en/of in natura
die overeenkomstig is aan het gestelde in Art. 4.9. De financiële
bijdrage zal berekend worden alsof de nieuwe PARTIJ per startdatum
van PROGRAMMA toegetreden is. Als de toetreding van de nieuwe
PARTIJ extra of andere werkzaamheden met zich meebrengt, zal
daarover door de STUURGROEP inclusief de nieuwe PARTIJ
besloten worden binnen de kaders zoals in Art 4 gesteld. Nieuwe
partijen worden toegelaten tot het samenwerkingsverband door het
sluiten van een bilaterale overeenkomst met de penvoerder die
volledig gelijkluidend is als deze overeenkomst. Indien nieuwe partijen
wensen af te wijken van deze bepalingen wordt hierover door de
STUURGROEP beslist overeenkomstig art. 3.11.
8.3
MKB-partijen worden in staat gesteld als groep te participeren, in welk
geval zij in de STUURGROEP vertegenwoordigd wordt door de
branchevereniging Scheepsbouw Nederland.
8.4
Penvoerder overlegt zo nodig met subsidieverlenende instanties over
een wijziging in de samenstelling van PARTIJEN.
8.5
De toetreding van een nieuwe PARTIJ wordt van kracht op de datum
dat deze nieuwe PARTIJ deze samenwerkingsovereenkomst of een
gelijkluidende overeenkomst met de penvoerder ondertekend heeft.
8.6
Nieuwe PARTIJEN in het samenwerkingsverband die toetreden nadat
subsidieverlenende instantie(s) een bijdrage hebben toegezegd voor
PROGRAMMA of een deel daarvan, hebben recht op (een evenredig
deel van) de verkregen subsidie.
8.7
De inbreng van een nieuwe PARTIJ in PROGRAMMA in uren en/of
geld kan zowel dienen ter ontlasting van PARTIJEN alsook voor
verbetering en/of uitbreiding van PROGRAMMA, e.e.a. door de
STUURGROEP te besluiten conform het gestelde in Artikel 4.
8.8
Een nieuwe PARTIJ in PROGRAMMA welke geaccepteerd wordt
overeenkomstig Art 8.2 en Art 8.3 heeft recht op alle in PROGRAMMA
verkregen en nog te verkrijgen “Generieke Resultaten”
overeenkomstig Art 6.3.
Art. 9 Toepasselijk Recht
9.1
Op deze overeenkomst is het Nederlandse Recht van toepassing.
9.2
Alle geschillen in verband met deze Overeenkomst, die niet in overleg
kunnen worden opgelost, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde
Nederlandse rechter.
9
Aldus ondertekend:
IHCMW
……………
------------------------------------------Datum:
Naam:
Functie: Directeur
--------------------------------------------Datum:
Naam:
Functie:
Directeur
10
Download