Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

advertisement
Logopedie
Omgaan met een
taalstoornis bij
hersenbeschadiging
www.catharinaziekenhuis.nl
Patiëntenvoorlichting: [email protected]
LOG007 / Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging / 09-04-2015
2
Omgaan met een taalstoornis bij
hersenbeschadiging
Deze informatiefolder wordt u aangeboden omdat
uw familielid op dit moment afasie heeft. In deze
folder worden de kenmerken van afasie beschreven.
In een voorlichtingsgesprek met de logopedist en de
verpleegkundige krijgt u tips aangereikt hoe u het beste
kunt omgaan met een afasiepatiënt. In deze folder kunt u
de tips nog eens teruglezen.
Wat is een afasie?
Afasie is een taalstoornis die wordt veroorzaakt door een
hersenbeschadiging. De ernst en omvang van de afasie zijn onder
andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het
vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid.
3
Hieronder staan vier onderdelen van taal schematisch beschreven. Bij
elk onderdeel kan een probleem ontstaan.
Mogelijk herstel van afasie
Na het ontstaan van de afasie is er meestal enig spontaan herstel
van het taalvermogen, maar zelden of nooit is dat herstel volledig.
Behandeling van afasie wordt uitgevoerd door een logopedist. Met veel
oefenen is vaak nog verbetering mogelijk. Als partner kunt u hierin een
belangrijke rol spelen.
Algemene tips:
• Neem de tijd voor het gesprek en ga in een rustige omgeving zitten.
• Maak oogcontact en gebruik mimiek of gebaren ter ondersteuning
van de gesproken taal.
• Spreek rustig en gebruik korte zinnen.
• Wanneer herhaaldelijke pogingen mislukken, laat het gesprek dan
even rusten. Dit geldt ook bij vermoeidheid of emoties.
• Stel vragen waarop de afasiepatiënt met "ja" of "nee" kan
antwoorden.
4
Wat gebeurt er bij het begrijpen van
woorden?
We horen of zien een woord, bijvoorbeeld het woord 'appel'. We
proberen de betekenis van het woord te vinden in een opslagplaats in
onze hersenen.
Deze opslagplaats is een soort intern woordenboek. Begrippen zijn
opgeslagen in groepen, onder verschillende rubrieken. Bij het horen of
zien van een woord, komen er allerlei associaties/eigenschappen in ons
op. Dit is voor iedereen verschillend. Bij het horen/zien van het woord
'appel' denkt de één bijvoorbeeld aan voedsel of fruit, terwijl de ander
denkt aan zoet/zuur of appeltaart.
Wat kan er verkeerd gaan bij het begrijpen
van woorden?
Een afasiepatiënt die moeite heeft bij het begrijpen van woorden, loopt
tegen één of meer van de volgende problemen aan:
• Een afasiepatiënt hoort of leest een woord, maar kan de goede
rubriek in zijn hoofd niet vinden, waardoor hij het woord niet
begrijpt.
• Hij kan de goede rubriek wel vinden, maar kan niet de precieze
betekenis kiezen.
• Hij vindt wel de rubriek Fruit, niet het woord 'appel' maar wel het
woord 'peer'.
Het is mogelijk dat een afasiepatiënt een bekender woord, of een woord
dat er op lijkt uitkiest. Hij begrijpt wel een beetje wat er is gezegd, maar
kan het ook net verkeerd opvatten.
Soms kan een afasiepatiënt wel de juiste betekenis vinden, maar heeft
hij meer tijd nodig om iets te begrijpen.
5
Wat kunt u doen om te helpen bij het
begrijpen van woorden?
Afhankelijk van wat er precies verkeerd gaat, kunnen voor mensen met
afasie één of meer van de volgende suggesties worden gebruikt:
• Breng structuur aan in uw gesprek (wie, wat, waar?).
• Gebruik korte, eenvoudige zinnen en geef niet te veel informatie in
één keer.
• Laat zien waarover u aan het praten bent. Wijs het voorwerp aan of
laat een afbeelding zien.
• Schrijf de boodschap op in kernwoorden.
• Benadruk belangrijke woorden.
• Schrijf woorden waartussen gekozen kan of moet worden naast
elkaar op en stel dan een keuzevraag.
• Ga na of de afasiepatiënt u begrepen heeft. Let op mimiek en
reacties.
• Herhaal uw boodschap nog een keer (of met andere woorden) als u
denkt dat u niet begrepen wordt.
• Geef de afasiepatiënt tijd om de betekenis te laten doordringen.
• Verander niet te snel van onderwerp. Geef aan als u over iets anders
begint. Bijvoorbeeld: "We kwamen Johan zondag tegen in de stad".
- "Het was druk in de stad".
- "Nu wil ik iets over de vakantie vertellen".
- "We gaan naar Spanje op vakantie".
En niet: "We kwamen Johan zondag tegen en het was druk in de stad.
We gaan in juni op vakantie naar Spanje".
Wat gebeurt er bij het uiten van woorden?
We hebben een idee van wat we willen zeggen in beelden of
betekenissen.
We gebruiken deze beelden of betekenissen om het woord erbij te
zoeken in ons interne woordenboek.
Sommige woorden gebruiken we heel veel. Andere woorden gebruiken
we weinig. Woorden die we veel gebruiken, kunnen we eenvoudig
vinden. Woorden die we weinig gebruiken, zijn moeilijker te vinden. Als
we het woord gevonden hebben, zoeken we de juiste klanken erbij en
daarna kunnen we het woord uitspreken.
6
Wat kan er verkeerd gaan bij het uiten of
vinden van woorden?
Een afasiepatiënt die moeite heeft met het vinden van woorden, loopt
tegen één of meer van de volgende problemen aan:
• Hij ziet geen beelden of betekenissen van het woord wat hij wil
zeggen. Hij heeft geen enkel idee van het woord.
• Hij ziet wel een beeld of betekenis voor zich, maar daar blijft het bij.
• Hij kan alleen de eerste letter van het woord vinden. Het woord ligt
op het puntje van zijn tong.
• Hij pakt het verkeerde woord uit zijn interne woordenboek.
• Hij kan het woord niet vinden, maar wel een omschrijving geven
(bijvoorbeeld: "je kan er mee tekenen").
• Hij kan veel gebruikte woorden vinden, maar de minder
voorkomende woorden niet (bijvoorbeeld 'boek' en 'roman').
Wat kunt u doen om te helpen bij het uiten of
vinden van woorden?
• Geef afasiepatiënten genoeg tijd om het woord te vinden
• Vraag of hij het woord op kan schrijven of er een tekening bij kan
maken.
• Vraag een afasiepatiënt om een omschrijving van het woord te
geven.
• Stel gerichte vragen om daarna het woord te kunnen raden.
(bijvoorbeeld: "wat doe je er mee", "hoe ziet het er uit", "hoe groot
is het?").
• Moedig de afasiepatiënt aan gebaren te maken.
• Het kan frustrerend zijn als je iets niet goed duidelijk kunt maken.
Toon hiervoor begrip.
7
Vragen
Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan op
werkdagen tussen 08.30 en 12.30 uur contact op met de afdeling
Logopedie, via het centrale telefoonnummer van het Catharina
Ziekenhuis.
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis
Afdeling Logopedie
Telefoon 040 ‐ 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl
Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Logopedie kunt
u terugvinden opwww.catharinaziekenhuis.nl/logopedie.
8
9
10
11
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven
Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven
Download