Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37 Zorg voor een pas aangelegd stoma Precies op maat Na de aanleg vraagt een stoma niet alleen een oplettend oog voor de evolutie van de stoma, de conditie van de huid en de verwerking door de patiënt. Belangrijk is ook een vaste hand om de juiste opening in de huidplaat te knippen. Tekst: Els Put ‘Een slecht uitgeknipte huidplaat is veruit de meest voorkomende fout in de stomazorg’, vertelt Chantal Tielemans, hoofdverpleegkundige Polikliniek Heelkunde van het Universitair Ziekenhuis in Gent, stomaconsulent en voorzitter van de vereniging van Vlaamse Stomaverpleegkundigen (VLAS). Bij een te grote opening irriteert de stoelgang de huid rond de stoma en weekt ze de huidplaat los waardoor er lekkages ontstaan. Die veroorzaken een geïrriteerde huid rond de stoma, wat pijnlijk is en de verzorging bemoeilijkt. Een te kleine opening vernauwt de stoma-uitgang en kan necrose veroorzaken. Alarmtekens De zorg voor een stoma begint al voor de operatie, met uitleg aan de patiënt. In veel gevallen bepaalt een stomaconsulent de dag voor de operatie de beste plaats voor de aanleg van een stoma. Wanneer de patiënt na de operatie op de afdeling komt, start de observatie. Chantal: ‘De patiënt krijgt op de operatiezaal meteen een huidplaat en een transparant zakje. Dat laat toe om de stoma goed te volgen: bij elke postoperatieve check-up (bloeddruk, pols, infuus, et cetera) controleren we de stoma op kleur, vorm en uitscheiding. Een normale stoma is rood en glanzend. Er mag geen blauwe of zwarte verkleuring optreden en geen bloed uit de stoma komen. De stoma mag niet uitstulpen of ingetrokken zijn. Een beperkte oedemateuze reactie van de stoma de eerste dagen of eerste twee weken postoperatief is normaal. De eerste dagen postoperatief heeft een patiënt met een colostoma nog geen stoelgang. Wanneer de stoelgang op gang komt, controleren we de kleur en consistentie. Donker gekleurde stoelgang bijvoorbeeld, bevat bloed en is een alarmteken. Bij een stoma hoog op de darm (ileostoma) is de stoelgang vloeibaarder en lichter gekleurd dan bij een colostoma. We houden ook nauwlettend de huid rond de stoma in de gaten: wanneer er een droge of natte roodheid optreedt, behandelen we die met een spray, poeder of pasta (zie kader). Het zakje vervangen we dagelijks en de huidplaat elke drie dagen. We starten steeds met een tweedelig systeem. Wanneer (bij een colostoma) de stoelgang indikt, schakelen we de laatste dagen van de opname over op een eendelig systeem. We verwisselen dan het zakje elke dag of wanneer het vol is.’ Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37 Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37 Instructie Aandacht gaat ook uit naar de begeleiding en instructie van de patiënt. Chantal: ‘In een eerste stap laten we de patiënt tijdens de verzorging naar zijn stoma kijken en spelen we in op zijn vragen. In een tweede stap vragen we hem om de klem onder aan het zakje te openen en te sluiten wanneer we het zakje legen. Een volgende is het verwijderen van het zakje en het plaatsen van een nieuw. We trachten de patiënt tegen de ontslagdatum zoveel mogelijk zelf voor zijn stoma te laten zorgen.’ Wanneer een patiënt het moeilijk vindt om zijn stoma te aanvaarden, neemt hij niet zo snel zelf de stomazorg op. Oudere patiënten zien soms niet goed meer of voelen zich niet voldoende zeker om zelf hun stoma te verzorgen. Dan kan je eventueel de partner instrueren. De verpleegkundige in de thuiszorg kan de patiënt en/of zijn partner op zijn eigen ritme verder begeleiden naar zelfzorg. Hechtingen Drie weken na de operatie verwijdert de verpleegkundige de hechtingen rond de stoma, ook al zijn dit resorbeerbare hechtingen. Blijven ze langer zitten, dan veroorzaken ze groeven in de huid die kunnen leiden tot irritatie en een slechte hechting van de huidplaat. Ook een brug die de darmlus op de buikwand fixeert, mag drie weken na aanleg weg. In de weken en maanden na ontslag zal de stoma nog lichtjes verkleinen en een rondere vorm aannemen. Tips - Spray: beschermt de huid. Aanbrengen op de geïrriteerde huid rond de stoma. De spray minstens dertig seconden laten drogen voor je de huidplaat aanbrengt. - Poeder: aanbrengen in een dun laagje op een geïrriteerde huid. Het overtollige poeder neem je weg met een papieren doekje. Niet blazen, dan verspreidt het poeder zich en kleeft de huidplaat niet meer. Poeder kan de huid van de patiënt licht prikkelen. - Pasta: verwijder de stamper van een spuitje van 5 ml en breng hier de pasta in. Druk de stamper er weer op en spuit de pasta cirkelvormig rond de stoma. Het spuitje laat je toe de hoeveelheid pasta goed te doseren. Zorg dat de cirkel mooi sluit, anders krijg je lekkage. Raak de pasta niet aan, dan blijft hij aan je vingers plakken waardoor hij weer los komt van de huid. Je kunt de pasta gemakkelijk egaliseren met de punt van een nat gaas. Resten verwijderen gaat goed met een droog gaasje. Pasta gebruik je op een geïrriteerde huid, om een huidplooi op te vullen of wanneer de opening in de huidplaat te groot is of niet mooi aansluit rond de stoma. De alcohol in de pasta kan een branderig gevoel geven op een geïrriteerde huid. - Stoort de stoelganggeur in het toilet of de verzorgingsruimte? Strijk een lucifer met een zwavelhoudende top aan en de geur is weg. Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37 Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37 Vernieuwen van huidplaat en zakje Materiaal: - washandje en handdoek, lauw water zacht toiletpapier of papieren doekjes niet-steriele handschoenen stomamateriaal niet-steriele schaar bedbescherming afvalzakje indien nodig: poeder, pasta, beschermfilm, gordel, et cetera Werkwijze 1. Was de handen, leg materialen klaar en informeer de patiënt. Warm de huidplaat op door deze tegen de huid van de patiënt te leggen, bijvoorbeeld in de okselholte of onder de billen. Dat verbetert de kleefkracht. Doe nietsteriele handschoenen aan. Verwijder de huidplaat van boven naar beneden terwijl je de huid steunt. Bij een ééndelig systeem kun je de huidplaat dubbel vouwen om het zakje af te sluiten. Bij een tweedelig systeem verwijder je eerst het zakje terwijl je stoelgangresten met papieren doekjes wegneemt. Die doekjes kun je in de opening van het zakje duwen zodat de inhoud minder makkelijk weer wegvloeit. 2. Verwijder de stoelgangresten met zachte, droge doekjes. Verwijder de vuile materialen. Trek nieuwe handschoenen aan. Was de stoma en de huid rondom met water, waarbij je niet wrijft, maar dept. Gebruik geen zeep, lijmoplossers of vette zalven omdat de huidplaat dan minder goed plakt. Geef extra aandacht aan de hechtingen die de stoma op de huid vasthechten: gebruik de wattenstokjes om eventuele stoelgangresten te verwijderen. 3. Verwijder lange haartjes met een schaartje of met een elektrisch scheermachientje. Gebruik geen scheermesje, dat irriteert de huid. 4. Meet de grootte van de stoma met de meetvorm. Teken met de mal de grootte van de stoma op de huidplaat. Gebruik een pen in een andere kleur dan de voorgedrukte openingen. Knip de opening in de huidplaat 1 millimeter groter. 5. Verwijder het afdekpapier en breng de huidplaat van onder naar boven aan. Buig de huidplaat naar buiten om en plaats de onderzijde van de opening tegen de onderrand van de stoma. Kleef de huidplaat van onder naar boven vast. Vraag de patiënt tegendruk te geven met zijn buikwand door op zijn hand te blazen. Zorg dat de stoma de huidplaat niet raakt omdat dat de kleefkracht van de huidplaat vermindert. 6. Druk de huidplaat met cirkelvormige bewegingen goed tegen de huid aan. 7. Plaats het zakje van een tweedelig systeem van onder naar boven over de ring op de huidplaat. 8. Breng het zakje de dagen na de operatie zo aan dat de onderzijde naar de matras wijst, dan rust de inhoud van het zakje niet op de buikwand. Bij een Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37 Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37 tweedelig systeem kun je het zakje naar beneden draaien wanneer de patiënt het bed verlaat en weer zijdelings plaatsen gedurende de nacht. 9. Controleer of de huidplaat en het zakje goed bevestigd zijn door zachtjes te trekken aan het zakje ter hoogte van de stoma. Glijd met de vingertoppen over de aansluitring op zoek naar kleine openingen. Vraag de patiënt om nog even rustig te blijven zitten zodat de huidplaat de kans krijgt om goed vast te kleven. Bewaar het afdekpapier als mal of als voorbeeld voor het knippen van een volgende huidplaat. Ruim de materialen op. Was en ontsmet je handen. Noteer je handelingen, de gebruikte materialen, de hoeveelheid vloeibare ontlasting en je observaties in het verpleegdossier of op het stomaobservatieblad. Met dank aan de patiënt, aan Sandra Smits, voorzitter van de internationale Vereniging voor Stomaverpleegkundigen (WCET), en Ellen Geerards, nurse practioner colorectale chirurgie Universitaire Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen. Meer info www.stomavlas.be www.wcetn.org www.ostomyinternational.org www.vvsn.com Zorg voor pas aangelegd stoma Nursing 11 2005 p. 34-37