Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 1 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose ? Module II: Psychose begrijpen ? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie ? Module IV: Behandeling van psychose de rol van andere interventies ? 2 Inleiding Informatieve cursus voor mensen die geconfronteerd worden met psychose in de familie Ontwikkeld door werkgroep van hulpverleners en ervaringsdeskundigen in samenwerking met Similes en Schizofrenieliga In functie van de groep: evt duiden dat psychose een groep pathologieën omvat waarvan schizofrenie een subgroep is. 3 Informatie over de aandoening Fundamenteel recht van patiënten en familieleden Essentieel deel van goede behandeling Nodig om met de aandoening om te gaan Nodig om de aandoening te kunnen verwerken Geeft kracht om een meer actieve rol te spelen in de behandeling Geeft het opzet en de context van de cursus weer. Deze cursus is een inleidende cursus in 4 delen die basisinformatie over psychose en schizofrenie bevat. Het is een inleiding op een vervolgcursus ‘Leren omgaan met psychose’ waarin de deelnemers praktische vaardigheden en methodieken worden aangereikt. 4 Wat is een psychose ? InFoP 2 – module 1 5 Wat is een psychose ? Een verzameling van ervaringen, symptomen en klachten, waardoor er een verlies van contact met de werkelijkheid ontstaat of de wereld anders wordt waargenomen Psychose is een beschrijvende term die psychiaters en hulpverleners gebruiken. Psychose is een beschrijving van verschillende symptomen en klachten. Een aantal van die symptomen zal altijd een psychotisch symptoom op zich zijn. Er is pas sprake van een psychotische stoornis als verschillende symptomen en klachten samen voorkomen. Een uiteindelijke diagnose wordt mee bepaald door de duur en het verloop van symptomen. 6 Wat is een psychose ? Een complexe psychiatrische aandoening Veel verschillende symptomen Geen enkel uniek symptoom dat alle patiënten hebben Veel kenmerkende symptomen Mensen met psychose kunnen verschillende symptomen hebben; Niet alle mensen met psychose hebben dezelfde symptomen of klachten. Er zijn veel typische symptomen zoals wanen, hallucinaties en bepaalde stoornissen van het denken. Diagnose wordt bemoeilijkt omdat er geen enkel symptoom is dat alle mensen met psychose hebben. Vergelijking met andere stoornissen: alle mensen met depressie hebben minstens een stoornis van de stemming; alle mensen met een angststoornis zijn op één of andere manier angstig, … Het symptoom dat bij psychose het vaakst voorkomt in een acute episode is gebrekkig ziekte-inzicht. 7 Symptomen van psychose Beïnvloeden alle gebieden van het menselijke leven De waarneming Het denken Het handelen / Het gedrag De gevoelens Het algemeen functioneren Psychotische stoornissen zijn ingrijpende aandoeningen die alle domeinen van het menselijk ‘zijn’/functioneren kunnen omvatten of beïnvloeden. De verschillende domeinen worden hierna uitgewerkt 8 Stoornissen van gedrag Stoornissen van het denken Stoornissen van de waarneming Stoornissen van gevoelens Moeilijkheden algemeen functioneren Deze dia komt enkele malen terug. Telkens staat centraal de functie die wordt besproken op de volgende dia's. De opdeling van symptomen vertrekt hier vanuit de functie die wordt verstoord. Andere indelingen zijn mogelijk… de familieleden kunnen deze tegenkomen bij andere behandelaars, op internet of in andere praatgroepen. 9 Symptomen van psychose Stoornissen van de waarneming Hallucinaties Dingen zien (beelden, visioenen) Dingen horen (stemmen) Dingen voelen in het lichaam Dingen ruiken / smaken Een hallucinatie is een waarneming zonder externe bron. Hallucinaties kunnen voorkomen in alle gebieden van de waarneming. In de Westerse wereld is stemmen horen de meest voorkomende hallucinatie. Stemmen horen kan op verschillende manieren: van gefluister of geroezemoes tot erg luide stemmen; stemmen die spreken over de persoon en commentaar geven (vaak negatief); stemmen met dewelke men kan communiceren; stemmen die bevelen en opdrachten geven (vaak ook negatief); positieve en negatieve stemmen kunnen samen voorkomen; … Auditieve hallucinaties kunnen ook andere geluiden dan stemmen zijn. 10 Stoornissen van gedrag Stoornissen van de waarneming Stoornissen van het denken Stoornissen van de waarneming Moeilijkheden algemeen Functioneren Op de volgende slides staat een volgende functie centraal: het denken. 11 Symptomen van psychose Stoornissen van het denken Niet helder kunnen denken Verwardheid Achterdocht Wanen • Achtervolgingswaan • Grootheidswaan • Religieuze wanen Het denken kan op verschillende manieren verstoord zijn: de ordening en de logica van het denken; de inhoud van het denken (wanen); basis functies van het denken (cognitieve stoornissen, volgende dia). Wanen zijn overtuigingen. Overtuigingen die worden aangehouden met een grote mate van zekerheid, die niet wijken voor bewijs van het tegendeel (niet corrigeerbaar zijn) en die niet overeenkomen met de overtuigingen van de omgeving of culturele wereld van de betrokkene. (ps er is geen enkele sluitende definitie van wat een waan is) Het lijstje van soorten wanen is slechts beperkt, maar deze voorbeelden zijn veel voorkomende wanen. De familieleden kunnen nog andere voorbeelden aanhalen. 12 Symptomen van psychose Stoornissen van het denken (cognitieve symptomen) Aandacht Concentratie Probleemoplossend vermogen Plannen en uitvoeren van taken Geheugen Bij het denken gaat het dus om basisfuncties van de hersenen. Deze functies zijn essentieel om met onze omgeving om te gaan en te overleven in een ‘complexe’ wereld. Deze functies zijn nodig om nieuwe dingen te leren, dingen in te prenten en problemen van het dagelijkse leven op te lossen. Bijvoorbeeld toont onderzoek dat om een pomp van een benzinestation te gebruiken je 7 verschillende dingen moet doen in de juiste volgorde (dop van benzinetank draaien, dop wegleggen, juiste hendel nemen, hendel in tank steken, tanken, hendel terughangen, dop terug op tank schroeven). In de V.S. wordt werk als pompbediende gezien als een haalbare job voor mensen met psychose. Als je veel cognitieve stoornissen hebt kan een schijnbaar eenvoudige taak heel moeilijk zijn (Harvey & Sharma, 2002) Tot 75 % van ‘stabiel’ mensen met schizofrenie vertonen minstens op één van deze domeinen belangrijke stoornissen. Er is een sterk verband tussen de mate van cognitieve stoornissen en de mate waarin men opnieuw kan werken of studeren. 13 Stoornissen van gevoelens Stoornissen van het denken Stoornissen van gedrag Stoornissen van de waarneming Moeilijkheden algemeen functioneren Volgend domein: gedrag 14 Symptomen van psychose Handelen en gedrag Overactiviteit Minder tot dingen komen Snel en veel spreken Weinig en trager spreken Bizar gedrag Moeite om dingen vol te houden Sociale teruggetrokkenheid Interesseverlies Ofwel gaat het hier om een ‘teveel’ ofwel om een ‘tekort’ ten opzichte van een functie of gevoel. Een teveel en een tekort op een verschillende functie kan bij dezelfde persoon voorkomen. Deze indeling kunnen familieleden herkennen indien ze hebben geleerd of gehoord over positieve en negatieve symptomen, maar hier gaat het enkel om de stoornissen van handelen en gedrag. Het begrip van positieve en negatieve symptomen komt later terug, waarbij de verschillende verstoorde domeinen worden hernomen in de onderverdeling naar positieve en negatieve symptomen. 15 Stoornissen van gedrag Stoornissen van het denken Stoornissen van gevoelens Stoornissen van de waarneming Moeilijkheden algemeen functioneren Volgend domein: gevoelens 16 Symptomen van psychose Stoornissen van de gevoelens Afgevlakt affect minder tonen / uiten van emoties Minder emotioneel aanspreekbaar Minder genieten van dingen Depressie Angst Emoties worden soms minder intens beleefd maar nog vaker is er een stoornis in het uiten van gevoelens. Mensen met psychose kunnen onverschillig en onbewogen lijken (doch bij navragen worden ze wel effectief door dingen geraakt). Ondanks hun schijnbare onverschilligheid zijn ze net extra gevoelig voor verschillende bronnen van stress en spanning (zie later). 17 Symptomen van psychose Stoornissen van de gevoelens … soms het gevolg van andere symptomen Angst Spanning Depressie en Suïcidaliteit De meeste symptomen van psychose zijn onaangenaam en het is dan ook niet verwonderlijk dat mensen met psychose zich gemakkelijk gespannen, angstig of depressief voelen. Ten minste 75 % van alle mensen met psychose maken ooit tijdens het leven een ernstige depressieve periode door (1/3 voor de eerste episode van psychose, 1/3 tijdens een acute episode, 1/3 na een acute episode). Bij vragen over suïcide: 50 % doet ten minste 1 poging; 10 % doet een geslaagde poging. 18 Stoornissen van de waarneming Stoornissen van het denken Moeilijkheden algemeen functioneren Stoornissen van gevoelens Stoornissen van gedrag Volgend domein: algemeen functioneren 19 Symptomen van psychose Moeilijkheden op het vlak van algemeen functioneren Aangaan en volhouden van relaties Studie en werk Dagelijkse activiteiten Vrije tijd ... In het verloop op langere termijn is de impact op het algemeen functioneren belangrijk. Wat kunnen mensen ondanks hun stoornis verwezenlijken, op welke domeinen hebben ze beperkingen. De beperkingen maken dat mensen met psychose moeite hebben om studie of werk vol te houden, om relaties aan te gaan of te onderhouden. Dit kan voor familieleden verklaren waarom hun naaste niet mee wil naar familiefeesten. 20 Symptomen van psychose Een teveel = Positieve symptomen Verstoring of overmaat van een normale functie Een te weinig = Negatieve symptomen Vermindering of verdwijnen van een normale functie Voorbeeld griep : positief is koorts, negatief is vermoeidheid en geen kracht hebben. Begrippen uitleggen met een nullijn die normaal functioneren voorstelt, wat positief zit er boven en is dus teveel; wat negatief is zit eronder en is dus te weinig. 21 Positieve symptomen Hallucinaties stemmen horen, visioenen, … Waangedachten Achterdocht Opwinding Agressie Denkstoornissen (in de war zijn) Hernemen hier van de symptomen die vroeger zijn besproken in het schema volgens welke algemene functie die betrokken is. De opdeling is niet alleen van academisch belang. Positieve symptomen reageren meestal goed op medicatie. Positieve symptomen staan meestal op de voorgrond tijdens acute episodes. Slechts een kleine groep mensen heeft lange tijd uitgesproken negatieve symptomen. 22 Negatieve symptomen Minder emoties voelen Minder emoties tonen Minder energie Minder motivatie Moeilijk dingen volhouden Moeilijk dingen afwerken Terugtrekgedrag Negatieve symptomen worden meestal duidelijk na het opklaren van een acute episode. Negatieve symptomen reageren minder goed op medicatie. Veel negatieve symptomen gaan vaak samen met beperkingen op het vlak van functioneren. Ze bepalen dus in sterke mate het verloop en de uitkomst van de stoornis op lange termijn (samen met de mate van cognitieve symptomen). Worden door de familie en omgeving vaak niet gezien als een deel van de aandoening. Patiënt kan dan de kritiek krijgen van ‘lui’ te zijn of van ‘niet te willen’. Negatieve symptomen zijn een integraal deel van de aandoening. 23 Impact van psychose op dagelijks leven de mening van de patiënt (GAMIAN 2000) Een normaal gezinsleven hebben Kunnen studeren of werken Relaties met vrienden en familieleden Eigen doelstellingen kunnen realiseren Kunnen leven zonder hulp van derden Als een normaal individu behandeld worden Een seksuele relatie hebben 0% 20% 40% 60% 80% Percentage patiënten (totaal = 369) GAMIAN (Global Alliance of Mental Illness Advocacy Network), 2000, ‘Are people with schizophrenia getting the best treatment?’ In deze studie werd een grote groep mensen met schizofrenie (meer dan 500) gevraagd op welke manier psychose een invloed heeft op hun leven. Welke aspecten van het leven worden volgens hen in belangrijke mate beïnvloed door de aandoening? Uit dit soort onderzoek blijkt eens te meer dat mensen met psychose heel ‘normale’ verwachtingen hebben over het leven. Ze hebben dezelfde dromen en verwachtingen als iedereen. 24 Impact van psychose op het dagelijks leven Beperkt sociaal functioneren Beperkt sociaal netwerk Belasting voor familieleden Beperkte kwaliteit van leven Noch voor de patiënt, noch voor zijn omgeving is het eenvoudig om met een psychotische aandoening te leven. Zelfs bij een goede stabilisatie kunnen een aantal beperkingen aanwezig blijven, in meer of mindere mate. 25 Hoe wordt de diagnose gesteld ? Bronnen van informatie Symptomen en klachten van de persoon Observatie van de persoon Informatie van anderen Een diagnose wordt gesteld op basis van verschillende bronnen van informatie. Ten eerste zijn er de dingen die de persoon zelf vertelt of rapporteert. Ten tweede zijn er de dingen die kunnen worden waargenomen: is iemand heel stil en teruggetrokken of net erg gespannen en opgewonden, …? Vertoont hij bizar gedrag, lijkt hij te luisteren naar iets wanneer hij alleen is? Is hij achterdochtig in het contact? Ten slotte is de omgeving en de familie een belangrijke bron van informatie (we kunnen niet alles zelf observeren, er is een heel verloop voor het contact met de psychiater, sommige patiënten zijn dingen vergeten of houden dingen achter, …). 26 Hoe wordt de diagnose gesteld ? Essentiële informatie Duur van symptomen en klachten (dagen, weken, maanden, ...) Ontstaan van de problemen (plots, sluipend, uitlokkende factoren, …) Invloed op functioneren Verloop in de tijd Hoe lang is een probleem aanwezig? Hoe verloopt het in de tijd? Was er bij het begin een duidelijke aanleiding? Is het plots ontstaan of is er een sluimerend begin? Hoe en op welke manier wordt het functioneren van de betrokkene beïnvloed? 27 Aanvullende onderzoeken Lichamelijke evaluatie Lichamelijk onderzoek Bloedonderzoek Toxicologisch onderzoek Psycho-sociale evaluatie Psychologisch onderzoek Sociale evaluatie alcohol, drugs EEG, ... Onderliggende lichamelijke oorzaken van psychose moeten worden uitgesloten (tumor, epilepsie, systemische ziekten, infectieziekten,…). Er is een belangrijke groep mensen met psychose die ook drugs of middelen gebruiken die psychose kunnen uitlokken of psychose-achtige symptomen geven (‘dubbeldiagnose-patiënten’). Over de link tussen psychose en drugs bestaat er een aparte module. Een goede psychosociale evaluatie dient ook steeds te gebeuren. Is er een verslechtering van de sociale situatie (bv iemand verliest niet enkel zijn werk maar ook zijn werkloosheidsuitkering, verliest zijn logement maar lijkt maar geen nieuwe woonst te kunnen vinden)? 28 Te beantwoorden vragen bij de diagnose ? Welk soort aandoening ? Waarom nu en hier ? Eerste episode of herval ? Lichamelijke factoren/gebruik van middelen? Is er gevaar ? Eens de diagnose van psychose gesteld is, stelt het behandelteam zich de vraag over welk soort psychose het gaat (drugs-geïnduceerd, schizofrenie, korte psychotische episode, schizo-affectieve stoornis, psychotische stoornis niet anderzijds omschreven). De definitieve diagnose vraagt tijd, en kan eventueel verfijnd of genuanceerd worden na een hele tijd opvolging of tijdens een volgende opname. Zijn er stress-factoren of uitlokkende factoren terug te vinden in de periode voor de start van de symptomen? Als factoren moet niet enkel gedacht worden aan negatieve ervaringen zoals een verlies van een naaste of werk, maar ook aan positieve stressoren zoals verliefd worden, vader worden,… Gevaar voor de persoon zelf of zijn omgeving bepaalt mee de nood voor opname (eventueel onder het statuut gedwongen opname indien de persoon alle zorgen weigert en het gevaar pertinent aanwezig is). 29 Van symptomen naar diagnose Belangrijkste symptomen bepalen de vermoedelijke / eerste diagnose Duur en verloop van de klachten bepalen uiteindelijke diagnose Een definitieve diagnose stellen neemt tijd Diagnose wordt in België meestal gesteld volgens DSM-IV criteria. Eventueel iets meer uitleg over ‘kookboek’-methode: men kan de DSM zien als een ‘kookboek’, waarbij er per aandoening een aantal symptomen (‘ingrediënten’) bestaat die bepalen dat het geheel aandoening X is. Toch zijn geen twee patiënten met dezelfde aandoening hetzelfde. Een verandering of evolutie in de manier waarop de ziekte zich voordoet kan dan ook een enigszins andere diagnose opleveren op een ander moment van observatie, door een ander team. Vgl met spaghetti bolognaise: er bestaan vele varianten, maar enkele basisingrediënten zijn steeds hetzelfde (tomaten, vlees, ui). Sommige veranderingen in de samenstelling kunnen van bolognaise-saus bv een vegetarische saus maken (maar het blijft wel nog steeds een pasta-saus). Er bestaan andere systemen van diagnostiek. In de anglosaksische wereld wordt vooral gebruik gemaakt van de DSM, terwijl de franstalige wereld vaak terugvalt op ICD-10. Naargelang de oriëntatie van therapie kunnen ook andere termen gebruikt worden (analytisch versus gedragstherapeutisch versus systemisch, en bovendien nog variaties binnen één oriëntatie – bv binnen de analytische stroming freudiaans vs lacaniaans vs jungiaans vs…). 30 Diagnose Verschillende soorten psychosen Schizofrene psychose diagnose met strikte criteria Langdurige stoornis (6 maand) Periode van minimaal 1 maand actieve symptomen Invloed op functioneren Hier wordt het duidelijk dat alvorens men van schizofrene psychose kan spreken er minimaal informatie moet zijn over een periode van 6 maanden. Kort gezegd is schizofrenie een psychose die lang duurt en een belangrijke impact heeft op meerdere domeinen van het functioneren. Er bestaan verschillende soorten psychosen. In DSM vinden we verder terug: schizofreniforme stoornis, psychotische stoornis tgv medische aandoening, psychotische stoornis tgv middel, kortdurende psychotische stoornis, psychotische stoornis niet anderzijds omschreven, schizoaffectieve stoornis. 31 Hoe vaak komt het voor ? Hoeveel personen zullen binnen een jaar de stoornis ontwikkelen? 1/10.000 per jaar Hoeveel personen lijden op bepaald moment aan de stoornis? 2,5-5 /1.000 De kans dat iemand in de loop van het leven de stoornis zal ontwikkelen 1 op 100 of 1% Verschil tussen cijfers benadrukken. Incidentie en prevalentie gaan steeds over een fysieke locatie (vb. een land) en een bepaalde periode (vb. een jaar). In België zijn er minimaal 25.000 mensen met enge diagnose schizofrenie, te verdubbelen als je er andere psychotische stoornissen bijtelt. 1/100 is een statische kans, nuttig voor voorspellingen, vb. bij vraag met betrekking tot erfelijkheid (het cijfer 1/100 is van toepassing voor personen zonder enige familiale antecedenten van schizofrenie; zodra er familiale antecedenten aanwezig zijn, stijgt de kans om zelf schizofrenie te ontwikkelen. Deze cijfers komen gedetailleerd terug in een volgende module) 1/100 kan je als voorbeeld aanhalen, denk aan alle mensen met wie je in het laatste jaar MO zat, daar is 1 op 100 ziek geworden. 32 Aspecten van schizofrene psychose Begint meestal tussen 20 en 30 Bij mannen vroeger dan vrouwen Groep vrouwen met laattijdig begin Frequentie M = V Te overwegen om een figuur op een bord te tekenen, waarbij mannen één piek hebben in het opduiken van de ziekte (jong volwassenheid), en vrouwen twee pieken: een eerste piek korte tijd na de mannen (kwestie van enkele jaren) en een tweede (lagere) piek rond de 50 jaar. 10 % van alle vrouwen met schizofrenie zijn late-onset (na de menopauze). Deze verdeling sluit geenszins uit dat iemand een psychose ontwikkelt op een ander tijdstip in zijn leven, het gaat om een verdeling over de leeftijden heen, met piekmomenten. 33 Aspecten van schizofrene psychose Komt voor in alle culturen, landen en sociale klassen Verschillen tussen landen voornamelijk door verschillen in diagnose Stabiel doorheen de tijd Schizofrenie komt overal voor, in gelijkaardige mate. Uit studies blijkt dat verschillen in cijfers vooral terug te voeren zijn op verschillen in diagnose (bv cultureel bepaald: stemmen horen of ‘in stemmen praten’ kan als ziekte worden gezien, maar ook als een teken van de goden, afhankelijk van waar men woont en door wie men omringt wordt). 34 Aspecten van schizofrene psychose Mensen met een hoger risico Psychose in de familie Kwetsbare persoonlijkheid Misbruik van middelen Zie module 2 voor erfelijkheid. Met kwetsbare persoonlijkheid wordt bedoeld: personen met een schizoide en schizotypale persoonlijkheid (teruggetrokken en/of bizarre mensen). D£e criteria voor deze persoonlijkheden staan beschreven in de DSM. Middelengebruik kan bij kwetsbare mensen een eerste episode uitlokken of ervoor zorgen dat de eerste episode op jongere leeftijd optreedt. Hierbij kan je de link leggen met de vraag die we stellen bij de diagnose-stelling: “waarom hier en nu?”. Deze vraag kan soms beantwoord worden door middelenmisbruik. Hierdoor zien we ook vaker psychoses bij jongeren, door de stijgende frekwentie van middelenmisbruik op steeds jongere leeftijd. 35 Schizofrene psychose een fasische aandoening VROEGE TEKENS EERSTE PSYCHOTISCHE EPISODE HERSTEL of HERVAL Hier wordt op een eenvoudige manier de evolutie van de aandoening weergegeven. Vaak worden de vroege tekens niet opgemerkt, al kan men deze soms achteraf gezien wel herkennen als dusdanig. Maar de vroege tekens zijn vaak a-specifiek, kunnen verward worden met bv een adolescentie-crisis of aanpassingsmoeilijkheden bij verder studeren, reacties op stress zoals een relatie of een eerste job. Deze vroege tekens (ook prodromen genoemd) worden verder meer besproken. 36 Prodromen Typisch maar aspecifiek Veranderingen in affect Achterdocht, depressie, angst, stemmingsschommelingen, gevoelens van spanning, irritabiliteit, kwaadheid Veranderingen in cognitie Vreemde ideeën, vaagheid, concentratie- of geheugenmoeilijkheden Achteraf gezien kunnen deze symptomen wel herkend worden, maar op het moment zelf zijn ze voor de omgeving vaak niet te onderscheiden van ‘levensfase-problemen’ (adolescentie, …) 37 Prodromen Veranderingen in perceptie van zichzelf, van anderen of van de wereld Fysieke en perceptuele veranderingen Slaapstoornissen, wijzigingen in eetlust, somatische klachten, verlies van energie of motivatie, perceptuele stoornissen Niet alle prodromen leiden tot een acute episode Het is belangrijk om te onderlijnen dat niet alle prodromen leiden tot het ontwikkelen van een schizofrenie. Deze kunnen gelinkt zijn aan tijdelijk middelen-misbruik, aan adolescentie,… en zichzelf oplossen na een tijdje. Het is dus voor de omgeving quasi onmogelijk om deze als prodromen te herkennen (geen schuldgevoelens hebben hieromtrent “had ik maar….”). 38 Verloop en resultaat STABILISATIE REMISSIE HERSTEL Vroege Tekens Eerste Episode HERVAL LANGDURIG ZIEK Regel van 1/3 op tijdstip 10 jaar na de eerste episode: 1/3 stelt het goed, met of zonder behandeling (10 % volledige remissie); 1/3 kent een verloop met vallen en opstaan, met verschillende gradaties van beperkingen maar periodes waarin mensen het goed stellen; 1/3 vertoont een langdurig verloop met veel beperkingen en blijvende symptomen (zowel positief als negatief), meestal langdurig afhankelijk van psychiatrische diensten en voorzieningen, 10 % van de totale groep sterft door zelfmoord 39 Eerste psychotische episode De symptomen nemen met de tijd dramatisch toe, zowel in frequentie als in intensiteit. 80 % wordt opgenomen. De duur van een onbehandelde psychose is gebonden aan het klinische en globale outcome op lange termijn. Door het toenemen van de symptomen zal de omgeving op een gegeven moment beslissen om hulp te gaan zoeken voor hun naaste. Vaak gebeurt dit middels een opname, waarbij een behandelteam dan de kans krijgt om een (voorlopige of vermoedelijke) diagnose te stellen (zoals eerder besproken). Dit vergemakkelijkt ook de fysieke oppuntstelling en de observaties. Studies toonden intussen aan dat hoe langer de duur van onbehandelde psychose is (DUP ‘duration untreated psychosis’), hoe slechter de klinische outcome, hoe meer restverschijnselen (negatieve én positieve symptomen), hoe slechter het globale functioneren. 40 Eerste episode Patiënten na een eerste episode : 90 % remissie met adequate behandeling na 1 jaar Tijd voor herstel gem 1 maand (28 d.) 1 op 3 patiënten ontwikkelt postpsychotische depressieve symptomen. Goede follow-up van zowel de patiënt als zijn familie zijn noodzakelijk 60 % herval binnen 2 jaar Definitie remissie staat enkele slides verder. Hier evt bij vertellen dat remissie gezien kan worden als een vorm van ‘tijdelijke genezing’ (waarbij de duurtijd van ‘tijdelijk’ niet vast staat, dwz men lijkt genezen maar een herval blijft mogelijk, de onderliggende ziekte blijft wel degelijk aanwezig). 41 Mogelijke gevolgen van herval ? Voor de patiënten Traumatische ervaring Na elke episode meer blijvende symptomen die niet beter worden Verlies van werk Verlies van sociale contacten / vrienden Meer isolement Herval of terugval is dus niet zonder gevaar. De impact is belangrijk, zowel tgv de opname op zich als na de opname. 42 Mogelijke gevolgen van herval ? Voor de familie Traumatische ervaring Toegenomen belasting Verlies van sociale contacten Meer isolement De familie kan het vertrouwen verliezen in een goede afloop, riskeert zich meer en meer te isoleren (uit schaamte, omdat de patiënt alle aandacht vraagt,…) 43 Verloop Schizofrene Psychose in België Variabel verloop in eerste 5-10 jaar Belangrijke beperkingen ontstaan vroegtijdig na het begin van de aandoening Stabilisatie na 10 jaar Het verloop van schizofrenie is variabel, en men moet oppassen om op statistieken af te gaan. Het verloop van de ziekte is vrij gelijklopend doorheen culturen, is niet uniek voor België. Belangrijk concept: DUP bepaalt de klinische outcome, en vele beperkingen (negatieve symptomen) ontwikkelen zich in het begin van een psychotische episode. Het is dus belangrijk om zo snel mogelijk te behandelen. 44 Remissie : definitie = elk van de nog aanwezige kernsymptomen is zodanig laag in intensiteit dat ze het algemeen functioneren niet beïnvloeden, en dit gedurende een doorlopende periode van ten minste zes maanden Hier komt het concept ‘remissie’ naar voren. Eigenlijk komt het erop neer dat iemand die de voorgeschiedenis van de persoon niet kent, en niet weet dat hij medicatie neemt, niet zou zeggen dat de persoon aan schizofrenie lijdt. De persoon functioneert op een relatief goed niveau, en evt restsymptomen interfereren hier niet mee. Dit is niet hetzelfde als géén symptomen meer hebben (bv iemand kan nog af en toe auditieve hallucinaties ondervinden, maar deze interfereren niet met het functioneren op de verschillende domeinen). Betekenis van remissie In België bereiken 1 op 3 patiënten remissie Patiënten in remissie hebben minder symptomen Patiënten in remissie hebben beter ziekteinzicht Patiënten in remissie hebben een hoger niveau van functioneren en een lagere score op ernst van ziekte Naturalistische studie 422 patië patiënten werden geë geëvalueerd 151 ptn (29 %) is in remissie Van die 151 patië patiënten was 65% ook 6 maanden voordien reeds in remissie, 35% bereikte remissie in de loop van de 6 maanden Betekenis van remissie Patiënten in remissie doen het beter op een aantal vlakken van het dagelijks functioneren: Persoonlijke hygiëne Huishoudelijke taken Geldzaken Dagelijkse activiteiten/werk Sociale contacten Door hun beter functioneren doen deze patiënten het beter op heel wat vlakken. Globale Prognose Aard van de aandoening Vroegtijdige opsporing en behandeling Adequate behandeling Medicatie: acuut en onderhoud Andere interventies Langdurige zorg Individuele factoren: therapietrouw Sociale factoren Sommige mensen zijn erg kwetsbaar en zullen ondanks de beste zorg meermaals een psychose meemaken. Belangrijkste factor die we kennen die verloop op termijn bepaalt is DOP (duur van onbehandelde psychose). DOP bij eerste psychose en bij elke latere episode. Hoe langer dat iemand tijdens het leven psychotisch is hoe slechter de prognose. 48 InFoP 2- module 1 Vragen ? 49