Vrije grafiek

advertisement
1
DEEL 3
HET CONCRETE LEERPLAN
specifiek gedeelte (aparte bundels)
BEELDHOUWKUNST
SCHILDERKUNST
TEKENKUNST
Vrije Grafiek
3.1
INLEIDING (p. 2)
3.2
OPTIEVAKKEN SAA (p. 4)
3.2.1
Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Vrije Grafiek Hogere Graad (p. 6)
3.2.2
Specifieke doelstellingen (p. 9)
3.2.3
Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Vrije Grafiek Specialisatiegraad (p. 10)
3.2.4
Specifieke doelstellingen (p. 12)
3.2.5
Infrastructuur en middelen (p. 12)
3.3
ANDERE VERPLICHTE OPTIEVAKKEN (p. 14)
3.3.1
Andere Verplichte Optievakken Hogere Graad
.
Kunstgeschiedenis
.
Andere Verplichte Optievakken Specialisatiegraad
.
A.
Bijzondere Kunstgeschiedenis
.
B.
Keuzeatelier
.
A.
3.3.2
3.4
(niet verplichte) FACULTATIEVE VAKKEN (p. 15)
3.4.1
Facultatieve vakken Hogere Graad
.
A.
Digitale Beeldverwerking
.
B.
Informatica
.
C.
Nederlands
.
D.
Tekenen
.
Facultatieve vakken Specialisatiegraad
.
A.
Digitale Beeldverwerking
.
B.
Nederlands
.
C.
Tekenen
.
3.4.2
3.5 INFRASTRUCTUUR EN MIDDELEN (verplichte en facultatieve vakken)
(p. 15)
2
3.1
INLEIDING
Dit deel, deel III, beslaat het concrete leerplan van de optie Vrije Grafiek in de Hogere Graad
(HG) en Specialisatiegraad (SG).
Het is nuttig voorafgaand de delen I en II - die eerder theoretische, pedagogisch-didactische
delen zijn - even door te lezen. Deze delen vormen:
de neerslag van de gedachtegang van de werkgroep, samengesteld uit leerkrachten
uit diverse academies,
de aanloop tot het kaderen van het concrete leerplan (met tips) en het situeren van
het deeltijds kunstonderwijs (DKO) Beeldende Kunst als artistiek - creatieve onderwijsvorm.
Dit open leerplan heeft als belangrijkste doel een leerlijn te ontwikkelen over de verschillende leerjaren. Zowel op vlak van kennis, attitudes als vaardigheden worden de leerlingen
begeleid van een basisniveau naar het ontwikkelen van een eigen artistieke identiteit. De
leerling gaat van initiatie via orïentatie naar determinatie en desgevallend naar specialisatie.
Uit het leerplan kan worden geput om op een creatief- en artistiek-pedagogische wijze het
leerproces van vormgeven in de Vrije Grafiek op gang te brengen en te stimuleren.
In de Hogere Gaad (HG) en Specialisatiegraad (SG) (Vrije Grafiek), worden de leerlingen begeleid in het vinden en ontwikkelen van een eigen wijze van vormgeven, ondersteund door beschouwen en bespreken van het eigen werk en het werk van anderen
(ontwikkelen van het beeldend denkvermogen). Dit gebeurt door een stapsgewijs inleiden in de betreffende media, leren beheersen van de benodigde vaardigheden, en
kennis maken met allerlei aspecten van de opbouw van een “beeld”-proces, onderzoek.
Leerlingen moeten durven voorbij de vaste grenzen gaan: zich kunnen en durven meten op een visuele manier, groeien naar een artistieke zelfstandigheid - wat alleen
mogelijk is in een klimaat van vrijheid (dit is niet gelijk aan chaos en willekeur). Dit
vraagt een open geest van zowel leraar als leerling. Er moet ruimte zijn om nieuwe en
originele wegen in te slaan met ondersteuning van een degelijke pedagogische begeleiding. Het resultaat hiervan zal zich moeten uiten in persoonlijke en boeiende werken. En ook in een geestelijke verruiming en artistieke voldoening van de leerling.
Interesse wekken voor kunst in het algemeen.
Het kunstonderwijs is voortdurend in beweging, normen worden constant bevraagd, grenzen
worden verlegd. De leerling wordt ertoe gebracht om voor hem/haar “nieuw” en “persoonlijk”
werk te maken.
Hulpmiddelen bij het ontwikkelen van de eigen visie, thematiek en beeldende uitdrukking in de Hogere Graad en Specialisatiegraad:
De leerlingen kunnen worden gestimuleerd om een persoonlijk dossier samen te stellen over
de kunst, de kunstenaars en de onderwerpen die hun voorkeur genieten, afkomstig uit om
het even welke periode en van overal ter wereld. Over die keuze(s) kan er dan ook gediscussieerd worden. Door hun dossier verdiepen ze hun visie op de vrije grafiek en de kunst in
3
het algemeen en leren ze een meer professionele koers bepalen in de uitbouw van hun eigen wereld. Het dossier is echter geen „huiswerk‟ en wordt niet verplicht.
Documentatie- en bronnenmap
Alle informatie die op termijn relevant kan zijn in de persoonlijke zoektocht naar een eigen
beeldende visie wordt verzameld. Een concreet te bereiken doel kan hieruit gefilterd of afgebakend worden en uitmonden in een omlijnd projectdoel.
Het kan de bedoeling zijn om deze info-map, of een deel ervan uit te werken tot een echt
werkdocument waarbij er communicatie over en weer ontstaat tussen tekening-documenttekening, ze kan als basis dienen voor wederzijds overleg bvb op niveau van compositie,
tekenstijl, inhoud, materialengebruik, beeldtaal, ... .
Inhoud:
Algemene informatie, sporen, ideeën , voorbeelden, reproducties die als inspiratie kunnen
dienen voor een persoonlijk project.
Bvb. info uit tentoonstellingen, reproducties, eigen schetsen, teksten over tekenen of over
thema‟s of die je inspireren, technieken, methodes, proefjes, ..., krantenartikelen, foto‟s (eigen fotomateriaal).
(bvb. relatie “eigen project - kunstgeschiedenis” is mogelijk)
Projectmap
Kan voortvloeien uit de documentatiemap. Is een afgebakend deel uit de documentatie of
bronnenmap, vertrekpunt kan ook zijn de eigen schetsen uit de HOGERE GRAAD (HG) die
als basis dienen om verder te werken.
(bvb. project kunstgeschiedenis is mogelijk)
Schetsen en tekeningen die verband houden met dit persoonlijk project
Schetsboek
Kan een ontwikkeling zijn van het project, kan de relatie projectmap-schetsboek zijn (verschillende mappen kunnen door elkaar lopen.
(schetsen kunnen ook op andere dan gebruikelijke formaten gebeuren)
Tekeningen en grafisch werk
Het werk zelf.
Presentatie
Ieder staat in voor de presentatie van het eigen werk en voor de vorm waaronder het gepresenteerd wordt. Dit binnen de mate van het mogelijke en de mogelijkheden aangeboden
door de locatie, bvb. een ruimte in de academie (samen gebruiken, overleg bij een groepstentoonstelling/presentatie).
Zoeken naar een verband tussen het werk en de presentatie.
Specialisatiegraad
Naast het beeldend proces is ook het onderzoeksproces belangrijk.
Een gestructureerde documentering kan de leerling helpen om zijn artistieke en persoonlijke
evolutie aan te tonen.
Dit kan aan de hand van een schetsboek, portfolio, website,…
4
3.2
OPTIEVAKKEN
Algemene doelstellingen
(of algemene leerplandoelstellingen Hogere Graad
(HG) - Specialisatiegraad (SG), zie ook onder meer het minimumleerplan opties tekenkunst,
vrije grafiek, schilderkunst, beeldhouwkunst, augustus 1990).
De leerlingen kunnen:
kennis en inzicht (cognitie) verwerven in:
het memoriseren van het waargenomene, het zien/vergelijken van ervaringen;
bouwen en construeren;
verhoudingen;
de structurele opbouw;
verhoudingen en compositie;
functie, vorm, anatomische opbouw van (organische + anorganische) structuren;
grijswaarden en de grijswaarde van kleuren;
kleurenleer, kleurwerkingen en contrasten;
het vertalen van kennis naar artistiek(e) werk(vormen);
het aanwenden van materialen in functie van de werkvorm;
materialen;
kunstgeschiedenis;
grafische technieken;
een beeld vertalen naar een grafisch gegeven;
het vertalen van techniek en inhoud naar artistieke vormen;
methodes ontdekken om inspiratie op te doen.
sociale vaardigheden aanleren:
respect voor (de) materialen en voor elkaars werk;
zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid, zelfvorming;
kritische ingesteldheid, objectiviteit;
concentratie en doorzetting;
luisterbereidheid;
5
beeldende activiteiten in groep (of in groepswerk) uitvoeren en respect hebben voor
elkaars eigenheid;
open staan voor evaluatie en communicatie in alle mogelijke vormen (evaluatie
individueel en in groep van het beeldende resultaat, overleg, opgave, enz., ... zie ook:
creatieve sociale gezindheid).
attitudes in verband met veiligheid, hygiëne, gezondheid en milieu aanleren:
facetten van veiligheid, hygiëne en milieu;
orde, respect voor de infrastructuur.
attitudes in functie van een expressief/creatief/artistiek/kunstzinnig gedrag aanleren:
plezier en voldoening vinden in het beeldend vorm geven en
genieten van het beeld;
doorzetten in het beeldend handelen waardoor de expressiemogelijkheden verruimen;
vertrouwen op eigen expressiemogelijkheden,
nieuwe expressiemogelijkheden ontdekken en durven creatieve uitingen te tonen;
ideeën ontwikkelen en vormgeven via schetsen, voorstudies, literatuur, film,
fotografie,….;
ervaren dat voorstudies een doel op zichzelf kunnen zijn of een voorbereiding kunnen
zijn voor het opbouwen van een beeld;
ervaren dat er tussen voorstudie en beeld een wisselwerking bestaat die ook omgekeerd van beeld/eindresultaat terug naar nieuwe voorstudies kan verlopen;
grafische vertaling of vertolking van onderwerpen en ideeën;
keuze leren maken tussen grafische technieken enerzijds en beeldevolutie anderzijds, aandacht voor fantasie, originaliteit, idee, het nieuwe, verrassende, het persoonlijke, enz.;
beeldende activiteiten zelfstandig individueel uitvoeren en evalueren;
zichzelf als persoon ontdekken, vormen en ontwikkelen;
het (audio)visuele aanbod passend verwerken;
onder andere via museum- en galerijbezoek kennis nemen van werkstukken uit de
eigen omgeving, andere culturen, verleden, heden;
durven herbronnen, hernemen;
“fouten” zien als stappen in een leerproces.
6
3.2.1
Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Vrije Grafiek Hogere Graad
De leerlingen kunnen vanaf de leeftijd van 18 jaar aan een scholing Hoger Graad (HG) deeltijds kunstonderwijs (DKO) beginnen. Worden eveneens toegelaten de regelmatige ingeschrevenen, houder van een getuigschrift van de tweede graad van het kunstsecundair leerplichtonderwijs, en ook houders van een getuigschrift van het secundair onderwijs 3de
graad. Het lestijdenvolume is vastgesteld op minimum 8 voor een cyclus van 5 leerjaren en
minimum 10 voor een cyclus van 4 leerjaren, maximaal 12 wekelijkse lestijden in de Hogere
Graad (HG).
De leervakken voor de Hogere Graad (HG) zijn:
verplichte leervakken:
- SPECIFIEK ARTISTIEK ATELIER (SAA) (minimum 5 lesuren per week per leerjaar) en
- KUNSTGESCHIEDENIS (minimum 2 lesuren per week over de volledige graad),
andere mogelijke bijkomende vakken (facultatief): Nederlands, Tekenen, Informatica, Digitale beeldverwerking.
De globale opsomming van doelstellingen van dit leerplan wenst tegemoet te komen aan de
intenties van openheid naar ieder eigen artistiek pedagogisch project en schoolwerkplan.
Specifiek Artistiek Atelier Vrije Grafiek
De studie Hogere Graad (HG) Vrije Grafiek is gericht op het leren omgaan met een brede
waaier aan grafische technieken (traditioneel en hedendaags) en deze toe te passen op het
artistieke werk.
Er moet aandacht zijn dat de techniek niet zuiver om de techniek beleefd wordt. Techniek is
een middel, geen doel.
Vrije grafiek dient in de meest ruime betekenis (als universele beeldende communicatievorm) begrepen te worden: dit is het verwezenlijken van een grafisch beeld om zich te uiten
vanuit de eigen beleving (vanuit de interne en externe waarneming). Vrije Grafiek is een
brug tussen het individu en zijn omgeving. Belangrijk is dat men haar leert hanteren om tot
een persoonlijke expressie te komen.
Het jaarprogramma zorgt voor een stimulerende leiddraad en structuur binnen het atelier,
zonder een rigide keurslijf te zijn. Niet het programma maar het optimaal vormen van de
leerling staat centraal. Daarbij worden de leerlingen begeleid vanuit hun eigen nood en capaciteit en vanuit hun eigen persoonlijkheid met als doel te komen tot zelfontplooiing.
Zien is onder meer het aandachtig waarnemen van vormen, licht en donker, meten en vergelijken, het begrijpen van structuur en anatomie, het samen zien van dingen in de ruimte,
het emotioneel en existentieel beleven van een onderwerp (het visueel waarnemen krijgt
aanvulling in het horen, proeven, tasten, aanvoelen, ruiken, ...). Dit zijn uitgangspunten voor
het creëren en moeten gestimuleerd worden.
Het idee is de start van een creatief proces dat tot een grafisch werk leidt. Op zichzelf gezien
is het proces belangrijker dan het uiteindelijke resultaat. Wie het proces beheerst heeft de
sleutel om tot een interessant eindpunt te komen. Openheid ten opzichte van de grafische
beeldvorming is een must, het leren experimenteren met mogelijkheden is belangrijk en
brengt een verrijking met zich mee.
7
Een grafisch werk is een neerslag van een idee.
Hedendaagse grafiek behelst zoveel meer dan de traditionele grafische technieken, durven
openstaan voor nieuwe mogelijkheden en zienswijzen is erg belangrijk.
Vrije Grafiek betekent ook:
Naast het ”verbeelden wat men ziet“ is het eveneens mogelijk om te verbeelden wat men
niet ziet: innerlijke spanningen, energieën, driften, fantasieën, ... kunnen uitdrukking vinden
in tekeningen.
De kunst en het kunstgebeuren (historische context), het ontwerpen (als denken), en bevraging (evaluatie, zelfevaluatie) zetten aan tot zelfstandig werken, zoeken naar nieuwe mogelijkheden en oplossingen en een persoonlijk artistiek uitbeelden.
Het aanleggen van een archief of map kan een belangrijk werkinstrument zijn. Hierin verzamelt de leerling (over de jaren heen) tekeningen, foto‟s, teksten, ….documentatie allerhande
met betrekking tot de opdrachten of eigen ideeën. Hieruit kan men inspiratie putten.
Bij het einde van de studies moet een leerling over een groot aantal technische en artistieke
mogelijkheden beschikken. Hij moet in staat zijn om werk, dat hij zichzelf opdraagt of dat
door iemand anders opgedragen wordt, te realiseren.
De leerlingen kunnen:
Een procesmatige opbouw laat toe om op overzichtelijke manier de doelstellingen te bereiken die gelijk lopen met de ontwikkeling en het groeiproces van de leerling ( artistieke leerproces). Hierbij dient er rekening te worden gehouden met de diversiteit aan leerlingen, de
beginsituatie en de specifieke leervraag.
kennis maken met verschillende artistieke beeldaspecten/werkvelden;
zien/kijken/waarnemen/observeren;
ontdekken;
beschrijven/benoemen/bespreken;
weergeven;
ordenen, vergelijken;
noteren;
nabootsen;
herkennen;
kiezen, selecteren;
constructief opbouwen;
technieken toepassen en vaardigheden ontwikkelen, gereedschappen en materialen
kiezen en hanteren om beeldend vorm te geven in functie van het beoogde doel;
8
methodes ontdekken om inspiratie op te doen;
de creatieve verbeelding ontwikkelen;
uitgaande van waarneming, ervaringen, emotie, concepten en verbeelding:
o stileren, omzetten in collage, assemblage, ontwerp, …. ;
o interpreteren;
o nuanceren (vereenvoudigen, abstraheren, accentueren,…), combineren (variaties bekomen/laten ontstaan), verbanden leggen;
o verwerken van het ruimtelijk gevoel;
o verwerken van de creatieve verbeelding;
o vormgeven naar diverse onderwerpen ;
o wisselwerking stimuleren;
oplossen van constructieve en beeldende problemen;
ontwerpen en documenteren;
begrijpen en hanteren van de beeldtaal;
kennis nemen van het werk van andere grafici;
actief waarnemen in functie van het inzichtelijk weergeven;
open staan voor diverse beeldende middelen en beeldtalen;
zichzelf evalueren door vergelijking van het resultaat met de doelstelling;
zich spontaan uitdrukken in een beeld;
uitgaande van beeldbeschouwing, een eigen beeld/beelden creëren;
ontwikkelen van artistieke identiteit (diverse technische, inhoudelijke en beeldende middelen opnemen, verwerken en weergeven en ze creatief gebruiken);
door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijke houding ontwikkelen
over beeldende kunst en zichzelf binnen deze context kunnen situeren;
blijvende reflectie op de persoonlijke invulling van de relatie beeld/inhoud;
open staan voor experiment.
9
3.2.2
Specifieke Doelstellingen
Het hiernavolgend overzicht is ook van toepassing op de doelstellingen voor de Specialisatiegraad (SG) (zie pagina 12). De specifieke doelstellingen kunnen worden afgeleid uit onderstaand beeldmodel
Beeld = 0nderwerp, inhoud en proces (beeldaspecten en techniek)
Beeld is altijd een samengaan van deze verschillende domeinen (Onderwerp,inhoud en proces).
Onderwerp, inhoud en proces zijn steeds contextgebonden, zowel (kunst)historisch, sociaal
als filosofisch. Ze zijn steeds de drager van een specifieke tijdsgeest.
Hierdoor is kunstgeschiedenis en kunstactualiteit steeds aanwezig in het beeld.
INHOUD
BEELD
PROCES
ONDERWERP
(Beeldmodel gebaseerd op beeldmodel ontwikkeld door Eef Thoen in 2009-2010.)
Onderwerp:
Het onderwerp is hetgeen dat je ziet, het concreet zichtbare aspect van het beeld. Het
onderwerp is de eerste vormelijk visuele impressie. Elke vormelijke impressie kan als onderwerp dienen.
Inhoud:
De inhoud is hetgeen de maker via het beeld wilt uitdrukken. De inhoud kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en staat steeds open voor filosofische discussie. De keuze aan inhouden is oneindig.
Proces:
Het proces is de manier waarop de inhoud vormelijk zichtbaar wordt gemaakt in het
beeld. Het proces bestaat uit beeldaspecten enerzijds en de techniek anderzijds.
-Beeldaspecten:
Mogelijke beeldaspecten die aangereikt of gebruikt kunnen worden zijn: compositie, lijnvoering, grijswaarde,lijn, vlak, vorm, kleur, licht, contrast, ruimtelijkheid, …..
-Techniek:
Mogelijke technieken die aangereikt of gebruikt kunnen worden zijn de verschillende grafische technieken die nu gelden en nog kunnen volgen.
(zie ook: „Overzicht van diverse technieken‟, bijlage 2)
10
3.2.3
Optievak Specifiek Artistiek Atelier (SAA) Vrije Grafiek Specialisatiegraad
De leerlingen kunnen vanaf de leeftijd van 18 jaar aan een scholing Specialisatiegraad (SG)
deeltijds kunstonderwijs (DKO) beginnen. Worden eveneens toegelaten de regelmatige ingeschreven, derde leerjaar van de derde graad, houder van een getuigschrift van de derde
graad van het kunstsecundair leerplichtonderwijs. Het lestijden volume is vastgelegd op minimum 8 maximaal 12 wekelijkse lestijden voor een cyclus van 2 leerjaren, in de Specialisatiegraad (SG).
De leervakken voor de Specialisatiegraad (SG) zijn:
verplichte leervakken:
- SPECIFIEK ARTISTIEK ATELIER (SAA) (minimum 5 lesuren per week per leerjaar) en
- (minimum 1 lesuur per week over de volledige graad)
KEUZEATELIER (het specifiek atelier van een andere optie)/
of BIJZONDERE KUNSTGESCHIEDENIS
andere mogelijke bijkomende vakken (facultatief): Nederlands, Tekenen, Digitale beeldverwerking.
De globale opsomming van doelstellingen van dit leerplan wenst tegemoet te komen aan de
intenties van openheid naar ieder eigen artistiek pedagogisch project en schoolwerkplan.
Specifiek Artistiek Atelier Vrije Grafiek
Vrije Grafiek dient in de meest ruime betekenis (als universele beeldende communicatievorm) gezien te worden. Zie Hogere Graad.
De specialisatiegraad gaat uit van een verdieping en verbreding van zowel omgaan met
het beeld (zoals werd aangehaald in het beeldmodel van p.9) als de artistieke persoonlijkheid. Deze verdieping en verbreding speelt verder in op de verworven vaardigheden en attitudes die reeds werden aangehaald in de Hogere Graad (p.6).
In de Specialisatiegraad ligt de nadruk het zelfstandig kunnen werken, zowel thuis als
in het atelier. De leraar wordt daarbij een mentor of coach, die de persoonlijke zoektocht
stimuleert en begeleidt.
Dat betekent dat er door de leerling bewuste keuzes gemaakt worden omtrent inhoud, proces en onderwerp.
Ook in de Specialisatiegraad is het nuttig om uitstappen te organiseren naar tentoonstellingen van oude, moderne of hedendaagse kunst. Daarnaast kan men sprekers uitnodigen
voor een lezing of een gesprek, zoals kunstenaars, (kunst)historici, restaurateurs, enz.
(opnemen in de inleiding)
Bij de persoonlijke keuze(s) die men maakt (qua onderwerp, techniek, …) en bij de problemen die nog opduiken is een individuele begeleiding (steeds meer) noodzakelijk. Deze
begeleiding kan heel soepel en creatief zijn, zodat er voortdurend kan doorgewerkt worden
in een interessante richting, en zodat er ook kan ingegaan worden op toevallige gebeurte-
11
nissen. Bij de intensere individuele begeleiding probeert de leraar samen met de leerling
mogelijkheden te ontdekken en de leerling te stimuleren om daar keuzes uit te maken en er
op eigen initiatief mogelijkheden aan toe te voegen.
Tijdens specifieke lessen, kan de Specialisatiegraad (SG) mogelijk eenzelfde programma
volgen als de laatste jaren (3-4/4-5) Hogere Graad (HG). In zo‟n mogelijk gelijklopend programma kunnen de leerlingen van de Specialisatiegraad (SG) echter veel verder gaan in het
verkennen, het hanteren van en het eventueel bewust doorbreken door met opzet regels te
overtreden.
De leerling kan:
de verworven artistieke identiteit zelfstandig verder uitdiepen en verbreden, eventueel
over de grenzen van het grafische vakgebied heen (optieoverschrijdend);
op persoonlijke wijze een volledig eigen, coherent project ontwikkelen waarbij zowel
het referentiekader als de bronnen en de evolutie van deze individuele zoektocht als
resultaten gepresenteerd kunnen worden;
de impact van de presentatie van het beeldend werk als een onderdeel van het beeldend gebeuren leren beschouwen;
de communicatie over het beeldend werk eveneens als onderdeel van het beeldend
gebeuren leren beschouwen en het eigen werk ook consequent verbaal toelichten;
vanuit zichzelf referenties leggen met de kunstgeschiedenis en kunstactualiteit.
12
3.2.4
Specifieke Doelstellingen
Voor een eigen concretere invulling van de leerplandoelstellingen kan men ook voor de Specialisatiegraad terugvallen op het overzicht in het hoofdstuk “Specifieke doelstellingen”, pagina 9: Hogere Graad, 3.2.2.
3.2.5
Infrastructuur en middelen
ALGEMENE INFORMATIE in verband met infrastructuur en middelen:
De algemene infrastructuur dient „minimaal‟ te beantwoorden aan de vigerende regelgeving
van het A.R.A.B., het A.R.E.I en de Welzijnswet en uitvoeringsbesluiten.
Deze informatie is te raadplegen op de website van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid: www.meta.fgov.be
Je kan er ook de richtlijnen op nalezen in de minimumleerplannen.
(info en bevoegdheid: gemeenschapsinspecteur deeltijds kunstonderwijs, beeldende kunst)
Een eigen aparte atelierruimte voorzien voor de optie vrije grafiek
Basisuitrusting: ateliervereisten om een atelier optimaal te laten functioneren:
standaard voorziening voor veiligheid;
MSDS-fiches op een zichtbare plaats;
veiligheidsinstructiekaarten voor toestellen;
tekentafels;
stoelen of krukjes;
wasbakken en stromend water;
voldoende neutraal licht (kunstmatig of daglicht);
ladekast;
droogrek;
ruimte die de leerkracht in zones kan opdelen;
voldoende verluchting;
toestellen, toebehoren en ander materiaal eigen aan het artistieke aanbod binnen de
academie.
Media-apparatuur:
beschikbaar hedendaags projectiemateriaal;
hedendaags media-apparatuur.
13
Deze richtlijnen waarborgen de omvang, doorstroming en verderzetting van de opleiding
terzake van de studenten uit het voorafgaand niveau.
14
3.3
ANDERE VERPLICHTE OPTIEVAKKEN
3.3.1
Andere Verplichte Optievakken Hogere Graad
A.
Kunstgeschiedenis
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: KUNSTGESCHIEDENIS” (nog in voorbereiding)
3.3.2
Andere Verplichte Optievakken Specialisatiegraad
A.
Bijzondere Kunstgeschiedenis
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: (bijzondere) KUNSTGESCHIEDENIS” (nog in voorbereiding)
B.
Keuzeatelier
Het artistieke dient de nodige ontwikkelingskansen te krijgen, ook in het keuzeatelier.
Men streeft hierbij naar het ontwikkelen van:
- uitingsdrang,
- verbeelding,
- probleemoplossend denken en handelen (basishandelingen, …),
- durf voor experiment (proefondervindelijk),
- inventief gebruik van materialen, technieken en beeldaspecten.
Ook het beeldend kunnen omgaan met betreffende beeldaspecten (licht, kleur, lijn, vorm,
compositie, textuur, …) op zelfstandige en creatief - artistieke wijze is hier belangrijk. En dit
in samenhang met het ontwikkelen van het waarnemingsvermogen, ontledingsvermogen,
emotionele ontwikkeling, abstraheervermogen, interpretatievermogen, expressievermogen,
omgaan met materiaal en materieel, inzicht inzake technische begrippen, …
15
3.4
(niet verplichte) FACULTATIEVE OPTIEVAKKEN
3.4.1
Facultatieve vakken Hogere Graad
A.
Digitale Beeldverwerking
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: DIGITALE BEELDVERWERKING” (nog in voorbereiding)
B.
Informatica
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: INFORMATICA” (nog in voorbereiding)
C.
Nederlands
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: NEDERLANDS” (nog in voorbereiding)
D.
Tekenen
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: TEKENEN” (nog in voorbereiding)
3.4.2
Facultatieve vakken Specialisatiegraad
A.
Digitale Beeldverwerking
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: DIGITALE BEELDVERWERKING” (nog in voorbereiding)
B.
Nederlands
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: NEDERLANDS” (nog in voorbereiding)
C.
Tekenen
ZIE APARTE BUNDEL “VAK: TEKENEN” (nog in voorbereiding)
3.5
INFRASTRUCTUUR EN MIDDELEN (verplichte en facultatieve vakken)
ZIE APARTE BUNDEL VOOR IEDER VAN DE SPECIFIEKE VAKKEN
(nog in voorbereiding)
Download