Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers OOGHEELKUNDE 1. Anatomie, fysiologie en histologie van het oog en het visuele systeem Voorachterwaarste diameter oogbol? Bindvlies = Wat bedekt de conjunctiva? Hoe noemt men de conjunctiva die de achterzijde van de oogleden bedekt? Hoe noemt men de conjunctiva die de voorzijde van de sclera bedekt? Waarmee is de bulbaire conjunctiva verbonden? Definieer sclera 24.2 mm Waarmee is de buitenste oppervlakte van de sclera bedekt? Episclera:  Dunne laag elastisch weefsel  Bevat vele bloedvaten  sclera voeden Hoornvlies = Eigenschappen hoornvlies? Cornea  Perfect transparant  Vooraan in midden oogbol Waaraan is het hoornvlies verbonden? Dikte van het hoornvlies? Lagen van de cornea? Aan de sclera thv de limbus Hoeveel cellagen telt het epitheel? Laag van Bowman is … 5à6 Conjunctiva De achterzijde van de oogleden en de voorzijde van de sclera Palpebrale conjunctiva Bulbaire conjunctiva Onderliggende kapsel van Tenon en de sclera      Buitenste laag oogbol Wit Fibreus Beschermend Bijna uitsluitend collageen 550µm (in centrum) Van buiten naar binnen: 1. Cornea-epitheel 2. Laag van Bowman 3. Stroma 4. Membraan van Descemet 5. Endotheel   Helder Acellulair 1 Armando De Palma – 2011-2012 Stroma vormt …% van de dikte van de … Bouw stroma Membraan van Descemet ? Eigenschappen endotheel ? Functie van het endotheel? Regenboogvlies = Bouw regenboogvlies? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 90% cornea  Opgebouwd uit collageenfibrillen = lamellen  Deze lamellen: gelegen in grondsubstantie met o Proteoglycanen o Keratocyten Produceren het collageen = lamina basalis van het cornea-endotheel  Bevat 1 laag cellen  Zeer gelimiteerde mogelijkheid tot celdeling Pompt overtollig vocht uit cornea  helpt cornea helder te houden Iris   Vlak oppervlak Centraal ronde opening = pupil Waarin verdeelt de iris het oog? Waar bevindt zich de ooglens? Eigenschappen van de ooglens? Voorste en achterste segment Hoe is de lens bevestigd? Over 360° opgehangen aan de zonulaire vezels  staan in verbinding met het corpus ciliare Corpus ciliare = Straalvormig lichaam Functie corpus ciliare? Achter de pupil         Biconvex Helder Avasculair Diameter = 9mm Dikte = 4mm Productie voorkamervocht Zorgt voor accommodatie: Bevat circulaire spiervezels  doen de zonulaire vezels opspannen/relaxeren  geven de ooglens een wisselende scherpstelling voor objecten veraf en kortbij Migratie van het oogvocht? Passeert vanuit het achterste oogsegment door de pupil naar de voorste oogkamer Afvoer van het oogvocht? Thv de hoek van de voorste oogkamer (het trabeculum) 2 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Eigenschappen vitreum? Glasvocht:  Helder, avasculair gelatineus lichaam  Vult de ruimte begrensd door: o Lens o Retina o Papil oogzenuw  Samenstelling: o Water (99%) o Collageen o Hyaluronzuur Retina = Netvlies = dunne, semitransparante laag neuraal weefsel Waartegen ligt de buitenzijde van de retina? Tegen:     Retina bevat …? Gele vlek ? Bevloeiing netvlies?  Retina-pigmentepitheel Membraan van Bruch Choroidea Sclera      Fotoreceptoren: o Staafjes o Kegeltjes Bipolaire cellen Ganglioncellen Horizontale cellen Amacriene cellen Müllercellen     Macula In centrum retina Dunste zone van het netvlies Sterk overwicht kegeltjes 2 circuits:  A. choriocapillaris  buitenste 1/3 van de retina  A. centralis  binnenste 2/3 3 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 2. Onderzoeksmethoden in de oogheelkundige kliniek 2.1. Functioneel onderzoek van het oog 2.1.1. Onderzoek van de gezichtsscherpte Wat vereist een normale gezichtsscherpte? Bepaling gezichtsscherpte beide ogen? “In de verte” ? 1. Correcte scherpstelling in het oog 2. Structureel intact oog 3. Intacte neurologische visuele banen Voor elk oog afzonderlijk zowel  In de verte  Kortbij   Op 5 meter Met minimale accommodatie “Kortbij” ? 30-40cm leesafstand Waarmee bepaalt men gezichtsscherpte? Optotypes van verschillende groottes  Volwassenen: o Cijfers/letters (Snellenkaart)  Kinderen: o Symbolen  E-symbolen  Ffooksymbolen (rechthoek, cirkel, driehoek)  Landolt-C-symbolen Op een afstand van … meter kan men normaal nog letters lezen van … mm  gezichtsscherpte = Ander uiterste tegenover 10/10 ?   5 meter  8 mm De gezichtsscherpte is dan de eenheid (10/10)overeenkomend met een resolutie van 1 boogminuut   Visus 0,1 of 1/10 = Indien men op die afstand slechts optotypes kan lezen die 10x groter zijn Hiertussen? Tussen de uitersten 10/10 en 1/10  optotypes in verschillende groottes overeenkomend met gezichtsscherptes van 2/10, 3/10, 4/10, … Ook visus groter dan 10/10 mogelijk? Ja, bv. 12/10 4 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Visus slechter dan 1/10? 1. Optotypelijst bevat grotere symbolen tot een lagere visus van 1/20 2. Visus < 1/20  vingers laten tellen  Normaal  men kan vingers tellen tot op 60m  Indien pt. dat slechts kan op 1m  visus 1/60 3. Visus < 1/60  controleer of patiënt bewegen van de hand van de onderzoeker kan onderscheiden  Merken van handbewegingen op 1 meter  visus = 1/300 4. Indien niet merken van handbewegingen op 1 meter  controleer of pt. onderscheid kan maken tussen licht en donker  bestaan van lichtperceptie  Geen waarneming meer van licht  visus = nihil  Zeer slechte prognose CAVE breuknotering visus – bv. visus 5/10  wel/niet?  Bepaling van de gezichtsscherpte bepaalt (enkel) … van het visuele systeem Welk deel van het visueel systeem wordt getest dmv de gezichtsscherpte?  WEL: patiënt kan het optotype pas onderscheiden op 2.5 meter ( normale visus: op 5 meter) NIET: het oog ziet nog maar 50% of is halfblind Het resolutievermogen Het centrale deel van de visuele baan: 1. Fovea centralis van de retina 2. Maculaire bundel van de oogzenuw 3. Occipitale deel van de primaire visuele cortex Gevolgen indien (1)  bemoeilijkt fel lezen  Sterke  centrale (2)  pt. kan zich normaal verplaatsen gezichtsscherpte (1)  Behoud perifeer gezichtsveld (2) Gevolg indien Patiënt gedraagt zich als zwaar slechtziend  Gezichtsscherpte bewaard  Sterke  perifeer gezichtsveld 2.1.2. Onderzoek van het gezichtsveld Definitie gezichtsveld Het deel van de ruimte dat we kunnen waarnemen met een onbeweeglijk oog Welk deel van het gezichtsveld wordt scherp gezien? … en … verminderen sterk op afstand van het fixatiepunt Enkel het centrale deel (door de fovea)   De gevoeligheid van het netvlies Het resolutievermogen 5 Armando De Palma – 2011-2012 Grenzen normaal gezichtsveld van één oog? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers     Bovenaan  tot 50° Onderaan  tot 60° Nasaal  tot 60° Temporaal  tot 100° Blinde vlek:  Op 15° temporaal van het fixatiepunt  Locatie?  Afwezigheid van lichtgevoelige cellen overeenkomend met de  Histokop van de oogzenuw anatomisch? Gezichtsveld bepalen Neen, voor elk oog afzonderlijk voor beide ogen samen? Verschillende Afhankelijk van welk deel van het gezichtsveld onderzocht wordt: onderzoeksmethoden  Perifere grenzen voor onderzoek  Centrale deel gezichtsveld  afhankelijk van? 2.1.2.1. Onderzoek van de perifere grenzen Welke testen voor onderzoek perifere grenzen? Confrontatietest ?  Voordelen?  Principe?  Uitvoering?  Wat kan vastgesteld worden?   Confrontatietest Perimeter van Goldmann    Eenvoudig, goedkoop Vergelijkt gezichtsveld onderzoeker patiënt Uitvoering: o OZ zit recht tegenover PT o OZ vraagt PT linkeroog te sluiten o OZ sluit rechteroog o PT kijkt OZ recht in het oog  hun gezichtsveld moet halverwege tussen beide identiek zijn o OZ beweegt op ≠ plaatsen in het gezichtsveld zijn handen in het vlak  vraagt patiënt welke hand er beweegt o Idem ander oog Vast te stellen: o Uitvallen in het gezichtsveld, bv.  Hemianopsie  Kwadrantanopsie  6 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Standaardtoestel  bepalen perifere grenzen gezichtsveld mbv bewegende stimuli (“kinetische perimetrie”)  Witte, homogeen verlichte halve bol waarin bewegend lichtvlekje met instelbare grootte en intensiteit wordt geprojecteerd  Uitvoering: o DMV handvat  OZ brengt lichtje op eender welke plaats van het gezichtsveld o Locatie van de stimulus wordt aangeduid op een schema door de OZ o OZ controleert tijdens onderzoek steeds visueel de centrale fixatie van de PT o OZ beweegt de stimulus traag vanuit perifeer  centrum  optekenen waar de stimulus door de PT wordt opgemerkt  Resultaten en interpretatie: o Gebruik van ≠ indexen (≠ grootte en/of lichtintensiteit van de lichtstimulus)  optekenen ≠ isopteren o Isopter:  Lijn met gelijke lichtgevoeligheid  Begrenst de ruimte waarbinnen de lichtstimulus met een bepaalde intensiteit en grootte gezien kan worden Absolute vs. relatieve perifere grenzen van het gezichtsveld?  Gebruik stimulus met maximale grootte + intensiteit  optekenen absolute perifere grenzen van het gezichtsveld Stimuli met lagere intensiteit en/of kleinere grootte  afbakenen van de beperktere, relatieve grenzen van het gezichtsveld Absoluut vs. relatief scotoom?  Perimeter van Goldmann?  Wat doet het toestel?  Hoe ziet het toestel eruit?  Uitvoering?  Resultaten en interpretatie?   Absoluut scotoom: uitval in het gezichtsveld die zelfs bij gebruik maximale stimulus merkbaar is Relatief scotoom: enkel aan te tonen met moeilijkere stimuli met een lagere intensiteit en/of kleinere grootte 2.1.2.2. Onderzoek van het centrale deel van het gezichtsveld Hoe kan centraal deel gezichtsveld onderzocht worden? Amslerrooster?  Wat wordt getest?  Uitvoering?  Wat kan hiermee eenvoudig opgespoord worden?   Amslerrooster Computergestuurde, geautomatiseerde perimeters  Amslerrooster test de 20 centrale graden van het gezichtsveld  Rooster gedrukt op papier  door ieder oog afzonderlijk bekeken op normale leesafstand  Uitvoering: o PT fixeert centrale punt op het rooster  PT controleert of  Alle lijnen zonder vervorming gezien worden 7 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Computergestuurde, geautomatiseerde perimeters  Gevoeligheid?  Namen van types?  Uitvoering?  Voorbeeld gebruik? Geen delen van het rooster ontbreken  Eenvoudig op te sporen: o Metamorfopsie (centrale beeldvorming) o Scotomen in het centrale deel van het gezichtsveld  Meest gesofisticeerde, gevoelige manier  onderzoeken van het centrale gezichtsveld  Humphreyperimeter, Octopusperimeter  Uitvoering: o Koepel ~Goldmannperimeter  lichtstimuli met ≠ intensiteit geprojecteerd op ≠ plaatsen van het gezichtsveld (“statische perimetrie”) o Voor elke plaats  kwantitatief drempel van lichtgevoeligheid bepalen o Fixatie van de PT controleren o Software  afwerken kwantitatief onderzoek van de centrale 30, 24 of 10 graden in 5 à 6 min o Verkregen resultaten  voor elk punt statisch vergelijken met normaal gezichtsveld verwacht bij een persoon van die leeftijd Bv. nauwkeurige follow-up van chronisch open hoek glaucoom  2.1.3. Onderzoek van het kleurenzicht Normaal kleurenzien vereist normale functie van …? Verworven kleurenzienafwijkingen bij aandoeningen van …? Frequentste afwijking kleurenzicht? Frequentste methode voor testen kleurenzien?   Macula Oogzenuw   Centrale netvlies Oogzenuw  Daltonisme: aangeboren rood-groen kleurenziendeficiënties  Ishihara-testplaten: o Pseudo-isochromatische platen o Tonen stippen met ≠ kleurschakeringen o Kleurschakeringen van aantal stippen  tonen combinatie  cijfer of geometrische figuur te onderscheiden tegen achtergrond o Personen met kleurenzienafwijking  niet/foutief waarnemen van deze patronen o Eenvoudig uitvoerbaar o Detecteert elke (ook mild) rood-groen kleurenzienstoornis  zeer geschikt voor screening o Correcte diagnose van type kleurenzienstoornis  obv gespecialiseerd kleurenzienonderzoek (“anomaloscooponderzoek”) 8 Armando De Palma – 2011-2012 Frequentie van aangeboren rood-groen stoornis? Type overerving? Fysiologie van normaal kleurenzien? Welke groep kegeltjes komt minst voor? Oorzaak aangeboren kleurenzienafwijkingen? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers   Normaal kleurenzien  aanwezigheid van 3 types kegeltjes in netvlies:  L-cones: kegeltjes die het meest gevoelig zijn voor langere, rode golflengtes  M-cones: kegeltjes die het meest gevoelig zijn voor de middengolflengtes  S-cones: kegeltjes die het meest gevoelig zijn voor kortere, blauwe golflengtes S-cones   Klinisch belang van aangeboren kleurenzienstoornissen? Mannen met kleurenzienstoornis = kleurenblind? 8% mannelijke populatie X-gebonden overgeërfd    Kleine veranderingen in het pigment van de o L-cones (“Protanomalie” – 1%) o M-cones (“Deuteranomalie” – 5%) Afwezigheid van o L-cones (“Protanopie” – 1%) o M-cones (“Deuteranopie” – 1%) Meestal weinig storend Andere visuele functies normaal (bv. gezichtsscherpte) Wel relevant bij: o Specifieke beroepskeuzes (piloot, …) o Medische keuringen Neen!  Wél kleuren onderscheiden  Maar verwisselingsfouten voor bepaalde rood-groen kleurschakeringen 2.1.4. Onderzoek van de donkeradaptatie Definitie donkeradaptatie? Bij overgang fel licht  duisternis  bepaalde tijd vooraleer retina maximale gevoeligheid bereikt heeft (aangepast aan de lage lichtintensiteit) Eenvoudige manier voor onderzoek donkeradaptatie? Kwantitatieve manier voor onderzoek donkeradaptatie?  Toestel?  Opzet? Duistere kamer  visuele indrukken van OZ vergelijken met die van PT   Dmv adaptometer van Goldmann-Weekers Opzet: o Toestel opgezet in volledig donkere kamer o Fel licht  PT verblinden gedurende 3 min o Nagaan hoeveel een testspot verlicht moet worden om waargenomen te worden door de PT o Herhalen om de paar minuten  tot na  30 min max. gevoeligheid bereikt wordt o Na 30 min  netvlies > 10.000x gevoeliger voor licht 9 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Wanneer Bij netvliesaandoeningen met staafjesdysfunctie, bv. retinitis pigmentosa donkeradaptatie vaak abnormaal? 2.1.5. Gespecialiseerde onderzoeken, zoals elektroretinografie (ERG) en visueel geëvoceerde potentialen (VEP) Flash-ERG?  Wat?  Registratie wat en hoe? VEP?    Wat? Wat wordt getest? Registratie?  Toont de respons van verschillende netvlieslagen op een lichtflits  Afzonderlijke registratie van o Kegeltjes-activiteit o Staafjes-activiteit door aanpassing van de o Adaptatietoestand van het netvlies o Intensiteit van de lichtflits  Registratie van de respons: o Met contactlenselektrode op hoornvlies  Zijn de respons van het visuele systeem op het bekijken van een omkerende patroonstimulus  Test de integriteit van het volledige systeem: o Refractie o Helderheid van  Cornea  Lens  Glasvocht o Functionele toestand van  (Centrale) netvlies  Oogzenuw  Centrale banen tot de visuele cortex  Letsel ergens op visuele baan  negatieve beïnvloeding patroonVEP  Registratie van de respons: o Met kleefelektrode op de occipitale scalp 10 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 2.2. Objectief onderzoek van het oog Klein materiaal voor onderzoek? Collyria? Aantal veelgebruikte voorbeelden?  Onderzoekslampje o Schuine verlichting o Nakijken pupilreacties o Onderzoek oogmotiliteit  Binoculaire loepbril met kleine vergroting o Onderzoek van de cornea, iris, …  Oftalmoscoop o Studie van het pupillicht en oogfundus  Voor behandeling: o Vreemdvoorwerpnaald o Wattenstaafjes = Oogdruppels  Fluoresceïne  Unicaïne  Fenylefrine Fluoresceïne?  Wat?  Gebruik?   1% collirium, wateroplosbare kleurstof Gebruik: o Indruppelen / aanstippen vochtig oogoppervlak thv binnenkant onderste ooglid  kleurstof bedekt cornea egaal o Beschadigd/afwezig cornea-epitheel  fluoresceïne blijft overmatig aanwezig (“fluoresceïnepositief letsel”)  best bekijken met blauw licht (spleetlamp)  doet kleurstof fluoresceren Unicaïne?  Wat?  Gebruik?   Vlugge, kortdurende anesthesie van de cornea/conjunctiva Gebruik: o Diagnostische manipulaties (oogdrukmeting) o Verwijderen vreemd voorwerp oogoppervlak o Verdoving bij chirurgie Fenylefrine?   5% collirium Gebruik: o Kortdurende, diagnostische pupilverwijding Cave hoeksluiting bij een ondiepe voorkamer? Cave gebruik van collyria? Eerst nakijken met schuine verlichting (risico op open hoek glaucoom)   Bij indruppelen  steeds opletten voor besmetting door aanraken ooglid/wimpers Flacons met collyria  regelmatig vervangen (1 maand na opening) 11 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 2.2.1. Inspectie van het uitwendige oog 4 aspecten bij inspectie uitwendig oog?     Meting gezichtsscherpte aan elke oog (vóór elke verblinding) Inspectie bij daglicht Onderzoek bovenste conjunctivale zak Onderzoek in halfduister  vergelijken directe en indirecte pupilreflexen op licht aan elk oog Waarop letten bij inspectie daglicht?    Huid en oogleden (allergie?), wimpers (blefaritis?) Plaats van de traanpunten (entropion, ectropion) Type roodheid (conjunctivaal, pericorneaal) Onderzoek bovenste conjunctivale zak: wat en hoe?  Procedure: o Doe PT naar beneden kijken o Trek ooglid met wimpers naar beneden o Plaats wattenstaafje in bovenste ooglidspleet o Kantel ooglid om o Inspecteer de tarsale conjunctiva Nakijken? o Roodheid? o Aanwezigheid follikels? o Vreemd voorwerp? PT naar boven kijken  bovenste ooglid klapt weer op zijn plaats   2.2.2. Onderzoek van het pupillicht en de oogfundus Hoe op voorhand pupil verwijden?   Fenylefrine 5% Tropicamide  15-20 min: pupil wijd Onderzoek pupillicht?    Oftalmoscoop instellen op +2 D Bekijk oog van de PT vanop 30 cm door de oftalmoscoop Rood oplichten van de (gedilateerde) pupil = reflectie van de oogfunduskleur door de heldere media (vitreum, lens, voorkamervocht en cornea) Troebelingen in cornea, voorkamer, lens  zichtbaar als zwarte stipjes in rode licht  Onderzoek oogfundus?        Oftalmoscoop instellen op -2D vr een emmetrope pt. en OZ’er PT kijkt recht vooruit OZ houdt oftalmoscoop vlak tegen zijn oog: o Rechter (linker) oog OZ voor rechter (linker) oog van PT Bekijk oog van de PT door de oftalmoscoop vanop enige afstand: pupil licht rood op (pupillicht) OZ benadert PT tot  3 cm van zijn oog  details zichtbaar van de oogfundus in rechtopstaand en vergroot (15x) beeld Je herkent de papil, nasaal van het fixatiepunt (macula) Vanaf papil  grote netvliesvaten volgen in de 4 kwadranten (donkere, bredere venen en dunnere arteries) 12 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 2.2.3. Onderzoek van het voorste oogsegment: biomicroscopie, oogdrukmeting, … 2.2.3.1. Spleetlamp Wat wordt bekeken met spleetlamp? Spleetlamp? Voorste oogsegment Een binoculaire microscoop met een spleetvormige verlichting die toelaat een optische doorsnede van het voorste segment te bekijken Welke parameters kunnen gevarieerd worden? Implicatie?    Hoek van de verlichting Breedte, lengte, intensiteit van de verlichting Vergroting (10-16x)  OZ heeft stereoscopisch, 3D beeld van voorste oogsegment Welke delen van het oog kunnen alzo bestudeerd worden?  Te bestuderen: o Ooglidrand o Wimpers o Palpebrale conjunctiva o Bulbaire conjunctiva o Tranenfilm o Cornea o Iris o Voorkamervocht  Met de grotere vergroting: o Aantonen abnormale aanwezigheid RBC/WBC in voorkamervocht  Door gedilateerde pupil  onderzoeken: o Lens o Voorste glasvocht 2.2.3.2. Tonometer Hoe wordt oogdruk gemeten? Welke mogelijke toestellen?   Applanatietonometer van Goldmann Non-contacttonometers 13 Armando De Palma – 2011-2012 Applanatietonometer van Goldmann  Wat?  Procedure?  Resultaat en interpretatie? Non-contacttonometer?  Accuraatheid  Principe  Gebruik “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Applanatietonometer van Goldmann  gemonteerd samen met de spleetlamp  Procedure: o Druppelanesthesie o Indruppelen fluoresceïne o Tonometer voor oog positioneren o Gebruik van blauw licht o Tip van de Tonometer  in contact met hoornvlies brengen  Resultaat en interpretatie: o Toestel meet kracht nodig  °gestandaardiseerde afvlakking hoornvlies o Als oogdruk   benodigde kracht  o Oogdruk: afgelezen op apparaat [mm Hg] o OogdrukNORMAAL: 15 mm Hg o Indien > 21 mm Hg  oogdruk = verhoogd  Niet zo accuraat als applanatietonometer  Principe: o Kleine luchtstoot wordt tegen cornea geblazen o Teruggekaatste lucht  raakt drukgevoelig membraantje in het toestel  Gebruik: o Technisch personeel  screeningsdoeleinden Lokale anesthetica bij Niet nodig non-contacttonometer? 2.2.4. Gespecialiseerde onderzoeken: fluorescentie-angiografie, indocyanine-groenangiografie Fluorescentieangiografie?  Procedure  Wat kan er geëvalueerd worden?  Welk beeld wordt bekomen?  Inspuiten fluoresceïne in armvene  fotograferen oogfundus  Evaluatie dmv fluoresceïne: o Vasculaire en anatomische details van de oogfundus o Voorbeelden:  Diabetische retinopathie  Leeftijdsgebonden maculadegeneratie  Centraal veneuze occlusie  Beeld: o Fluoresceïne  géén diffusie vanuit lumen van normale netvliesbloedvaten  deze vaten (gevuld met fluoresceïne) lichten op tegen de achtergrondfluorescentie van de onderliggende choroidea (wél diffusie uit choroïdale vaten) 14 Armando De Palma – 2011-2012 Indocyanine-groenangiografie (ICG)? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers    Superieur voor beeldvorming van de choroïdale circulatie ICG: kleurstof bestaande uit grotere moleculen géén diffusie uit choroïdale vaten  visualisatie van individuele choroïdale vaten Wat onderzoeken? o Exsudatieve maculadegeneratie 15 Armando De Palma – 2011-2012 3. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Refractie en optische correcties 3.1. Refractieafwijkingen 3.1.1. Emmetropie Emmetropie?   Afwezigheid van elke refractiefout Emmetrope oog  ziet zonder hulpmiddel scherp in de verte 3.1.2. Bijziend (myopie)     Frequentie? Pathologie? Ver/dichtbij effect? Correctie?     Meeste frequente refractie-afwijking Pathologie o Focus van voorwerp op afstand valt vóór netvlies  Oog in feite “te lang”: elke +1mm oogaslengte  ° 3 dioptrie bijziendheid Effect ver/dichtbij? o Wazig zien in de verte o Vlot lezen kortbij Correctie? o Concave, negatieve brilglazen of contactlenzen  verschuiven beeld naar achteren (naar netvlies toe)  gezichtsscherpte wordt ook in de verte geoptimaliseerd 3.1.3. Accommodatie Definitie accommodatie?    Om objecten kortbij scherp te zien  oog verandert zijn refractiesterkte Waar gebeurt dit? o In de lens: contractie/relaxatie m. ciliaris  dikte/curvatuur lens Jonge leeftijd: ruim voldoende accommodatie om scherp te zien op heel korte afstand 16 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 3.1.4. Presbyopie Presbyopie  Definitie?  Gevolg lezen?  Correctie?    Verlies van vermogen tot accommodatie met toename van de leeftijd Moeilijker kleine letters kortbij lezen op  45 jaar Correctie door additie van een convexe, positieve lens die het verlies van accommodatie corrigeert  o “Leesbril”:  Lezen  Wazig zicht in de verte o “Half brilletje”:  Hierboven  ongehinderd in de verte kijken o “Bifocale glazen”:  Bovenste deel van het glas  bevat correctie voor ver  Onderaan  segment met de leescorrectie o “Progressieve/multifocale glazen”:  Bevatten geleidelijke overgang vertecorrectie bovenaan  leescorrectie onderaan in glas 3.1.5. Verziendheid (hypermetropie) Hypermetropie  Definitie?  Pathologie?  Correctie?  Hypermetrope oog (zonder accommodatie)  beeld van een voorwerp op afstand wordt gefocusseerd achter het netvlies  Oog is “te kort” o In de verte  hypermetroop oog probeert scherp te zien mbv accommodatie o Scherpe visus kortbij  nog meer accommodatie nodig  oogvermoeidheid (tgv inspanning) – erger bij kortbij  Correctie o Convexe, positieve lens o Bij  leeftijd (i.e.  accommodatie)  eerder (lees)bril nodig 3.1.6. Astigmatisme Astigmatisme  Definitie?  Correctie?   Definitie o Afwijkende kromming van het hoornvlies  kromming van het hoornvlies is sterker in 1 meridiaan o Normale hoornvlies  bijna perfect bolvormig Correctie o Dmv “cilindrische” lenzen:  Hebben ≠ sterkte in ≠ meridianen  Frequent gebruikt icm negatieve/positieve lenzen ter correctie van myopie of hypermetropie 17 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 3.1.7. Natuurlijke evolutie van refractieafwijkingen Natuurlijk verloop in het leven? Refractieafwijkingen  genetica? Factoren die  myopie bepalen? (in tienerjaren)    Meeste baby’s  licht hypermetroop Hypermetropie  traag  bereikt emmetropie Tienerjaren  myopie  Afwijkingen genetisch bepaald maar  Complexe overerving  Veel variabelen   Slecht gekend Werken op korte afstand Betekenis van Géén bewezen nut op lange termijn optische/farmacologisch e “behandelingen” om toename myopie te vertragen bij kinderen? 3.2. Correctie van refractieafwijkingen: bril, contactlenzen, refractieve chirurgie 3.2.1. Bril Types bril + gebruik? Afwijking  Correctie  Myopie  negatieve dioptrie  Hypermetropie  positieve dioptrie  Astigmatisme  bijkomende cilindrische sterkte bijgevoegd in glas  Presbyopie  positieve additie optellen bij correctie voor ver  correctie voor leesafstand verkregen  Uni-, bi-, multifocale glazen volgens noodzaak van patiënt 3.2.2. Contactlenzen Types contactlenzen?   Zachte, plooibare contactlenzen Halfharde, gasdoorlatende (vormstabiele) contactlenzen 18 Armando De Palma – 2011-2012 Zachte, plooibare contactlenzen  Voordelen  Nadelen Halfharde, gasdoorlatende (vormstabiele) contactlenzen  Opgebouwd uit materiaal?  Voordelen?  Nadelen? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Voordelen: o Zuurstofdoorlatend o Nemen vorm cornea PT aan o Blijven gemakkelijk ter plaatse o Geschikt voor actieve levensstijl o Slechts korte aanpassingsperiode nodig o Goed draagcomfort  Nadelen: o Uitgesproken astigmatisme  niet gecorrigeerd tenzij er cilindrische correctie wordt ingebouwd (torische lens) o Vereisen zorgvuldige hygiëne en manipulatie o Onoordeelkundig gebruik  oogontstekingen (keratitis) o Regelmatig oogonderzoek door arts aangewezen o Vervanging nodig na # jaren  Opm. Zachte wegwerplenzen  dagelijks/wekelijks/maandelijks vervangen  inspanning voor verzorging en reiniging   risico infectie   Permanent te dragen zachte contactlenzen (dag/nacht)  risico ontstekingen niet aanbevolen  Licht plooibaar plastic dat zuurstof doorlaat  Voordelen o Veranderen de kromming van het voorste corneaoppervlak o Corrigeren bijna alle afwijkingen (ook astigmatisme) o Geven scherp zicht o Makkelijk te hanteren o Lange levensduur o Kans infecties << zachte lenzen  Nadelen: o Aanpassing verloopt moeilijker (erger indien niet elke dag gedragen) o Verschuiven gemakkelijk o Meer ongemakken met stofjes in oog Het aanpassen van … een correcte keuze van de basiskromming aangepast aan de/het: contactlenzen vereist … ?  Corneakromming  Diameter  Materiaal  Sterkte van de correctie (≠ perfect gelijk aan de sterkte van het brilglas) Beste visus bij hoge ametropieën? Contactlenzen beter dan bril 19 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 3.2.3. Chirurgische technieken Chirurgie gebruikt voor welke afwijkingen vooral? Welke technieken gebruikt? Principe? Ametropieën – vooral myopie   Radiaire keratotomie (RK)  vroeger Excimerlasertechnieken  tegenwoordig  beide technieken: veranderen de kromming en ergo de brekingssterkte van het hoornvlies  lichtstralen worden precies op het netvlies gefocusseerd  vertezicht wordt geoptimaliseerd 3.2.3.1. Radiaire keratotomie Radiaire keratotomie  Wat? Hoe gebeurt dit? Effect?  Zware/langdurig e ingreep?  Beste resultaat bij …?  Verwikkelingen?  Betekenis anno 2012?  Wat? o “Krasjes”: radiair insnijden van de cornea  centrale deel van het hoornvlies wordt vlakker  lichtstralen worden minder sterk gebroken  Ingreep o 4 à 8 incisies o Dmv diamentmes o Cornea insnijden tot 90% van zijn dikte o Centrale deel hoornvlies ongemoeid o Ingreep  slechts # minuten o Ambulant o Oppervlakkige anesthesie van het oog met collyria o Eerst één oog opereren  # weken wachten 2de oog  Resultaat o 1ste maanden na ingreep  PT ervaart schommelingen in gezichtsscherpte o Refractieve resultaat ≠ perfect voorspelbaar o Bij lagere myopieën  beste resultaat  Verwikkelingen o Onder-/overcorrectie o Last van strooilicht in duister (bv. autolichten) o Hoornvlies is verzwakt  oog gemakkelijker beschadigd (bv. slag/stoot) o Shift van het resultaat naar (ongewenste) hypermetropie (lange termijn)  Klinische betekenis o Werd veelvuldig toegepast (op myopen) o Volledig vervangen door laser 20 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 3.2.3.2. Laserkeratectomie: PRK en LASIK Laserkeratectomie  Principe? Methode?  Aandoeningen? Verloop van PRK?  Principe/methode o Zeer dun oppervlakkig laagje van de cornea wordt “verdampt” met laser  centrale deel cornea krijgt andere kromming o Dmv “excimerlaser” (UV 193nm) o Na de ablatie  glad/egaal oppervlak o Lasers  genereren vlug repetitieve spots met zorgvuldig gekozen, verschillende diameters (1-8mm)  °perfecte ablatieprofiel  Aandoeningen: o Correctie van  Myopie  Hypermetropie (beperkt)  Astigmatisme o Geassocieerde presbyopie  nog géén optimale standaardbehandeling o Opmerkingen  Uitgebreid vooronderzoek nodig  technische haalbaarheid refractieve laseringreep bepalen  Belangrijke parameters hierbij:  Graad van ametropie  Corneapachymetrie (dikte)  Corneakromming  …     “Fotorefractieve keratectomie” Locale verdoving met collyria Verwijdering cornea-epitheel Laserablatie van de cornea onder controle van de fixatie van het behandelde oog Na behandeling  # dagen pijn (tot herstel cornea-epitheel) 1ste dagen/weken  wazig zicht (soms) SOMS: o Wondheling minder goed  langere tijd “waas” op de cornea o Vnl. na correctie van hogere ametropie o Gevolg  last van schitteringen (vnl. bij ’s nachts autorijden – “halo’s”)    21 Armando De Palma – 2011-2012 Verloop LASIK? Hoeveel bijbehandeling nodig bij lasertechnieken? Laserbehandeling  kwaliteit van de visus wordt geoptimaliseerd door? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Laser assisted in situ keratomileusis  Procedure: o 1st met mechanische microkeratoom (of femtosecond laser)  losmaken anterieure flap (110-160µm) van de cornea + omklappen o Laserbehandeling die de vorm van de cornea wijzigt (zelfde manier als PRK) o Flap terug op zijn plaats geklapt  Voordelen: o Minder pijnlijk (geen cornea-epitheeldefect) o Vlug herstel Minder dan 5% van de patiënten  Corrigeren van o Sferische refractiefout o Cilindrische refractiefout o Optische aberraties van een hogere orde (wavefrontguided treatment) 22 Armando De Palma – 2011-2012 4. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Het pijnlijke rode oog 4.1. Acute conjunctivitis Beschermende mechanismen van het oog tegen conjunctivitis?     Waterige tranenfilm  debrispartikels verdunnen Mucuslaag  debrispartikels vangen Ooglidbewegingen  tranen naar het traanpunt pompen Traanvloeistof  bevat antimicrobiële stoffen 4.1.1. Klinische tekenen en symptomen Symptomen van conjunctivitis?        Soorten conjunctivitis? Oorzaak acute mucopurulente conjunctivitis? Diagnose acute conjunctivitis? Duur van bacteriële conjunctivitis?          Conjunctivale roodheid o Roodheid palpebrale conjunctiva > bulbaire conjunctiva o Meer uitgesproken thv onderste conjunctivale zak Etterige/slijmerige secretie o Meestal ’s morgens samengekleefde oogleden of kostjes tussen de wimpers en in de ooghoeken (penseelwimpers) Gevoel van zand in de ogen (vreemdvoorwerpgevoel) o Geen echte pijn o Weinig lichtschuwheid Gezichtsscherpte  blijft goed o Kan wazig worden door slijmerig secreet Chemosis o Fel opzwellen conjunctiva/oogleden bij uitgesproken conjunctivitis Pijnlijke zwelling pre-auriculaire lymfeklier (soms) Bilateraal indien infectieus (meestal) o Niet altijd in begin, maar wel na verloop van tijd Bacteriële conjunctivitis Virale conjunctivitis Allergische conjunctivitis Streptokokken Stafylokokken Pneumokokken Klinische symptomen Labotests (bv. conjunctivale wisser)  uitzonderlijk ! o Bv. bij ernstige/aanslepende vorm Bijna steeds zelflimiterend: o Onbehandeld: 10-14 dagen o Aangepaste behandeling: 1-3 dagen 23 Armando De Palma – 2011-2012 Hoe wordt bacteriële conjunctivitis behandeld? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers      Oorzaak virale conjunctivitis?  Welke virussen?  Transmissie?  Incubatietijd?  Verloop van de infectie?  Behandeling?     Lokale antibiotica in collyrium/zalf 4 à 6x/dag: o Aureomycine o Bacitracine o Chlooramfenicol o Fusidinezuur o Gentamycine o Neomycine o Polymyxine B o Rifamycine o Tobramycine Vaak associaties van antibiotica  risico op allergie verhoogt Associatie met corticosteroïd is NIET aangewezen Geen oogverband  secretie moet kunnen afvloeien Besmettelijkheid  handen wassen na elk contact (arts) of verzorging (patiënt) Grote verscheidenheid van virussen o Epidemische vorm  adenovirus type 18/19 Frequente/gemakkelijke transmissie via direct contact o Vaak door vingers onderzoekende arts o Onvoldoende gesteriliseerd materiaal (bv. tonometer) Incubatietijd 8-10 dagen Verloop: o Begint meestal aan één oog  meest aangetaste oog o Enkele dagen later: 2de oog  mildere vorm o Conjunctivale injectie/tranenvloed o Enkele dagen later:  Fotofobie  Ronde, subepitheliale cornea-infiltraten (keratoconjunctivitis)  Oedeem van de oogleden  Chemosis  Pijnlijke pre-auriculaire klier o Bij bacteriële surinfectie  etterig secreet o Spontane genezing na aantal weken o Evt. cornea-infiltraten:  Langere tijd aanwezig  Verdwijnen wel zonder restletsels o Extra-oftalmologische symptomen:  Soms= geassocieerde koorts + faryngitis (pharyngoconjunctival fever)  Typisch met pre-auriculaire lymfadenopathie  Meestal door adenovirus type 3 24 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Behandeling o Oorzakelijk?  niet voorhanden o Verlichting symptomen  koude kompressen o Bacteriële surinfectie  lokale antibiotica o Cortisone?  Subjectieve symptomen   Omzichtig gebruiken! Cave bv.  Herpesinfectie  Cornea-epitheelletsel  Vertraagt het verdwijnen van cornea-infiltraten 4.1.2.3. Allergische (immunologisch gemedieerde) conjunctivitis Verschillende vormen van allergische conjunctivitis?      Allergie aan lokaal gebruikte oogdruppels Hooikoorts Vernale keratoconjunctivitis – lentekataar Flyctenulaire conjunctivitis Giant papillary conjunctivitis Allergie aan lokale oogdruppels  Welke collyria?  Typisch kliniek?  Remedie?  Antibiotica, bewaarmiddelen, etc…  Kliniek  huid rondom oog: o Zwelling o Roodheid o Jeuk  Remedie o Staken therapie o Druppels zonder bewaarmiddelen  Klinisch beeld o Allergische rhinitis - milde conjunctivale inflammatie  Jeuk  Tranenvloed  Conjunctivale infectie  Chemosis  Remedie o Vermijden etiologisch agens (pollen, gras, …) o Lokale/perorale anti-allergica:  Lodoxamide  Levocabastine  Natriumchromoglycaat o Lokale corticoïden Hooikoorts  Klinisch beeld?  Remedie? 25 Armando De Palma – 2011-2012 Vernale keratoconjunctivitis – lentekataar  Voorkomen?  Tekens/verloop? Flyctenulaire conjunctivitis  Wat?  Klinisch beeld?  Etiologie?  Behandeling? Giant papillary conjunctivitis  Wat?  Remedie? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Voorkomen o Zeldzaam o Kinderen 4-16 jaar o Jongens > meisjes  Tekens/verloop o Allergische aandoening – vaak ook andere tekens van allergie (gras, pollen) o Bilateraal o Cyclisch verloop (lente: erger  herfst: beter) o Uitgesproken jeuk en lichtschuwheid o Papillaire reactie thv conjunctiva o Onder bovenste ooglid  grote cuboïdale, afgeplatte papillen (“Giant papillary reaction”) o Acute fase  soms witte vlekjes thv limbus (“Trantas’ dots”)  Behandeling o Symptomatisch:  Lokale corticoïden  Nieuwere niet-steroïdale anti-inflammatoire collyria  Wat o Vertraagde overgevoeligheidsreactie op microbiële proteïnen (S. aureus)  Klinisch beeld o Talrijke kleine flyctenen aan de limbus aan de top van een vlek conjunctivale roodheid o Geïrriteerd, tranend oog o Intense fotofobie bij aantasting van de cornea o Flyctenen: kleine, harde, rode, verheven letsels  Etiologie o Uitlokkende allergeen: blefaritis door S. aureus  Behandeling o Cortisone-collyria  controle acute symptomen o Lokale antibiotica  behandeling uitlokkende blefaritis  Wat? o  (Zachte) contactlenzen  tekenen en symptomen als in vernale conjunctivitis (tarsale zijde van bovenste ooglid) Remedie o (Tijdelijk) stop dragen contactlenzen 26 Armando De Palma – 2011-2012 Langdurig gebruik oogzalf met corticosteroïden? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers   4.2. NEEN ! leidt tot: o Lensvertroebeling o Oogdruk  Helemaal niet bij: o Epitheeldefecten van de cornea Acute keratitis 4.2.1 Bacteriële keratitis Frequentie keratitis tov conjunctivitis? Cornea wordt goed afgeschermd door cornea-epitheel  veel minder frequent Oorzaak exogene keratitis? Hoe aantonen van dit epitheelletsel? Symptomen keratitis? Infectieus agens na aantasting cornea-epitheel Na indruppelen van fluoresceïne collyrium       Verwikkelingen van aanslepende conjunctivitis? Kenmerken? Symptomen van conjunctivitis o Conjunctivale roodheid:  Dieper  Uitgesproken pericorneale lokalisatie Pijn o Cornea bevat vele pijnvezels o Verergerend bij ooglidbewegingen over corneaoppervlak Pijnlijke contractie van de geïnflammeerde iris  lichtschuwheid Tranenvloed Ooglidkramp Afhankelijk van de plaats van de corneatroebel  gezichtsscherpte  Marginale ulcus:  Multipele kleine fluopositieve ulcera op 1mm afstand van de limbus  Gezichtsscherpte normaal  Letsels zeer pijnlijk  Genezing in aantal dagen  Frequent recidief  Behandeling  lokale AB 27 Armando De Palma – 2011-2012 Centrale ulcus  Kenmerken?  Wanneer?  Evolutie van de ontsteking?  Behandeling  Prognose? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Centrale ulcus van de cornea: o Cornealetsel veel groter dan marginale ulcus o Ligging centraal thv cornea, weg van de limbus  Wanneer? o Na een microtrauma van het cornea-epitheel samen met voorbeschikkende factor:  Contactlensgebruik  Diabetes  Chronische dacryocystitis  Lokale corticosteroïden  Pneumokokken, Pseudomonas, stafylokokken  Evolutie Vaak  uitbreiding ontsteking door corneastroma heen o Voorkamervocht  beladen met ettercellen (Tyndallpositief)  nadien uitzakken in onderste voorkamerhoek (hypopion) o Soms  verzwakking corneale stroma  membraan van Descemet gaat uitpuilen (Descemetocoele)  kan perforeren met afvloei voorkamervocht  Behandeling o Gespecialiseerd en intensief o Urgent: hoge doses AB  later aangepast aan antibiogram  DUS  schrapen letsel  kweek nodig o GEEN lokale cortisone !!! o Samengaande iritis  behandelen met atropine coll.  Prognose o Slecht o Genezing  vaak blijvend:  Centrale corneavlek  Felle verstoring gezichtsscherpte 4.2.2. Herpetische keratitis (keratitis dendritica) Etiologie van keratitis dendritica?  Voorkomen in populatie van dit agens? Herpes simplex  wat bij oog? Herpes simplex:  Vaak ongemerkt contact gehad (primaire herpes)  Na primo-infectie  latent virus in ganglion trigeminale  Veroorzaakt herpes labialis Veroorzaakt unilaterale epitheliale keratitis  Weinig uitgesproken subjectieve symptomen  Frequentste oorzaak van corneaal ulcus 28 Armando De Palma – 2011-2012 Kenmerken/symptomen van keratitis dendritica? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers     Recidiverend Uitgelokt door o Koorts o UV o Stress Klinisch: o Unilateraliteit o Irritatie o Fotofobie o Tranenvloed Symptomen << verwacht bij epitheliale keratitis o Verklaring:  Doorgang herpesvirus langs corneale zenuwen  °relatieve cornea-ongevoeligheid o Gevolg:  Aandoening vaak miskend als banale conjunctivitis Diagnose keratitis dendritica?  Klinisch: o Typisch letsel  dendritisch cornea-epitheelletsel (herpesboompje)  eenvoudig aantoonbaar met fluoresceïne coll. o Indien onbehandeld/gebruik van lokale CCS  soms ontsteking dringt door tot in:  Stroma van de cornea (disciforme keratitis)  Voorkamer Behandeling keratitis dendritica?  Lokale, specifieke antivirale middelen: o Acyclovir (Zovirax) oogzalf o Gancyclovir (Virgan) ooggel o BVDU collyrium/oogzalf Foutief gebruik CCS  ° zeer ernstig ulcus cornea  Complicatie keratitis dendritica? Na # recidieven  ernstige vertroebeling cornea  corneatransplantatie noodzakelijk 4.2.3. Zona ophtalmica Etiologisch agens van zona ophtalmica? Welke zenuwen betrokken bij zona ophtalmica? Klinisch beeld zona ophtalmica? Herpes zoster   Ramus ophtalmicus van n. trigeminus Indien ook n. nasociliaris  ° vesiculaire letsels op neustop (“teken van Hutchinson”)  Gelijkend op zona elders op lichaam: o Huidletsels o Pijn  dikwijls zeer uitgesproken  sterke zwelling ooglid/conjunctiva 29 Armando De Palma – 2011-2012 Verwikkeling zona ophtalmica? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers   Behandeling zona ophtalmica?    Immuungemedieerde, diepe, interstitiële keratitis (zonder epitheliale letsels) Begeleidende iritis Acyclovir (Zovirax) o Intraveneus o Peroraal + Atropine coll. + Cortisone coll. Waarom adequate Onvoldoende behandeling  keratitis maandenlang aanslepen  behandeling blijvende  visus  °corneatroebel noodzakelijk? 4.2.4. Acanthamoeba keratitis Acanthamoeba keratitis – etiologie? Voorkomen? Protozoön  Zeer verspreid  gepollueerd water (bv. subtropische zwembaden)  Laatste jaren  o Meestal door dragen zachte contactlenzen  af te raden in zwembaden Acanthamoeba keratitis – symptomen?     Unilaterale felle pijn Conjunctivale roodheid Fotofobie Ringvormig cornea-abces Acanthamoeba keratitis – diagnose?   Beginstadium  vaak gemiste diagnose Nodig voor correct diagnose: o Corneaschraping o Specifiek cultuur van  Cornea  Contactlensvloeistof  Contactlens Acanthamoeba keratitis – behandeling?   Specifiek – intensief Langdurige overleving organisme in cystevorm  langdurige behandeling nodig Dikwijls ontgoochelend resultaat Na genezing  soms corneaal litteken  soms zelfs corneatransplantatie   30 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 4.2.5. Keratitis door lagoftalmie Lagoftalmie  Definitie?  Oorzaken?  Gevolgen?  Onvolledig sluiten van een ooglid  Oorzaken? o Parese van de n. facialis o Exoftalmie (hyperthyroidie – Graves’s disease) o Littekenreactie ooglid o Kunstmatige ventilatie op ICU  Gevolgen  uitdrogen cornea  °bacteriële keratitis van onbedekte deel cornea (“exposure keratitis”) 4.2.6. Neuroparalytische keratitis Neuroparalytische keratitis  Wat?  Alarmsymptome n?  Oorzaak?  Keratitis door lagoftalmie / neuroparalytische keratitis  hoe voorkomen?    Verlies corneagevoeligheid (n. trigeminus)  knipperreflex   ° ernstige keratitis Weinig alarmsymptomen (geen pijn) Oorzaak? o (Chirurgisch) trauma o Ontsteking o Tumor ganglion trigeminale Preventie van de keratitis: o Cornea vochtig houden  kunsttranen/vette zalf o Bacteriële infectie  lokale antibiotica o Soms blefarorafie  gedeeltelijk sluiten ooglid:  Chirurgisch  Inspuiting botox 31 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 4.2.7. Keratoconjunctivitis sicca Keratoconjunctivitis sicca:  Wat? Wie?  Etiologie?  Symptomen/klini ek?  Behandeling?  “Droge ogen”  frequent bij vrouwen >50 jaar (menopauze – hormonale veranderingen)  Etiologie o Systemische aandoeningen  traanproductie  Voorbeelden:  Reumatoïde artritis  Syndroom van Sjögren: systemische aandoening met  Keratoconjunctivitis sicca  Xerostomie  Bindweefselaandoening (artritis) o  Samenstelling tranenfilm  minder stabiele film  ° opdroging cornea Oorzaak:  Medicatie  Omgevingsfactoren  Roken  Airco  Symptomen/kliniek o Branderig gevoel en overvloedig tranen (reflextranen) bij koude, wind, lezen, … o Vreemdvoorwerpgevoel o Matige bulbaire, conjunctivale roodheid met fel uitgesproken symptomen van irritatie o Punctiforme cornea-epitheelletsels (fluoresceïne kleuring) in onderste helft cornea o Overdag: subjectieve last  en ’s avonds ergst o Traanproductie  (Schirmertest)  Behandeling o Symptomatisch  Indruppelen kunsttranen coll. of oogzalf o Ergere gevallen:  Punctale plugs  Chirurgische obliteratie van de traanpunten  weinige tranen die geproduceerd worden in contact houden met oogoppervlak 4.2.8. Endogene keratitis Endogene keratitis:  Frequent?  Pathologie?  Genezing?  Typische vorm?     Zeldzaam Geen epitheeldefect, wel oedeem diepere lagen cornea Na genezing  blijvende corneavlek Typische (zz) vorm  bij congenitale syfilis 32 Armando De Palma – 2011-2012 Corneatransplantatie:  Donorcornea?  Receptorcornea?  Chirurgische ingreep?  Postoperatief? 4.3. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Donorcornea: o Gepreleveerd bij overleden donor (MOD: multiple orgaandonor) door enucleatie o Moderne opslagmedia  conservering cornea ~1 week o HLA-typering  géén zin  Receptorcornea: o Troebele cornea na  Corneaal ulcus  Recidiverende herpes keratitis  Trauma  Chirurgische ingreep: o Na infectie oog  voldoende lang wachten tot oog rustig (6-12m) o Receptorcornea  circulair getrefineerd + uitgesneden o Donorcornea  aangepast juiste diameter  hechten thv receptor met nylon 10/0 o Soms  transplantatie beperkt tot vervangen aangetaste cornealaag = lamellaire corneachirurgie  Bv. vervangen van endotheel/anterieur stroma  Postoperatief: o Indien niet zorgvuldig gehecht:  Astigmatisme  Visuele resultaat  o Als andere structuren oog intact (n. opticus, lens, retina)  zeer duidelijke visus o Langdurige CCS  rejectie  o Multiple, herhaalde ingrepen  technisch mogelijk Acute iritis 4.3.1. Symptomen Symptomen acute iritis?        Unilateraal Gezichtsscherpte (visus)  Pijnlijk oog Rood oog Oog gevoelig bij druk Triade: o Lichtschuwheid o Tranenvloed o Ooglidkramp Géén etterig secreet 33 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 4.3.2. Objectieve tekenen Objectieve tekenen acute iritis?      Unilaterale, diepe, pericorneale roodheid o Bulbaire conjunctiva roder dan palpebrale ( conjunctivitis) o Meest uitgesproken perilimbaal o Even duidelijk in alle sectoren o Individuele bloedvaatjes moeilijk te zien (kleur is meer uniform violet) Cornea: helder Pupil  miosis door: o Oedeem van de iris o Kramp vd m. constrictor pupillae Spleetlamp: o Tyndallfenomeen:  Inflammatoire cellen  troebel in voorkamervocht  visus  Indien # inflammatoire cellen té :  1st: sedimenteren in kleine vlokjes op het endotheel van de cornea (vnl. in onderste helft (“Descemetstippen”)  Indien # nog : neerslag met een niveaubeeld in onderste voorkamerhoek (hypopion) Indien aanhoudende inflammatie  ° vergroeiingen tussen  Achtervlakte iris en  Voorvlakte lens (“synechieën”) o Deze vergroeiingen  zichtbaar bij dilatatie pupil  pupil krijgt onregelmatig, vervormd aspect o Indien seclusie van de pupil (pupilboord volledig vergroeid met lens)  normale circulatie voorkamervocht van achter iris door pupilopening onderbroken  iris naar voor gedrukt, voorkamer wordt ondieper + voorkamerhoek wordt afgesloten  acute druk 34 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 4.3.3. Etiologie Oorzaken acute iritis?  Endogene oorzaken  meest frequent o Meestal geen specifieke oorzaak aantoonbaar o Mogelijk:  Bechterew bij HLA B27+ mannen  Reiter syndroom  Colitis ulcerosa  Sarcoidose o Verloop in aanvallen  Duren # weken  Kunnen verspringen van oog naar oog  Frequent recidief  Indien onvoldoende B/  ° nieuwe synechieën na elke aanval  Exogene oorzaak  veel minder frequent o Wanneer kiemen doordringen in oog:  Na perforerend trauma  Via ulcus vd cornea 4.3.4. Behandeling endogene iritis Behandeling?   CCS in collyrium + oogzalf +/- NSAI collyria Atropine 1% collyria 2-3x/dag: o M. sfincter pupillae verlamd  pijnkramp  o Vergroten pupil  ° synechieën  o Langdurig gebruik  ° allergie voor atropine coll. 4.3.5. Verwikkelingen acute iritis Verwikkelingen?  Secundair glaucoom o Cf. seclusie vd pupil, oogdruk door gebruik CCS lokaal  Secundaire cataract door: o Inflammatie in de voorkamer o Langdurig/herhaaldelijk gebruik cortisone coll. 35 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 4.4. Episcleritis en scleritis Episcleritis:  Definitie  Epidemiologie  Etiologie  Kliniek  Verloop  Behandeling  Inflammatie van de episclera o Episclera: dun laagje vasculair, elastisch weefsel tussen de conjunctiva en de sclera  Epidemiologie: o Vrij frequent o Vrouwen > mannen o 3de/4de levensdecade o Meestal unilateraal  Etiologie onbekend  Kliniek: o o o o Overigens wit oog Gelokaliseerde rode zwelling Milde irritatie/discomfort Geen lichtgevoeligheid/secretie  Verloop: o Frequent recidief o Spontane resolutie in aantal weken o Bij ernstige symptomen  B/  Behandeling: o Cortisone coll. o NSAIC 36 Armando De Palma – 2011-2012 Scleritis:  Definitie  Epidemiologie  Etiologie  Kliniek  Behandeling “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Ernstige, meer zeldzame inflammatie sclera  Epidemiologie: o Vrouwen > mannen o 5de/6de levensdecade  Etiologie: o 60% casussen geassocieerd met auto-immuun aandoeningen:  Bechterew  Reumatoïde artritis  Lupus  Polyartritis nodosa  Granulomatose van Wegener  Kliniek: o Ernstige pijn (pt. ’s nachts wakker) o Verspreide, diepe roodheid oog  Door dilatatie diepe vasculaire plexus van sclera/episclera o Soms door inflammatie  verdunning sclera o 1/3 gevallen  geassocieerde keratitis/uveïtis  Behandeling: o Perorale NSAID o Soms  algemene CCS/andere immuunsuppressiva 4.5. Acuut gesloten hoek glaucoom     Definitie? Bij wie? Wanneer vooral? Bijzondere oorzaak?  Definitie? o Afsluiten voorkamerhoek  °acute, felle oogdruk o Perifere rand van de iris  gaat circulair het trabeculum corneosclerale, waarlangs voorkamervocht afvloeit, afsluiten  Bij wie? o Bij hypermetrope patiënten (“klein oog”) met o Ondiepe voorkamer o Meestal >60j (lens meer gezwollen door leeftijd)  Wanneer vooral? o Vnl. ’s avonds bij schemer  mydriase  iris wordt in de hoek samengeplooid  afsluiten van de nauwe voorkamerhoek  Oorzaak o Soms iatrogeen  collyria, anticholinergica  pupildilatatie  ° acute aanval van glaucoom bij voorbeschikte ogen met nauwe voorkamer 37 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 4.5.1. Symptomen acute gesloten hoek glaucoom Symptomen? 4.5.2. Objectieve tekens?    Vrij plots ontstaan  pijn in oog ( bejaarden: mild) Irritatie n. vagus  misselijk/braken Gezichtsscherpte  o Cave  niet altijd direct opgemerkt (dr pt./arts) owv uitgesproken algemene symptomen Objectieve tekenen       Oog: o Vuurrood o Keihard (aanvoelend) Cornea: o Troebel o Daarachter pupil in semimydriase Geen lichtreflex meer Gezichtsscherpte   alleen nog vingers tellen Oogdruk: o  tot >40-50 mm Hg Anamnese: o Voorbijgaande hoeksluitingen met oogdruk en licht cornea-oedeem  prodromen:  ’s Avonds:  Zicht mistig + halo’s rond lampen  Lichte hoofdpijn  ’s Morgens prodromen weer verdwenen 38 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 4.5.3. Behandeling acute gesloten hoek glaucoom Behandeling?  Oftalmologische urgentie !!!  oogdruk moet asap   Medische behandeling: 1. IV infuus mannitol (20% 150cc) over 20 minuten  Dehydrateert glasvochtcompartiment  creëert ruimte ook in voorkamerhoek 2. IV shot acetazolamide (Diamox) (500mg)  Productie voorkamervocht geïnhibeerd 3. Pilocarpine 2% coll. herhaald indruppelen  Helpt opnieuw openen voorkamerhoek  afvloei voorkamervocht  4. Goede pijnstilling (bv. Litican IV) Heelkundige behandeling: o Iridotomie  Indien cornea niet te troebel  Met Yag-laser  Deze kleine opening in perifere iris  permanente verbinding tussen voorste – achterste oogsegment  herstelt diepte voorkamer  Daardoor  open iridotomie  voorkomt nieuwe aanvallen acuut glaucoom  Zeldzaam  cornea blijft te troebel  nog een chirurgische iridectomie Gevolg voor preventie van het feit dat acuut glaucoom quasi steeds bilateraal? Aanleg voor ontwikkelen acuut glaucoom  bijna steeds bilateraal  preventieve Yag-iridotomie aan 2de oog steeds nodig 39 Armando De Palma – 2011-2012 5. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Trage visusvermindering bij het uitwendig normale oog 5.1. Cataract Definitie? Functioneel hinderende lensvertroebeling 5.1.1. Etiologie Verschillende vormen van etiologie?  Frequentst: seniele cataract (leeftijdsgebonden) o Kan  hinderlijke visus o Meestal bilateraal o Meestal traag, progressief (jaren) o Prevalentie:  65-74 jaar: 50%  >75 jaar: 70%  Meer zeldzame vormen o Trauma (contusie, perforerend trauma) o Langdurige inflammatie (bv. iritis)  sec. cataract o Postoperatief (na vitrectomie) o Metabole vormen:  Diabetes mellitus  Hypoparathyroïdie  Myotonie o Medicamenteus:  Cortisone (langdurig) o Radiotherapie van het gebied o Geassocieerd aan algemene aandoeningen (bv. Down)  Congenitale vormen o Vereisen specifieke aanpak/opvolging 5.1.2. Symptomen en klinische tekenen   Klachten? Klinisch onderzoek?  Voornaamste klacht: o Wazig zien o Mist voor de ogen o Verblind door tegenlicht (zon)  Klinisch onderzoek: o Uitwendig oog  volledig normaal o Onderzoek van pupillicht (na dilatatie)  nuttig:  Seniele cataract  vnl. lenskern troebel (nucleaire cataract met dikwijls myopiserende effect)  Secundaire cataract  1st achterste lenskapsel aangetast 40 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 5.1.3. Behandeling  Medicamenteuze behandeling cataract? Chirurgische behandeling cataract?  Indicatie en toepassing  Resultaat  Verdoving/duur van de ingreep  Procedure van de chirurgie  Voordelen van deze techniek met kleine incisie  Risico facoemulsificatietech niek  Eigenschappen implantlens  Postoperatieve complicaties Géén o Cf. vertroebeling van de lens = irreversiebele degeneratie van de lenseiwitten  Indicatie en toepassing o Duidelijke visuslast  enige therapeutische optie o Nooit dringende indicatie o Frequentst uitgevoerd oftalmologische procedure in BE (120.000/j)  Resultaat o Overgrote meerderheid: lensextractie  visuele functie  o Klein %:  Voorafbestaand netvlieslijden (macula? glaucoom?)  ° Postoperatieve complicaties  visus  (infecties, netvliesloslating)  Verdoving/duur van de ingreep o Lokoregionale verdoving  Retrobulbaire injectie met xylocaine/marcaine  Gedurende # uren  amaurosis/immobiel oog o Ook  druppelanesthesie  Analgesie  Wel ziend, mobiel oog o 15-20 minuten o Dagkliniek  Procedure van de chirurgie o Extracapsulaire cataractextractie  lenskapsel behouden o Meestal bovenaan (soms temporaal)  kleine incisie (<2mm) aan de limbus/perifere cornea o Dan  opening in voorste lenskapsel  verwijdering lenskern + zachte cortex o Hoogfrequente ultrasone golven  verweken van het lensmateriaal  aspiratie (“faco-emulsificatietechniek”) o Ooglens aldus verwijderd  vervangen door kunstlens met aangepaste dioptrie o Implantlens ingebracht in het lenskapsel (capsular bag) o Plooibare implantlenzen  kunnen opgevouwen door de kleine incisie heen worden ingebracht  lens ontplooit zich in het oog 41 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Voordelen van deze techniek met kleine incisie o Geen suturen o Vlugge wondheling o Postoperatieve inflammatie  o Vlugge visuele rehabilitatie  Risico faco-emulsificatietechniek o Scheur in achterste lenskapsel  posterieur verplaatsen van het nucleusmateriaal naar het achterste oogsegment o Vitreoretinale chirurgie  lensmateriaal verwijderen  Eigenschappen implantlens o Centraal biconvex optisch deel o 2 haptics  lens op juiste plaats houden centraal in lenskapsel o Emmetroop oog  lens van +21D ingebracht o Lenssterkte  bepaald door  (echografisch) meten van oogaslengte  Sterkte van de corneakromming  moet normale gezichtsscherpte toelaten op afstand o Op deze manier  geen accommodatie/leesbril nodig  Postoperatieve complicaties o 1ste dagen postoperatief:  CAVE postoperatieve intraoculaire infectie  Plotse visus/pijnlijk rood oog  CAVE endoftalmie !  dringende controle/aangepaste behandeling !!! (Incidentie: 1/2000 ingrepen) o Later (maanden na de ingreep):  Tot 30% patiënten  ° secundaire opacificatie van het achterste lenskapsel  visus (wazig zicht) (“Nastaar”)  behandeling: kleine opening maken in achterkapsel  “Capsulotomie met Nd-Yag laser”  ≠ chirurgische procedure  herstel postoperatieve visus 5.2. Chronische open hoek glaucoom      Definitie Risicofactor? Pathogenese? Oorzaak? Epidemiologie?  “Chronische opticusneuropathie”  Best bekende risicofactor  chronisch  oogdruk geassocieerd met o Uitholling van de kop van de oogzenuw o Perifeer gezichtsveldverlies o Geen andere oogafwijkingen (glaucoma simplex) 42 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Pathogenese: o In trabeculum corneosclerale: doorgankelijkheid afvoerwegen voorkamervocht   oogdruk  o Oogdruk > 21mm Hg  atrofiëring van de zenuwvezels thv kop oogzenuw  ° irreversiebele defecten gezichtsveld  Oorzaak: o Onverklaard ouderdomsverschijnsel  Epidemiologie: o Mogelijks familiaal o Frequenter bij myopen o Voorkomen:  >40 jaar  0.4-0.7%  >70 jaar  2-3% 5.2.1. Symptomen en klinische tekenen van chronische open hoek glaucoom     Symptomen? Uitwendig oog? Klachten pt? Onderzoeken?  Lange tijd discrete  oogdruk  geen symptomen o Ondertussen wél schade oogzenuw/gezichtsveld  Uitwendig oog  volledig normaal/geen pijn  Klachten pt.  pas in gevorderd stadium  visus o Mist voor ogen o Erger bij licht o Onbehandeld  °volledige blindheid mogelijk  Onderzoek gezichtsveld: o Defecten in perifere gezichtsveld (eerst nasaal) o Lange tijd  centrale gezichtsscherpte bewaard o Detectie subtiele progressie gezichtsvelduitval?  3maandelijkse geautomatiseerde, computergestuurde perimetrie  Oogfundusonderzoek: o Progressieve komvormige uitholling papil o Verlies zenuwvezels  verplaatsing grote bloedvaten naar nasaal  Tonometrie: o Oogdruk > 20-21 mm Hg o Soms herhaalde oogdrukmetingen nodig o Soms met normale oogdrukken  glaucomateuze veranderingen oogzenuw/gezichtsveld (“normal tension glaucoma”) 43 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 5.2.2. Behandeling van chronische open hoek glaucoom Doel en algemene  Doel  oogdruk  door principes behandeling? o Afvoer voorkamervocht  o Productie voorkamervocht   achteruitgang visuele functie stoppen  Aangerichte schade: irreversibel  Levenslang B/  Onvoldoende effect  verifieer therapietrouw pt. ! o Immers:  Weinig/geen subjectieve klachten  Geen pijn  Geen verbetering van de visuele functie door therapie 44 Armando De Palma – 2011-2012 Voorkeursbehandeling? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Medicamenteus + steeds collyrium-vorm 1ste keuze:  Bètablokkers o Productie voorkamervocht   oogdruk  o 2x/dag druppelen o Bij patiënten met longproblemen (astma, COPD) en hartaandoeningen (hartfalen, …):  Absolute contra-indicaties:  Niet-selectieve β-blokkers: o Timolol (Timoptol) o Levobunolol (Betagan) o Metipranolol (Beta-ophtiole) o Carteolol (Carteol)  Relatieve contra-indicaties:  Selectieve β1-blokkers: o Betaxolol (Betoptic) o Bijwerkingen:  Bradycardie  Bloeddruk  Bronchospasme  Alfa2-agonist o Brimonidine (Alphagan) o Collyria 2x/dag o Productie voorkamervocht   oogdruk o Outflow voorkamervocht   oogdruk  o Lokale allergie (frequent)  Koolzuuranhydraseremmers o Dorzolamide (Trusopt) o Brinzolamide (Azopt) o Productie voorkamervocht  o Associatie met β-blokker bij effect monotherapie   Prostaglandine-analogen/prostamides o Recenter o Producten:  Bimatoprost (Lumigan)  Latanoprost (Xalatan)  Travoprost (Travatan) o 1x/dag druppelen o Uveosclerale outflow voorkamervocht  o Bijwerkingen:  Oogwimpergroei  Irispigmentatie  (kleur) 2de keuze:  Adrenergica  Cholinomimetica  … 45 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Alternatief 1 bij onvoldoende effect? Alternatief 2 bij onvoldoende effect?  Associatie 2 producten met  werkingsmechanisme  Aanvulling medicamenteuze therapie  laserbehandeling trabeculum (trabeculopastie) Alternatief 3 bij onvoldoende effect?  Chirurgie o “Trabeculectomie”: Filtrerende operatie  afvoer mogelijk van voorkamervocht uit voorkamer  subconjunctivale ruimte o Effect:  Niet altijd goed voorspelbaar (soms te lage oogdruk)  Soms fibrosering filtratie-opening  niet altijd blijvend effect Wat is belangrijker dan behandeling?   Vroege diagnose Hoe? o Systematisch opsporen van oogdruk bij patiënten vanaf 40-45 jaar o Ergo  1ste leesbril best voorgeschreven door oogarts  ook oogdruk controleren  20% kinderen met pauci-articulaire vorm van JRA (juveniele RA)  ° chronische bilaterale iridocyclitis o Vnl. jonge meisjes o Typisch 5-6 jaar  Symptomen o Verschil in kleur ogen o Verschil in grootte/vorm pupil (anisocorie) o Scheelzien (strabisme) o Meestal pijnloos  Onderzoek o Oppervlakkig onderzoek  slepende ontsteking voorste uvea vaak onopgemerkt o Nauwkeuriger OZ:  Pupil in miosis  Pupil vervormd door synechieën met de lens  Troebel voorkamervocht  Descemetstippen  Waas op de cornea (eventueel)  Verwikkelingen o Seclusie pupil met  Secundair glaucoom  Secundair cataract 5.3. Chronische iritis Chronische iritis:  Typische epidemiologie?  1ste tekens patiënt?  Onderzoek?  Verwikkelingen?  Chronologie tussen beide aandoeningen?  Behandeling? 46 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Chronologie tussen beide aandoeningen o Weinig symptomen  regelmatige oogcontrole bij deze patiënten OF o Oogproblemen vóór diagnose JRA  Behandeling o Corticoïden lokaal o Atropine coll. o Oogdrukcontrole o Bij seclusie pupil  iridectomie o Prognose qua visus  gereserveerd 5.4. Choroidea- en retina-aandoeningen 5.4.1. Leeftijdsgebonden maculadegeneratie     Frequentste oorzaak blijvende slechtziendheid bij bejaarden? Oorzaak? Leeftijd? Beide ogen?  Leeftijdsgebonden maculadegeneratie  Juiste oorzaak= ? o Complex, multifactorieel, progressief  Genetische invloeden  Omgevingsinvloeden o Risicofactoren:  Familiale voorgeschiedenis  Roken  Voorkomen >65j en incidentie  als leeftijd   Dikwijls bilateraal, maar niet symmetrisch aan beide ogen  Geleidelijke visusdaling o Vlek thv fixatiepunt o Vaak metamorfopsie (vervorming centrale deel beeld)  lezen zeer moeilijk o Perifeer gezichtsveld blijft bewaard 5.4.1.1. Symptomen Symptomen van maculadegeneratie? 47 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 5.4.1.2. Classificatie Classificatie van maculadegeneratie?  Early age related macular degeneration (early AMD) o Vertoont thv maculaire zone:  Drusen  Geelachtige deposits in membraan van Bruch  Variëren in aantal/grootte  Pigmentveranderingen  Evt. atrofie pigmentepitheel o Visusaantasting:  Variabel  Kan erg beperkt zijn  Late age related macular degeneration  2 vormen: o Geografische atrofie (droge vorm)  Scherp afgelijnde zones met atrofie van het pigmentepitheel en fotoreceptoren  Bij aantasting fovea  visus  Géén effectieve B/  Kan op elk moment  exsudatieve vorm o Neovasculaire exsudatieve vorm  Vocht uit onderliggende choroidea  lekt door de kleine defecten in membraan van Bruch tot onder pigmentepitheel  ° Neovasculair membraan: bloedvaatjes uit de choroidea kunnen door het membraan van Bruch + pigmentepitheel heen tot onder de retina groeien  plotse uitgesproken centrale visusmet metamorfopsie  In fundo:  Macula verheven  Subretinale bloedinkjes  Bij verdacht letsel  uitvoeren  OCT: optical coherence tomography  En/of fluo-angiografie  Of indocyanine-groenangiografie  aantonen verheven macula + de neovascularisatie 48 Armando De Palma – 2011-2012 OCT = ? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Optical coherence tomography  Moderne beeldvormingstechniek  Onderzochte structuur  gedetailleerde doorsnede maken o Bv. netvlies  Resolutie < 10µm  Non-contactonderzoek  dmv instrumentarium  funduscamera  door eventueel ongedilateerde pupil heen  Technologie steeds resoluties   alle lagen netvlies in detail te visualiseren 5.4.1.3. Behandeling exsudatieve leeftijdsgebonden maculadegeneratie    Opm. ivm B/droge vorm? Profylaxis? Therapeutisch?  Droge vorm o Veel meer frequent dan exsudatieve (80-90%) o Mildere visusdaling dan exsudatieve o Géén effectieve B/ voorhanden  PROFYLAXIS o Uitgebreide AREDS-studie:  Hoogrisico-ogen met early AMD  5-j-risico op progressie naar late AMD: 28% 20% door inname vitamines/antioxydanten:  Vitamine C  Vitamine E  Bètacaroteen  Zink  Koper o  Roken  bewezen risicofactor voor ° alle vormen macula-degeneratie  Rookstop:  Preventief  Bij presentatie aandoening  progressie THERAPEUTISCH o Laserfotocoagulatie  Krypton/argonlaser  bloedvatkluwen vernietigen  Indien de neovasculaire membraan geïdentificeerd kan worden en buiten de fovea ligt  Alleen voor B/ extrafoveale kluwens want  Thermische laser beschadigt ook de overliggende retina  Te grote/subfoveale neovascularisaties  niet in aanmerking  Aantal gevallen aldus  gezichtsscherpte stabiliseren/verbeteren  Recidief  frequent 49 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers o Fotodynamische lasertherapie (PDT)  Door gebruik hiervan  indicaties voor laserB/ uitgebreid  1st  inspuiten verteporfyrine (Visudyne) in bloedbaan  concentreert zich in neovasculaire kluwen  kan daarna B/ worden met laser met specifiek gekozen golflengte  meer specifieke obliteratie bloedvatkluwen + bovenliggende retina gespaard  Herhaalde behandelingen nodig o Medicamenteuze behandelingen  VEGF  belangrijke rol in ° subretinale neovascularisatie  ≠ anti-VEGF medicatie beschikbaar:  Om 4-6 weken  intravitreale toediening  Merknamen beschikbaar: o Macugen o Lucentis o Avastin (off-label)  Resultaat op visus:  Stabilisatie  Beperkte verbetering o Lowvisionhulpmiddelen  Bv. loepen, …  Indien centrale visus té beperkt 5.4.2. Retinitis pigmentosa Retinitis pigmentosa  Definitie  Epidemiologie  Genetica  Groep genetisch bepaalde netvliesdegeneraties o Progressieve diffuse apoptosis van fotoreceptoren en pigmentepitheel  ° progressieve disfunctie vnl. van staafjes  Voorkomen 1/5000 personen  Genetica: o Autosomaal recessief (30%) o Autosomaal dominant (15-20%) o X-gebonden (10-20%) o Sporadisch (1/3)  negatieve familiale geschiedenis  grote vooruitgang in identificatie vele mutaties die ° RP 50 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 5.4.2.1. Symptomen en klinische tekenen van retinitis pigmentosa Retinitis pigmentosa  Typische S/?  Puur oculair?  Wanneer 1ste S/?  Evolutie?  Diagnose?  Typische symptomen: o Nachtblindheid o Functioneel verlies staafjes  progressieve inkrimping perifere gezichtsveld o Centrale gezichtsscherpte  lange tijd bewaard  Associaties o Meest frequent  puur oculair o Soms  geassocieerde systemische afwijkingen:  Afwijkingen CZS  Doofheid  Metabole afwijkingen  1ste S/  vaak opgemerkt op schoolgaande leeftijd  Evolutie o Zeer wisselend, niet voorspelbaar o Autosomaal dominant  vaak minder vlug progressief o X-gebonden  ongunstige prognose o Evolutie naar volledige blindheid mogelijk  Diagnose o In fundo:  Typische pigmentklompjes (vnl. op (mid)perifere netvlies  Verdunde netvliesarteriolen  Bleke, waskleurige papillen o Bevestiging klinische diagnose:  Gedaalde/afwezige flash-elektroretinogram (reeds in vroeg stadium) 5.4.2.2. Behandeling van retinitis pigmentosa Behandeling?     Géén afdoende B/ Soms  toediening vitamine A o Strikte medische controle o Evolutie afremmen CAVE niet-wetenschappelijke/gevaarlijke “therapieën” Belangrijk bij deze patiënten: o Genetische counseling o Verwijzing naar revalidatiecentra voor slechtzienden  (visuele hulpmiddelen, sociale voorzieningen, …) 51 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 5.4.3. Uveaal maligne melanoom           Typische epidemiologie? Incidentie? Uitlokkende factoren? Beide ogen? Lokalisatie tumor? Kliniek tumor van de choroidea? Diagnose? Meta’s? Behandeling? Meta’s afkomstige van andere primaire tumor?  Frequentste intra-oculaire, primaire maligne tumor van de blanke bevolking  Incidentie: o 6 per 106/jaar o  met leeftijd o Kinderen  extreem zeldzaam o Hoogste I  Kaukasische ras o Zeer lage I  Afrikanen/Aziaten  Uitlokkende factoren o Nihil bewezen  Unilaterale aandoening  Lokalisatie tumor o Choroidea (85%) o Corpus ciliare (10%) o Iris (5%)  Tumor van de choroidea o Veroorzaakt opheffing retina  aantasting perifeer gezichtsveld o Vaak  zonder opvallende symptomen tot  door groei vh letsel  macula opgeheven  ook centrale gezichtsscherpte aangetast (door opheffing macula) o Geen pijn  Uitzondering: door  oogdruk in eindstadium  Diagnose o Vaak toevallig  bij routine-fundus onderzoek voor andere indicaties o D/ gesteld door oftalmologisch beeld van subretinale verhevenheid (zonder netvliesscheur)  Aangevuld met echografie  Metastasen o Uitzonderlijk bij diagnose o Frequent naderhand (ondanks B/) o Afhankelijk van  Grootte tumor  Histologisch type  Lokalisatie in oog o Meest voorkomend in lever o Overleving na meta’s  zéér beperkt 52 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Behandeling o Grote tumoren  enucleatie oog o Meer recent  andere oogsparende modaliteiten:  Brachytherapie:  Kleine melanomen  B/ met plaques van radioactieve isotopen: o Strontium o Ruthenium  worden tijdelijk op de sclera gehecht  Tumorectomie:  Chirurgische oogsparende resectie van de tumor  Thv choroidea  meta’s < primaire tumor, bv.  Mammacarcinoom  Longcarcinoom  multiple letsels in beide ogen o S/ ~melanoom o Soms  visuele S/ meta’s reeds aanwezig vóór ontdekking primaire tumor o B/  Chemotherapie  Solitaire letsels  radiotherapie van het oog 5.5. Chronische aandoeningen nervus opticus 5.5.1. Compressie van de nervus opticus en/of chiasma     Kliniek? Oorzaken? Quid in oogfundus? Verband vorm gezichtsuitval  lokalisatie letsel?  Compressie n. opticus/chiasma  traag progressieve gezichtsuitval  Oorzaken: o Meningeoom o Hypofyse-adenoom o …  Oogfundus: o Oedeem o Atrofie van de oogzenuw (later)  Vorm gezichtsuitval  indicatief voor lokalisatie letsel: o Hypofyse-adenoom  compressie chiasma  typisch bitemporale gezichtsuitval 53 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 5.5.2. Chronische neuritis optica    Kliniek? Oogfundus? Oorzaken?  Chronische toxische neuritis optica: o Bilateraal centraal scotoom met  Visus  Afwijkingen kleurenzien  Oogfundus: o Initieel geen afwijkingen  Oorzaken: o Tabak/alcohol (+ malnutritie) o Geneesmiddelen, bv.  Ethambutol (anti-TBC) 54 Armando De Palma – 2011-2012 6. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Plotse visusvermindering bij het uitwendig normale oog 6.1. Occlusie van de arteria centralis retinae Occlusie a. centralis retinae  Klinisch beeld?  Onderzoek?  Etiologie  B/?  Prognose? Arteritis temporalis  Alternatieve naam?  Hoe uitsluiten?  Wanneer +?  Welke B/?  Quid?  Bij wie?  Biochemie?  S/?  Hoe diagnose bevestigen?  Klinisch beeld o Plotse (# sec) pijnloze, volledige blindheid aangetaste oog o Soms: “amaurosis fugax”: korte periodes voorafgaand/voorbijgaand visusverlies  1ste onderzoek: o Gezichtsscherpte  tot minder dan vingers tellen o Oftalmologisch: uniek fundusbeeld  kriekrode fovea (“cherry-red spot”) contrasterend tegen roomgele oedemateuze fundus  Etiologie: o Arteriosclerose o Trombosen < hart/carotiden o Steeds uitsluiten arteritis temporalis  Behandeling: o Nihil bekend  Visusprognose: o Zeer slecht  Giant cell arteritis  Bloedsedimentatie bepalen o Indien sed (>100mm/uur)  onmiddellijk start hoge D cortisone IV (bescherming 2de oog) o Achteraf  OH-dosis met peroraal cortisone gedurende # maanden  Arteritis temporalis o Granulomateuze vasculitis  aantasting medium/kleine BV o Bij bejaarden (>70j) o Biochemie:  Sedimentatie   Andere inflammatoire parameters  (CRP) o Symptomen:  A. temporalis drukpijnlijk  Pijn bij kauwbewegingen  Algemene malaise  LG   Spierpijn (polymyalgia rheumatica) Diagnose o Biopsie a. temporalis  55 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Retinale occlusies: meer Veneus meer frequent ! frequent arterieel of veneus? 6.2. Centraal veneuze occlusie (CVO)       Quid? Lokalisatie? Welke patiënten? Risicofactoren? Onderzoek? Verschillende vormen? Ischemische vorm  Presentatie?  Technisch OZ?  Prognose? Hyperemische vorm  Prognose?  Behandeling?  Trombose van de v. centralis retinae  acute, pijnloze visus  Trombose  gewoonlijk aan de o Lamina cribrosa o Thv arterioveneuze overkruising  Meeste patiënten: o >50 jaar o >50% ptn.  geassocieerde cardiovasculaire aandoening  Risicofactoren: o Cardiovasculair belast o Arteriële hypertensie o Diabetes o Hyperlipidemie o Roken  Twee vormen: o Ischemische vorm (1/3) o Hyperemische vorm  Presenteert zich met slechtere visus  Fluorescentie-angiografie  duidelijk zones met capillaire nonperfusie van het netvlies  Prognose  slecht o Na # maanden  ° neovasculaire complicaties met  Rubeosis iridis  Neovasculair glaucoom o Deze complicaties voorkomen  tijdige panretinale laserbehandeling o Visuele prognose blijft erg beperkt  Prognose  beter o In de regel  gedeeltelijk herstel visus o Frequent  maculair oedeem  blijvende visus o Géén neovasculaire complicaties  Behandeling o Géén retinale laserbehandeling o Bij persisterend maculair oedeem  nuttig:  Focale laserB/  Intravitreale injectie steroïden  Intravitreale injectie anti-VEGF 56 Armando De Palma – 2011-2012 Veneuze takocclusie? Quid? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Soms  enkel veneuze takocclusie thv meer perifere arterioveneuze overkruising  Enkel als ook macula aangetast  visus  Ook bij (ischemische) takocclusie  ° neovasculaire complicaties  sectoriële laserB/ vd Ischemische zone nodig 6.3. Acute voorste ischemische opticus neuropathie (AION)        Pathogenese? Kliniek? Fundus? Epidemiologie? B/? Prognose? Belangrijke reflectie?  Aantasting arteriële bloedvoorziening kop oogzenuw (aa. ciliares posteriores breves)  ° plots visus  Kliniek: o Plotse visus o Horizontale, altitudinale gezichtsvelduitval o Eén oog  In fundo: o Acute fase  bleek oedeem papil o Naderhand  ° oogzenuwatrofie  Epidemiologie niet-arterititis-AION: o Meestal 6de/7de decade o Geassocieerd aan  Arteriosclerose  Diabetes  Hypertensie  Hyperlipidemie B/ o niet-arteritis-AION  B/ meestal niet nuttig o antiaggregerende therapie (lage D ASA)   risico aantasting 2de oog (=40%)   Visusprognose: o Niet goed  Belangrijk ! o Uitsluiten arteritis temporalis (vnl. bejaarden) (Cf. hoger) 57 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 6.4. Glasvochtbloeding    Klinische presentatie? Etiologie? Prognose - B/?  Kliniek: o Plotse pijnloze visus  Variërend lichte waas  zeer slechte visus o Beweging van vlekjes, strepen, wolken in gezichtsveld o Uitwendige oog  volledig normaal  Etiologie: o Netvliesscheur bij achterste glasvochtloslating o Proliferatieve diabetische retinopathie o Na (ischemische) centraal vasculaire occlusie o Uitgebreide exsudatieve leeftijdsgebonden maculadegeneratie  Prognose: o Afhankelijk van oorzaak o Gunstige gevallen  trage opklaring glasvocht  Oogfundus onzichtbaar  echografisch OZ  bijkomende informatie + uitsluiten netvliesloslating  Bloeding die niet opklaart  vitrectomie nodig  Meestal  # weken wachten vooraleer ingreep  Uitzonderingen  dringendere ingreep: o Netvliesloslating o Proliferatieve diabetische retinopathie 58 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 6.5. Achterste glasvochtloslating – netvliesscheur – netvliesloslating       Verband achterste glasvocht – netvlies Pathogenese achterste glasvocht loslating? Type patiënt? Leeftijd? S/? ZZ complicatie? OZ? Quid indien deze complicatie aanwezig?  Normale glasvocht: o Vult achterste oogsegment o Op ≠ plaatsen sterk verbonden met netvlies (perifeer thv glasvochtbasis, thv papil)  Pathogenese loslating achterste glasvocht: o Leeftijd   degeneratieve processen  krimpen van deze gel + liquefactie  progressief loskomen achterste glasvocht tov netvlies: “achterste glasvochtloslating”  Patiënt o Leeftijd   frequentie   65% prevalentie tussen 65-85j o Myope patiënten  predispositie vroegere achterste glasvochtloslating  Symptomen o Meestal zonder opvallende S/ o Mogelijk:  Bewegende vlekjes = bewegende verdichtingen in gedegenereerde glasvocht of rode bloedcellen  Lichtflitsen (fotopsieën)  veroorzaakt door tractie van het adherente glasvocht op het netvlies: “achterste glasvochtloslating”  Zeldzame complicatie o Achterste glasvochtloslating  ° asymptomatische netvliesscheur (en netvliesloslating)  elke pt. met acute, symptomatische achterste glasvochtloslating  nauwkeurig oogfundusonderzoek (incl. perifere retina)  uitsluiten netvliesdefecten  Netvliesscheur (zonder netvliesloslating) o Laserbarrage  scheur barreren o Nauwkeurige follow-up nodig 59 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Netvliesscheur  netvliesloslating  Pathogenese o Geliquificeerde glasvocht  migreert door scheur tot achter het netvlies  door oogbewegingen  vocht woelt netvlies progressief los = “netvliesloslating”  Kliniek o Pt. merkt “gordijn” voor een deel van het gezichtsveld schuiven van perifeer uit o Als ook macula los komt liggen  gezichtsscherpte   Behandeling o Netvliesloslating  chirurgisch herstel nodig o Netvliesloslating met dreigende maculaire loslating  onmiddellijke chirurgie  Succes B/? o Anatomisch succesvolle ingreep (in 90% na 1 ingreep)  gezichtsveld hersteld o Als macula los lag  slechts gedeeltelijk herstel gezichtsscherpte Chirurgie voor netvliesloslating  Gebruikte techniek  afh. van?  Welke technieken?  Gebruikte techniek afhankelijk van o # scheuren o Zichtbaarheid oogfundus o Duur van de loslating o Leeftijd pt.  Technieken: o Extern herstel  Cerclage rond het oog  Cryocoagulatie en indentatie thv de scheur  Punctie van subretinale vocht  Veelal een luchtbel voor tijdelijke tamponade van de scheur o Vitrectomie Vitrectomie  Quid?  Uitvoering?  Intraoculaire microchirurgie  glasvocht verwijderd door knippen/aspireren Uitvoering o Op 3 mm vd limbus  3 kleine openingen in de sclera:  Voor infuus  Illuminatie in het oog  Ocutoom (aspireert + knipt glasvocht) o Reponeren van het netvlies o Verwijderen mogelijke littekenvorming o Uitvoeren laserbarrage rond scheur o Als tamponade  (tijdelijke) luchtvulling of siliconenolievulling o Na # maanden  siliconenolie verwijderen Netvliesloslating  Oorzaak?  Pathogenese?  Kliniek?  Behandeling?  Types B/?  Succes B/?  60 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 6.6. Acute neuritis optica Acute neuritis optica  Oorzaken?  Typisch teken?  DD?  Twee vormen van neuritis optica?  Epidemiologie?  Associatie Retrobulbaire neuritis?  Neuritis optica = ontsteking van de oogzenuw  Oorzaken o Verschillend o Meest frequent  demyelinisatie  Teken o Unilaterale visusdaling o DD: papiloedeem  Beide kunnen verward worden bij oftalmoscopie  Unilaterale visus maakt differentiatie mogelijk  Twee vormen o Retrobulbaire neuritis  Neuritis optica van een deel van de oogzenuw achter de papil  normaal oftalmologische voorkomen van de papil  (pt. ziet slecht  arts ziet geen afwijkingen in fundo) o Papillitis  merkbare zwelling papil  Epidemiologie o >75% patiënten  vrouwen o Gemiddelde leeftijd  30-35j  Associatie retrobulbaire neuritis o Frequent  multiple sclerose 6.6.1. Klinische bevindingen Kliniek acute neuritis optica?       Vrij vlugge visus aan 1 oog Oogbewegingen  pijn rond oog Pupilreflex op licht  minder vinnig Typische gevallen  gezichtsveld toont centraal scotoom Kleurenzien gestoord Papil: o Retrobulbaire neuritis  normaal voorkomen o Papillitis  hyperemisch en wazig begrensd 61 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 6.6.2. Verloop Verloop acute neuritis optica?   Visus: o o o o Visus ° over # uren Visus maximaal na # dagen Zonder B/  verbetering na 2-3 weken Vervolgens  verdere recuperatie tot normale visus Indien atypische tekenen: o Bv. ≠ visus verbetering na 6 weken  andere diagnoses uitsluiten  Bv. compressieve neuropathie (met CT, NMR) 6.6.3. Technische onderzoeken Diagnose acute neuritis optica?    Typisch  klinische diagnose NMR hersenen: o 25% gevallen  wittestof letsels  demyelinisatie  in dat geval: risico °MS:  VEP (visual evoked potential) o Antwoord van aangetaste oog:  Amplitudo   Latentie  6.6.4. Behandeling B/ acute neuritis optica?  Milde vorm o Conservatieve houding (cf. goede prognose)  Uitgesproken visus o Cortisone o “Optic Neuritis Treatment Trial”:  IV toediening prednisolone 1 gram/dag (3dagen)  dan perorale toediening  snelheid visusrecuperatie   MAAR  Uiteindelijke visusresultaat ≠ beter  Perorale prednisolone  risico recidief zelfs   Follow-up 2 jaar:  Groep met IV B/  50% incidentie van neurologische symptomen ikv MS 62 Armando De Palma – 2011-2012 Multiple sclerose  Quid?  Etiologie?  Leeftijd?  Symptomen?  Oftalmologische S/?  Verloop? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Chronische demyeliniserende aandoening van centraal ZS o Mogelijk aangetaste delen:  Oogzenuw  Chiasma  Hersenstam  Ruggenmerg o Perifeer zenuwstelsel  zelden aangetast  Etiologie = ?  Vnl. jonge volwassenen  Symptomen  zeer ≠: o Oogafwijkingen  Neuritis optica  vaak 1ste symptoom  Diplopie  Nystagmus o Motorische aantasting met:  Piramidale symptomen  Ataxie  Paresthesieën  Urinaire afwijkingen  Dysartrie  Intentionele tremor  Onvoorspelbaar verloop o Typisch:  Acute opstoten  Remissies 63 Armando De Palma – 2011-2012 7. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Oogafwijkingen bij algemene aandoeningen 7.1. Arteriosclerose en arteriële hypertensie   Normale arteriool netvlies/ lichtreflet?  Quid bij arteriosclerose?  Arteriosclerose  o Lichtreflet  Verhoogd  Breder o Focale vernauwingen/onregelmatigheden in kaliber vd retinale vaten o Doorzichtbaarheid vaatwand    Sclerose: o “Koperdraad”-reflet o Later  “Zilverdraad”-reflet (bij uitgesproken sclerose)   Wagener & Keith (1939) 4 groepen: Indeling hypertensieve retinopathie?  Normale arteriool netvlies  transparante wand waartussen bloedkolom zichtbaar Normale lichtreflet  als klein geel lijntje thv midden vd bloedkolom Stadium I   Stadium II  Stadium III     Stadium IV   Oog Milde arteriolaire constrictie koperdraad- (of zilverdraad)reflet Pathologische kruisingstekenen (duidelijke focale vernauwing ve bloedvat bij een arterioveneuze overkruising) Retinaal oedeem Retinale bloedingen Cotton wool spots (kleine, grijs-witte spots veroorzaakt door focale ischemie) Harde exsudaten (lekkage uit zieke BVwand) Alles cf. stadium III met Papiloedeem 64    Correlatie Milde hypertensie Normale cardiale/renale functie Voortdurende hoge BD-waarden  Ernstige hypertensie die niet onder controle is  Ernstig orgaanlijden Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 7.2. Diabetes     Welke oogaandoening? Belangrijkste risicofactor? Frequentie/ epidemiologie bij DM-ptn? Preventie?  Diabetische retinopathie  slechtziendheid  Duur van de IDDM  belangrijkste risicofactor voor ° DR  Frequentie: o Na 7 jaar  50% diabetespatiënten o Na 25 jaar  90% diabetespatiënten  Epidemiologie: o Type 1  hoger risico op ° ernstige retinopathie o Type 2  grotere groep patiënten  Preventie: o Goede diabetescontrole o Oftalmologische opvolging nog vóór ° (duidelijke) visusklachten 7.2.1. Screening voor diabetische retinopathie Belangrijkste aspecten ivm screening?  Retinopathie reeds aanwezig vóór visus essentieel: o Tijdige B/ o Vroege opsporing oogfunduscontrole  Type 1 DM:  Binnen 3 jaar na diagnose  Dan jaarlijks  Type 2 DM:  Bij diagnose  Dan jaarlijks  Zwangerschap: o DR kan vlug progressief verlopen  nauwgezette follow-up nodig! 7.2.2. Vormen van retinopathie Welke vormen bestaan er?    Backgroundretinopathie (niet-proliferatief) Proliferatieve retinopathie Maculopathie 65 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Backgroundretinopathie  Quid?   Progressieve microangiopathie Tekens: o Beschadiging + occlusie kleine bloedvaten o Gedilateerde venen o Harde exsudaten o Retinaal oedeem o Retinale bloedingen o Micro-aneurysmata o Cotton wool spots (infarctzones) o Alleen als ook aantasting macula  visus Proliferatieve retinopathie  Quid?  Ernstige oculaire complicatie < DM  Tekens: o Retinale neovascularisatie  Secundair aan ischemie  groei nieuwe bloedvaten op  Retina  Papil  Evt. verder in glasvocht  Deze bloedvaten  fragiele wand  vaak (glasvocht)bloedingen o Frequent  ernstige visus o In cicatriële stadium:  Contractie vh fibrovasculaire weefsel  tractie op netvlies  gevolg:  Glasvochtbloedingen  Tractienetvliesloslatingen  nodig: zorgvuldig OZ oogfundus (+ fluoangiografie)  herkennen retinopathie Maculopathie  Quid?  Frequenter bij DM…?  Gevolg?  Nuttige OZ?  B/?  Manifestatie: o Oedemateuze verdikking macula (“macula-oedeem”) Frequenter bij DM type 2 Gevolg  gezichtsscherpte     Nuttige OZ: o Oogfundus OZ o Fluo-angiografie o OCT (optical coherence tomography)  Behandeling o Focale laserB/ o Intravitreale injectie met  Triamcinolone  VEGF-producten 66 Armando De Palma – 2011-2012 Belangrijkste aspecten om progressie retinopathie tegen te houden? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 7.2.3. Behandeling diabetische retinopathie  Strikte controle o Glycemie o Bloeddruk o Cholesterolemie Proliferatieve retinopathie  Hoe B/?  Mechanisme?  Effect?  Reeds in vroeg stadium B/  panretinale lasertherapie: o Enkele 1000’en laserpunten  geplaatst verdeeld over retina met sparen van de centrale achterpool  Mechanisme o laserB/  uitschakelen ischemische retinazones  angiogene stimulus  o door regressie neovascularisatie   risico visus B/ bij glasvochtbloedingen – tractieproblemen netvlies? Andere oogcomplicaties bij diabetes (naast retinopathie)?  Vitrectomie geïndiceerd  Cataract o Vroeger/frequenter bij diabetici  Schommelingen in refractie (myopie/hypermetropie) o Vnl. bij slecht geregelde diabetes  Rubeosis iridis o Ernstige complicatie bij retinale ischemie o Op voorvlakte iris  ° vele kleine nieuwgevormde bloedvaten o Gevolgen:  Bloedingen in de voorkamer (hyfema)  Blokkage outflow van voorkamervocht in voorkamerhoek  ° acute oogdruk (“acuut neovasculair glaucoom”)  Plotse diplopie o Door infarct bezenuwing (nervus III, IV of VI)  parese van één/meerdere extraoculaire spieren o Na # maanden  herstel oogmotiliteit  Infarct bevloeiing oogzenuw (voorste ischemische opticus neuropathie)  plotse visus 67 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 7.3. Intracraniële overdruk     Oculaire manifestatie? Oorzaken? Beeld bij oogfundus OZ? Gevolgen lange termijn?  Papiloedeem   Intracraniële overdruk door o Intracerebrale tumoren o Subduraal hematoom o Hydrocefalie o Maligne hypertensie o Benigne Intracraniële hypertensie  Oogfundus OZ: o Verheven, hyperemische papil met  Onscherpe boorden  Splinterbloedingen  Visus o o Lange tijd bewaard ( neuritis optica) In chronisch stadium  atrofie n. opticus  visus 7.4. Hematologische aandoeningen Voorbeelden? Voorbeelden:  Leukemie  Hyperviscositeit  …  ° retinale/preretinale bloedingen 68 Armando De Palma – 2011-2012 8. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Oogleden en traanwegen 8.1. Aandoeningen van de stand van de oogleden 8.1.1. Ptosis   Definitie? Vormen van ptosis + oorzaken?  Ptosis: afhangend bovenste ooglid o Bovenste ooglidrand   halfweg bovenste limbus vd cornea en pupilrand  Vormen: o Congenitale ptosis  Door slechte ontwikkeling m. levator palpebrae  Meestal unilateraal  Soms geassocieerde afwijkingen:  Dystrofische m. rectus superior (beperkte elevatie vh oog)  B/  Als afhangend ooglid de visuele as belemmert  chirurgische B/ (ter preventie van amblyopie)  Om esthetische redenen (latere leeftijd) o Behandeling ptosis?   Verworven ptosis  oorzaken:  Myogeen bv:  Myasthenia gravis  Chronische progressieve externe oftalmoplegie  Seniele, aponeurotische ptosis  Door partiële dehiscentie vd m. levator aponeurose  Op latere leeftijd  Neurogene oorzaken bv:  Verlamming n. oculomotorius  Mechanische oorzaken bv:  Massa-effect tumor  Littekenweefsel  ooglid kan niet volledig geopend worden  Pseudoptosis bv:  Door dermatochalasis Afh. oorzaak Meestal chirurgie  resectie levator aponeurose o Uitz. myasthenia gravis o CAVE ptosischirurgie !!!  Overdreven correctie  risico exposure keratitis  Onvolledige ooglidsluiting 69 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 8.1.2. Lagoftalmie     Quid? Oorzaak? B/? CAVE  Parese n. facialis (meestal)  onvolledig sluiten ooglid  B/ o o  CAVE o Bescherming cornea tegen uitdroging Evt B/ cornea wegens exposure keratitis Indien cornea-gevoeligheid   ontbreken pijn als alarmsymptoom ! 8.1.3. Ectropion en entropion Entropion  Quid?  Oorzaken?  B/?  Naar binnen draaien (onderste) ooglid  Oorzaken: o Leeftijdsgebonden  Involutioneel door laxiteit van de retractoren vh onderste ooglid o Cicatricieel  Littekenvorming thv conjunctiva en tarsus (bv. trachoma)  B/ o o Ectropion  Quid?  Oorzaak?  Symptomen?  B/? Belangrijk  entropion herkennen als oorzaak rood geïrriteerd oog met cornea-aantasting door schuren vd wimpers Bij subjectieve last  chirurgie  Naar buiten draaien onderste ooglid o Frequent bilateraal  Oorzaken: o Leeftijdsgebonden (meest frequent) o N. facialis parese  paralytisch o Mechanisch o Cicatrieel  Symptomen o Vaak S/ tgv stase van de tranen  Bij subjectieve last  chirurgie 70 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 8.2. Ontstekingen van de oogleden 8.2.1. Hordeolum en chalazion Hordeolum  Quid?  Oorzaak?  S/?  B/? Chalazion  Quid?  Oorzaak?  S/?  B/?  Gelokaliseerde, acute ontsteking van klieren (van Meibomius) aan de ooglidrand  Stafylokokken  Symptomen: o Thv ooglid:  Pijn  Roodheid  Zwelling  Behandeling o Droge, warme kompressen 3-4x/dag ged. 10min o Lokale antibiotica  verdwijnen zwelling & roodheid  Gelokaliseerde, chronische inflammatie van een klier van Meibomius  Idiopathisch  Symptomen o Pijnloze, gelokaliseerde zwelling  Behandeling o Persisterende zwelling  excisie  Verticale conjunctivale incisie en curettage van de inhoud  Frequent voorkomende inflammatie ooglidranden, dikwijls geassocieerd aan conjunctivitis  Stafylokokken (meestal)  Behandeling o Ooglidhygiëne o Warme kompressen o Lokale antibiotica Verloop o Slepende, low-grade ontsteking o Frequent recidief o Quasi nooit ernstige/visusbedreigende complicaties 8.2.2. Blefaritis Blefaritis  Quid ?  Oorzaak ?  B/ ?  Verloop/ Complicaties ?  71 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 8.3. Tumoren van de oogleden Goedaardige tumoren  Voorbeelden?  Quid B/? Maligne tumoren  Frequentst?  Eigenschappen groei van de tumor?  Epidemiologie?  Oorzaak?  Behandeling?  Voorbeelden o Papilloma’s (wratten) o Mollusca contagiosa  Esthetische redenen  verwijderen  Basaal celcarcinoom  Eigenschappen groei: o Trage/pijnloze groei als knobbel o Meestal op onderste ooglid o Letsel ulcereert o Veroorzaakt lokaal wimperverlies o Groeit + infiltreert verder in ooglid o Géén °metastasen  Epidemiologie o Oudere leeftijd  Oorzaak o Blootstelling zon (oa)  Behandeling o Vroeg stadium  brede, totale excisie o Vergevorderd stadium  groot deel ooglid wegknippen 8.4. Verstopping van de traanwegen 8.4.1. Dacryocystitis van de volwassene 2 typische eigenschappen ontsteking traanzak? Typische pt. dacryocystitis? Etiologie? S/ acuut stadium?   ~altijd unilateraal Secundair aan obstructie ductus nasolacrimalis Vnl. postmenopauzale vrouwen    Juiste oorzaak obstructie  ? Mogelijk  trauma in voorgeschiedenis Meestal stafylokokken  Thv traanzak: o Felle pijn o Zwelling o Roodheid Etter uit traanzak te drukken  zeer pijnlijk  72 Armando De Palma – 2011-2012 B/ dacryocystitis volwassene? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Acuut stadium: o AB langs algemene weg  Uiteindelijk enige oplossing: o Wegnemen oorzakelijke obstructie  Bij obstructie ductus nasolacrimalis  chirurgische dacryocystorhinostomie:  Aanleg nieuwe permanente verbinding van traanzak  neusmucosa  Hoe? o Langs externe huidincisie o Langs endonasale weg (endoscopisch) 8.4.2. Verstopping van de traanwegen bij de zuigeling Wanneer gebeurt kanalisatie vh distale nasolacrimale kanaal?  Tov geboorte: o Kort vóór o In 1ste maand erna Gevolg hiervan? Vele pasgeborenen  tranend oog voor korte tijd Remedie bij S/ die langer duren? B/? Traanzakmassage kan helpen  Bij episodes van conjunctivitis: o Lokale antibiotica  Als obstructie blijvend + S/ tranend oog: o Sondage traanwegen (met ingang langs bovenste traanpunt) = curatief o Bij voorkeur op leeftijd 2-4 maanden 73 Armando De Palma – 2011-2012 9. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Oogtraumata Oogtraumata  frequent oorzaak van ? Veelal unilaterale visus vnl bij  Kinderen  Jonge volwassenen: o Penetrerende oogtraumata bv  Thuisongeval  Geweld  Verkeersongeval  Sportongeval Aantal gevallen perforerende traumata  door? Welke structuren mogelijks geraakt? Verplicht dragen van de autogordel  bilaterale oogtraumata bij autoongeval      Cornea Sclera Oogleden Intra-oculaire structuren 9.1. Stomp trauma 9.1.1. hematoom van de oogleden Oorzaak? Slag op het oog B/? Geen nodig Wat verder doen bij hematoom oogleden?    Oog onderzoeken Bepaling gezichtsscherpte Pupilreflexen bij licht 9.1.2. Subconjunctivale bloeding Ontstaan, oorzaak?   B/ subconjunctivale bloeding? Meestal  spontaan in één oog o Na hevig hoesten, niezen Na ernstig schedeltrauma  subconjunctivale bloeding om de m. rectus externus  teken ve schedelbreuk   Geen Geruststelling   Vingernagel, tak Organisch materiaal 9.1.3. Cornea-erosie Cornea-erosie  2 belangrijke types (obv oorzaak)? 74 Armando De Palma – 2011-2012 1ste type (tak, vingernagel):  Quid?  Oorzaken bv?  Detectie?  B/?  Evolutie? 2de type (organisch materiaal):  Typisch hierbij? Wanneer?  Lokalisatie recidiverende erosie?  Evolutie?  B/? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Klein wondje cornea-epitheel  Vingernagel, tak  zéér pijnlijk  Indruppelen fluoresceïne  epitheeldefect duidelijk  Behandeling o Antibiotische zalf o Homatropine  voor:  Pupildilatatie  Iriskramp  o Drukverband  zodat:  Oog afgedekt  Geen oogknipperen  Evolutie: o Na 24h  letsel geheeld zonder restletsels  Typisch? o Na traumatische cornea-erosie door organisch materiaal  veel later kan ° recidiverende cornea-erosie o Meestal ’s morgens  ontwaken  ogen openen  deel cornea-epitheel komt los:  Pijnlijk, tranend oog  Lokalisatie recidiverende erosie o Centraal op de cornea o Iets onder het centrum (zelfs als oorspronkelijk trauma op andere plaats!)  Evolutie o Na # uren  symptomen  (evt. drukverband) o Frequent recidief met ruime tussenpozen  Behandeling o Herhaald optreden:  Vette kunsttraanzalf ’s avonds  Hypertone NaCl-zalf ’s morgens  kans recidief  o Zéér hardnekkige gevallen:  Excimerlaser  B/ oppervlakkige cornea:  Fototherapeutische keratectomie (PTK) 75 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 9.1.4. Iridodialyse, hyfema Iridodialyse/hyfema  Quid? Wanneer? Verloop?  Remedie?  Stomp trauma  iris scheuren ad basis thv limbus (iridodialyse)  afscheuren # irisbloedvaten  bloeding sedimenteert in onderste voorkamerhoek met een niveaubeeld (hyfema)  Traumatisch hyfema  op dag 4/5: ernstige secundaire bloeding  bloeding vult hele voorkamer  °acute oogdruk zéér slechte prognose  Preventie !!! o Elk hyfema  tranexaminezuur per os (5d.)  = antifibrinolyticum  preventie sec. bloeding 9.1.5. Lens Mogelijk gevolg slag voor lens? Slag  mogelijke gevolgen:  ° Traumatische cataract  Scheuren zonulae van Zinn  gehele/gedeeltelijke luxatie lens o Typisch teken lens(sub)luxatie  iridodenesis:  = pt. beweegt oog  lens beweegt  Tgv afwezigheid lensfixatie 9.1.6. Oogfundus Mogelijke gevolgen stomp trauma thv oogfundus?  Bleke oedeemzones thv retina (“Berlins oedeem”) o Verdwijnen na # dagen  ° Perifere netvliesscheur dichtbij de ora serrata o  later ° netvliesloslating  nauwkeurig OZ retina-periferie nodig na stomp oogtrauma!  Choroidea-ruptuur (scheuren choroidea) o Voorkomen concentrisch om de papil o Indien ruptuur hierbij doorheen macula  visus o B/  niet mogelijk 76 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 9.1.7. Blow-out fractuur    Pathogenese? Gevolg? B/?  Stomp trauma thv orbita  ° Fractuur thv locus minoris resistentiae, ie. dunne orbitavloer   wordt in sinus maxillaris gedrukt  kapsel rond m. rectus inf kan ingeklemd raken in breuklijn  Gevolg: o Beperking verticale oogbewegingen aan 1 oog o Subjectief dubbelzien  Behandeling: o Indien na resolutie posttraumatische zwelling  blijvende diplopie  chirurgie  reconstructie orbitabodem 9.2. Wonden 9.2.1. Ooglidwond Onmiddellijk reflectie bij ooglidwond? B/ ooglidwond? Nakijken of oog zelf ongedeerd  Ooglidwonden: o Zorgvuldig hechten o Zorg voor esthetisch/functioneel resultaat:  Oogsluiting  Knipperen  Stand wimpers  Laceraties dichtbij mediale ooghoek  vaak verwonding traanwegen o Problemen van tranend oog voorkomen  zorgvuldig hechten/opzoeken van de traanbuisjes 9.2.2. Conjunctivawond Conjunctivawond  Cave?  B/?   Cave onderliggende structuren intact (sclera) Geneest zonder enige B/ 77 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 9.2.3. Cornea- en sclerawonden Benadering + B/?      Zorgvuldig microchirurgisch hechten Soms  ingeklemde iris reponeren/gedeeltelijk wegknippen Steeds  uitsluiten aanwezigheid intraoculair vreemd voorwerp (RX) Voorkomen infectie  verdere postoperatieve B/: o Lokale/algemene AB o Atropine coll. o Evt. lokale CCS Volgende weken  soms nog ingrijpen voor: o Traumatische cataract o Persisterende glasvochtbloeding o Netvliesloslating 9.2.4. Intraoculair vreemd voorwerp Wanneer vermoeden? CAVE?  Anamnese slaan van metaal op metaal, bv. hamer op beitel o CAVE  Ongeval soms weinig pijnlijk  Kleine ingangswonde onzichtbaar vr blote oog Hoe diagnose?  Altijd radiografie  Stukje ijzer  verwijderen o Deeltje vrij in oog  extractie met magneet o Partikel dieper in achterste oogsegment/vast in oogwand  vitrectomie  Postoperatief: o Strikte opvolging oog  infectie herkennen  Miskend stukje ijzer in oog  ° siderosis: o Neerzetten van ijzerpartikels in intraoculaire epitheelcellen zoals retinaal pigmentepitheel Indien stukje ter plekke blijft: o Bruine cataract o Secundair chronisch glaucoom o Toxische effecten op het netvlies o Uiteindelijk:  Visus  Blindheid   Hoe behandelen? Postoperatief? Miskend stukje ijzer  quid? Gevolgen?  9.3. Stofje in het oog S/ vreemd voorwerp op cornea/onder bovenste ooglid?   Pijn Irritatie 78 Armando De Palma – 2011-2012 B/? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Indruppelen lokale anesthetica (oxybuprocaine)  wegnemen met tangentieel gehouden naald o Oxybuprocaine: Unicaine, Novesine  Soms  roestring rond partikel verder verwijderen met klein boortje o Dan  # dagen lokale AB toedienen  Drukverband  genezing epitheeldefect   NOOIT voorschrijven/meegeven: o Collyrium dat lokale anesthetica bevat:  heling cornea   S/ verdere problemen gemaskeerd 9.4. Verbranding van het oog 9.4.1. Door hitte Gevolgen van verbranding door hitte?    Brandwond van de huid/oogleden Meestal geen oogletsels Bij diepere brandwonden  lagoftalmie door littekenretractie 9.4.2. Door UV-stralen Verbranding oog door UV  Typische S/?  Oorzaken?  B/?  Gevolgen?  Typische symptomen: o Fel pijnlijke keratitis o Fotofobie o Tranenvloed o Ooglidkramp o  typisch 6-12h na blootstelling  Oorzaken: o UV-blootstelling bij:  Lassen  Zonnebank  Skiën op grote hoogte  Behandeling: o Symptomatisch met  Koude kompressen  Lokale mydriatica  Tijdelijk enkele druppels lokale anesthetica  Gevolgen: o Na ~12h:  Keratitis verdwenen  Geen restletsels 79 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 9.4.3. Door chemische stoffen Verbranding van het oog met chemische stoffen  Voorbeelden?  Welke stoffen (meest) gevaarlijk?  Behandeling?  Ernstige verbrandingen  quid?  Voorbeelden? o Huishoudelijke producten o Industrie  Loog  Zwavelzuur  … o Bouwactiviteit  Cement  Stukadoorskalk  Ernst: o Basen  diepere letsels dan zuren o Kalk  gevaarlijkst  Behandeling o Alle chemische oogverbrandingen:  Dringende behandeling  Ter plaatse overvloedig spoelen met water  Met omklappen oogleden en  Mechanisch reinigen conjunctivale zak  Evt na lokale anesthesie door collyrium  Ernstige verbrandingen o Volledige coagulatie van  Conjunctiva  Cornea  groot deel conjunctivale bloedvaten gecoaguleerd  vascularisatie voorste oogsegment  o B/  langdurig o P/  ongunstig 80 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 10. Oogheelkundige afwijkingen bij het kind 10.1. Afwezig visueel contact    Cruciale leeftijd baby afwezigheid visueel contact? Mogelijke etiologieën?  Geen visueel contact > 6 weken  verder OZ nodig  Etiologieën: o Centrale visuele problemen o Retinale problemen als  Congenitale amaurosis van Leber  Vertraagde visuele maturatie Vertraagde visuele ontwikkeling?  Vertraagde visuele ontwikkeling: o 3 maanden:  ≠ visueel contact o Later:  Veelal wél behoorlijke visuele ontwikkeling o Latere leeftijd echter:   uitgesproken geassocieerd visueel/neurologisch defect duidelijk  Elke “late” ziener: o Neuropediatrisch OZ o Opvolgen 10.2. Verstopping van de traanwegen Zie hoger (8.4.2.) 81 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 10.3. Congenitaal cataract Aangeboren cataract  Oorzaken?  Presentatie?  B/? Wanneer?  Oorzaken o Onbekend (genetisch) o Secundair aan  Metabole aandoeningen  Galactosemie  Infectieuze aandoeningen  Maternale rubella o Geassocieerd aan verschillende syndromen  Oculo-cerebro-renaal syndroom van Loewe  Presentatie o Leukocorie (witte schijn in pupil) OF o Strabisme  Behandeling o Bij bilaterale uitgesproken lensopaciteiten:  Asap lensspoeling:  Operatie beide ogen met interval # dagen  Ingreep liefst vóór 12 weken ( diepe amblyopie vermijden)  Als afake correctie  siliconencontactlenzen voorkeur  Bij weinig uitgesproken opaciteiten (waarvan verwacht dat ze behoorlijke visus zullen toelaten)  conservatieve opvolging o Bij unilaterale cataract  Functioneel resultaat na chirurgie van dat oog  veel gereserveerder  Geopereerde oog  steeds diep amblyoop + in nadeel tov normale oog  Ergo  ingreep soms uitgesteld  enkel later uitgevoerd (owv esthetiek) o Gebruik intraoculaire implantataten bij zeer jonge kinderen  controversieel !!!:  Verdere groei oog  Evolutie refractie  … 82 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 10.4. Congenitaal glaucoom of buftalmie Onderverdeling congenitaal glaucoom? Congenitaal glaucoom  zeldzaam:  Primair congenitaal glaucoom o Tgv onvolledige aanleg voorkamerhoek  Ontwikkelingsstoornissen van het voorste oogsegment waarbij ook aanleg iris + cornea abnormaal  Vormen geassocieerd met andere (extra)-oculaire aandoeningen, bv. o Aniridie o Syndroom van Sturge-Weber Wanneer manifestatie? >50%  manifestatie vóór geboorte Belang vroege diagnose? Bepalend voor prognose      S/?  B/ Epifora (tranende ogen)  meest opvallend Fotofobie Hoornvlies  mat voorkomen Géén etterig secreet Cornea  vergroot (>11.5mm)  buftalmos (uitzicht koeienoog) kardinaal teken: o Oogdruk o Glaucomateuze cupping oogzenuw  vast te stellen bij OZ onder anesthesie  Cave  door alg. verdoving  oogdruk  Chirurgisch: o Goniotomie o Trabeculotomie o Trabeculectomie  asap uitvoeren  Follow-up  noodzakelijk 10.5. Retinoblastoom Retinoblastoom  Definitie (quid?) Retinoblastoom  Definitie o Levensbedreigende intraoculaire tumor vh jonge kind o Witte kwaadaardige tumor vd retina:  Vult stilaan hele oog  Metastaseert:  Naar beenmerg  Langs oogzenuw  CZS 83 Armando De Palma – 2011-2012     “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Frequentie Mono/bilateraal? Genetica? Verdeling # uni/bilaterale casussen erfelijk?  Frequentie o Zeldzaam (1/20.000 levend geborenen)  Mono-/bilateraal o 30%  bilateraal  Genetica o Zowel erfelijke/niet-erfelijke vorm:  Bepaald door allel op één locus van Chr. 13 o Normale retinoblastoom-gen  bij iedereen aanwezig: suppressor-gen (anti-oncogen)  Retinoblastoom  Kliniek  Wanneer Retinoblastoom uitsluiten?  DD met? o Erfelijke vorm:  Eén aangetast allel  elke cel vh lichaam  Andere allel in zich ontwikkelende netvliescel  spontane mutatie  °tumor o Niet-erfelijke vorm:  Beide allelen van retinoblastoom-gen  inactivatie door spontane mutatie Verdeling o Erfelijke vorm: 40%  Alle bilaterale gevallen  10-20% unilaterale gevallen o Niet-erfelijke vorm: 60% Retinoblastoom  Kliniek o Meestal onopgemerkt tot  tumor groot genoeg  ° witte pupil (leukocorie) o Geschikte lichtinval  vluchtige witte schijn in pupil (“blinde kattenoog”) o Soms  1ste symptoom:  Scheelzien  Intraoculaire inflammatie  Uitsluiten retinoblastoom bij o Alle kinderen met  Strabisme  Intraoculaire inflammatie  DD met o Persisterend primair hyperplastisch vitreum o Retrolentale fibroplasie van de prematuur o Ziekte van Coats 84 Armando De Palma – 2011-2012 Retinoblastoom  Behandeling?  Evolutie? Prognose? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Retinoblastoom  Behandeling o (Meest) aangetaste oog:  Enucleatie (wegname) 1ste keuze (zeker bij grotere tumoren): o Tweede (minder) aangetaste oog:  Vaak  bestraling en/of laserfotocoagulatie  Soms  chemotherapie nodig, bij:  Recurrentie in enig overblijvende oog  Metastasen  Evolutie/prognose o Vrij frequent  bijkomende maligne processen (bij bilateraal retinoblastoom):  Osteosarcomen  zorgvuldige screening !! 10.6. Scheelzien en amblyopie Scheelzien  Reflex bij kind met diagnose?  Mogelijke afwijkingen?  Bij diagnose scheelzien/strabisme o Steeds controle door oogarts o Asap:  Follow-up  Behandeling  verzekeren best mogelijke  Visus  Binoculaire visuele functie  Mogelijke afwijkingen: o Esotropie:  Oog draait te fel naar mediaal (naar neus) o Exotropie:  Oog draait te fel naar buiten o Hyper-/hypotropie:  Geassocieerde deviaties in de hoogstand 85 Armando De Palma – 2011-2012 OZ van het scheelziende kind  belangrijke punten? Amblyopie  Synoniem?  Definitie?  Oorzaak?  Wanneer vooral voorkomend? B/ amblyopie? Esthetische B/ van scheelzien? “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers  Steeds tijdig oogfundus-OZ  uitsluiten organische afwijkingen: o Lenstroebeling o Retinoblastoom o Ziekte van Coats  veroorzaken allemaal visus  rechte oogstand niet behouden  Steeds nakijken refractie o Met skiascopie onder cycloplegie o Hypermetropie  kan oorzaak zijn esotropie  (Door volgehouden accommodatie en convergentie-inspanning)  Gezichtsscherpte van elk oog nakijken o Bij te jonge kinderen  eenvoudig na te kijken of één oog dominant over ander  zo steeds amblyopie uitsluiten (lui oog) Amblyopie  Synoniem o Lui oog  Definitie o Verminderde visus zonder aantoonbare organische afwijking in het oog  Oorzaak: o Abnormale visuele input bij kind <8j  Voorkomend bij: o Strabisme  Hierbij:  Fixerende oog  normale visus  Deviërende oog   visus als de deviatie te frequent voorkomt o Anisometropie  Inzetten op vroege leeftijd o Na 8-10j  B/ niet meer nuttig  Behandeling: o Occlusietherapie  Normaal ziende oog  # uren/dag afdekken  stimuleren straberende oog o Soms aanvullen met  brilcorrectie  Essentieel hierbij  regelmatig follow-up Chirurgische correctie oogspieren  Kan uitgesteld worden tot latere leeftijd  Best rechte oogstand vóór 1ste leerjaar 86 Armando De Palma – 2011-2012 “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers 11. Algemene geneesmiddelen en het visuele systeem 11.1. Amiodarone (Cordarone) Amiodarone  Gebruik?  Gevolgen voor oog? Amiodarone  Gebruik: o B/ cardiale arythmiëen (Wolff Parkinson White) o B/ angina pectoris  11.2. Corticosteroïden Neveneffecten oculair? 11.3.  Systemische CCS  lange termijn: o Chronisch open hoek glaucoom o Cataract (vnl. posterior subcapsulair)  CAVE  ook bij chronisch lokaal gebruik!  Gebruik: o Anti-malaria o B/ ≠ collageenaandoeningen (bv. SLE)  Nevenwerkingen: o Langdurig, regelmatig gebruik  ontstaan  Corneale opaciteiten  Maculaire  met visus o Bij normale dosering  frequentie  Chloroquine Chloroquine  Gebruik?  NW oculair? 11.4. Gevolgen oog: o ° kleine deposits in corneale epitheel, gegroepeerd in pluimvorm o Uitgebreidheid  dosis o Stoppen toediening  verdwijnen lesies o Keratopathie  géén interferentie met visuele functie Anticholinergica Anticholinergica  Gebruik?  NW oculair?  Gebruik: o Preoperatief o GI aandoeningen  Nevenwerkingen: o Effect op accommodatie  waziger zicht o Pupillen wijder  Hierdoor bij ptn. met ondiepe voorkamer  ° aanval acuut gesloten hoek glaucoom 87 Armando De Palma – 2011-2012 11.5.   Tabak, alcohol Tabak, alcohol  gevolgen Quid bij stop? 11.6.    Alcohol + roken +  nutritionele toestand  aantasting n. opticus (toxische neuritis)  bilaterale visus o Centraal scotoom aanwezig  Stoppen: o Trage recuperatie mogelijke visuele functie o Niet altijd  best supplementatie met  Foliumzuur  Vit B12   Toxische neuritis optica met pijnloze visus Opvallendste tekenen: o Klein centraal of centro-coecaal scotoom met  Kleurenzienafwijkingen  Normale oogfundus  Voorbeelden: o Diazepam (Valium) o Lorazepam (Temesta)  Gevolgen: o Traanproductie  o Droge ogen  irritatie Ethambutol Gevolgen oog? 11.7. “Begrippen van de Oogheelkundige Kliniek” – Prof. Werner Spileers Tranquillizers Voorbeelden? Gevolgen regelmatige inname? 88