wat is een psychose

advertisement
Informatie voor Familieleden
omtrent Psychose
InFoP 2
1
Inhoud
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
Introductie
Module I: Wat is een psychose ?
Module II: Psychose begrijpen ?
Module III: Behandeling van psychose
ƒ de rol van medicatie ?
ƒ Module IV: Behandeling van psychose
ƒ de rol van andere interventies ?
2
Inleiding
Informatieve cursus voor mensen
die geconfronteerd worden met
psychose in de familie
Ontwikkeld door werkgroep van
hulpverleners en ervaringsdeskundigen
in samenwerking met Similes en Schizofrenieliga
In functie van de groep: evt duiden dat psychose een groep pathologieën omvat
waarvan schizofrenie een subgroep is.
3
Informatie over de aandoening
ƒ Fundamenteel recht van patiënten en
familieleden
ƒ Essentieel deel van goede behandeling
ƒ Nodig om met de aandoening om te gaan
ƒ Nodig om de aandoening te kunnen
verwerken
ƒ Geeft kracht om een meer actieve rol te
spelen in de behandeling
Geeft het opzet en de context van de cursus weer.
Deze cursus is een inleidende cursus in 4 delen die basisinformatie over
psychose en schizofrenie bevat.
Het is een inleiding op een vervolgcursus ‘Leren omgaan met psychose’ waarin
de deelnemers praktische vaardigheden en methodieken worden aangereikt.
4
Wat is een psychose ?
InFoP 2 – module 1
5
Wat is een psychose ?
Een verzameling van ervaringen,
symptomen en klachten,
waardoor er een
verlies van contact met de werkelijkheid
ontstaat of
de wereld anders wordt waargenomen
Psychose is een beschrijvende term die psychiaters en hulpverleners gebruiken.
Psychose is een beschrijving van verschillende symptomen en klachten. Een
aantal van die symptomen zal altijd een psychotisch symptoom op zich zijn. Er is
pas sprake van een psychotische stoornis als verschillende symptomen en
klachten samen voorkomen.
Een uiteindelijke diagnose wordt mee bepaald door de duur en het verloop van
symptomen.
6
Wat is een psychose ?
Een complexe psychiatrische aandoening
ƒ Veel verschillende symptomen
ƒ Geen enkel uniek symptoom dat
alle patiënten hebben
ƒ Veel kenmerkende symptomen
Mensen met psychose kunnen verschillende symptomen hebben; Niet alle
mensen met psychose hebben dezelfde symptomen of klachten.
Er zijn veel typische symptomen zoals wanen, hallucinaties en bepaalde
stoornissen van het denken.
Diagnose wordt bemoeilijkt omdat er geen enkel symptoom is dat alle mensen
met psychose hebben.
Vergelijking met andere stoornissen: alle mensen met depressie hebben
minstens een stoornis van de stemming; alle mensen met een angststoornis zijn
op één of andere manier angstig, …
Het symptoom dat bij psychose het vaakst voorkomt in een acute episode is
gebrekkig ziekte-inzicht.
7
Symptomen van psychose
Beïnvloeden
alle gebieden van het menselijke leven
ƒ De waarneming
ƒ Het denken
ƒ Het handelen / Het gedrag
ƒ De gevoelens
ƒ Het algemeen functioneren
Psychotische stoornissen zijn ingrijpende aandoeningen die alle domeinen van
het menselijk ‘zijn’/functioneren kunnen omvatten of beïnvloeden. De
verschillende domeinen worden hierna uitgewerkt
8
Stoornissen
van gedrag
Stoornissen
van het denken
Stoornissen van
de waarneming
Stoornissen
van gevoelens
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Deze dia komt enkele malen terug. Telkens staat centraal de functie die wordt
besproken op de volgende dia's.
De opdeling van symptomen vertrekt hier vanuit de functie die wordt verstoord.
Andere indelingen zijn mogelijk… de familieleden kunnen deze tegenkomen bij
andere behandelaars, op internet of in andere praatgroepen.
9
Symptomen van psychose
Stoornissen van de waarneming
ƒ Hallucinaties
ƒ Dingen zien (beelden, visioenen)
ƒ Dingen horen (stemmen)
ƒ Dingen voelen in het lichaam
ƒ Dingen ruiken / smaken
Een hallucinatie is een waarneming zonder externe bron.
Hallucinaties kunnen voorkomen in alle gebieden van de waarneming.
In de Westerse wereld is stemmen horen de meest voorkomende hallucinatie.
Stemmen horen kan op verschillende manieren: van gefluister of geroezemoes
tot erg luide stemmen; stemmen die spreken over de persoon en commentaar
geven (vaak negatief); stemmen met dewelke men kan communiceren; stemmen
die bevelen en opdrachten geven (vaak ook negatief); positieve en negatieve
stemmen kunnen samen voorkomen; … Auditieve hallucinaties kunnen ook
andere geluiden dan stemmen zijn.
10
Stoornissen
van gedrag
Stoornissen van
de waarneming
Stoornissen
van het denken
Stoornissen van
de waarneming
Moeilijkheden
algemeen
Functioneren
Op de volgende slides staat een volgende functie centraal: het denken.
11
Symptomen van psychose
Stoornissen van het denken
ƒ Niet helder kunnen denken
ƒ Verwardheid
ƒ Achterdocht
ƒ Wanen • Achtervolgingswaan
• Grootheidswaan
• Religieuze wanen
Het denken kan op verschillende manieren verstoord zijn: de ordening en de
logica van het denken; de inhoud van het denken (wanen); basis functies van het
denken (cognitieve stoornissen, volgende dia).
Wanen zijn overtuigingen. Overtuigingen die worden aangehouden met een
grote mate van zekerheid, die niet wijken voor bewijs van het tegendeel (niet
corrigeerbaar zijn) en die niet overeenkomen met de overtuigingen van de
omgeving of culturele wereld van de betrokkene.
(ps er is geen enkele sluitende definitie van wat een waan is)
Het lijstje van soorten wanen is slechts beperkt, maar deze voorbeelden zijn veel
voorkomende wanen. De familieleden kunnen nog andere voorbeelden
aanhalen.
12
Symptomen van psychose
Stoornissen van het denken
(cognitieve symptomen)
ƒ Aandacht
ƒ Concentratie
ƒ Probleemoplossend vermogen
ƒ Plannen en uitvoeren van taken
ƒ Geheugen
Bij het denken gaat het dus om basisfuncties van de hersenen. Deze functies
zijn essentieel om met onze omgeving om te gaan en te overleven in een
‘complexe’ wereld.
Deze functies zijn nodig om nieuwe dingen te leren, dingen in te prenten en
problemen van het dagelijkse leven op te lossen.
Bijvoorbeeld toont onderzoek dat om een pomp van een benzinestation te
gebruiken je 7 verschillende dingen moet doen in de juiste volgorde (dop van
benzinetank draaien, dop wegleggen, juiste hendel nemen, hendel in tank
steken, tanken, hendel terughangen, dop terug op tank schroeven). In de V.S.
wordt werk als pompbediende gezien als een haalbare job voor mensen met
psychose. Als je veel cognitieve stoornissen hebt kan een schijnbaar eenvoudige
taak heel moeilijk zijn (Harvey & Sharma, 2002)
Tot 75 % van ‘stabiel’ mensen met schizofrenie vertonen minstens op één van
deze domeinen belangrijke stoornissen. Er is een sterk verband tussen de mate
van cognitieve stoornissen en de mate waarin men opnieuw kan werken of
studeren.
13
Stoornissen
van gevoelens
Stoornissen
van het denken
Stoornissen
van gedrag
Stoornissen van
de waarneming
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Volgend domein: gedrag
14
Symptomen van psychose
Handelen en gedrag
ƒ Overactiviteit
ƒ Minder tot dingen komen
ƒ Snel en veel spreken
ƒ Weinig en trager spreken
ƒ Bizar gedrag
ƒ Moeite om dingen vol te
houden
ƒ Sociale teruggetrokkenheid
ƒ Interesseverlies
Ofwel gaat het hier om een ‘teveel’ ofwel om een ‘tekort’ ten opzichte van een
functie of gevoel. Een teveel en een tekort op een verschillende functie kan bij
dezelfde persoon voorkomen.
Deze indeling kunnen familieleden herkennen indien ze hebben geleerd of
gehoord over positieve en negatieve symptomen, maar hier gaat het enkel om de
stoornissen van handelen en gedrag. Het begrip van positieve en negatieve
symptomen komt later terug, waarbij de verschillende verstoorde domeinen
worden hernomen in de onderverdeling naar positieve en negatieve symptomen.
15
Stoornissen
van gedrag
Stoornissen
van het denken
Stoornissen
van gevoelens
Stoornissen van
de waarneming
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Volgend domein: gevoelens
16
Symptomen van psychose
Stoornissen van de gevoelens
ƒ Afgevlakt affect
ƒ minder tonen / uiten van emoties
ƒ Minder emotioneel aanspreekbaar
ƒ Minder genieten van dingen
ƒ Depressie
ƒ Angst
Emoties worden soms minder intens beleefd maar nog vaker is er een stoornis in
het uiten van gevoelens. Mensen met psychose kunnen onverschillig en
onbewogen lijken (doch bij navragen worden ze wel effectief door dingen
geraakt). Ondanks hun schijnbare onverschilligheid zijn ze net extra gevoelig
voor verschillende bronnen van stress en spanning (zie later).
17
Symptomen van psychose
Stoornissen van de gevoelens
… soms het gevolg van andere symptomen
ƒ Angst
ƒ Spanning
ƒ Depressie en Suïcidaliteit
De meeste symptomen van psychose zijn onaangenaam en het is dan ook niet
verwonderlijk dat mensen met psychose zich gemakkelijk gespannen, angstig of
depressief voelen. Ten minste 75 % van alle mensen met psychose maken ooit
tijdens het leven een ernstige depressieve periode door (1/3 voor de eerste
episode van psychose, 1/3 tijdens een acute episode, 1/3 na een acute episode).
Bij vragen over suïcide: 50 % doet ten minste 1 poging; 10 % doet een
geslaagde poging.
18
Stoornissen van
de waarneming
Stoornissen
van het denken
Moeilijkheden
algemeen
functioneren
Stoornissen
van gevoelens
Stoornissen
van gedrag
Volgend domein: algemeen functioneren
19
Symptomen van psychose
Moeilijkheden op het vlak van
algemeen functioneren
ƒ Aangaan en volhouden van relaties
ƒ Studie en werk
ƒ Dagelijkse activiteiten
ƒ Vrije tijd
ƒ ...
In het verloop op langere termijn is de impact op het algemeen functioneren
belangrijk. Wat kunnen mensen ondanks hun stoornis verwezenlijken, op welke
domeinen hebben ze beperkingen.
De beperkingen maken dat mensen met psychose moeite hebben om studie of
werk vol te houden, om relaties aan te gaan of te onderhouden. Dit kan voor
familieleden verklaren waarom hun naaste niet mee wil naar familiefeesten.
20
Symptomen van psychose
Een teveel = Positieve symptomen
Verstoring of overmaat
van een normale functie
Een te weinig = Negatieve symptomen
Vermindering of verdwijnen
van een normale functie
Voorbeeld griep : positief is koorts, negatief is vermoeidheid en geen kracht
hebben.
Begrippen uitleggen met een nullijn die normaal functioneren voorstelt, wat
positief zit er boven en is dus teveel; wat negatief is zit eronder en is dus te
weinig.
21
Positieve symptomen
ƒ Hallucinaties
ƒ stemmen horen, visioenen, …
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
Waangedachten
Achterdocht
Opwinding
Agressie
Denkstoornissen (in de war zijn)
Hernemen hier van de symptomen die vroeger zijn besproken in het schema
volgens welke algemene functie die betrokken is.
De opdeling is niet alleen van academisch belang. Positieve symptomen
reageren meestal goed op medicatie.
Positieve symptomen staan meestal op de voorgrond tijdens acute episodes.
Slechts een kleine groep mensen heeft lange tijd uitgesproken negatieve
symptomen.
22
Negatieve symptomen
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
Minder emoties voelen
Minder emoties tonen
Minder energie
Minder motivatie
Moeilijk dingen volhouden
Moeilijk dingen afwerken
Terugtrekgedrag
Negatieve symptomen worden meestal duidelijk na het opklaren van een acute
episode.
Negatieve symptomen reageren minder goed op medicatie.
Veel negatieve symptomen gaan vaak samen met beperkingen op het vlak van
functioneren. Ze bepalen dus in sterke mate het verloop en de uitkomst van de
stoornis op lange termijn (samen met de mate van cognitieve symptomen).
Worden door de familie en omgeving vaak niet gezien als een deel van de
aandoening. Patiënt kan dan de kritiek krijgen van ‘lui’ te zijn of van ‘niet te
willen’. Negatieve symptomen zijn een integraal deel van de aandoening.
23
Impact van psychose op dagelijks leven
de mening van de patiënt (GAMIAN 2000)
Een normaal gezinsleven hebben
Kunnen studeren of werken
Relaties met vrienden en familieleden
Eigen doelstellingen kunnen realiseren
Kunnen leven zonder hulp van derden
Als een normaal individu behandeld worden
Een seksuele relatie hebben
0%
20%
40%
60%
80%
Percentage patiënten (totaal = 369)
GAMIAN (Global Alliance of Mental Illness Advocacy Network), 2000, ‘Are
people with schizophrenia getting the best treatment?’
In deze studie werd een grote groep mensen met schizofrenie (meer dan 500)
gevraagd op welke manier psychose een invloed heeft op hun leven. Welke
aspecten van het leven worden volgens hen in belangrijke mate beïnvloed door
de aandoening?
Uit dit soort onderzoek blijkt eens te meer dat mensen met psychose heel
‘normale’ verwachtingen hebben over het leven. Ze hebben dezelfde dromen en
verwachtingen als iedereen.
24
Impact van psychose
op het dagelijks leven
ƒ Beperkt sociaal functioneren
ƒ Beperkt sociaal netwerk
ƒ Belasting voor familieleden
ƒ Beperkte kwaliteit van leven
Noch voor de patiënt, noch voor zijn omgeving is het eenvoudig om met een
psychotische aandoening te leven. Zelfs bij een goede stabilisatie kunnen een
aantal beperkingen aanwezig blijven, in meer of mindere mate.
25
Hoe wordt de diagnose gesteld ?
Bronnen van informatie
ƒ Symptomen en klachten van de
persoon
ƒ Observatie van de persoon
ƒ Informatie van anderen
Een diagnose wordt gesteld op basis van verschillende bronnen van informatie.
Ten eerste zijn er de dingen die de persoon zelf vertelt of rapporteert.
Ten tweede zijn er de dingen die kunnen worden waargenomen: is iemand heel
stil en teruggetrokken of net erg gespannen en opgewonden, …? Vertoont hij
bizar gedrag, lijkt hij te luisteren naar iets wanneer hij alleen is? Is hij
achterdochtig in het contact?
Ten slotte is de omgeving en de familie een belangrijke bron van informatie (we
kunnen niet alles zelf observeren, er is een heel verloop voor het contact met de
psychiater, sommige patiënten zijn dingen vergeten of houden dingen achter,
…).
26
Hoe wordt de diagnose gesteld ?
Essentiële informatie
ƒ Duur van symptomen en klachten
ƒ (dagen, weken, maanden, ...)
ƒ Ontstaan van de problemen
ƒ (plots, sluipend, uitlokkende factoren, …)
ƒ Invloed op functioneren
ƒ Verloop in de tijd
Hoe lang is een probleem aanwezig?
Hoe verloopt het in de tijd?
Was er bij het begin een duidelijke aanleiding?
Is het plots ontstaan of is er een sluimerend begin?
Hoe en op welke manier wordt het functioneren van de betrokkene beïnvloed?
27
Aanvullende onderzoeken
ƒ Lichamelijke evaluatie
ƒ Lichamelijk onderzoek
ƒ Bloedonderzoek
ƒ Toxicologisch
onderzoek
ƒ Psycho-sociale evaluatie
ƒ Psychologisch onderzoek
ƒ Sociale evaluatie
ƒ alcohol, drugs
ƒ EEG, ...
Onderliggende lichamelijke oorzaken van psychose moeten worden uitgesloten
(tumor, epilepsie, systemische ziekten, infectieziekten,…).
Er is een belangrijke groep mensen met psychose die ook drugs of middelen
gebruiken die psychose kunnen uitlokken of psychose-achtige symptomen geven
(‘dubbeldiagnose-patiënten’). Over de link tussen psychose en drugs bestaat er
een aparte module.
Een goede psychosociale evaluatie dient ook steeds te gebeuren. Is er een
verslechtering van de sociale situatie (bv iemand verliest niet enkel zijn werk
maar ook zijn werkloosheidsuitkering, verliest zijn logement maar lijkt maar geen
nieuwe woonst te kunnen vinden)?
28
Te beantwoorden vragen
bij de diagnose ?
ƒ Welk soort aandoening ?
ƒ Waarom nu en hier ?
ƒ Eerste episode of herval ?
ƒ Lichamelijke factoren/gebruik van middelen?
ƒ Is er gevaar ?
Eens de diagnose van psychose gesteld is, stelt het behandelteam zich de vraag
over welk soort psychose het gaat (drugs-geïnduceerd, schizofrenie, korte
psychotische episode, schizo-affectieve stoornis, psychotische stoornis niet
anderzijds omschreven). De definitieve diagnose vraagt tijd, en kan eventueel
verfijnd of genuanceerd worden na een hele tijd opvolging of tijdens een
volgende opname.
Zijn er stress-factoren of uitlokkende factoren terug te vinden in de periode voor
de start van de symptomen? Als factoren moet niet enkel gedacht worden aan
negatieve ervaringen zoals een verlies van een naaste of werk, maar ook aan
positieve stressoren zoals verliefd worden, vader worden,…
Gevaar voor de persoon zelf of zijn omgeving bepaalt mee de nood voor opname
(eventueel onder het statuut gedwongen opname indien de persoon alle zorgen
weigert en het gevaar pertinent aanwezig is).
29
Van symptomen naar diagnose
ƒ Belangrijkste symptomen bepalen de
vermoedelijke / eerste diagnose
ƒ Duur en verloop van de klachten bepalen
uiteindelijke diagnose
Een definitieve diagnose stellen
neemt tijd
Diagnose wordt in België meestal gesteld volgens DSM-IV criteria.
Eventueel iets meer uitleg over ‘kookboek’-methode: men kan de DSM zien als
een ‘kookboek’, waarbij er per aandoening een aantal symptomen
(‘ingrediënten’) bestaat die bepalen dat het geheel aandoening X is. Toch zijn
geen twee patiënten met dezelfde aandoening hetzelfde. Een verandering of
evolutie in de manier waarop de ziekte zich voordoet kan dan ook een enigszins
andere diagnose opleveren op een ander moment van observatie, door een
ander team. Vgl met spaghetti bolognaise: er bestaan vele varianten, maar
enkele basisingrediënten zijn steeds hetzelfde (tomaten, vlees, ui). Sommige
veranderingen in de samenstelling kunnen van bolognaise-saus bv een
vegetarische saus maken (maar het blijft wel nog steeds een pasta-saus).
Er bestaan andere systemen van diagnostiek. In de anglosaksische wereld wordt
vooral gebruik gemaakt van de DSM, terwijl de franstalige wereld vaak terugvalt
op ICD-10. Naargelang de oriëntatie van therapie kunnen ook andere termen
gebruikt worden (analytisch versus gedragstherapeutisch versus systemisch, en
bovendien nog variaties binnen één oriëntatie – bv binnen de analytische
stroming freudiaans vs lacaniaans vs jungiaans vs…).
30
Diagnose
ƒ Verschillende soorten psychosen
ƒ Schizofrene psychose diagnose met
strikte criteria
ƒ Langdurige stoornis (6 maand)
ƒ Periode van minimaal 1 maand
actieve symptomen
ƒ Invloed op functioneren
Hier wordt het duidelijk dat alvorens men van schizofrene psychose kan spreken
er minimaal informatie moet zijn over een periode van 6 maanden.
Kort gezegd is schizofrenie een psychose die lang duurt en een belangrijke
impact heeft op meerdere domeinen van het functioneren.
Er bestaan verschillende soorten psychosen. In DSM vinden we verder terug:
schizofreniforme stoornis, psychotische stoornis tgv medische aandoening,
psychotische stoornis tgv middel, kortdurende psychotische stoornis,
psychotische stoornis niet anderzijds omschreven, schizoaffectieve stoornis.
31
Hoe vaak komt het voor ?
ƒ Hoeveel personen zullen binnen een jaar de
stoornis ontwikkelen?
1/10.000 per jaar
ƒ Hoeveel personen lijden op bepaald moment aan
de stoornis?
2,5-5 /1.000
ƒ De kans dat iemand in de loop van het leven de
stoornis zal ontwikkelen
1 op 100 of 1%
Verschil tussen cijfers benadrukken.
Incidentie en prevalentie gaan steeds over een fysieke locatie (vb. een land) en
een bepaalde periode (vb. een jaar).
In België zijn er minimaal 25.000 mensen met enge diagnose schizofrenie, te
verdubbelen als je er andere psychotische stoornissen bijtelt.
1/100 is een statische kans, nuttig voor voorspellingen, vb. bij vraag met
betrekking tot erfelijkheid (het cijfer 1/100 is van toepassing voor personen
zonder enige familiale antecedenten van schizofrenie; zodra er familiale
antecedenten aanwezig zijn, stijgt de kans om zelf schizofrenie te ontwikkelen.
Deze cijfers komen gedetailleerd terug in een volgende module)
1/100 kan je als voorbeeld aanhalen, denk aan alle mensen met wie je in het
laatste jaar MO zat, daar is 1 op 100 ziek geworden.
32
Aspecten van schizofrene psychose
ƒ Begint meestal tussen 20 en 30
ƒ Bij mannen vroeger dan vrouwen
ƒ Groep vrouwen met laattijdig begin
ƒ Frequentie M = V
Te overwegen om een figuur op een bord te tekenen, waarbij mannen één piek
hebben in het opduiken van de ziekte (jong volwassenheid), en vrouwen twee
pieken: een eerste piek korte tijd na de mannen (kwestie van enkele jaren) en
een tweede (lagere) piek rond de 50 jaar.
10 % van alle vrouwen met schizofrenie zijn late-onset (na de menopauze).
Deze verdeling sluit geenszins uit dat iemand een psychose ontwikkelt op een
ander tijdstip in zijn leven, het gaat om een verdeling over de leeftijden heen, met
piekmomenten.
33
Aspecten van schizofrene psychose
ƒ Komt voor in alle culturen, landen en
sociale klassen
ƒ Verschillen tussen landen voornamelijk
door verschillen in diagnose
ƒ Stabiel doorheen de tijd
Schizofrenie komt overal voor, in gelijkaardige mate. Uit studies blijkt dat
verschillen in cijfers vooral terug te voeren zijn op verschillen in diagnose (bv
cultureel bepaald: stemmen horen of ‘in stemmen praten’ kan als ziekte worden
gezien, maar ook als een teken van de goden, afhankelijk van waar men woont
en door wie men omringt wordt).
34
Aspecten van schizofrene psychose
ƒ Mensen met een hoger risico
ƒ Psychose in de familie
ƒ Kwetsbare persoonlijkheid
ƒ Misbruik van middelen
Zie module 2 voor erfelijkheid.
Met kwetsbare persoonlijkheid wordt bedoeld: personen met een schizoide en
schizotypale persoonlijkheid (teruggetrokken en/of bizarre mensen). D£e criteria
voor deze persoonlijkheden staan beschreven in de DSM.
Middelengebruik kan bij kwetsbare mensen een eerste episode uitlokken of
ervoor zorgen dat de eerste episode op jongere leeftijd optreedt. Hierbij kan je de
link leggen met de vraag die we stellen bij de diagnose-stelling: “waarom hier en
nu?”. Deze vraag kan soms beantwoord worden door middelenmisbruik.
Hierdoor zien we ook vaker psychoses bij jongeren, door de stijgende frekwentie
van middelenmisbruik op steeds jongere leeftijd.
35
Schizofrene psychose
een fasische aandoening
VROEGE
TEKENS
EERSTE
PSYCHOTISCHE
EPISODE
HERSTEL
of
HERVAL
Hier wordt op een eenvoudige manier de evolutie van de aandoening
weergegeven. Vaak worden de vroege tekens niet opgemerkt, al kan men deze
soms achteraf gezien wel herkennen als dusdanig. Maar de vroege tekens zijn
vaak a-specifiek, kunnen verward worden met bv een adolescentie-crisis of
aanpassingsmoeilijkheden bij verder studeren, reacties op stress zoals een
relatie of een eerste job. Deze vroege tekens (ook prodromen genoemd) worden
verder meer besproken.
36
Prodromen
ƒ Typisch maar aspecifiek
ƒ Veranderingen in affect
ƒ Achterdocht, depressie, angst,
stemmingsschommelingen, gevoelens
van spanning, irritabiliteit, kwaadheid
ƒ Veranderingen in cognitie
ƒ Vreemde ideeën, vaagheid,
concentratie- of geheugenmoeilijkheden
Achteraf gezien kunnen deze symptomen wel herkend worden, maar op het
moment zelf zijn ze voor de omgeving vaak niet te onderscheiden van
‘levensfase-problemen’ (adolescentie, …)
37
Prodromen
ƒ Veranderingen in perceptie van zichzelf,
van anderen of van de wereld
ƒ Fysieke en perceptuele veranderingen
ƒ Slaapstoornissen, wijzigingen in eetlust,
somatische klachten, verlies van
energie of motivatie, perceptuele
stoornissen
ƒ Niet alle prodromen leiden tot een acute
episode
Het is belangrijk om te onderlijnen dat niet alle prodromen leiden tot het
ontwikkelen van een schizofrenie. Deze kunnen gelinkt zijn aan tijdelijk
middelen-misbruik, aan adolescentie,… en zichzelf oplossen na een tijdje. Het is
dus voor de omgeving quasi onmogelijk om deze als prodromen te herkennen
(geen schuldgevoelens hebben hieromtrent “had ik maar….”).
38
Verloop en resultaat
STABILISATIE
REMISSIE
HERSTEL
Vroege
Tekens
Eerste
Episode
HERVAL
LANGDURIG
ZIEK
Regel van 1/3 op tijdstip 10 jaar na de eerste episode:
1/3 stelt het goed, met of zonder behandeling (10 % volledige remissie);
1/3 kent een verloop met vallen en opstaan, met verschillende gradaties van
beperkingen maar periodes waarin mensen het goed stellen;
1/3 vertoont een langdurig verloop met veel beperkingen en blijvende
symptomen (zowel positief als negatief), meestal langdurig afhankelijk van
psychiatrische diensten en voorzieningen,
10 % van de totale groep sterft door zelfmoord
39
Eerste psychotische episode
ƒ De symptomen nemen met de tijd
dramatisch toe, zowel in frequentie als in
intensiteit.
ƒ 80 % wordt opgenomen.
ƒ De duur van een onbehandelde psychose is
gebonden aan het klinische en globale
outcome op lange termijn.
Door het toenemen van de symptomen zal de omgeving op een gegeven
moment beslissen om hulp te gaan zoeken voor hun naaste. Vaak gebeurt dit
middels een opname, waarbij een behandelteam dan de kans krijgt om een
(voorlopige of vermoedelijke) diagnose te stellen (zoals eerder besproken). Dit
vergemakkelijkt ook de fysieke oppuntstelling en de observaties.
Studies toonden intussen aan dat hoe langer de duur van onbehandelde
psychose is (DUP ‘duration untreated psychosis’), hoe slechter de klinische
outcome, hoe meer restverschijnselen (negatieve én positieve symptomen), hoe
slechter het globale functioneren.
40
Eerste episode
ƒ Patiënten na een eerste episode : 90 %
remissie met adequate behandeling na
1 jaar
ƒ Tijd voor herstel gem 1 maand (28 d.)
ƒ 1 op 3 patiënten ontwikkelt postpsychotische depressieve symptomen.
ƒ Goede follow-up van zowel de patiënt
als zijn familie zijn noodzakelijk
ƒ 60 % herval binnen 2 jaar
Definitie remissie staat enkele slides verder. Hier evt bij vertellen dat remissie
gezien kan worden als een vorm van ‘tijdelijke genezing’ (waarbij de duurtijd van
‘tijdelijk’ niet vast staat, dwz men lijkt genezen maar een herval blijft mogelijk, de
onderliggende ziekte blijft wel degelijk aanwezig).
41
Mogelijke gevolgen van herval ?
Voor de patiënten
ƒ Traumatische ervaring
ƒ Na elke episode meer blijvende
symptomen die niet beter worden
ƒ Verlies van werk
ƒ Verlies van sociale contacten / vrienden
ƒ Meer isolement
Herval of terugval is dus niet zonder gevaar. De impact is belangrijk, zowel tgv
de opname op zich als na de opname.
42
Mogelijke gevolgen van herval ?
Voor de familie
ƒ Traumatische ervaring
ƒ Toegenomen belasting
ƒ Verlies van sociale contacten
ƒ Meer isolement
De familie kan het vertrouwen verliezen in een goede afloop, riskeert zich meer
en meer te isoleren (uit schaamte, omdat de patiënt alle aandacht vraagt,…)
43
Verloop Schizofrene Psychose
in België
ƒ Variabel verloop in eerste 5-10 jaar
ƒ Belangrijke beperkingen ontstaan
vroegtijdig na het begin van de
aandoening
ƒ Stabilisatie na 10 jaar
Het verloop van schizofrenie is variabel, en men moet oppassen om op
statistieken af te gaan. Het verloop van de ziekte is vrij gelijklopend doorheen
culturen, is niet uniek voor België.
Belangrijk concept: DUP bepaalt de klinische outcome, en vele beperkingen
(negatieve symptomen) ontwikkelen zich in het begin van een psychotische
episode. Het is dus belangrijk om zo snel mogelijk te behandelen.
44
Remissie : definitie
= elk van de nog aanwezige kernsymptomen
is zodanig laag in intensiteit dat ze het
algemeen functioneren niet beïnvloeden,
en dit gedurende een doorlopende periode
van ten minste zes maanden
Hier komt het concept ‘remissie’ naar voren. Eigenlijk komt het erop neer dat
iemand die de voorgeschiedenis van de persoon niet kent, en niet weet dat hij
medicatie neemt, niet zou zeggen dat de persoon aan schizofrenie lijdt. De
persoon functioneert op een relatief goed niveau, en evt restsymptomen
interfereren hier niet mee. Dit is niet hetzelfde als géén symptomen meer hebben
(bv iemand kan nog af en toe auditieve hallucinaties ondervinden, maar deze
interfereren niet met het functioneren op de verschillende domeinen).
Betekenis van remissie
ƒ In België bereiken 1 op 3 patiënten
remissie
ƒ Patiënten in remissie hebben minder
symptomen
ƒ Patiënten in remissie hebben beter ziekteinzicht
ƒ Patiënten in remissie hebben een hoger
niveau van functioneren en een lagere
score op ernst van ziekte
Naturalistische studie
422 patië
patiënten werden geë
geëvalueerd
151 ptn (29 %) is in remissie
Van die 151 patië
patiënten was 65% ook 6 maanden voordien reeds in
remissie, 35% bereikte remissie in de loop van de 6 maanden
Betekenis van remissie
ƒ Patiënten in remissie doen het beter op
een aantal vlakken van het dagelijks
functioneren:
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
ƒ
Persoonlijke hygiëne
Huishoudelijke taken
Geldzaken
Dagelijkse activiteiten/werk
Sociale contacten
Door hun beter functioneren doen deze patiënten het beter op heel wat vlakken.
Globale Prognose
ƒ Aard van de aandoening
ƒ Vroegtijdige opsporing en behandeling
ƒ Adequate behandeling
ƒ Medicatie: acuut en onderhoud
ƒ Andere interventies
ƒ Langdurige zorg
ƒ Individuele factoren: therapietrouw
ƒ Sociale factoren
Sommige mensen zijn erg kwetsbaar en zullen ondanks de beste zorg
meermaals een psychose meemaken.
Belangrijkste factor die we kennen die verloop op termijn bepaalt is DOP (duur
van onbehandelde psychose). DOP bij eerste psychose en bij elke latere
episode. Hoe langer dat iemand tijdens het leven psychotisch is hoe slechter de
prognose.
48
InFoP 2- module 1
Vragen ?
49
Download