Hoera, de euro daalt 06 januari 2015 De Standaard De koers van de euro zit op zijn laagste peil in negen jaar. Vandaag ging de munt weer een stukje naar beneden. Dat heeft veel te maken met de dreigende uitstap van Griekenland uit de eurozone. Maar ieder nadeel heeft zijn voordeel, niet? Er komen extra toeristen De lage euro is slecht nieuws voor wie op reis wil naar een land dat rekent in andere valuta. Een reis naar de Verenigde Staten of Groot-Brittannië wordt voor ons bijvoorbeeld duurder. Maar u kan het ook omgekeerd bekijken: voor toeristen van buiten de eurozone wordt een reis naar Europa goedkoper. En dat komt de toeristische sector ten goede, en dus ook de economie een beetje. U moet zelf dan maar binnen de eurozone reizen, dan merkt u het verschil niet. Goed voor de uitvoer Door een lagere wisselkoers worden producten uit de eurozone relatief goedkoper, en dus aantrekkelijker. Landen die goederen uit de eurozone importeren, doen daarmee een goede zaak: producten die in euro’s worden betaald, worden goedkoper. De vraag naar die producten kan daardoor toenemen. Daarmee kan ook de werkgelegenheid toenemen bij de producenten en de bedrijven die exportgoederen verwerken en vervoeren. Speculaaspasta maakt meer winst Een voorbeeld van een bedrijf waarvoor de lage eurokoers een goede zaak is, is Vermeiren Princeps uit Bornem, signaleert Gazet van Antwerpen. ‘We halen veertig procent van onze omzet uit de Verenigde Staten’, zegt directeur Peter Vermeiren. ‘Wij verkopen er vijf miljoen bokalen speculaaspasta per jaar. Onze Amerikaanse klanten betalen de speculaaspasta in dollar. Wij zetten die dollars om naar euro, waardoor we meer winst maken.’ Van het importeren van de grondstoffen uit de Verenigde Staten heeft Vermeiren vooralsnog geen last: ‘De voorraad is groot, dus de prijs blijft laag.’ Tips voor de Britten Uiteraard is de koers ook al in het buitenland opgemerkt. In Engeland wordt ronduit reclame gemaakt om naar de eurolanden op reis te gaan: ‘De reis en de accommodatie zijn vijf tot vijftien procent goedkoper, op eten kan het prijsverschil tot twintig procent oplopen.’ De Britse tabloid The Mirror geeft er meteen praktische tips bij. Zoals: ga nu al uw ponden wisselen in euro’s, want u weet nooit of u er over enkele maanden nog evenveel voor krijgt – dat is een vorm van beleggen in euro’s. Of boek uw vakantie nu – maar let dan wel op dat de prijzen niet hoger liggen voor wie boekt van buiten de eurozone. Kortom: de Britten vertrouwen ons niet echt. Inflatie stijgt: oef, denkt de ECB Analisten zijn ervan overtuigd dat de Europese Centrale Bank (ECB) blij is met de lage koers van de euro. Morgen worden cijfers gepubliceerd over de inflatie in de eurozone en vermoed wordt dat die onder nul zal zijn gedaald. Door meer te moeten betalen voor producten die we importeren, stijgt de inflatie en dat is iets waar de ECB heimelijk op hoopt. Voorzitter Mario Draghi kondigde vrijdag al aan dat de ECB zich ‘technisch voorbereidde om de draagwijdte, het ritme en het karakter van de middelen die ter beschikking worden gesteld, aan te passen, als het nodig wordt om te reageren op een te lange periode van zwakke inflatie.’ Gelukkig, de olieprijs daalt nog meer De olieprijs wordt berekend in dollar. Dat zou dus slecht nieuws betekenen voor een tankbeurt. Niet dus: de olieprijs daalt nog sterker dan de euro. Vergeleken met de ‘normale’ waarde van de euro, zou dat een verschil van 5 cent maken, maar in de praktijk betalen we ongeveer 25 cent minder dan een klein jaar geleden. Experts verwachten dat de olieprijs zeker nog een jaar laag blijft, omdat de olieproducerende landen niet meteen willen dat meer en intensiever wordt gezocht naar alternatieven voor olie. Ook al is dat slecht voor hun eigen economie. De Verenigde Staten bijvoorbeeld zijn intensief aan het experimenteren met schaliegas. Optimistische voorspellingen denken dat de VS over twee jaar geen olie meer moeten importeren. ‘Open een rekening in dollars’ Financieel expert Pascal Paepen (Thomas More Geel) heeft in Gazet van Antwerpen nog een tip voor de belegger: ‘Open een bankrekening in dollars.’ Paepen rekent met een winst van vijf tot tien procent, voor wie bijvoorbeeld na een jaar zijn dollars weer in euro’s omzet. Daarbij speculeer je op een verdere koersdaling van de euro. Risicovol, uiteraard, maar het is volgens hem beter dan te investeren in Amerikaanse aandelen: ‘Die zijn sinds 2009 met 150 procent in waarde gestegen, dus daar zit nog weinig rek op.’ Amerikaanse reissector maakt zich weinig zorgen Het moment voor Amerikanen om naar Parijs of Rome te trekken, dat signaleert ook de New York Times dat een prijsvoordeel van 12,5 procent ziet in vergelijking met zes maanden geleden. Maar de Amerikaanse reissector maakt zich weinig zorgen voor het omgekeerde effect. Vicepresident David Huether van de US Travel Association verwacht dat een stijging van tien procent in de verhouding dollar-euro maar een verlies van 0,2 procent Europese reizigers zal inhouden. ‘Een stuk staal is een stuk staal, daar is het prijsverschil van belang.’ Niet dus wat een reis naar de VS betreft, want het land heeft uiteraard zoveel te bieden dat een prijsstijging de Europeaan niet zal tegenhouden om het te komen ontdekken. Winst dankzij dochteronderneming Orfit Industries uit Wijnegem levert producten aan Amerikaanse ziekenhuizen. ‘We maken thermoplastische maskers voor patienten die worden bestraald. Die maskers garanderen dat de patiënt tijdens de bestraling niet beweegt, zodat de juiste plaatsen in het lichaam worden geraakt’, zegt algemeen directeur Steven Cuypers. ‘Door de dure dollar is onze winstmarge hoger. We hebben een belangrijk dochterbedrijf in de Verenigde Staten dat onze maskers aan de plaatselijke ziekenhuizen verkoopt. Dat dochterbedrijf maakt facturen in dollars, en wij rekenen die voor ons totaalresultaat om naar euro. Omdat de dollar nu zo veel waard is, is ons bedrag van het Amerikaanse dochterbedrijf in euro dus ook meer waard.’