achtergronddocument bij het SER

advertisement
rug 4,5 mm
ACHTERGRONDDOCUMENT | Augustus 2015
Het Nederlandse
stedenlandschap
Achtergronddocument
bij het SER-advies
Agenda voor de Stad
SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK Den Haag
T 070 3499 499
[email protected]
www.ser.nl
© 2015, Sociaal-Economische Raad
SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
rug 4,5 mm
omslag achtergrond document advies stad.indd 1
26-8-2015 16:21:40
achtergrond document advies stad compleet.book Page 1 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDDOCUMENT | Augustus 2015
Het Nederlandse stedenlandschap:
impressies en achtergronden
Achtergronddocument bij
het SER-advies Agenda Stad
DIT DOCUMENT BEVAT ACHTERGRONDINFORMATIE OVER ENKELE STEDELIJKE REGIO'S IN NEDERLAND.
DEELS BEVAT HET IMPRESSIES OP BASIS VAN INTERVIEWS. DIT GELDT VOOR DE STEDEN GRONINGEN EN
EMMEN (IN HET BREDERE PERSPECTIEF VAN NOORD-NEDERLAND) EN DE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN.
DEELS BEVAT HET DOCUMENT ACHTERGRONDINFORMATIE OVER DE DRIE NEDERLANDSE METROPOOLREGIO'S:
EINDHOVEN, AMSTERDAM EN ROTTERDAM-DEN HAAG. DEZE INFORMATIE IS GROTENDEEL GEBASEERD OP
LITERATUURONDERZOEK.
HET DOCUMENT IS OPGESTELD DOOR WIM CARABAIN, IN SAMENWERKING MET HET SER-SECRETARIAAT.
DE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE INHOUD BERUST BIJ DE AUTEUR.
AUGUSTUS 2015
SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
achtergrond document advies stad compleet.book Page 2 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Sociaal-Economische Raad
De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseert het kabinet en het parlement over
de hoofdlijnen van het te voeren sociaal en economisch beleid en over belangrijke
wetgeving op sociaal-economisch terrein. Ook is de SER betrokken bij de uitvoering
van enkele wetten.
De SER is in 1950 bij wet ingesteld. Zitting in de SER hebben vertegenwoordigers
van ondernemers en van werknemers, en kroonleden (onafhankelijke deskundigen).
De raad is een onafhankelijk orgaan dat door het gezamenlijke Nederlandse
bedrijfsleven wordt gefinancierd.
De SER wordt bij de uitvoering van zijn functies bijgestaan door een aantal vaste en
tijdelijke commissies. Enkele vaste commissies zijn onder bepaalde voorwaarden
ook zelfstandig werkzaam.
Actuele informatie over de samenstelling en de werkzaamheden van de SER en
zijn commissies, persberichten en het laatste nieuws zijn te vinden op de website
van de SER. Ook alle adviezen die sinds 1950 zijn verschenen, zijn daar te vinden.
Adviezen van de laatste jaren zijn ook in gedrukte vorm verkrijgbaar.
Het SERmagazine brengt maandelijks nieuws en achtergrondinformatie over de
SER, de overlegeconomie en belangrijke sociaal-economische ontwikkelingen.
Sociaal-Economische Raad
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK Den Haag
T 070 3499 499
E [email protected]
www.ser.nl
©2015, Sociaal-Economische Raad
Alle rechten voorbehouden
Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding
achtergrond document advies stad compleet.book Page 3 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
7
2.
Impressie Groningen
9
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
9
9
10
11
12
12
13
3.
4.
Impressie Emmen
15
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
15
16
17
18
19
20
22
23
24
25
Inleiding
Ranglijst
Profiel van de stad
Stedelijke samenwerking
Onderwijs
Werkloosheid
Agglomeratievoordelen
Grensregio
Gemiste kansen
Perspectief
Noord-Nederland
4.1
4.2
4.3
4.4
5.
Inleiding
Profiel van de stad
Economische ontwikkeling
Agglomeratievoordelen
Opleidingsniveau
Verdringing
Perspectief
Inleiding
Economische ontwikkeling
Sociale problematiek
Bestuurlijke samenwerking
Impressie stadsregio Arnhem-Nijmegen
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
Inleiding
Profiel van de stadsregio
Economische ontwikkeling
Opleidingsniveau
Agglomeratievoordelen
Grensregio
27
27
28
30
31
33
33
34
36
39
40
40
3
achtergrond document advies stad compleet.book Page 4 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
5.7
5.8
6.
Achtergronden Metropoolregio Eindhoven
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
6.8
6.9
7.
Inleiding
Economische ontwikkeling
Arbeidsmarktaspecten
Ruimtelijke werkgelegenheidsconcentraties
Loon- en inkomensverschillen
Perspectief
Achtergronden Metropoolregio Rotterdam Den Haag
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
8.6
9.
Inleiding
Profiel van de regio
Triple helix samenwerking
Economische structuur en ondernemersklimaat
Stedelijke arbeidsmarkt
Rol gemeente(n)
Belang van kennismigratie voor de regio
Aantrekkelijk vestigingsklimaat
Perspectief
Achtergronden Metropoolregio Amsterdam
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
8.
Gemiste kansen
Perspectief
Inleiding
Rotterdam: Maakstad van de 21ste eeuw
Rotterdam-Zuid
Den Haag
Agglomeratiekracht door vorming Metropoolregio
Rotterdam Den Haag
Perspectief
Geraadpleegde personen
10. Geraadpleegde literatuur en websites
4
42
44
47
47
47
49
50
51
53
54
55
57
59
59
59
61
63
64
65
67
67
68
69
70
71
73
75
77
achtergrond document advies stad compleet.book Page 5 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Achtergronddocument bij
het SER-advies
Agenda Stad
achtergrond document advies stad compleet.book Page 6 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
6
achtergrond document advies stad compleet.book Page 7 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
INLEIDING
1
Inleiding
In steden wordt bij uitstek invulling gegeven aan de grote nationale uitdaging om
de toekomstige welvaartsgroei te waarborgen. Daar vinden initiatieven, innovaties,
ondernemerschap en arbeidsparticipatie plaats die nodig zijn om welvaart vast te
houden of te laten toenemen.
Steden kennen verschillende ontwikkelpaden. Dit komt onder meer doordat steden
verschillen qua geografische ligging, historie, bevolkingssamenstelling, bereikbaarheid, opleidingsaanbod, economisch profiel, woon- en leefklimaat, ondernemersmentaliteit, arbeidsplaatsen en voorzieningenaanbod. Deze factoren bepalen mede
waardoor het met sommige steden beter gaat qua innovatie, ondernemerschap en
werkgelegenheidsontwikkeling dan in andere steden.
Welke mechanismen bepalen of een stad succesvol is in het bevorderen van innovatie,
ondernemerschap en werkgelegenheid en wat kunnen sociale partners en anderen
bijdragen om die mechanismen verder te versterken? Om die vraag te beantwoorden
is op een aantal steden en stedelijke regio's nader ingezoomd. Een scherp zicht op
wat zich in afzonderlijke steden en stedelijke regio's voltrekt, draagt bij aan het ontwikkelen van inzicht in de problematiek en uitdagingen van steden en stedelijke
regio's in het algemeen.
Er is in overleg met de VNG primair gekozen voor Noord-Nederland als regio en
daarbinnen voor Groningen en Emmen en daarnaast voor de stadsregio ArnhemNijmegen. Voor deze gebieden zijn interviews gehouden om een verdiepingsslag
mogelijk te maken. Dit levert vier impressies op.
Voor de drie Metropoolregio’s die ons land sinds kort telt – Eindhoven, Amsterdam
en Rotterdam-Den Haag – schetst dit rapport enkele achtergronden. Deze zijn grotendeels gebaseerd op schriftelijk materiaal.
Met deze insteek is gekeken naar grotere en kleinere steden, binnen en buiten de
Randstad, met aandacht voor grensregio’s, samenhang tussen stad en ommeland
en metropoolregio’s.
Voor het samenstellen van de impressies zijn diverse stakeholders over hun stad/
stedelijke regio aan het woord gelaten. Het gaat om vertegenwoordigers van sociale
partners, (oud-)burgemeesters, ambtenaren, directeuren van bedrijven en innovatieplatforms en samenwerkingsorganen. Een gezelschap dat gezamenlijk heeft gezorgd
voor een waardevolle inkleuring van hun eigen stad/regio waardoor er een beeld
ontstaat over de ambities, successen, maar ook over de gemiste kansen en misluk-
7
achtergrond document advies stad compleet.book Page 8 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
kingen. Het heeft een inventarisatie van pieken, dalen en goede voorbeelden opgeleverd. Bovendien is er uit de ‘getuigenverklaringen’ een aantal rode draden naar
voren gekomen waardoor duidelijker wordt aan welke knoppen er kan worden
gedraaid om een stad/stedelijke regio een impuls te geven ten aanzien van het aanjagen van innovatie, versterken van ondernemerschap en het creëren van werkgelegenheid.
In elk hoofdstuk staat één thema centraal: in Noord-Nederland staat de regio centraal en bestuurlijke samenwerking; in Groningen stad de verdringing op de
arbeidsmarkt; in Emmen gaat het over het creëren van nieuw perspectief voor de
regio; in Arnhem-Nijmegen draait het om regionale economische ontwikkeling; in
Eindhoven ligt het accent op samenwerking, in Amsterdam gaat het vooral over de
arbeidsmarkt en in Rotterdam-Den Haag draait het om de metropoolvorming.
De ‘Atlas van gemeenten’ publiceert elk jaar een overzicht van de verschillen tussen
steden. Bij wijze van introductie op de impressies over Noord-Nederland en stad/
regio Groningen, stad/regio Emmen, stadsregio Arnhem-Nijmegen, metropoolregio
Eindhoven (MRE), metropoolregio Amsterdam (MRA) en metropoolregio RotterdamDen Haag (MRDH) kijken wij naar de positie van de betreffende steden op de ranglijst voor woonaantrekkelijkheid en sociaal-economische aantrekkelijkheid van de
‘Atlas van gemeenten 2014’. Op de ranglijst voor woonaantrekkelijkheid staat
Amsterdam op de eerste plek. Den Haag staat op plek 6, Nijmegen op 7, Eindhoven
op 13, Arnhem op 15, Groningen op 18, Rotterdam op 20 en Emmen staat laatste op
plek 50. Kijken we naar de sociaal-economische index dan zien we dat Arnhem de
hoogste notering heeft met plek 7 op de ranglijst, Groningen staat op plek 10,
Eindhoven op 13, Amsterdam op 17, Arnhem op 29, Nijmegen op 33, Den Haag op
38, Rotterdam op 40 en Emmen staat ook hier onderaan op plek 50. Hoewel er op
de toetsingscriteria die aan de ranglijst ten grondslag liggen wel wat valt af te dingen,
komen er wel grote verschillen tussen steden naar voren en blijkt dat sommige steden er beter in slagen dan andere steden om een aantrekkelijke woongemeente te
zijn en op sociaal-economisch terrein goed te scoren. In de impressies worden de
kwaliteiten, kansen en ontwikkelingspaden van de steden en stedelijke regio's
nader in beeld gebracht.
8
achtergrond document advies stad compleet.book Page 9 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE GRONINGEN
2
Impressie Groningen
2.1
Inleiding
Het gaat goed met de stad Groningen. Het CBS voorspelt voor Groningen een forse
bevolkingsgroei, vooral door de komst van jonge mensen die afkomen op een prettige woonomgeving. Groningen heeft veel te bieden: een universiteit, een levendig
en historisch centrum en talrijke culturele en maatschappelijke voorzieningen
voor verschillende groepen. Ze maken de stad levendig en aantrekkelijk en daardoor is Groningen in trek bij hoogopgeleide en creatieve mensen. Groningen is uitgegroeid tot de metropool van het Noorden.
Ondanks de grote aantrekkingskracht van de stad, worstelen Groningen en het
Ommeland met twee grote vraagstukken. In de eerste plaats is er een groot tekort
aan (passende) banen en een daarmee samenhangende sterke verdringing op de
arbeidsmarkt. De omvang van verdringen is in de stad Groningen groter dan in
andere steden. De verdringing op de arbeidsmarkt is een van de centrale punten in
deze impressie over Groningen.
Stad en regio hebben gezamenlijk nog een ander probleem, namelijk de problematiek van de aardbevingen. Die tasten de economische ontwikkeling en de aantrekkingskracht van de stad en de regio aan. Het budget dat het kabinet beschikbaar
heeft gesteld, biedt nieuwe kansen voor de Groningers omdat er veel herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd en preventie maatregelen moet worden
getroffen. Vooral laag en middelbaar opgeleide mensen kunnen hiervan profiteren.
Aan de hand van diverse gesprekken, onder met oud-burgemeester Vreeman van
Zaanstad, Tilburg en Groningen, Ina von Pickartz van de FNV, Klaas Zantingh van
het CNV en Paul Smit (waarnemend-secretaris van SER Noord-Nederland) ontstaat
er vanuit verschillend perspectief een beeld over de stad, de economische kansen,
de problematiek van hoge (jeugd)werkloosheid en de verdringing op de arbeidsmarkt. Voor deze impressie is gebruikgemaakt van de publicaties ‘Macro Economische Verkenning Noord-Nederland (MEV)’ (2014) en ‘Koersvast 2.0’ (2015).
2.2
Profiel van de stad
Groningen is een stad waar je volgens oud-burgemeester Vreeman eerder door een
fiets dan door een auto wordt aangereden. Hij noemt het een stad met twee gezichten.
De academische gemeenschap en de banen in de dienstensector aan de ene kant en
de laagopgeleiden en mensen die afhankelijk zijn van de overheid aan de andere
9
achtergrond document advies stad compleet.book Page 10 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
kant. Het gemeentebestuur voelt de verantwoordelijkheid voor beide gezichten. De
decentralisatie van rijkstaken naar de gemeenten maken de verantwoordelijkheid
voor alle burgers volgens hem nog manifester. Het stadsbestuur is zich er volgens
Vreeman goed van bewust dat er economische dynamiek nodig is om de verantwoordelijkheid voor de meest kwetsbaren, de laagopgeleiden en de verliezers die
zich in de steek gelaten voelen, enig perspectief te bieden.
Historische steden, zoals Groningen, hebben doorgaans een duidelijke identiteit.
Volgens sommigen bestaat er zoiets als een Groningen-gevoel. Naar het schijnt is
het zo dat als je elders in het land iemand spreekt die ook uit Groningen komt of er
heeft gestudeerd, er een soort gemeenschappelijke beleving ontstaat. Dat geldt ook
voor het gedeelde gevoel dat bestaat door de bekerwinst van voetbalclub FC Groningen.
Groningen is een echte studentenstad: ongeveer een kwart van de 200.000 inwoners
studeert aan de universiteit of de Hanzehogeschool. Veel van die studenten vinden
in Groningen onafhankelijkheid. Ze hebben vaak bewust voor de stad gekozen
omdat hij letterlijk ver weg ligt. Velen vinden de afstand naar het ouderlijk huis te
groot om daar in het weekend naar toe te gaan, met als gevolg dat de studenten ook
in het weekend een stempel op de dynamiek van de stad drukken.
Een ander aspect van het stedelijke profiel is dat het gemeentebestuur volgens
Vreeman invulling geeft aan het uitgangspunt van 'samen stad zijn'. Dit betekent
volgens hem dat bepaalde taken niet verwaarloosd mogen worden. De stad is volgens de oud-burgemeester geen cafetaria waar je haalt wat je nodig hebt. Het is een
sociaal verband waar je elkaar tegenkomt. Daarvoor moeten plekken beschikbaar
zijn en evenementen worden georganiseerd. Het gaat er volgens hem om dat de
inwoners regelmatig met elkaar de stad beleven. Dat ligt volgens hem aan de basis
van het gevoel van trots zijn op je stad.
2.3
Economische ontwikkeling
Het gaat in economisch opzicht goed met Groningen, zeker ten opzichte van het
Ommeland en de rest van Noord-Nederland. De economie van Groningen blijft een
stapje achter bij de Randstad, maar loopt volgens SER Noord-Nederland mee in de
pas. De relatieve achterstand wordt volgens Smit niet ingehaald doordat er in
Groningen overwegend sprake is van een mkb-economie waarbij de ondernemers
op mbo-niveau zijn opgeleid. Deze ondernemers zijn gericht op continuïteit en
minder op innovatie, zoals ondernemers op hbo-niveau. Ook zijn zij minder
geneigd externe expertise in huis te halen om nieuwe producten of diensten te
ontwikkelen of om een schaalsprong te maken.
10
achtergrond document advies stad compleet.book Page 11 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE GRONINGEN
Het is volgens Vreeman een ingewikkelde zoektocht om te achterhalen aan welke
knoppen je moet draaien om de beoogde impuls te genereren. Om te beginnen
moet je volgens hem op zoek naar het DNA van de stad. Afgeleid daarvan wordt
bepaald of er strategische of fysieke interventies moeten worden gepleegd. In
Groningen zijn op grond hiervan drie grote projecten in ontwikkeling: de ringweg,
het stationsgebied en het Forum. Daarnaast wordt er volgens Vreeman nagedacht
over het versterken van de weerbaarheid van de stad. Daarvoor moeten de onderliggende krachten in de stad worden benut. Voor Groningen betekent dit vooral
verdere vernieuwing op het gebied van de kennisstad. Dit kan door de aantrekkingskracht op studenten en bedrijven te vergroten, bijvoorbeeld door bedrijfsmatige verbindingen te realiseren met de medische faculteit en het universitair ziekenhuis.
Overigens zijn het volgens Vreeman vooral stadsbestuurders die de moed moeten
hebben om hun nek uit te steken. Zonder hen zou het museum dat nu algemeen
wordt gewaardeerd en van onschatbare waarde is voor de stad, er nooit zijn gekomen. Nu kan de stad zich er volgens hem geweldig mee onderscheiden. En zo gaat
het volgens Vreeman ook bij nieuwe beslissingen in nieuwe tijdsgewrichten waar
vanzelfsprekend ook weerstand ontstaat. Maar weerstand tegen plannen voor de
stad mag volgens hem niet leidend zijn voor de ambities van stadsbestuurders.
2.4
Agglomeratievoordelen
Een van de dragers van een aantrekkelijke stad is het centrum. Daar komen de
inwoners van de regio voor naar de stad. Om te winkelen, om naar het theater te
gaan, voor een leuk restaurant of een museum of een evenement. Groningen slaagt
er goed in bezoekers te trekken. Als gevolg daarvan heeft de stad een aanzienlijk
agglomeratievoordeel. Talrijke diensten, activiteiten en speciaalzaken zijn alleen in
de stad te vinden. Een grote regio maakt gebruik van de stedelijke voorzieningen.
De stad heeft op talrijke terreinen een groot verzorgingsgebied.
Er is ook een omgekeerd agglomeratievoordeel, zij het veel beperkter. De regio
profiteert op diverse manieren van de stad. Dit gaat verder dan goede bereikbaarheid en voorzieningen in de regio waarvan ook de stedelingen gebruik van maken.
Ook is er op andere terreinen een kwalitatief hoogwaardig aanbod van diensten die
de stad zelf niet biedt. Voorbeelden hiervan liggen op het terrein van natuurbeleving en buitenrecreatie.
Het agglomeratievoordeel voor de stad komt volgens Smit onder druk te staan als
de bereikbaarheid te wensen overlaat. Zelfs als de infrastructuur in orde is, maar
11
achtergrond document advies stad compleet.book Page 12 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
bezoekers veel moeten betalen om in de stad te kunnen parkeren, is dat voor velen
een belemmering. Om de toegankelijkheid van de stad te waarborgen is een aantal
transferia gerealiseerd. Uitsluitend reizen met openbaar vervoer vanuit de regio
wordt volgens Von Pickartz steeds lastiger doordat het aantal OV-verbindingen
afneemt en de frequentie waarmee bussen rijden ook beperkt is.
2.5
Opleidingsniveau
De stad Groningen trekt veel probleemoplossende mensen aan, maar heeft er
volgens Vreeman nog meer nodig. Zij creëren volgens hem een klimaat waar bedrijven graag naartoe komen en waar velen willen verblijven en wonen. Groningen
slaagt er beter dan veel andere steden in om hoogopgeleiden aan zich te binden.
Aan de Hanzehogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) hebben studenten de keuze uit ongeveer 175 studierichtingen. De Hanzehogeschool is de grootste
hbo-instelling van het Noorden. Studenten uit binnen- en buitenland studeren aan
ruim zeventig opleidingen. Er zijn opleidingen voor vrijwel alle vakgebieden. Aan
de Rijksuniversiteit Groningen kunnen de studenten vakken volgen aan negen faculteiten. Groningen heeft qua omvang de derde universiteit van Nederland, na
Amsterdam en Utrecht.
FNV en CNV in Noord-Nederland vinden dat er verder structurele promotie van het
ondernemerschap nodig is op alle niveaus. Dit betekent speciale programma's bij
de ROC's, de hogescholen en de RUG. Daarnaast moeten volgens de bonden ook
start-ups ondersteuning krijgen via coaches, mentoren en incubators.
2.6
Verdringing
Groningen kent een sterke verdringing op de arbeidsmarkt – ongeveer 35 procent
van de banen voor laagopgeleiden wordt 'ingepikt' door hoogopgeleiden, bijbanen
van studenten niet meegerekend. Dit komt volgens Smit doordat groepen hoogopgeleiden niet aan de bak komen op hun eigen niveau. Er wordt volgens hem een
baan aanvaard op een lager niveau en mensen komen vanuit die functie niet meer
weg. Ze kunnen dan niet meer concurreren met andere afgestudeerden die wel een
baan op academisch niveau hebben of met net afgestudeerden.
Vooral leerlingen op mbo-niveau 2 en 3 komen als gevolg van verdringing in de verdrukking. Ze zijn volgens Smit onvoldoende adaptief, passen zich minder (snel) aan
veranderende omstandigheden aan en zijn minder mobiel. Het hoge verdringings-
12
achtergrond document advies stad compleet.book Page 13 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE GRONINGEN
niveau duidt er volgens hem op dat er aan de bovenkant van de arbeidsmarkt te weinig banen zijn. Ondanks het feit dat Groningen aansluiting houdt bij de economische ontwikkeling van de Randstad, gaat dit volgens Smit wel gepaard met een aanzienlijke mismatch op de arbeidsmarkt: talenten worden niet op de juiste wijze benut.
Overheid, werkgevers en werknemers hebben volgens Smit een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het gaat erom de mensen adaptiever te maken. Gelijktijdig moet er
volgens hem anders worden nagedacht over werk. Dat wil zeggen: niet uitsluitend in
economische termen, maar ook in sociaal-maatschappelijke termen. En mensen
moeten volgens Smit openstaan voor 'Leven Lang Leren'. Anders ontstaan er volgens
hem grote problemen bij ontslag of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
2.7
Perspectief
De situatie op de Groningse arbeidsmarkt laat zich niet eenvoudig verklaren. Het is
een gegeven dat verdringing op de arbeidsmarkt in Groningen groter is dan in
andere steden. Verder lijkt de arbeidsmarkt te karakteriseren als een arbeidsmarkt
op mbo-niveau. In de derde plaats wonen er in de stad relatief veel hoogopgeleiden.
En ten slotte komen laagopgeleiden moeilijk aan bod. Het is volgens Smit van
belang dat er meer werkgelegenheid voor hoogopgeleiden in stad komt. Om dat te
bereiken moeten meer hoogopgeleiden een bedrijf beginnen. Zij moeten hiertoe
volgens Smit meer worden uitgedaagd. De universiteit en de hogescholen kunnen
op dit vlak bijvoorbeeld programma's aanbieden. Verder kunnen laaggeschoolden
via specifieke opleidingen worden geprikkeld hun perspectief te verbeteren. Op die
wijze kan volgens Smit het aantal mismatches worden teruggedrongen.
Voor de ontwikkeling van een stad zijn volgens Vreeman drie zaken nodig: Talent
(opleidingen), Technologie (innovatie) en Tolerantie (leefklimaat). Als Groningen
erin slaagt deze drie aspecten te waarborgen en te verbeteren, ziet de stad volgens
de oud-burgemeester een welvarende toekomst tegemoet. Specifiek ziet hij mogelijkheden om de ontwikkeling van Groningen in een stroomversnelling te brengen
door meer focus te hebben op het ziekenhuis, de medische sector. Verder vindt hij
dat er onvoldoende in de stad gebeurt als de overheid niet intervenieert. De lokale
ondernemers nemen te weinig tot de verbeelding sprekende initiatieven. Het
museum heeft volgens de oud-burgemeester destijds voor een enorme impuls
gezorgd. Een vergelijkbare impuls wordt verwacht van het nieuwe project Forum.
13
achtergrond document advies stad compleet.book Page 14 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
De aardbevingen hebben volgens Smit veel schade aangericht aan huizen én aan
het vertrouwen van burgers in de overheid. Komende jaren voltrekt zich grootschalige aanpassing en energiezuiniger maken van de regionale woningvoorraad.
Dit betekent volgens hem een enorme impuls voor de regionale economie. De werkgelegenheid die daaruit voortvloeit, moet vooral de regio ten goede komen. Maar
ook verwacht hij dat het onderwijs inspeelt op deze nieuwe kansen door opleidingen
te ontwikkelen die gespecialiseerde mensen gaat afleveren om het werk uit te voeren.
Verder vindt Smit dat het stadsbestuur van Groningen zich meer moet gaan richten
op het zoeken naar 'groeibriljanten' binnen het mkb. Die bedrijven moeten volgens
hem worden geholpen om door te groeien. Drempels en belemmeringen moeten
hiervoor worden weggenomen.
14
achtergrond document advies stad compleet.book Page 15 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE EMMEN
3
Impressie Emmen
3.1
Inleiding
De regio Emmen is gespecialiseerd in chemische, kunststof- en rubberindustrie, die
vooral gericht is op export. De aanwijzing van Zuidoost-Drenthe als nationale topregio op het gebied van groene, op plantaardige grondstoffen gebaseerde chemie is
een belangrijke impuls voor de regio. Voor de kennis- en netwerkeconomie is het
thema biobased economy verder vormgegeven en is het chemiecluster versterkt. Ook
is Emmen de belangrijkste logistieke hotspot van Noord-Nederland. Emmen is verder
sterk in het dagtochtensegment. Jaarlijks bezoeken tussen 600.000 en 700.000 mensen
Dierenpark Emmen: daarmee staat het hoog in de ranglijst van meest bezochte
attracties van Nederland.
Emmen investeert in economische ontwikkeling. Speerpunt in het economische
beleid is het realiseren van de ambitie om meer mensen te verleiden de stad te
bezoeken en, als ze er dan zijn, hen langer te laten blijven. Meer bezoekers betekent
meer bestedingen voor stad en regio. Om die reden wordt de binnenstad op de
schop genomen. De stad bevindt zich in een fase van grootschalige ontwikkelingen:
het centrum wordt heringericht, medio 2016 wordt een nieuw stadstheater opgeleverd en het dierenpark wordt naar een andere locatie verplaatst. De contouren van
het vernieuwde centrum worden zichtbaar. De stad beoogt met deze investeringen
zich van een aantrekkelijke kant te laten zien. Er moet met deze investeringen een
vliegwiel op gang komen waardoor de stad aantrekkelijker wordt voor nieuwe inwoners en bedrijven. Positieve beeldvorming is daarbij essentieel.
De economische kracht van Emmen verbetert geleidelijk. Emmen is een van de vier
steden in het Noorden waar stedelijke voorzieningen zijn geconcentreerd, het is de
grootste industriekern en de tweede winkelstad van het Noorden. Emmen onderscheidt zich van de andere steden door het relatief hoge percentage werkgelegenheid in de door de regering onderscheiden topsectoren. Emmen heeft de meeste
werkgelegenheid in topsectoren hightechsystemen en -materialen, chemie, agrofood
en tuinbouw. In totaal zijn er rond de 45.000 arbeidsplaatsen.
Kortom, Emmen is volop in ontwikkeling, maar dat lijkt zich nog niet volledig uit
te betalen in de komst van nieuwe bedrijven, toename van de werkgelegenheid en
verbetering van het profiel van de stad. Emmen is daardoor een interessante stad
om nader te verkennen. Wat doet de stad aan het verbeteren van deze situatie? Is er
een relativering? Berusting? Of gaat Emmen zich beter profileren en nog harder
15
achtergrond document advies stad compleet.book Page 16 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
rennen nu ze zijn ingehaald? In deze impressie hopen we daarop het begin van een
antwoord te vinden. We spraken met burgemeester Cees Bijl, maar ook met Roel
Folkersma, die betrokken is bij het Innovatie & Kennisplatform Drenthe en Kennispoort Drenthe. Verder spraken we met Ina von Pickartz van de FNV en met Klaas
Zandtingh van het CNV. Ten slotte spraken we met Irene Louwrier, communicatiemanager bij Dierenpark Emmen. Vanuit verschillend perspectief kijken zij naar de
stad en geven toelichting op de hoogte en dieptepunten van de stad.
3.2
Ranglijst
Emmen is qua oppervlak de grootste gemeente van Drenthe en de vierde gemeente
van Nederland. De stad heeft ongeveer 108.000 inwoners. De stad bestaat behalve
uit de stad Emmen uit twaalf kernen: Klazienaveen, Emmer-Compascuum, NieuwAmsterdam/Veenoord, Schoonebeek, Erica, Nieuw-Weerdinge, Zwartemeer, NieuwDordrecht, Barger-Compascuum, Weiteveen, Nieuw-Schoonebeek en Roswinkel.
Emmen is de grootste industriestad van het Noorden en grootste winkelstad van
Drenthe. De stad staat in de 'Atlas van gemeenten 2014' onderaan op de 50ste plek
van de ranglijst. Ten opzichte van andere steden verliest Emmen het op het terrein
van aantrekkelijk woonklimaat en sociaal-economische kracht. Emmen is volgens
het onderzoek een van de meest vergrijzende steden, er is een slecht cultureel en
culinair aanbod en de nabijheid van banen is beperkt. Bovendien ligt Emmen in een
krimpregio.
Bedrijfsleven en overheid investeren veel om de aantrekkingskracht van de stad te
vergroten. De stad heeft diverse aantrekkelijke kwaliteiten. Zo scoort Emmen goed
op het terrein van veiligheid. De stad kent de minste inbraken en ook de veiligheid
op straat is goed. Verder zijn er voldoende goedkope woningen. Ook blijkt uit onderzoek van Wageningen UR dat Emmen na Heerlen de groenste gemeente van Nederland
is. Kortom, Emmen is veilig, betaalbaar en groen. Dit zijn ogenschijnlijk belangrijke
punten bij de afweging voor vestigen of er te blijven wonen. Toch zijn er andere
aspecten die voor burgers en bedrijven kennelijk zwaarder wegen.
Burgemeester Bijl is niet blij met de lage positie op de ranglijst van de ‘Atlas van
gemeenten’, maar plaatst er wel een relativerende opmerking bij. Volgens hem is de
ligging van Emmen, ver weg van de Randstad en daarmee ver weg van het Noordzeestrand, de Biesbosch en de Veluwe bepalend voor de lage positie op de ranglijst
van de ‘Atlas van gemeenten’. Maar Emmen is volgens onderzoek van de Wageningen Universiteit de op een na groenste gemeente van Nederland.
16
achtergrond document advies stad compleet.book Page 17 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE EMMEN
De geografische ligging is zoals hij is. Emmen ligt niet aan de kust, heeft geen
universiteit, ligt ver weg van belangrijke nationale voorzieningen, heeft een kleine
creatieve sector en is aan het vergrijzen. Maar Emmen ligt volgens de burgemeester
in zeer aantrekkelijk gebied. Het grote aantal toeristen bevestigt dit volgens hem.
Bovendien zijn de woningen in Emmen betaalbaar voor mensen met een laag
inkomen.
Folkersma verwacht dat Emmen wel weer stijgt in de ranglijst als de herinrichting
en opwaardering van het stadscentrum is afgerond en medio 2016 het nieuw
stadtheater wordt opgeleverd. Maar er is geen ambitie om bovenin de ranglijst te
komen. Dat geldt volgens Folkersma ook voor Sittard-Geleen. Volgens hem wordt
Emmen bovendien minder ondersteund door het Rijk dan steden als Zwolle,
Groningen en Leeuwarden.
3.3
Profiel van de stad
We spreken met burgemeester Cees Bijl over het profiel van zijn stad. Hij omschrijft
Emmen als een stad van doeners waarvan er velen voor hun werk een blauwe overall
dragen. Diploma's hebben volgens hem in Emmen beperkte status. Leren wordt
vooral belangrijk gevonden als er geld mee kan worden verdiend. Veel inwoners
gingen bijvoorbeeld pas leren met een computer om te gaan zodat ze dan hun oude
spulletjes via Marktplaats konden verkopen.
Tot ver in de twintigste eeuw werkten veel mensen in de productie van turf als
brandstof voor grote delen van het land. Na de oorlog worden steeds meer huizen
met gas verwarmd waardoor er door het wegvallen van deze industrietak grote
werkloosheid in Zuidoost-Drenthe ontstaat. Geleidelijk wordt er met overheidsinvesteringen nieuwe bedrijvigheid naar het gebied gebracht. Vanaf de jaren vijftig
worden productie van kunststof en garen belangrijke dragers. Er komen bedrijven
als Enka, Akzo en Danlon. Sinds de jaren vijftig wordt het DNA van Emmen gekenmerkt door een maakindustrie. Nu nog zijn bedrijven als DSM (engineerings plastics)
en Teijin (garen/vezels) in Emmen gevestigd. De vertegenwoordiging van dergelijke
bedrijven versterkt het profiel van Emmen als industriestad waar de maakindustrie
op hoogwaardige wijze gestalte krijgt. Er wordt daarbij nadrukkelijk verbinding
gemaakt tussen de maakindustrie, hightech en de groene economie.
Roel Folkersma noemt Emmen als een New Town. Er zijn weinig historische gebouwen. Het is een regionale provinciehoofdstad waar werkgelegenheid is voor
ongeveer 45.000 mensen. Het bedieningsgebied omvat ongeveer 200.000 à 250.000
17
achtergrond document advies stad compleet.book Page 18 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
inwoners van Zuidoost-Drenthe en een vergelijkbaar aantal aan de andere kant van
de grens. Alles draait volgens hem in Emmen om de economie. De dragers van de
Emmense economie zijn de productie van (duurzame) bouwmaterialen, toerisme &
recreatie, biobased chemie en transport & logistiek. Emmen is volgens Folkersma
op het terrein van biobased chemie een algemeen erkende specialist en heeft daarmee
een aantal niches in handen die verder ontwikkeld moet worden.
De stad investeerde de afgelopen jaren grote sommen geld in vernieuwing van het
centrum en daarmee in het aantrekkelijker maken van de stad. Met de investeringen
in het centrum, realisatie van een stadstheater en de nieuwbouw van het dierenpark Emmen wil de stad de ingeslagen weg van innovatie vasthouden. Dit wordt
gedragen door Kennispoort Drenthe waar overheid, ondernemers en onderwijs
samenwerken om een regionale economische agenda te ontwikkelen en uit te voeren.
Gemeente en ondernemers zetten zich in om de economische ontwikkeling van
Emmen in een stroomversnelling te krijgen. De snelheid en dynamiek die hiervoor
nodig zijn, komt volgens Bijl niet tot uitdrukking in de sectorplannen die moeten
zorgen voor werkgelegenheid. Hier zou volgens hem vanuit Den Haag pragmatisch
mee moeten worden omgegaan, bijvoorbeeld door de steden een coördinerende rol
te geven en hen achteraf verantwoording te laten afleggen over de besteding van
middelen. Als de steden in staat zijn om de veranderingen in het sociale domein te
implementeren, dan kunnen ze dat ook met de sectorplannen.
3.4
Stedelijke samenwerking
Emmen vormt samen met Borger-Odoorn, Coevorden, De Wolden, Hoogeveen en
Midden-Drenthe de Arbeidsmarktregio Drenthe. Daarnaast vormt Emmen samen
met Coevorden, Hardenberg en Hoogeveen ‘Vierkant voor Werk’, een initiatief om
de hoge werkloosheid in de regio aan te pakken en terug te brengen op het niveau
van het landelijke gemiddelde. Dit moet gestalte krijgen door het opleidingsniveau
aan de onderkant van de arbeidsmarkt te verhogen, het terughalen van werk uit
Azië, het aantrekken van buitenlandse investeringen, het versterken van de kunststof-chemie-vezelcluster en een impuls voor de grensoverschrijdende economie. De
vier gemeenten willen dat het Rijk  75 miljoen in de regio investeert. Zij voelen
zicht gesteund door de motie Schouten (Tweede Kamer, nr. 32 637) waarin de regering wordt gevraagd een visie te ontwikkelen voor Noord-Nederland om werkgelegenheid te behouden en de economie te versterken, in het bijzonder de industriesector.
18
achtergrond document advies stad compleet.book Page 19 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE EMMEN
Emmen maakt daarnaast deel uit van nog diverse samenwerkingsverbanden. Met
Borger-Odoorn en Coevorden vormt Emmen een samenwerkingsverband op basis
van het gastheergemeente-model (BOCE). De doelstelling van dit samenwerkingsverband is om de krachten te bundelen op basis van het principe van gastheergemeente. Op die manier wordt de continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd,
de kwaliteit verbeterd en de efficiency verhoogd. Daarnaast participeert Emmen in
de NG4 (de vier grootste Noordelijke gemeenten). Dit is een samenwerkingsverband
met Groningen, Leeuwarden en Assen. Het kent een pragmatische overlegvorm en
is niet geïnstitutionaliseerd. Ook participeert Emmen in het SNN (Samenwerkingsverband Noord-Nederland) waarbinnen het ruimtelijke en economische beleid van
de drie provincies wordt afgestemd. Ten slotte maakt Emmen deel uit van het G32stedennetwerk. Het belangrijkste doel van het G32-stedennetwerk is het behartigen
van de gezamenlijke be-langen in drie pijlers: de Sociale Pijler, de Pijler Economie &
Werk en de Fysieke Pijler.
Emmen zoekt ook actief samenwerking met het bedrijfsleven. Volgens Folkersma
slaagt Emmen er beter dan andere steden in om verbinding met het bedrijfsleven
tot stand te brengen. Onze betrokkenheid gaat verder dan elders. Ondernemers
worden bijvoorbeeld geholpen met het opstellen van een business case en de gemeente helpt ook met de financiering daarvan te vinden. Er wordt gestreefd naar
een partnerschap met het bedrijfsleven en er wordt gezamenlijk invulling gegeven
aan de verantwoordelijkheid voor innovatie en werkgelegenheid. Ook op het niveau
van Kennispoort Drenthe komt die samenwerking tot uitdrukking. Daar zijn ondernemers, onderwijsinstelling en de overheid partner in de uitvoering van een innovatie agenda. Desondanks blijft het lastig om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij
elkaar te brengen.
3.5
Onderwijs
Het onderwijsniveau in een stad is een belangrijke indicator voor economische ontwikkeling in de stad. In Emmen volgen ongeveer 2000 hbo-studenten onderwijs. De
Hogeschool Stenden heeft dependances in Groningen, Leeuwarden, Meppel en
Emmen. In Emmen worden diverse opleidingen aangeboden, zoals Pabo, Bedrijfseconomie, Commerciële economie, ICT-beheer, Informatica, International Business
and Languages (IBL), Logistiek & Economie, Biologie & Medisch Laboratorium, Chemie
en Marketing, Technische Informatica en Werktuigbouwkunde. Bij ROC (Drenthe
College) worden tientallen opleidingen op mbo-niveau aangeboden in de clusters
Economie & Dienstverlening, Techniek en Zorg & Welzijn.
19
achtergrond document advies stad compleet.book Page 20 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Het is onduidelijk hoeveel studenten er na hun studie een baan vinden in of rond
de stad en dus in de stad blijven wonen. Wel is bekend dat het opleidingsniveau achterloopt op de rest van Nederland. Er is sprake van taalachterstand en hogere schooluitval dan elders. De werkloosheid is hoog, ongeveer 12 procent. De werkloosheid
is niet zelden symptomatisch; achtereenvolgende generaties zijn langdurig werkloos.
De burgemeester is daarom blij dat de NAM ongeveer drie jaar geleden opnieuw
met het oppompen van olie in Schoonebeek is begonnen. Deze ontwikkeling past
volgens hem weliswaar niet in de focus op groene energie, maar de stad juicht het
initiatief wel toe. Hierdoor is het mogelijk om aan het ROC specifieke opleidingen
te volgen zodat er voldoende en goed gekwalificeerd personeel wordt opgeleid.
De meeste ondernemers in Emmen hebben een mbo-niveau. Er zijn volgens Von
Pickartz en Zantingh te weinig ondernemers met een hbo-achtergrond. Nu het aantal
opleidingen groeit, komt hierin volgens hen wellicht verandering. De bonden wijzen
verder op het belang van duaal opleiden, waardoor diploma's, vooral die van het
mbo, geldigheid hebben aan beide zijden van de grens. De scholen willen het wel,
maar er is wetswijziging nodig. Om dit mogelijk te maken moet er volgens de bonden
extra geld beschikbaar worden gesteld.
De toekomst voor Emmen ligt volgens Folkersma op het terrein van het verder ontwikkelen van het ondernemersklimaat. Daarvoor wordt op diverse manieren samengewerkt tussen gemeente, ondernemers en onderwijsinstellingen. Emmen heeft er
vooral belang bij om meer jonge hoogopgeleide professionals aan zich te binden.
Een van de instrumenten die daarvoor gaan worden ingezet is een OpleidingenBedrijven-Gids waarin bedrijven en opleidingen met elkaar in verband worden
gebracht. Hierdoor kunnen studenten in een oogopslag zien met welke opleiding
ze bij welk bedrijf in de regio terechtkunnen. De verwachting is dat de gids eraan
bijdraagt dat studenten en de bedrijven uit de regio elkaar beter kunnen vinden,
zodat studenten niet wegtrekken voordat ze in de regio Emmen hebben geprobeerd
een baan te vinden.
3.6
Werkloosheid
Volgens Von Pickartz en Zantingh zijn Zuidoost-Drenthe en Oost-Groningen regio's
waar met de werkgelegenheid iets bijzonders aan de hand is. De regio's hebben met
13 en 16 procent de hoogste werkloosheid van het land. Bovendien is de sociale
werkvoorziening in beide regio's de grootste werkgever en het aantal Wajongers
vier maal hoger dan het landelijke gemiddelde. Een bijzondere situatie vraagt volgens
de bonden om een bijzondere aanpak. Er is een gezamenlijke aanpak van overheid
20
achtergrond document advies stad compleet.book Page 21 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE EMMEN
en sociale partners nodig, maar daar is volgens Von Pickartz en Zantingh nu nog
geen sprake van.
De nieuwe structuur van de arbeidsmarktregio's is nog niet uitgekristalliseerd. De
bonden worden voor vergaderingen in Zuidoost-Drenthe niet vanzelfsprekend uitgenodigd en de strategische agenda moet nog van de grond komen. Veel rendement
levert het volgens de bonden niet op. In de arbeidsmarktregio Groningen is het
beter geregeld. Daar beschikt men over het benodigde netwerk.
Volgens Ina von Pickartz moeten scholings- en opleidingsmogelijkheden voor
werklozen verbeterd en uitgebreid worden. Er is volgens haar grote behoefte aan
een Noordelijk scholingsfonds waarmee maatwerk kan worden geleverd. Hierin
zouden verschillende geldstromen (van EU, sectorplannen en provincies) moeten
worden gebundeld. Meer maatwerk kan tot uitdrukking komen in het flexibeler
omgaan met scholing. Von Pickartz geeft een voorbeeld waarbij iemand een jaar
scholing voor een baan zou moeten volgen, maar hiervoor slechts in verband met
beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt slechts maximaal drie maanden toestemming krijgt. Ook geeft zij aan dat het UWV werkzoekenden voor vacatures naar de
website werk.nl verwijst. Daar zien ze vacatures waar ze allerlei competenties voor
moeten hebben. Veel werkzoekenden weten volgens Von Pickartz niet eens wat
competenties zijn.
De burgemeester van Emmen en beide werknemersorganisaties vinden dat er in
Zuidoost-Drenthe een experimenteergebied moet komen om meer mogelijkheden
te creëren voor mensen die langdurig werkloos zijn. Zij zijn eensgezind in hun
overtuiging dat er voor langdurig werklozen barrières moeten worden weggenomen.
Er wordt gewezen naar de Rotterdam-Wet om specifieke problematiek te kunnen
aanpakken.
Von Pickartz ziet vooral toename van repressieve maatregelen voor uitkeringsgerechtigden, maar weinig resultaten bij het bestrijden van de werkloosheid.
Emmen ligt volgens haar in een vergeten regio, terwijl de regio veel aandacht nodig
heeft en een speciale aanpak. Veel werklozen zijn volgens haar bezig met overleven,
vaak via de informele economie. De overheid heeft volgens haar de verantwoordelijkheid om de leefbaarheid in deze gebieden op een aanvaardbaar niveau te krijgen.
21
achtergrond document advies stad compleet.book Page 22 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
3.7
Agglomeratievoordelen
De stad beschikt niet over cijfers inzake een eventueel agglomeratievoordeel.
Emmen heeft wel het grootste winkelaanbod van de provincie. Het winkelaanbod
is er volgens Folkersma breder dan in vergelijkbare andere steden van de omvang
van Emmen. Er is veel winkelend publiek uit de regio en ook trekt de stad veel
publiek uit Duitsland. De verwachting is dat dit nog eens een extra impuls krijgt als
het nieuwe dierenpark is geopend.
Op dit moment trekt het dierenpark slechts 8 procent Duitse bezoekers. Volgens
Louwrier komt dat doordat het Duitse achterland van Drenthe dunbevolkt is.
Bovendien is het in Duitsland niet mogelijk om joint promotion activiteiten te ontwikkelen zoals promotie-uitingen op de melkpakken van Melkunie. Gevolg hiervan
is dat er in diverse media moet worden geadverteerd om potentiële Duitse bezoekers
te bereiken. Dat is volgens Louwrier zeer kostbaar en het weegt nauwelijks op tegen
de opbrengsten. Het aantal Duitse bezoekers aan Burgers’ Zoo in Arnhem ligt veel
hoger. Bijna een derde van de bezoekers komt uit Duitsland. Dit komt doordat het
gebied aan de andere kant van de grens daar veel dichtbevolkter is.
Het agglomeratievoordeel kan toenemen als de bereikbaarheid verbeterd. Het wegennet rond Emmen wordt geleidelijk beter. De verbinding met Zwolle is goed en de
snelweg A37 Hoogeveen naar Bremen A1 via de E233 wordt verbreed. Daarmee komt
Emmen vanuit de Randstad te liggen langs de snelste route naar Noord-Duitsland.
Dat kan gunstig uitpakken voor Emmen, omdat investeerders op dit moment nog
terughoudend zijn met investeren in de regio Emmen. Zwolle en Groningen liggen
vanwege hun ligging nu meer voor de hand, maar dat kan veranderen.
Vooralsnog ligt het qua kosten en bevolkingsaantallen niet voor de hand om het
spoorwegnet verder uit te breiden. Dit zou de bereikbaarheid van de stad vanuit de
regio en eventueel vanuit Duitsland wel verder verbeteren.
Het vraagstuk van de bevolkingskrimp is volgens de burgmeester een punt van zorg.
Hij vindt dat het kabinet moet nadenken over de vraag wat men in de nabije toekomst wil met de krimpregio's. Er zijn in de achterliggende jaren diverse sporen
gevolgd. Via bezuinigingen heeft de stad budgetten beperkt en een strenge selectie
gemaakt in de projecten waaraan uiteindelijk groen licht is gegeven. Voorts zijn er
in diverse sectoren fusies en schaalvergroting doorgevoerd. De burgemeester verlangt nu van de rijksoverheid dat er meer wordt ingezet op vermindering van regeldruk, bijvoorbeeld door ruimte te geven om te experimenteren. De urgentie van de
problematiek waarmee krimpregio's worden geconfronteerd, is nog lang niet doorgedrongen op alle niveaus. Het gemeentebestuur maakt zich grote zorgen over de
22
achtergrond document advies stad compleet.book Page 23 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE EMMEN
gevolgen van de herziening van het Gemeentefonds. De gezamenlijke Drentse
gemeenten gaan er per jaar  23 miljoen op achteruit. Bijl vindt dit een verkeerd
signaal. In de Agenda Stad zou wat hem betreft verder moeten worden nagedacht
over de vraag hoe krimpregio's een volwaardig positie in Nederlandse verhoudingen
behouden en niet stelselmatig bij het Rijk hoeven aankloppen voor hulp.
3.8
Grensregio
Emmen heeft de nodige tegenslagen moeten incasseren als gevolg van het wegvallen
van industrie. Onlangs nog kondigde Philips Lighting aan zijn fabriek in Emmen te
sluiten omdat de loonkosten elders in Europa lager zijn. Bijna 250 banen komen
mogelijk te vervallen. Dergelijke besluiten komen hard aan in Emmen. De geografische ligging aan de grens zorgt ook voor problemen. In historisch perspectief hebben
andere grensregio's dezelfde problemen. In Groningen, Twente en Limburg waar
respectievelijk strokartonindustrie, textiel en de mijnen zijn verdwenen, doen zich
dezelfde problemen voor als in Emmen. Vanwege die kwetsbaarheid staat het creëren
en behouden van werkgelegenheid in Emmen al vele jaren bovenaan de economische
agenda. Desondanks is de werkloosheid hoog, ongeveer 12 procent van de beroepsbevolking. Volgens de burgemeester is de werkloosheid nu meer zichtbaar dan vroeger
toen werklozen massaal in de WAO terechtkwamen.
De inwoners kunnen zich over het algemeen prima redden in de Duitse taal. Dat
neemt niet weg dat de burgemeester vindt dat de Duitse taal op middelbare scholen
en op het ROC een verplicht vak zou moeten zijn om de kansen op de arbeidsmarkt
te vergroten. Om het goede voorbeeld te geven, krijgen ook de leden van B&W binnen-kort ook een bijspijkercursus Duits.
De Emmense samenleving investeert steeds meer in de samenwerking met de
Duitse buren. Het is voor Nederlandse scholieren eenvoudiger geworden om stage
te lopen bij Duitse bedrijven. Overigens is de taal niet de enige barrière. Ook met
sociale en fiscale wetgeving is het erg lastig. Bovendien liggen de lonen aan deze
kant van de grens ongeveer 15 procent hoger. Desondanks maken volgens de burgemeester te weinig inwoners uit de regio Emmen gebruik van de kansen die de
Duitse arbeidsmarkt biedt. Het aantal mensen dat over de grens werkt is volgens
hem beperkt. Hij ziet toenemende noodzaak om de mobiliteit verder te stimuleren.
Volgens de bonden lopen werkzoekenden tegen veel kwesties aan. Voorbeelden liggen
op het terrein van verzekering, ziekte, uitkeringsrechten, pensioen. De gemeenten
en UWV stimuleren volgens de bonden het aanvaarden van functies over de grens,
maar ze hebben volgens de FNV onvoldoende oog voor de knelpunten. Daar komt
23
achtergrond document advies stad compleet.book Page 24 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
bij dat de mensen, vanwege het ontbreken van openbaar vervoer, genoodzaakt zijn
een auto aan te schaffen terwijl ze hun auto in sommige gevallen wegens geldgebrek van de hand hebben gedaan.
Volgens Von Pickartz zijn grensregio's niet te vergelijken. Het maakt volgens haar
veel uit of het achterland het Ruhrgebied is of Meppen. Want Meppen is net als
Emmen een gebied dat sociaal-economisch niet sterk is ontwikkeld. Er zijn wel uitwisselingen, maar dan gaat het vooral over feestdagen en toerisme. Voor winkels is
vooral het luxesegment interessant, maar door geringe koopkracht aan de Duitse
kant van de grens heeft dit beperkt invloed op het winkelaanbod in Emmen.
3.9
Gemiste kansen
Emmen heeft volgens Bijl veel hightech werkgelegenheid naar Azië zien vertrekken.
Emmen had er nog meer aan moeten doen om die arbeidsplaatsen te behouden.
Emmen is er volgens hem onvoldoende in geslaagd om het verband tussen bedenken
en maken te leggen met als gevolg dat een aantal bedrijven is vertrokken. De burgemeester noemt ter illustratie Bluetooth, de techniek om apparaten draadloos met
elkaar te laten communiceren. Die techniek is bij Ericsson in Emmen uitgevonden,
maar de producten worden niet in Emmen gemaakt.
De bonden vinden dat er te vaak bedrijven worden ingehuurd die de regio niet kennen
en die niet bijdragen aan de werkgelegenheid in de regio. Zij vinden het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers, werknemers en de overheid om deze
situatie vanwege de uitzonderlijke economische situatie zo spoedig mogelijk te
veranderen. Kennis en arbeidspotentieel in de regio wordt op dit moment onvoldoende benut.
Sommige bedrijven lijken uitsluitend naar regelgeving en loonkosten te kijken
voordat ze beslissen te vertrekken. Het meest recente voorbeeld hiervan is Phillips.
Het gemeentebestuur van Emmen vindt dat er ook moet worden gekeken naar
andere aspecten, zoals de barrières die sturen op afstand met zich meebrengen,
transportkosten en arbeidsproductiviteit. Als naar alle aspecten wordt gekeken, kan
de balans volgens Bijl gunstig uitpakken voor Emmen. Wij zien dat sommige bedrijven
om die reden terugkeren of afzien van vertrek.
Daar komt volgens Folkersma bij dat het spel in Emmen beschaafd wordt gespeeld.
In Emmen wordt niet met de vuist op tafel geslagen. De Emmenaren zijn in de
politieke arena in het verleden vaak te netjes en te afwachtend geweest. Dat heeft
24
achtergrond document advies stad compleet.book Page 25 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE EMMEN
tot gevolg dat de stad niet krijgt wat het hebben wil en wat de stad ook nodig heeft.
Dat blijkt onder meer bij het sluitend krijgen van het businessplan voor de oude
locatie van het Dierenpark Emmen. Hiervoor wilde men een extra rijksbijdrage,
maar dat is niet (helemaal) gelukt. De wethouder werd door een van de regeringspartijen gewezen op de mogelijkheid een beroep te doen op het Zuiderzeelijnbudget en moest met lege handen huiswaarts.
Ook is het bestuurlijke gewicht dat Drenthe kan inzetten niet helemaal vergelijkbaar met dat van de andere Noordelijke provincies. Dat hangt ook samen met de
grootte van de steden en de historie van de lobbycultuur.
De ambities en inspanningen van Emmen roepen de vraag op of het probleemoplossend vermogen van de stad krachtig genoeg is om de ernstige problematiek
van te geringe werkgelegenheid en de hoge werkloosheid effectief aan te pakken. De
bonden zijn van opvatting dat er een visie op de regio ontbreekt en dat er duidelijke
kaders voor de leefbaarheid moeten worden gesteld.
3.10
Perspectief
Meer werkgelegenheid in de regio creëren en meer werkgelegenheid naar de regio
halen zijn al sinds jaar en dag de twee belangrijkste economische speerpunten van
Emmen. Ondanks alle inspanningen leidt dat (nog) niet tot het gewenste effect. De
werkloosheid ligt ver boven het landelijk gemiddelde.
De stad maakt geen deel uit van het daily urban system van Assen - Heerenveen Leeuwarden - Groningen, daarvoor ligt de stad te excentrisch. Ook maakt de stad
geen deel uit van de arbeidsmarktregio Groningen - Assen. Het vormt een arbeidsmarktregio met de relatief kleine gemeenten Borger-Odoorn, Coevorden, De Wolden,
Hoogeveen en Midden-Drenthe. Daarnaast werkt de stad samen met Coevorden,
Hardenberg en Hoogeveen bij het terugdringen van de werkloosheid. Het patroon
dat hieruit naar voren komt, is dat Emmen met relatief kleine gemeenten samenwerkt en geen aansluiting heeft met een andere stedelijke agglomeratie.
Emmen kenmerkt zich door veel laaggeschoolde werkgelegenheid vooral in de
maakindustrie, recreatie en biobased chemie. Vooral met biobased chemie tracht
Emmen verbinding te maken tussen maakindustrie en innovatie. In die sector is de
stad een erkende specialist en dat wil men verder ontwikkelen. Ook zet Emmen in
op het uitbreiden van de maakindustrie High Tech Systems & Materials (HTSM).
Daarnaast tracht de stad de groene economie verder tot ontwikkeling te brengen,
25
achtergrond document advies stad compleet.book Page 26 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
gestimuleerd door buitenrecreatie en natuurbeleving. De verwachtingen van een
betere verbinding tussen het winkelhart en het dierenpark zijn hooggespannen. Op
die manier verwacht men dat dagrecreatie langer duurt waardoor het stadscentrum
kan meeprofiteren van bezoekers.
26
achtergrond document advies stad compleet.book Page 27 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
NOORD-NEDERLAND
4
Noord-Nederland
4.1
Inleiding
De economie van Noord-Nederland ontwikkelt zich volgens de 'Macro Economische
Verkenning' (MEV) 2014 van SER Noord-Nederland op gepaste afstand van, maar in
een min of meer gelijk tempo als de rest van Nederland. De afstand neemt niet toe,
maar wordt ook niet kleiner. Wel is er volgens het rapport nog een erfenis uit het
verleden die moet worden verwerkt, zoals de hoge werkloosheid en het grote aantal
inactieven dat vooral in enkele subregio's ver boven het landelijke gemiddelde ligt.
Er zijn vooral zorgen over de hoge werkloosheid onder de laagopgeleide inwoners.
De problemen bij bedrijven als de aluminiumfabriek Aldel (dat inmiddels een doorstart heeft gemaakt) versterken dit. In de toekomst verdwijnen er naar verwachting
nog meer banen voor laag opgeleiden.
De economische ontwikkeling van het Noorden heeft twee gezichten. Tegenover de
aantrekkingskracht en groei van een stad als Groningen staat krimp en vergrijzing
in de regio. De stad zuigt het Ommeland leeg. Jongeren trekken naar de stad om
hoger onderwijs te volgen en blijven daar 'hangen' nadat ze zijn afgestudeerd, voor
zover ze niet naar de Randstad vertrekken. De plattelandsgemeenten zien het vertrek
van de jeugd met argusogen aan. Men is zich ervan bewust dat de mensen zonder
aansprekende woonomgeving en passend werk niet terugkomen. Er is in sommige
dorpen sprake van dermate ernstige krimp dat voortbestaan van sommige (maatschappelijke) voorzieningen onder druk staan.
De aanhoudende hoge werkloosheid in en de economische ontwikkeling van
het Noorden zijn redenen om dit gebied separaat van de stad/regio Groningen
te beschrijven. Deze impressie bestaat daarom uit twee delen.
We luisterden naar een inleiding van oud-burgemeester Vreeman in de commissie
Stad van de SER over zijn bestuurlijke ervaringen in Zaanstad, Tilburg en Groningen.
Verder spraken wij met Ina von Pickartz van de FNV en Klaas Zantingh van het CNV.
Ten slotte spraken we met Paul Smit, waarnemend secretaris van SER Noord-Nederland. Verder maakten we gebruik van de publicaties ‘Macro Economische Verkenning Noord-Nederland (MEV)’ (2014) en ‘Koersvast 2.0’ (2015).
27
achtergrond document advies stad compleet.book Page 28 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
4.2
Economische ontwikkeling
Volgens SER Noord-Nederland zijn er voor het Noorden de komende jaren twee
belangrijke opgaven: het verhogen van de economische groei en het vergroten van
de werkgelegenheid. Dit zijn voorwaarden om de inwoners van Drenthe, Friesland
en Groningen perspectief te bieden. MEV en Koersvast 2.0 dienen als kompas om de
sociaal-economische positie van het Noorden te verbeteren.
In het laatste rapport worden vijf doelen genoemd om de economische groei en de
werkgelegenheid te vergroten: het verhogen van het groeivermogen, het vergroten
van het adaptief vermogen, het versterken van de stedelijke en landschappelijke
regio's, het ontwikkelen van een nieuw perspectief voor inactieven en het versterken
van de internationale positie. Het is een ambitieus programma dat uit verschillende
onderdelen is opgebouwd.
Ten aanzien van het verhogen van het groeivermogen wordt gepleit voor het vasthouden aan de gekozen focus op de clusters Water, Energie, Healthy Ageing, Agrofood
(Biobased Economy), HTSM (sensor) en Chemie. Ook wordt in het rapport gesteld dat
de focus niet alleen op de financiering van innovatie moet liggen, maar ook bij het
organiserend vermogen van mkb'ers. In de eerste fase van innovatie, waarbij de
nadruk ligt op het vergaren van kennis en het opzetten van netwerken, stokken veel
goede ideeën. Verder wordt gepleit voor goede infrastructuur waarbinnen groeibriljanten verder kunnen groeien en nieuwe groeibriljanten kunnen ontstaan.
Door het ondersteunen van nieuwe start-ups verbreedt de basis. Instrumenten als
incubaters (broedplaatsen), living labs en campussen rondom de kennisinstellingen
zijn hiervoor volgens de opstellers van het rapport essentieel. Het groeivermogen
wordt verder verhoogd door de ondersteuning, vorming en verankering van regionale
hotspots en campussen. Voorbeelden van opkomende hotspots zijn Health Hub
in Roden, Philips in Drachten, het Emtec-cluster in Emmen, de sensorcampus in
Assen, het chemiecluster in Delfzijl/Eemsmond en het cluster van bedrijven rondom Fokker Hoogeveen. Voorbeelden van campussen zijn Science Park Groningen en
de Dairy Campus en de Water Campus in Leeuwarden. Ten slotte wordt gepleit voor
investeren in icoonprojecten, zoals op het gebied van innovatief en duurzaam bouwen
waar andere sectoren bij kunnen worden aangesloten, zoals energiebesparing,
duurzame energie, slim watergebruik en levensloopbestendig bouwen. Een tweede
icoonproject zou zich kunnen vormen op het gebied van de ontwikkeling van
nieuwe medische technologieën voor personalized & customized health, voortbordurend op Healthy Ageing in combinatie met het HTSM-cluster, Big Datainitiatieven en met de kracht van de slimme maakindustrie.
28
achtergrond document advies stad compleet.book Page 29 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
NOORD-NEDERLAND
Ten aanzien van het vergroten van het adaptief vermogen zegt ‘Koersvast 2.0’ dat
het groeipotentieel bij de inwoners omhoog moet. Dit is nodig omdat de potentiële
beroepsbevolking van Noord-Nederland tot 2025 zal dalen met 5 procent. Verder
maakt de mbo-economie de regio kwetsbaar. Bij de niveaus 2 en 3 van het mbo is
sprake van afnemende werkgelegenheid. Ook de mismatch tussen vraag en aanbod
op de arbeidsmarkt is een groot risico voor de economie. Om dit vooruitzicht tijdig
bij te sturen zou de regio een voorbeeldregio moet worden voor ‘Leven Lang Leren’.
Men wil een Noordelijk Scholingsfonds als aanvulling op de reeds bestaande opleidingsfondsen. Op die manier komen opleidingen ook beschikbaar voor tijdelijke
werk-nemers, zzp'ers en werkzoekenden.
Om de stedelijke en landschappelijke regio's te versterken zegt ‘Koersvast 2.0’ dat de
belemmeringen voor het stedelijke netwerk Assen - Heerenveen - Leeuwarden Groningen (AHLG) zo veel mogelijk moeten worden weggenomen. Samenwerken is
noodzakelijk om te komen tot een aantrekkelijke stedelijke cultuur. Om die reden
is het van belang dat de ontwikkeling van het stedelijke netwerk AHLG wordt gezien
als één stedelijke regio, zonder bestuurlijke belemmeringen en/of onderlinge concurrentie. Door de steden als één stedelijk netwerk te zien, kan voorzien worden in
een hoogwaardig en aantrekkelijk voorzieningenniveau en daarnaast kan het vestigingsklimaat op peil worden gehouden. De grootste stad van Drenthe, Emmen,
maakt hiervan geen onderdeel uit. Wel geeft het rapport aan dat het belangrijk is
om aandacht te hebben voor de ontwikkeling voor de corridor Emmen - Hoogeveen Twente.
Om nieuw perspectief voor inactieven op de arbeidsmarkt te creëren, zegt 'Koersvast
2.0' dat de afstand tot de arbeidsmarkt voor velen relatief groot is. Om dit te doorbreken is meer nodig dan alleen inzetten op re-integratie. Volgens het rapport moeten mensen de ruimte krijgen eigen perspectief te creëren, onder meer door ondernemerschap te bevorderen. Hierin past ook het pleidooi om een te experimenteren
met het verstrekken van een basisinkomen. Voorts wordt gepleit om naast opleidingsen re-integratieprogramma's ook gezondheidsprogramma's voor deze groep te ontwikkelen. Om de genoemde uitdagingen aan te kunnen dient er volgens ‘Koersvast
2.0’ op noordelijke schaal bestuurlijk meer te worden samengewerkt.
In de MEV staat eveneens een reeks prioriteiten en uitdagingen. Ze hebben betrekking
op Economie & innovatie, Onderwijs & arbeidsmarkt, Ruimte & mobiliteit en de
overheid. Het rapport stelt dat de stad Groningen binnen het Noorden steeds belangrijker wordt. Op grond hiervan wordt een pleidooi gehouden om Groningen
veel meer het focuspunt te maken van overheidsinvesteringen. Het Noorden zou
29
achtergrond document advies stad compleet.book Page 30 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ervan af moeten stappen om middelen en inzet evenredig te verdelen over de drie
provincies en binnen de provincies over alle subregio's. Met andere woorden, er
wordt een pleidooi gehouden om te investeren waar de economie daadwerkelijk
groeit en niet in waar de overheid wil dat hij groeit. De opstellers kiezen uitdrukkelijk voor een koers waarbij de dynamiek wordt gefaciliteerd in plaats van het sturen
van de koers. Er dient volgens de 'MEV' te worden aangesloten bij de daily urban systems en functional urban areas.
Naast de rapporten ‘MEV’ en ‘Koersvast 2.0’ van SER Noord-Nederland is er op initiatief van VNO-NCW Noord, MKB Noord en FNV Noord een Noordelijke Innovatieagenda ontwikkeld. Met de uitvoering van deze agenda moet de economische groei
een impuls krijgen van gemiddeld 2 procent per jaar en moet de gemiddelde jaarlijkse groei van de werkgelegenheid ten minste gelijk zijn aan het landelijke gemiddelde van 0,5 procent (d.w.z. meer dan 3000 nieuwe arbeidsplaatsen per jaar). Ook
pleit men voor een toename van het aantal startende ondernemingen van ruim
1000 per jaar en een toename van 500 bedrijven die hoger in de innovatiepiramide
zitten. Verder pleit men voor een groei van het aantal exporterende bedrijven van 19
procent, dat wil zeggen op korte termijn ten minste 1000 meer en een toename van
acht naar tien buitenlandse bedrijfsvestigingen per jaar.
De uitvoering van de Innovatieagenda verloopt succesvol. Er is afgelopen decennium
fors geïnvesteerd in een aantal speerpuntclusters die de economie moeten dragen:
Energie, Watertechnologie, Healthy Ageing, Agribusiness, Biobased economy,
HTSM, Smart Industry, Big Data, Sensortechnologie en Chemie.
4.3
Sociale problematiek
Een andere realiteit is dat veel dorpen in het Noorden worden getroffen door krimp,
zowel qua inwonertal als qua werkgelegenheid. De betaalbaarheid en continuïteit
van voorzieningen staat als gevolg hiervan volgens Smit onder druk. De krimp doet
zich voor in leefbare forensendorpen, maar vooral ook in veel gemeenten met hardnekkige sociale problemen. Krimp vereist volgens hem een passend antwoord van
de overheid, anders wordt de tweedeling tussen Stad en Ommeland nog groter en
neemt de spanning toe. Vooralsnog is de beleving bij veel inwoners volgens Smit dat
er beleidsmatig te weinig wordt gedaan aan het afremmen van krimp en het aanpakken van de gevolgen van krimp. Het uitgangspunt moet volgens hem zijn dat de
leefbaarheid in krimpgebieden wordt gewaarborgd en dat voorzieningen op een
verantwoord niveau blijven.
30
achtergrond document advies stad compleet.book Page 31 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
NOORD-NEDERLAND
De groei van de stad Groningen en de krimp van het Ommeland is niet alleen een
probleem van de dorpen. Stad en regio hebben elkaar volgens Vreeman hard nodig
voor groei en om de problemen op te lossen. De natuurlijke spanning moet volgens
hem daarom nog beter worden omgezet in constructieve samenwerking. De stad
heeft de toestroom van de inwoners uit de regio volgens Vreeman nodig en de stad
kan zich minder goed ontwikkelen in een omgeving die geleidelijk verpaupert.
Het is volgens de oud-burgemeester een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
stad en regiogemeenten om te werken aan economische ontwikkeling en het voorkomen van onderlinge spanning. Dit kan onder meer als de regiogemeenten erkennen
dat zij niet zonder de stad kunnen en in plaats van hun rug naar de stad te keren
hun blik op de stad richten. Volgens Vreeman heeft Zaanstad dat op een goed
moment ook gedaan richting Amsterdam en dat heeft de situatie daar aanzienlijk
verbeterd. Te lang heeft men volgens de oud-burgemeester gedacht dat Zaanstad het
wel zonder Amsterdam zou redden.
4.4
Bestuurlijke samenwerking
De drie noordelijke provincies – Groningen, Friesland en Drenthe – stemmen binnen het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) hun ruimtelijk en economisch beleid af. De vier grote steden in het Noorden – Groningen, Leeuwarden,
Assen en Emmen – hebben daarin een belangrijke adviesrol. Ook voert SNN namens
het Noorden onderhandelingen met het Rijk en Europa gericht op versterking van
de positie van Noord-Nederland. Het samenwerkingsverband heeft de belangenbehartiging geclusterd rond vijf prioritaire clusters: watertechnologie, sensortechnologie, healthy ageing, energie en agribusiness.
Ambities en plannen om het groeivermogen van Noord-Nederland omhoog te brengen
zijn er genoeg. Ook over de wijze waarop dit vorm moet krijgen, is op hoofdlijnen
overeenstemming.
Von Pickartz en Zantingh wijzen aanvullend op het verbeteren van de samenwerking
tussen de drie Noordelijke provincies. Nu bestaat er bij hen het beeld dat de provincies
in het Samenwerking Noord-Nederland (SNN) vooral hun eigen provinciale belangen
behartigen en dat er van uitvoering van een gezamenlijke agenda in beperkte mate
sprake is. Het samenwerkingsorgaan moet volgens hen duidelijk in kaart brengen
waar investeringen het meeste rendement hebben.
Er is ook kritiek op de wijze waarop de samenwerking gestalte krijgt. Von Pickartz
vindt dat er een gezamenlijke visie ontbreekt en dat er meer bestuurskracht moet
31
achtergrond document advies stad compleet.book Page 32 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
komen. Vooralsnog slaagt SNN er volgens haar niet in die rol te vervullen. Volgens
Von Pickartz is er vooral strijd tussen de provincies en ontbreekt er een gezamenlijke
agenda. De oplossing zit in meer samenwerking tussen bedrijven, maar ook met
kennisinstellingen. Volgens Von Pickarz dringt de tijd. De economische situatie is
zo ernstig dat er nu doorgepakt moet worden. De overheid moet investeringen aanmoedigen en mede mogelijk maken, zoals de aanleg van een glasvezelnetwerk,
maar ook in investeringen rond duurzaamheid.
32
achtergrond document advies stad compleet.book Page 33 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN
5
Impressie stadsregio Arnhem-Nijmegen
5.1
Inleiding
Arnhem en Nijmegen hebben al enkele decennia een intensief samenwerkingsverband, maar de wettelijke basis (WGR+) die hieraan ten grondslag lag, is met
ingang van januari 2015 vervallen. De samenwerking blijft echter bestaan, maar
krijgt een andere vorm. Er is een compromis uitgewerkt over de structuur die nu ter
besluitvorming bij de raden van de 20 participerende gemeenten ligt. De gezamenlijke ambities van de gemeenten in de regio zijn ondanks het wegvallen van de
samenwerking in de stadsregio onverminderd relevant. Alle gemeenten gaan meewerken aan het bevorderen van de regionale economie. De gemeenten willen geen
concurrenten van elkaar zijn, maar beogen via samenwerking elkaar te versterken.
De regio wil de vierde economische regio van Nederland blijven, een belangrijke
scharnierfunctie zijn tussen de Randstad en Duitsland en de economische kracht
van de regio gezamenlijk blijven uitdragen. Dat vinden de gemeenten voor de toekomst van de 800.000 inwoners van de regio van groot belang. De regio heeft, afgeleid hiervan, drie speerpunten: het versterken van de regio die één economisch
geheel is, het versterken van de (internationale) concurrentiekracht van de regio en
het zorgen voor optimale bereikbaarheid van de regio.
Arnhem en Nijmegen zijn aantrekkelijke woongemeenten, althans volgens de
index van de ‘Atlas van gemeenten 2014’. De positie van Arnhem is iets gedaald. Dit
wordt volgens Wever , directeur van de stadsregio, verklaard doordat wonen in de
Randstad aantrekkelijker is geworden, omdat daar de huizenprijzen zijn gedaald en
het aantal files is afgenomen. Ook willen steeds meer jongeren in de grote steden
wonen. Nijmegen staat al een reeks van jaren in de top 10 van de woonaantrekkelijkheids-index, maar is ook iets gezakt. Ook hier wordt de verklaring gezocht bij de
afgenomen filedruk in de Randstad. Wever verwacht dat Nijmegen weer aantrekkelijker wordt door de opening van de nieuwe stadsbrug en de afgeronde verbreding
van de A-50 en de brug bij Ewijk.
In de sociaal-economische-index staat Arnhem voor het derde jaar op rij op de 29ste
plek. De stad scoort relatief laag op het gebied van bijstand, armoede, werkloosheid
en arbeidsongeschiktheid. De stad scoort hoog op banen en het percentage groeibanen/ zakelijke diensten. Nijmegen staat in de sociaal-economische index vier
plaatsen lager, op de 33ste plek. Deze relatief lage plek verklaart Nijmegen uit het
feit dat het percentage banen in de groeisectoren (financiële en zakelijke dienstverle-
33
achtergrond document advies stad compleet.book Page 34 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ning) beperkt is. Uit de gemeentelijke Stads- en Wijkmonitor blijkt dat ook andere sectoren in de lokale economie belangrijk zijn voor economische groei. Daarnaast
heeft de stad een onderwijs-gezondheidscluster en kennisintensieve instellingen/
bedrijven die minder conjunctuurgevoelig zijn dan de financiële en zakelijke dienstverlening.
Is de stadsregio Arnhem-Nijmegen succesvol op het terrein van innovatie, ondernemerschap en werkgelegenheid? En zo ja welke mechanismen bepalen dat?
Over die vragen spraken we met Clemens Cornielje, Commissaris van de Koning
in Gelderland, en Rikus Wolbers, directeur van Novio Tech Campus, een platform
voor toepassing en innovatie van zorgtechnologie op het terrein van revalidatie,
medisch-technologische toepassingen, biofarma en medicijnen waar tientallen
bedrijven bij zijn aangesloten. Daarnaast spraken we Roel Wever, nu nog directeur
van de binnenkort op te heffen stadsregio Arnhem-Nijmegen. Verder leggen we een
aantal vragen voor aan Marcel Hielkema (voorzitter VNO-NCW Gelderland). Tevens
raadpleegden we diverse publicaties: ‘Samen voor een krachtige regio’ (2013), de
position paper ‘Agglomeratievoordelen en de Ruimtelijk-Economische Ontwikkelingsstrategie’ van Roderik Ponds en Otto Raspe, het onderzoek ‘Trickle down in de
stad’ van Platform 31, de nota ‘Regionaal Plan 2005-2020’ van de stadsregio Arnhem-Nijmegen en de ‘Economische Agenda Arnhem 2015’.
5.2
Profiel van de stadsregio
Arnhem en Nijmegen vormen gezamenlijk een stadsregio, maar het ontbreekt volgens
Wolbers aan een eenduidig en herkenbaar profiel zoals sommige andere steden
en regio's dat wel hebben. Nijmegen richt volgens Wolbers de focus op Health en
Educatie, terwijl in Arnhem Energie en Milieu de belangrijkste thema's zijn.
Arnhem en Nijmegen zijn twee min of meer even grote steden die via de weg van
samenwerking schaalvoordelen benutten, zich specialiseren en elkaar helpen bij de
realisering van stedelijke doelen.
Commissaris van de Koning Cornielje richt de blik niet alleen op de stadsregio,
maar ook op Gelrestad. Hij noemt de vier stedelijke regio’s: Apeldoorn, Arnhem, Ede
en Nijmegen in zijn provincie waar tezamen ongeveer 1 miljoen mensen wonen.
De provincie moedigt de samenwerking tussen deze stedelijke regio's aan. Volgens
Cornielje kunnen deze regio's elkaar door goede en intensieve samenwerking versterken en zo hun positie ten opzichte van de Randstad versterken. Geïnspireerd door
Brabantstad spreekt hij graag van Gelrestad om het gebied aan te duiden.
34
achtergrond document advies stad compleet.book Page 35 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN
De regio onderscheidt zich door een hoge kwaliteit van leven. Alle stedelijke gebieden
worden omgeven door bossen. De rivieren liggen op loop- of fietsafstand (Rijn,
Waal, IJssel en Maas). Binnen de regio zijn twee universiteiten (Wageningen UR
en de Radboud Universiteit), drie hogescholen en een internationale school in
Arnhem. Ondanks mogelijke interessante toekomstige ontwikkeling in dit gebied,
beperken wij ons in het kader van deze bloemlezing tot de stadsregio ArnhemNijmegen.
De regio verliest volgens Wever geleidelijk aantrekkingskracht, ondanks de gunstige
ligging van Arnhem en Nijmegen op de oost-westcorridor en een internationaal
treinstation. Dat komt volgens hem enerzijds doordat er enkele bedrijven, waaronder Akzo, uit Arnhem zijn vertrokken en anderzijds doordat de regio Zwolle,
Eindhoven en West-Brabant het beter doen. De regio Zwolle en West-Brabant liggen
infrastructureel heel gunstig waardoor bedrijven zich daar graag vestigen. Dit heeft
gevolgen voor de werkgelegenheid en het ondernemerschap en als gevolg daarvan
ook voor innovatie.
Wever verklaart dit uit het feit dat de steden te verschillend zijn en er een economische niche ontbreekt die de regio bij iedereen op het netvlies zet. Het lukt niet om
één profiel te ontwikkelen. Veelzijdigheid is volgens Wever de kracht en daarin is
de regio koersvast. In Arnhem-Nijmegen zijn de condities aanwezig om een succesvolle stadsregio te zijn. Niet voor niets is de regio de vierde economische regio van
Nederland. De regio wil dit blijven en investeert vanuit dat oogpunt in het stimuleren
van de economie, het verbeteren van de mobiliteit en de kwaliteit van wonen.
Volgens Cornielje mogen de Gelderlanders hun trots op het bedrijvenaanbod, de
bereikbaarheid, de leefomgeving, de kennisinstituten en de historische steden best
wat meer en duidelijker uiten. Hij noemt de voorbeelden van de sterk ontwikkelde
maakindustrie en de talrijke grote bedrijven die in Gelderland zijn gevestigd. Het
zijn bedrijven die machines maken, onder meer voor banden en bakstenen. Daarnaast noemt hij de sterk ontwikkelde zakelijke dienstverlening in Arnhem met bijvoorbeeld ongeveer 400 advocatenkantoren. Verder zit de kracht van de provincie
volgens de Commissaris in de aanwezigheid van Energy Valley in Arnhem, Food Valley en Wageningen en Health Valley in Nijmegen. De provincie stimuleert de
economische ontwikkeling in de provincie onder meer door de cross-overs tussen
de sectoren aan te moedigen, bijvoorbeeld op het terrein van health en food. Daarnaast speelt de provincie een actieve rol bij het bevorderen van de economische ontwikkeling door campusvorming in Nijmegen, maar ook in Wageningen en Ede
mede mogelijk te maken.
35
achtergrond document advies stad compleet.book Page 36 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Ook Wever vindt de Gelderlanders te bescheiden, met als gevolg dat de regio er
onvoldoende in slaagt om de aandacht van nationale media op zich te vestigen.
Eindhoven slaagt daar volgens hem beter in doordat de burgemeester zich naar de
buitenwereld als een boegbeeld presenteert. De indruk ontstaat dat de burgemeester
persoonlijk bij alle projecten betrokken is. Arnhem en Nijmegen slagen daar veel
minder in. Het toekomstige samenwerkingsverband gaat geleid worden door de
burgemeesters Bruls en Kaizer. Burgemeester Bruls van Nijmegen gaat de nieuwe
triple helix-structuur leiden, terwijl burgemeester Kaizer van Arnhem verantwoordelijk wordt voor het Gemeenschappelijk Orgaan.
Volgens Wever is het belangrijk periodiek media-aandacht voor je stad te krijgen.
Voor steden in de Randstad is het veel eenvoudiger om een nationale uitstraling te
hebben en te houden. Zij krijgen meer media-aandacht, de meeste grote bedrijven
zijn daar gevestigd en de burgemeesters van de grote steden hebben nationale
bekendheid. Om die reden is het voor de steden in de periferie nog belangrijker om
een boegbeeld te hebben, iemand die de stad het gewenste profiel geeft. In de periferie wordt volgens Wever meer betekenis toegekend aan identiteit. Dat is volgens
hem aan de ene kant hun kracht, maar het is ook hun zwakte. Het kan volgens hem
namelijk een remmende factor zijn ten aanzien van de bereidheid om samen te werken en mee te denken over de regionale economische agenda.
5.3
Economische ontwikkeling
De resultaten van het samenwerkingsverband Arnhem-Nijmegen zijn duidelijk
zichtbaar door kaarten over een periode van enkele decennia naast elkaar leggen.
Dan is duidelijk waarneembaar dat Arnhem en Nijmegen naar elkaar toegroeien.
Geleidelijk wordt het één stedelijk gebied. Naast de twee steden maken ook
Lingewaard en Overbetuwe hiervan deel uit.
Hielkema geeft aan verder op deze weg te willen. Om de ambities van de regio te
realiseren moet er volgens hem worden geïnvesteerd in infrastructuur. Wat fysieke
infrastructuur betreft noemt hij verbreding wegen, verbreding bruggen, aanpakken
knooppunten, doortrekken routes over de grens, snellere treinverbindingen en een
directe treinverbinding naar Düsseldorf Airport. Daarnaast moet er volgens hem
ook worden geïnvesteerd in digitale infrastructuur, zoals een glasvezelnetwerk.
In de nota 'Regionaal Plan 2005-2020' geeft de stadsregio aan in te zetten op het
ontwikkelen en verder versterken van een aantal hoogwaardige kennisconcentraties.
36
achtergrond document advies stad compleet.book Page 37 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN
Deze kennisconcentraties ontwikkelen zich aan de randen van de beide steden.
Arnhems Buiten Energy Business Park is een voorbeeld van zo'n ontwikkeling.
In 'Economische Agenda Arnhem 2015' wordt ingegaan op het cluster Arnhemse
energie en milieucluster. In de provincie Gelderland zijn circa 500 bedrijven en kennisinstellingen op het gebied van Energie en Milieutechnologie (EMT) gevestigd. De
regio Arnhem is een spin in het web als het gaat om belangrijke (innovatieve) ontwikkelingen binnen dit cluster. De Stichting kiEMT (Kennis en Innovatie in Energie en
Milieutechnologie) is een netwerk van EMT-gerelateerde bedrijven, overheden en
kennisinstellingen in met name de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en de Stedendriehoek. Door een nauwe samenwerking van deze partijen en het uitwisselen van
innovaties ontstaat er nieuwe business. Bedrijven zoals KEMA, AkzoNobel, Ballast
Nedam, Smit Transformatoren, Essent en de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN)
kunnen een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van kennisoverdracht in de
regio Arnhem-Nijmegen en in het onderzoek naar belangrijke spelers op het gebied
van EMT.
Arnhem onderscheidt zich op EMT-gebied duidelijk van andere steden. Dat biedt
volgens de Economische Agenda mogelijkheden voor een sterkere profilering van
Arnhem, eventueel in samenhang met de klimaatproblematiek. Deze kansen moeten
verder worden geëxploreerd. Aandacht gaat in de komende jaren uit naar het versterken van de innovatiekracht en ondernemerschap ('start-ups' en 'spin-offs') en
naar marketing en acquisitie. Het ideaalbeeld is om een volwaardig, internationaal
toonaangevend en erkend EMT-cluster te zijn rond enkele specifieke innovaties en
toepassingsgebieden.
Het ontwikkelen van regionaal-economisch beleid is volgens Wever geen speerpunt
van de stadsregio geweest. De gemeenten organiseerden dit zelfstandig. Er zijn wel
diverse afspraken gemaakt met de detailhandel. Dat neemt niet weg dat de inspanningen wel zijn gericht op het creëren van randvoorwaarden, zoals de verlenging
van de A15, de tweede Waalbrug en Waalfront (verplaatsing van bedrijven aan de
Waal naar een locatie buiten de stad om de vrijgekomen grond te benutten voor
woningen).
De nadruk op infrastructuur en wonen is volgens Wolbers eenvoudig te verklaren
vanwege de wettelijke taken. Keuze voor regionaal-economische ontwikkeling is
veel complexer, aangezien daar niet alleen geografische keuzen moeten worden
gemaakt, maar ook voor bepaalde sectoren van de economie. Een bovenlokale visie
en beleidagenda voor economische ontwikkeling vindt Wolbers voor heel Oost-
37
achtergrond document advies stad compleet.book Page 38 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Nederland van grote betekenis en daarin moet volgens hem een duidelijke rol worden
weggelegd voor de zorg & cure-sector, aangezien die veel regionale spin-off heeft en
inmiddels een aanzienlijk deel van de regionale economie omvat.
De urgentie van het stimuleren van de bovenlokale economie wordt ook volgens
Wever bij stakeholders wel gevoeld, maar is tot nu toe nog onvoldoende waargemaakt. Daar moet volgens hem bij worden opgemerkt dat het voor de regio lastig is
om in de top 10-lijstjes van het Rijk te komen. Dat verklaart waardoor realisering
van projecten altijd veel tijd in beslag neemt.
Door samenwerking tussen overheden en andere stakeholders is desondanks in de
stadsregio veel mogelijk gebleken. De verbinding met het bedrijfsleven kan volgens
Wever beter. Het nieuwe samenwerkingsverband stelt de samenwerking tussen
gemeenten, kennisinstellingen en bedrijfsleven centraal. Er wordt gewerkt aan een
lichte vorm van samenwerking volgens de triple helix-grondslag waarin ruimte is
om elkaar te voeden en te inspireren. De verwachting is dat het uitvoeren van de
economische visie, het bevorderen van economische ontwikkeling en het stimuleren
van de werkgelegenheid het best tot stand komt door de drie maatschappelijke
sectoren te laten samenwerken. De gekozen samenwerkingsvorm heeft draagvlak
bij alle gemeenten in de regio, maar brengt volgens Wever wel als risico mee dat de
agenda van het bedrijfsleven centraal komt te staan. De verantwoordelijkheden van
gemeenten en kennisinstellingen reiken echter verder.
De provincie heeft de aanbevelingen uit het rapport Sterk Bestuur in Gelderland
van de commissie-De Graaf overgenomen. In dit rapport wordt beschreven hoe
gemeenten beter kunnen samenwerken bij een meer doelmatige uitvoering van
gemeentelijke en een krachtiger aanpak van gezamenlijke regionale opgaven. Het
rapport geeft aan dat veel gemeenten in de regio's te klein zijn om zelfstandig de
gemeentelijke taken uit te voeren. Intensieve samenwerking of schaalvergroting
kan hiervoor een oplossing zijn. Volgens Cornielje neemt het bewustzijn bij kleinere
gemeenten toe dat grotere steden een waarborg bieden voor werkgelegenheid van
veel van hun inwoners, waardoor van grotere gemeenten wordt verwacht dat zij
een dominante rol vervullen in de ontwikkeling van de regionale economie. Kleinere gemeenten hebben er immers voor hun eigen inwoners belang bij dat werkgelegenheid niet verder onder druk komt te staan. Een en ander is een erkenning van
de belangrijke rol van steden in de regio. Volgens de Commissaris is er op talrijke
beleidsterreinen meer wederzijdse afhankelijkheid dan men vaak wil toegeven.
38
achtergrond document advies stad compleet.book Page 39 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN
Ook Hielkema vindt dat de samenwerking beter moet. Hij signaleert dat gemeenten
elkaar beconcurreren op te ontwikkelen bedrijventerreinen, woningbouw en retail.
Op het moment dat deze zaken beter regionaal afgestemd worden, ontstaat de kans
tot meer synergie en plaatselijke economische bloei; wat volgens hem het economische en sociaal-maatschappelijke karakter van de gehele regio op lange termijn ten
goede zal komen.
Hielkema heeft er vertrouwen in dat de nieuwe triple helix-samenwerking in de
vorm van een op te richten ‘Economic Board’ vruchten gaat afwerpen. De focus
moet gericht zijn op het formuleren/creëren van een regionale economische identiteit/samenwerking waarin cross-overs (tussen Food, Health en Energy) gefaciliteerd
worden. De profilering van de regio als goede vestigingsplaats voor ondernemers
kan en moet scherper evenals de regionale ambities. Het vergezicht is dat ArnhemNijmegen in 2025 de verbindende schakel tussen Randstad en Ruhrgebied moet
zijn en het leidende gebied in Nederland ten aanzien van de topsectoren Health,
Food en Energy. Zowel overheid, bedrijfsleven als onderwijs hebben zich gecommitteerd aan de economic board en nemen actief deel.
5.4
Opleidingsniveau
Steden zetten sterk in op het aantrekkelijk maken voor en vasthouden van hoogopgeleiden. Dat is niet verwonderlijk, want hoogopgeleiden brengen veel voordelen
met zich mee en zorgen ervoor dat steden aantrekkelijk zijn voor (kennisintensieve)
bedrijven en instellingen. Zowel Arnhem als Nijmegen zijn aantrekkelijke steden,
met veel perspectief voor jonge mensen. Beide gesprekspartners geven aan dat er
desondanks meer hoogopgeleide jongeren vertrekken dan er bijkomen. Wever geeft
aan dat er te weinig zicht is op verschuivingen in ondernemerschap met als gevolg
dat er niet optimaal kan worden gestuurd op ontwikkelingen.
Er heerst volgens Wolbers tegenwoordig in Nijmegen een positiever klimaat voor
ondernemerschap. Dat geldt zowel voor het stadsbestuur als voor de universiteit.
Dat is volgens Wolbers in het verleden wel anders geweest. Tegenwoordig biedt de
universiteit start-ups trainingen aan en ook worden er programma's aangeboden
voor studenten die niet alleen de research in willen, maar zich breder en ondernemender willen ontwikkelen.
Hielkema vult dit aan. Volgens hem moet de samenwerking tussen Health, Energy
& Food worden gestimuleerd vanuit overheden, bedrijfsleven en onderwijs. Wat
hem betreft worden er nieuwe studierichtingen geïntroduceerd op het terrein van
39
achtergrond document advies stad compleet.book Page 40 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Health & Food en Master of Electricity en worden er ambachtsscholen voor EMTonderwijs opgericht. Verder vindt de voorzitter van VNO-NCW Gelderland dat de
Duitse taal verplicht moeten worden op het middelbaar onderwijs.
Hielkema wijst er verder op dat er ook aandacht moet zijn voor laag- en middelbaar
opgeleiden. Deze groepen moeten volgens hem investeren in ‘Leven Lang Leren’ en
omscholingsprogramma’s om flexibeler te worden en beter aansluiting te vinden
bij een veranderende arbeidsmarkt. Afgeleid hiervan moet de regio er volgens hem
voor zorgen dat er voor deze groepen voldoende woningaanbod in alle categorieën is.
5.5
Agglomeratievoordelen
Volgens Wever heeft de regio Arnhem-Nijmegen aanzienlijke agglomeratievoordelen.
Dit is mede mogelijk geworden doordat de regio heeft geïnvesteerd in de tweede
Waalbrug, de aanleg van een stadregiorail en de verlenging van de A15. De bereikbaarheid vanuit omliggende gemeenten is hierdoor aanzienlijk verbeterd. Er is volgens hem ook sprake van een omgekeerd agglomeratievoordeel. Er liggen bijvoorbeeld plannen voor een Factory Outlet in Zevenaar. Dat betekent concurrentie voor
de binnensteden van Arnhem en Nijmegen, maar het is een beweging die volgens
hem wel moet worden gefaciliteerd, omdat dit soort voorzieningen een belangrijke
functie in de regio kunnen vervullen. Hij ziet geen relatie tussen deze ontwikkeling
en leegstand van winkels. Het zijn volgens Wever eerder de internetwinkels die voor
leegstand in de winkelstraten zorgen. Vanuit de gemeente is er wel overleg met de
detailhandel om de aantrekkingskracht van het winkelen in de binnensteden te
bevorderen. Het moet weer meer een uitje worden, een beleving zoals tijdens kerstmarkten, zodat meer mensen van buiten de stad gebruik gaan maken van de winkels
in de binnensteden.
Het agglomeratievoordeel voor de regio kan volgens Hielkema verder worden verbeterd door het cultuuraanbod verder te versterken. Dit, gecombineerd met betere
verbindingen, zorgt ervoor dat meer mensen vanuit de Randstad of Düsseldorf de
regio bezoeken.
5.6
Grensregio
Grensregio's die er niet of onvoldoende in slagen hun verzorgingsgebied uit te breiden
tot over de grens, liggen als het ware op een halve cirkel. Gevolg hiervan is dat er
extra inspanningen moeten worden gedaan om dit nadeel teniet te doen of om te
zetten in een voordeel. Volgens de Gelderse Commissaris van de Koning, Cornielje,
40
achtergrond document advies stad compleet.book Page 41 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN
is de regio Arnhem-Nijmegen niet in de eerste plaats een grensregio, maar meer de
verbinding tussen de Randstad en het Ruhrgebied. De verbindingen over het spoor,
de weg en het water zijn uitstekend. Vanuit Arnhem is het een uur met de trein naar
Amsterdam en Düsseldorf. Via de weg A1, A12, A15 zijn beide metropolen goed
bereikbaar, via het water over Rijn en Waal en goederen over de Betuwelijn vanuit
Rotterdam.
Volgens Wever zijn er nog te weinig bewegingen richting Duitsland. De bestuurders
in de regio moeten er volgens hem nog aan wennen dat hun inwoners erg mobiel
zijn. Dat betekent volgens hem onder meer dat burgers om te tanken en voor hun
nieuwe keuken naar Duitsland gaan, maar dat Duitsers voor hun boodschappen
ook graag naar Nederland komen. De oriëntatie op Duitsland is volgens hem onvoldoende. Velen beheersen de Duitse taal onvoldoende en de meeste inwoners van de
regio verdiepen zich onvoldoende in de Duitse cultuur. Het is volgens hem nog te
veel een speerpunt dat met de mond wordt beleden, maar nog te weinig concreet
is. De overheid moet er meer in investeren dat ondernemers Duitsland als een interessante markt gaan zien. In plaats van reizen naar China, ziet hij veel meer in reizen
naar Duitse deelstaten.
Hielkema vindt ook dat er nog veel valt te verbeteren. Wet- en regelgeving kan beter
worden afgestemd en gemeenten kunnen grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden aangaan. Verder zou ook Duitse les op Nederlandse scholen en visa versa
een impuls moeten krijgen. Positief is hij over de inspanningen van diverse organisaties, zoals de Kamer van Koophandel en de provincie Gelderland, die zich gezamenlijk inzetten voor een steviger Internationaliseringsagenda, onder andere op
het gebied van industrie/handel en arbeidsmarkt.
Op bestuurlijk niveau voeren de Commissarissen van de Koning van Gelderland,
Limburg en Overijssel jaarlijks drie maal overleg met de Regierungspräsidenten van
Keulen, Münster en Düsseldorf tijdens een ‘3+3 Treffen’. Het zijn werkbezoeken
waar ook knelpunten rond grensoverschrijdende samenwerking aan de orde komen.
Wolbers merkt op dat niet alleen knelpunten rond grensoverschrijdende samenwerking moeten worden aangepakt, maar ook knelpunten tussen regio's. In de
health sector is men volgens hem gewend om samen te werken op de inhoud, volledig
los van stadsregionale afbakeningen. Hij is zich ervan bewust dat Duitsland dichtbij
is, maar dat geldt ook voor Brabant. De samenwerkingspartners voor de Novio Tech
Campus zijn gevestigd in Oss, Twente en Eindhoven. Regelmatig ziet hij niet goed
samenwerkende overheden, dat wil zeggen overheden die andere, soms zelfs met
41
achtergrond document advies stad compleet.book Page 42 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
elkaar in strijd zijnde, voorwaarden stellen. Provincies stellen volgens hem begrijpelijk vaak als voorwaarde voor financiering dat de opbrengsten van projecten
moeten neerdalen in de eigen provincies, maar dat is bij complexe projecten met
meerdere financiers niet altijd te realiseren. Hij vindt op grond hiervan dat gemeenten en provincies veel denken in geografische grenzen.
Wolbers staat vanuit de Novio Tech Campus in beginsel positief tegenover meer
grensoverschrijdende samenwerking, maar hij ziet ook beperkingen. Vooral op het
terrein van research is die samenwerking volgens hem interessant. Maar in de fase
van toepassing en het vinden van afzetmarkt zijn die partners vooral concurrenten.
Dat komt volgens hem onder meer doordat er vaak private partijen betrokken zijn
die rendement willen halen uit hun investeringen.
Ook ziet Wolbers barrières rond het verschil in wet- en regelgeving in verschillende
landen. Hij geeft aan dat de markt voor Health & Life Science een wereldwijde markt
is. De Nederlandse markt is gewoon te klein. Voordat nieuwe producten worden toegelaten op de Europese markten en worden geaccepteerd bij de verschillende verzekeraars, moeten vaak per land veel complexe trajecten worden doorlopen. Hij is
erg tevreden over de Nederlandse houding en wet- en regelgeving ten aanzien van
het in de praktijk toepassen van innovaties. Dat is in Nederland veel eenvoudiger
dan in andere Europese landen.
5.7
Gemiste kansen
De regio heeft zich volgens Wever nadrukkelijk gericht op verbetering van fysieke
infrastructuur. Dat heeft volgens hem goede resultaten opgeleverd. Maar die focus
heeft er wel toe geleid dat er vooral aansluiting is gevonden bij de traditionele
economie en er te weinig is op innovatieve economie, zoals talrijke initiatieven van
hoogopgeleiden. Die groep heeft volgens Wever behoefte aan andere voorwaarden,
zoals snelle verbindingen met ander kennisregio's. Hij verwacht dat daar met de
komst van het nieuwe samenwerkingsverband verandering in komt.
Wolbers vindt dat de overheveling van zorgtaken naar de gemeenten kansen biedt.
Gelijktijdig met deze transitie moeten er ook innovaties toegepast kunnen worden,
zodat niet hetzelfde werk met minder geld, maar nu door een andere overheid
wordt uitgevoerd. Deze innovaties vragen tijd en ruimte. Het is volgens hem onzeker
of gemeenten die veel onzekerheden op zich af zien komen hiertoe bereid zijn.
42
achtergrond document advies stad compleet.book Page 43 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN
Ook is Wolbers van opvatting dat er in Nijmegen te weinig gevoel voor urgentie is
ontstaan. De geleidelijke afbouw van activiteiten heeft niet tot een wake-up call
geleid. Er ontbrak volgens hem lange tijd een gezamenlijke agenda en uitvoerende
kracht, waar nu wel hard aan wordt gewerkt. Dat is volgens hem in Eindhoven beter
gelukt. Daar is Brainport ontstaan als gevolg van bedrijfssluitingen bij DAF en Philips,
twee belangrijke bedrijven voor de stedelijke economie. Onder grote tijdsdruk
moest er worden gezocht naar alternatieve werkgelegenheid. In Nijmegen speelt
dat volgens hem minder met als gevolg dat het allemaal te langzaam gaat, terwijl
bedrijven en burgers tegenwoordig erg mobiel zijn en gemakkelijk naar elders
vertrekken.
Hielkema onderschrijft dit en wijst er verder op dat in de regio Eindhoven sprake is
van een gedeelde regionale en gedragen visie en een zeer goed ecosysteem van ondersteunende partijen. Vanuit Arnhem-Nijmegen zal er volgens hem daarom ook regiobreed moeten worden gekeken naar samenwerkingsverbanden. Daarnaast zal in
deze tijd verbinding moeten worden gezocht met andere ecosystemen (uit andere
gebieden) om daarmee nieuwe activiteiten te ontplooien. Verder moet er wat
VNO-NCW Gelderland betreft worden ingezet op het faciliteren van cross-overs.
Wolbers vindt dat veel regelingen slimmer kunnen worden toegepast. Vaak zijn de
subsidies voor bijvoorbeeld start-ups volgens hem heel specifiek. Bij specifieke subsidies lekt er te veel energie weg doordat aan allerlei criteria moet worden voldaan
om voor de subsidie in aanmerking te komen. Een keuze voor specifieke subsidies
veronderstelt bovendien volgens Wolbers dat vooraf bekend is welke producten
winstgevend gaan worden. Dat is in de praktijk niet het geval. Hij pleit daarom voor
meer generieke subsidies waarbij de overheid niet op de stoel van de ondernemer
gaat zitten.
Cornielje wijst naar Den Haag. Hij hekelt het financiële verdeelmodel van het Rijk
waarbij de grote steden (in de Randstad) altijd in het voordeel zijn omdat wordt
verondersteld dat het rendement van de investeringen daar het grootst is. Dit gaat
volgens hem ten koste van met name de zeven grensregio's. Zo is volgens de Commissaris de bereidheid van het Rijk om bij te dragen aan de realisatie van infrastructuur in een van de grote steden is veel groter dan voor andere stedelijke gebieden.
In Den Haag is in dit opzicht onvoldoende doorgedrongen dat we in één netwerksamenleving leven waar Nederland door de beperkte afstanden in feite een verstedelijkt gebied is. Er is hierdoor volgens hem geen enkele reden om steden buiten de
Randstad qua financiële ondersteuning van grote projecten anders te behandelen.
43
achtergrond document advies stad compleet.book Page 44 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
5.8
Perspectief
De twee steden hebben op dit moment niet een landelijk herkende niche, zoals
sommige andere steden wel hebben. Het gaat er volgens Wever om de traditionele
economie te verbinden met de innovatieve economie. De toekomst ligt bij het realiseren van verbinding tussen gezondheid, energie en voedsel. Dat zijn drie speerpunten van Nijmegen, Arnhem en Wageningen. Als deze driehoek erin slaagt deze
drie sectoren samen te brengen door ze te verbinden met duurzaamheid, dan krijgt
de stadsregio een heel aantrekkelijk profiel.
De stadsregio moet meer investeren in het uitdragen van de aantrekkelijke kanten
van beide steden. Het is een gebied met een aantrekkelijk leefklimaat, grootstedelijke
dynamiek en veel (maatschappelijke) voorzieningen. Het is er volgens Wever veel
eenvoudiger dan in de Randstad om een wooncarrière op te bouwen. Ook de verbinding van stad en natuur is hier volgens hem heel aantrekkelijk. Hij vindt dat de
Veluwe – als achtertuin van de stadsregio – kan worden gerekend tot de mooiste
natuurgebieden van Nederland.
Veel zaken gaan volgens Hielkema in de regio heel goed. Zo loopt het gebied volgens
hem voorop op het terrein van Food, Health en EMT. De ligging ten opzichte van de
Randstad en het Ruhrgebied is ideaal, er is sprake van een breed scala aan onderwijsinstellingen en er is een groot aantal toonaangevende bedrijven gevestigd in de regio.
Uitvoering van economisch beleid heeft in de achterliggende periode overwegend
vanuit de afzonderlijke steden gestalte gekregen. Met de aangekondigde triple
helix-samenwerking kan daarin verandering komen. Voorwaarde is wel dat zowel
de betrokken gemeenten als de triple helix-partners niet uitsluitend hun eigen
belang laten prevaleren boven het collectieve belang van de regio.
Voor innovatie, ondernemerschap en werkgelegenheid is meer nodig dan het hebben
van goede infrastructuur, bedrijventerreinen en een universiteit. Op basis van de
gesprekken ontstaat de indruk dat de stadsregio het investeren in een aantrekkelijk
leefklimaat, waarin jonge hoogopgeleide mensen zich thuis voelen, niet de hoogste
prioriteit vindt. De stadsregio is op dit moment in beperkte mate de plek die een
magneetkracht uitoefent op jonge hoogopgeleide mensen. Dit kan worden versterkt door de clusters gezondheid, energie en voedsel te verbinden met een duurzaamheidsprofiel waardoor er een duidelijk herkenbare niche in de stadsregio
ontstaat.
44
achtergrond document advies stad compleet.book Page 45 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
IMPRESSIE STADSREGIO ARNHEM-NIJMEGEN
De samenwerking van de regio met de Duitse grensregio heeft beperkt gewicht. Dit
is te verklaren uit het feit dat dit gebied relatief dunbevolkt is en steden als Duisburg
en Essen op aanzienlijke afstand liggen. In het kader van de Agenda Stad kan worden
verkend op welke wijze er meer agglomeratievoordeel is te behalen met meer grensoverschrijdende aantrekkingskracht. Diverse gesprekspartners bepleiten het met
goede verbindingen dichterbij brengen van de Randstad en diverse Duitse steden.
45
achtergrond document advies stad compleet.book Page 46 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
46
achtergrond document advies stad compleet.book Page 47 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN
6
Achtergronden Metropoolregio Eindhoven
6.1
Inleiding
De economische betekenis van Eindhoven ontleent de stad aan haar brainport.
De regio Brainport Eindhoven staat bekend als een toptechnologische regio, sterk
gespecialiseerd in hightechsystemen en -materialen (HTMS). Bedrijven in deze regio
ontwikkelen kennisintensieve producten en diensten met een hoge toegevoegde
waarde die wereldwijd worden geëxporteerd. Deze bedrijven zijn onderdeel van een
unieke vestigingsomgeving die een natuurlijk samenhangend geheel vormt en als
ecosysteem functioneert. De economische kracht van de regio zit ook in factoren als
de nauwe samenwerking tussen kennisinstellingen, overheden en bedrijven, die als
partners gezamenlijk in triple helix-verband een regionale economische beleidsagenda opstellen, de nauw verbonden toeleverketens, het open innovatieconcept en
de campussen (als concentratiepunt van kennis en bedrijvigheid).
De Hightech Campus ligt in het hart van één van Europa’s leidende R&D-regio’s. Zo
vormt de driehoek tussen Eindhoven, Leuven en Aken (ELAt) een gebied dat een
sterke Europese positie heeft in micro-/nano-elektronica en life sciences. Volgens de
Financial Times heeft de regio Eindhoven na Londen en Helsinki het beste investeringsklimaat van Europa.
Desondanks staat de gemeente Eindhoven niet in de top 10 van de Atlas voor
gemeenten.
Deze achtergrondschets maakt gebruik van diverse rapporten, waaronder de casestudy ‘Eindhoven/Brainport’ uit het SER-advies ‘Arbeidsmigratie’ uit 2014 (hiervoor
zijn destijds allerlei stakeholders geconsulteerd), ‘Ondernemen 040’ uit 2013, het
visiedocument ‘Brainport 2020’, en websites, waaronder brainport.nl, hightechcampus.com, eindhoven.nl, sre.nl, presentatieseindhoven.nl en startfoundation.nl.
Ook het werkbezoek dat een afvaardiging van de SER op 12 maart 2015 bracht aan
Eindhoven is behulpzaam geweest.
6.2
Profiel van de regio
De regio Brainport Eindhoven bestaat uit een netwerk van 21 gemeenten met onderling zeer sterke functionele verbanden; de statistische benaming is ZuidoostBrabant. De 21 gemeenten kennen een lange traditie van samenwerken, eerst in de
SRE (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven) en sinds 2012 in de MRE (Metropoolregio Eindhoven). De metropoolregio vormt onderdeel van de triple helix-samen-
47
achtergrond document advies stad compleet.book Page 48 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
werking. De gemeenten treden op regionaal niveau als een geheel op en steunen en
faciliteren deze samenwerking vanuit de gezamenlijke doelstelling.
De regio is een samenhangend geheel, een zogenaamd daily urban system en telt
ongeveer 750 duizend inwoners. Daarvan wonen ruim 217 duizend inwoners in
Eindhoven. De stad is qua inwonertal de vijfde stad van het land. Al jaren neemt het
aantal inwoners toe. Voor een deel wordt dat veroorzaakt doordat in Eindhoven
jaarlijks meer kinderen worden geboren dan dat er mensen overlijden (natuurlijke
groei). Daarnaast is het zo dat er meer mensen naar Eindhoven verhuizen dan er
vertrekken (positief migratiesaldo). Eindhoven kent een relatief grote ‘productieve
leeftijdsgroep’ van 20 tot 65 jaar.
Het rapport ‘Ondernemen 040’ meldt dat er in Eindhoven ongeveer 16.000 bedrijven
zijn gevestigd, samen goed voor ruim 150.000 arbeidsplaatsen. Het grootste deel van
de werkgelegenheid is terug te vinden in de sectoren handel, industrie en zakelijke
dienstverlening. Laatstgenoemde twee sectoren dragen het grootste deel bij aan het
bruto regionaal product (brp), maar staan als gevolg van de huidige economische
recessie wel flink onder druk. De productiestructuur van Eindhoven wordt steeds
minder bepaald door de industriële sector. In het jaar 2000 was het aantal arbeidsplaatsen in de handel en zakelijke dienstverlening samen ongeveer twee keer zo
hoog als in de industrie. In tien jaar is deze verhouding opgelopen tot een factor 4.
Oftewel: Eindhoven is niet langer een traditionele industriestad, maar een stad (c.q.
regio) waar het geld wordt verdiend in dienstverlenende sectoren. Bovendien heeft
de werkgelegenheid die in de industrie is overgebleven, een steeds hoogwaardiger
karakter gekregen. Eindhoven – c.q. de Brainport-regio – is dan ook steeds bepalender
geworden voor de innovatiekracht van Nederland.
Meer dan een derde van de totale private R&D-bestedingen vindt plaats in Brainport
Eindhoven, de exportquote is de hoogste in Nederland (de regio is verantwoordelijk
voor 25 procent van de totale export), meer dan de helft van de 12.000 hoogopgeleide
buitenlandse kenniswerkers in Nederland werkt in de Brainport-regio en Eindhoven
heeft de hoogste patentdichtheid ter wereld (22,6 per 10.000 inwoners) en is
daarom in 2013 door het Amerikaanse zakenblad Forbes uitgeroepen tot de meest
inventieve stad ter wereld.
48
achtergrond document advies stad compleet.book Page 49 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN
6.3
Triple helix-samenwerking
De economische ontwikkeling van de regio is voor een groot deel historisch bepaald
door één bedrijf, Philips. Hierdoor werd de stad lange tijd gekenmerkt door een eenzijdige productiestructuur. Eindhoven kent een lange traditie waar het gaat om het
ontwikkelen van ‘organiserend vermogen’ in de regio. Samenwerken zit in het DNA
van de stad. Dat begon met het formuleren van een gezamenlijk antwoord op de
economische crisis aan het begin van de jaren negentig, als gevolg van het faillissement van DAF en de operatie ‘Centurion’ bij Philips. Overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten (wat we nu ‘triple helix’ noemen) sloegen toen voor het eerst met succes
de handen ineen om het dramatische verlies aan arbeidsplaatsen (ruim 30.000
banen) gezamenlijk aan te pakken. De regio Eindhoven werd ‘Leading in Technology’,
kroop uit het dal en maakt sindsdien een bijna ongekende groei door. Hiermee
kreeg de van oudsher belangrijke samenwerkingscultuur een boost.
Binnen de stichting Brainport werken overheid, bedrijfsleven en kennisinstituten
nauw samen en ontwikkelen ze de strategie voor de regio. Als basis hiervoor geldt
een concept met de domeinen: People, Business, Technology en Basics (zie Brainport Navigator uit 2005). Het succes van de regio Brainport is volgens Elies Lemkes1
niet alleen te danken aan het stimuleren van bedrijvigheid, start-ups en campussen,
maar juist aan deze integrale strategie. Hierbij horen ook de ontwikkeling van
Eindhoven Airport, de totstandkoming van een goede internationale school, beleid
gericht op kenniswerkers, design, inzet op top-kennisinstituten, grensoverschrijdende samenwerking, community building in het ecosysteem, woningbouw en
binnenstedelijke ontwikkeling (zoals Strijp S).
Brainport development is de ontwikkel- en uitvoeringsorganisatie van de stichting
waarin de verschillende triple helix-partijen participeren. Hierbij staat de triple
helix-agenda centraal, en niet alleen de gemeentelijke agenda: samenwerken aan
het versterken van de Brainport regio Eindhoven. Het gaat daarbij onder meer om
advisering en financiering van (startende) ondernemers (bijv. NextOEM) en het bieden
van kleinschalige bedrijfshuisvesting in een van de vier bedrijvencentra die men in
Eindhoven exploiteert. Daarnaast wordt met Brainport Development maar ook
andere partners samengewerkt aan de internationale positionering van de regio.
Hiervoor zijn ook de vijf campussen die in de gemeenten Eindhoven, Helmond, Best
en Veldhoven liggen van groot belang.
1
Elies Lemkes-Straver is directeur van ZLTO en oud-directeur van Brainport Development, zij is lid van de SER-commissie Stad.
49
achtergrond document advies stad compleet.book Page 50 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
6.4
Economische structuur en ondernemersklimaat
Bij het versterken van de economische structuur en het ondernemingsklimaat gaat
veel aandacht uit naar campussen en naar het mkb.
In het visiedocument ‘Brainport 2020’ is het grote belang van campussen in relatie
tot de economische clusters in de regio beschreven. In de regio Eindhoven is sprake
van een krachtig ecosysteem en de ontwikkeling van clusters van (inter)nationaal
belang. Het regionale en gemeentelijke campusbeleid is hierop afgestemd. De campussen onderscheiden zich van reguliere vestigingslocaties door hun R&D/kennisintensieve karakter. Eindhoven beschikt over twee bestaande campuslocaties: High
Tech Campus Eindhoven (HTCE) en de TU/e-campus. HTCE (www.hightechcampus.com) is “de slimste vierkante kilometer van Nederland” met meer dan 125 bedrijven (waaronder Philips, NXP, IBM en Intel) en kennisinstituten. Er werken meer dan
10.000 wetenschappers en ondernemers aan het ontwikkelen van technologieën en
producten van de toekomst. Bedrijven op de campus zijn verantwoordelijk voor
bijna de helft van alle Nederlandse patenten. Het geldt in Nederland als hét voorbeeld van een geslaagde campusontwikkeling en fungeert tevens als boegbeeld van
Brainport.
Er worden voorbereidingen getroffen voor een Brainport Innovatie Campus (BIC),
een 70 ha nieuw te ontwikkelen locatie, bedoeld voor hightech bedrijven uit de
maakindustrie met een focus op procesinnovatie (i.p.v. productinnovatie). De ontwikkeling van BIC maakt onderdeel uit van de integrale gebiedsontwikkeling
Brainport Avenue, gelegen aan de noordwestkant van de stad. Het plan bevindt
zich nog in de ideefase, maar er bestaat concrete interesse van een aantal vooraanstaande regionale bedrijven uit de hightech toeleveringsindustrie die op het BIC
gezamenlijk voorzieningen en opleidingsfaciliteiten willen delen. De geïnteresseerde bedrijven hebben zich verenigd in ‘Brainport Industries’; de organisatie die
primair aan de lat staat bij de totstandkoming van de nieuwe campus.
Het mkb (tot 250 werknemers) is een belangrijke banenmotor met een economischeén maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ongeveer 85 procent van de bedrijvigheid en 47 procent van de werkgelegenheid in de gemeente Eindhoven behoort tot
het mkb. De accountmanagers van de gemeente Eindhoven ondersteunen het mkb
met hulp bij aanvragen voor grond, huisvestingsadviezen, arbeidsmarkt, maar ook
over ondernemerschap. Dit gebeurt via het (digitale) ondernemersloket (Ondernemen 040) of rechtstreeks. Hier ligt dan ook het eerste aanspreekpunt voor ondernemers en worden
50
achtergrond document advies stad compleet.book Page 51 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN
de contacten met de overkoepelende organisaties onderhouden waarin ondernemers
zich hebben verenigd (ondernemerscontacten, winkeliersverenigingen e.d.).
Ondernemingen die behoren tot de creatieve industrie, krijgen specifieke aandacht
van de gemeente. Het vestigingsklimaat voor de creatieve industrie is in Eindhoven
erg gunstig. Onder meer vanwege de aanwezigheid van de Design Academy, die veel
creatieve ondernemers voortbrengt en de beschikbaarheid van werklocaties waar
deze ondernemers graag willen zitten (o.a. Strijp-S). Daarnaast wordt de creatieve
industrie als een sector gezien met veel groeipotentie, die dus werkgelegenheid creeert. Verder maken creatieve bedrijven deel uit van een ecosysteem waar toegevoegde waarde van uit kan gaan naar andere bedrijfssectoren (cross-overs). Tot slot
draagt de creatieve industrie positief bij aan het imago dat Eindhoven nastreeft en
zorgt deze branche voor een sfeer in de stad waar ook andersoortige bedrijven zich
toe aangetrokken voelen.
Het uitbreiden en onderhouden van het ecosysteem dat in de loop der jaren in en
rondom de creatieve industrie is ontstaan, heeft een hoge prioriteit. Men richt zich
daarbij vooral op het onderling met elkaar verbinden van deze creatieve bedrijven,
maar ook om ondernemers te faciliteren bij het ‘meer naar buiten kijken’. Dit gebeurt bijvoorbeeld door ontmoetingen met andersoortige bedrijven te organiseren
of door creatieve ondernemers bekender te maken met ondernemerschap (bijv.
d.m.v. de organisatie van een Masterclass Creatief en Innovatief Ondernemerschap).
Dit soort activiteiten zowel gericht op startende ondernemers als op jonge
creatieve bedrijven.
6.5
Stedelijke arbeidsmarkt
In 2012 en 2013 is de mismatch op de arbeidsmarkt door toedoen van de economische
crisis toegenomen. Het aantal werkzoekenden was het hoogst van de afgelopen tien
jaar. Met name het aantal mensen dat al 1 tot 3 jaar een baan zoekt, nam fors toe,
net als de groep werkzoekenden in de categorie 40 tot 50 jaar. Er maken bijna 6000
mensen gebruik van een WW-uitkering, terwijl ruim 6000 mensen een WWB-uitkering hebben.
Bij het arbeidsmarktbeleid van de stad bepaalt de vraag van de ondernemer het
handelingsperspectief. De gemeente geeft dit onder andere vorm door een ‘werkgeversteam’, bedoeld om de Eindhovense ondernemer te bereiken met behulp van
de website www.ikzoekpersoneel.nl. De continue aandacht voor zowel de werkgelegenheid van de bedrijven in de topsectoren, als de toestroom aan de onderzijde
51
achtergrond document advies stad compleet.book Page 52 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
van de arbeidsmarkt vertaalt zich in verschillende convenanten en samenwerkingsverbanden zoals het Techniekpact en het Regionaal Arbeidsmarktplatform.
Samen met bedrijven en kennisinstellingen wordt ingezet op vernieuwing van het
arbeidsmarktinstrumentarium, zoals het Regionaal Opleidingsplan en een Werkgelegenheidsplan, gericht op flexibilisering en aansluiting van het onderwijs op de
arbeidsmarktvraag. De stad wil aansluiten bij de Human Capital-agenda’s in het
kader van het topsectorenbeleid van het Rijk, maar ook bij de uitvoering van acties
in het kader van de Taskforce Technologie Onderwijs Arbeidsmarkt (TOA) en het
regionale Arbeidsmarktconvenant Zuidoost-Brabant en het daaraan gekoppelde
Uitvoeringsprogramma ‘Aan de slag!’. Randvoorwaardelijk zet Eindhoven daarbij in
op de doorontwikkeling van het Holland Expat Center South, de Internationale
School, de Centra voor Ondernemerschap op de TU, Fontys, Summa College en de
realisatie van het Centrum voor Innovatief Vakmanschap, en daarnaast op de vele
techniekprojecten in het kader van TOA.
Regionaal wordt in triple helix-verband onderzocht waar gezamenlijk ontwikkelen
en optreden noodzakelijk is. De lokale instrumenten en de gemeentelijke inzet
gericht op bijvoorbeeld 27-min (Regionaal Plan van Aanpak Jeugdwerkloosheid
2013-2014 arbeidsmarktregio Eindhoven) en 45-plus doelgroepen, maar ook op
zzp’ers, zijn hierop aanvullend.
Eindhoven zet zich in om verbinding te blijven maken tussen de ondernemersvraag
en de scholing die daarbij past. Uitgangspunt daarbij is dat kennis een van de belangrijkste dragers is van de Brainport Regio. Zo heeft de gemeente Eindhoven met
de triple helix-partners afspraken vastgelegd in de zogenoemde ‘Letter of Intent
Techniekeducatie’ en andere convenanten rondom social return (waaronder
BBL-trajecten). Daarbij zijn onder meer de inspanningen gericht op het terugbrengen
van het tekort aan leerwerkplaatsen van belang.
Naast de reguliere gemeentelijke middelen, komen tot en met 2015 extra rijksmiddelen vrij die worden ingezet om kwetsbare groepen weer aan het werk te krijgen.
Dat gebeurt door middel van vier gerichte acties: Subsidies die de arbeidsinschakeling van leeftijdsgroepen 27-min en 45-plus bevorderen; werkgelegenheidsprojecten
in samenwerking met werkgevers; begeleiding van (door)starters en zzp’ers en
kredietverstrekking aan ondernemingen met veel ‘kwetsbare’ werknemers. Voor de
laatstgenoemde ondernemingen is het fonds ‘LIFE’ (Lokaal InvesteringsFonds
Eindhoven) in 2013 opgezet. Bedrijven die veel werknemers in dienst hebben met
een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt kunnen een beroep doen op dit fonds.
52
achtergrond document advies stad compleet.book Page 53 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN
Het gaat om mkb-bedrijven met een op zich gezond toekomstperspectief, maar die
door de economische crisis een tijdelijke behoefte aan extra financiële middelen
hebben om op die manier de moeilijke tijd te kunnen overbruggen. Startfoundation
voert de regeling uit (meer info op: www.startfoundation.nl).
6.6
Rol gemeente(n)
Het economisch speelveld waarbinnen de gemeente opereert, is sterk in beweging.
De gemeente beweegt daarin mee en kiest er bewust voor om minder vaak de positie
van regisseur te bekleden. Daar waar het kan, legt de stad de verantwoordelijkheid
neer buiten de eigen organisatie en vervult Eindhoven de rol van enabler: randvoorwaarden scheppen om anderen de ruimte te geven om dingen mogelijk te maken.
Er wordt ingezet op het laten ontstaan van nieuwe vormen van samenwerking tussen
partijen; ‘ecosystemen’. Een voorbeeld van zo’n ecosysteem is (ook fysiek) zichtbaar
op de High Tech Campus Eindhoven; in het hart van de Brainport werken ondernemingen, onderwijs en overheid (triple helix) in allerhande vormen samen aan
technologische ontwikkelingen die de regio economisch verder brengen, ieder vanuit
zijn eigen rol.
De samenwerkingsverbanden die de stad met partijen aangaat, kunnen er verschillend uitzien, waarbij allerlei combinaties mogelijk zijn. Soms gaat het om convenanten die worden gesloten (bijvoorbeeld met de campus-4 gemeenten), het deelnemen
aan samenwerkingsverbanden (zoals in B5-verband bij de kandidaatstelling voor
Eindhoven Culturele Hoofdstad in 2018 en de E3-samenwerking die Eindhoven
heeft met Rotterdam en Amsterdam). In andere gevallen heeft de samenwerking
een financieel tintje, bijvoorbeeld in het geval de gemeente de enige (of gedeelde)
aandeelhouder is (Flight Forum CV), subsidieverstrekker (van Glas naar Beter) of
risicodragende partner is (Capital D).
Ook participeert de gemeenten Eindhoven op provinciaal niveau in het Pact Brabant;
op regionaal niveau wordt ingezet op de realisatie van de doelen zoals verwoord in
het ‘Arbeidsmarktconvenant Zuidoost-Brabant’ en het Technologiepact Brainport
Zuidoost-Brabant. Dit laatste pact is erop gericht het tekort aan bètatechnisch
talent te verminderen. Lokaal staat de uitvoering van de nota ‘Werken aan Werk’ in
de periode 2013-2020 centraal. Hierin zijn de volgende prioriteiten vastgelegd: het
op peil houden van de beroepsbevolking, voorkomen c.q. daling van werkloosheid,
bevorderen van werkgelegenheid en werken naar vermogen.
53
achtergrond document advies stad compleet.book Page 54 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
6.7
Belang van kennismigratie voor de regio
Brabant heeft zich een sterke positie verworven als economische regio in Europa.
Een goed opgeleide, flexibele beroepsbevolking is hierbij een cruciale factor. In de
regio Zuidoost-Nederland neemt arbeidsmigratie een belangrijke plaats in. Allereerst
is er sprake van woon-werkverkeer tussen België, Duitsland en Nederland; daarnaast wordt kennismigratie van hooggeschoolden als wenselijk beschouwd omdat
er in de regio een kwantitatief en kwalitatief tekort is aan technisch hoogopgeleiden.
Het ‘ecosysteem Brainport’ omvat vooral hoogopgeleiden: bètamensen, ingenieurs
en wetenschappers.
Om internationaal te kunnen concurreren moeten hightech bedrijven zoals Philips
en ASML de beste mensen van de wereld aantrekken, met diverse en vaak specifieke
competenties. Deze moeten ook van buiten de regio / buiten Nederland komen omdat de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) niet in voldoende mate voor de
gevraagde kwalificaties opleidt.
Tekorten zitten volgens de casestudy Eindhoven/Brainport vooral in de R&D en
techniek. Naast het topsegment gaat het ook om vaklieden op mbo/hbo-niveau.
Deze worden vooral lokaal of uit de EU geworven. Over het algemeen geldt: hoe
hoger in de bèta-arbeidsmarkt, hoe internationaler de werving. Hoewel het belang
van migratie door deskundigen wordt benadrukt, betekent dit allerminst dat men
geen oog heeft voor het zo goed mogelijk benutten van het huidige (binnenlandse)
arbeidsaanbod. Investeren in opleiding en ontwikkelen van mensen blijft van
belang voor de economische ontwikkeling van de regio.
Kenniswerkers concentreren zich vooral in grootstedelijke agglomeraties als
Amsterdam, andere steden in de Randstad en ook in de regio Eindhoven. In totaal
komt volgens het PBL van alle kenniswerkers 4 procent uit het buitenland. De afgelopen jaren is het aantal migranten in Zuid-Nederland fors gegroeid. Binnen deze
groep is het aandeel kenniswerkers sinds 2007 gestegen tot een kleine 20 procent
in 2012. Dat jaar waren er in Zuid-Nederland 13.103 kenniswerkers en 56.055
arbeidsmigranten. Wordt alleen gekeken naar de regio Eindhoven, dan is het aantal
kenniswerkers gestegen van 1670 in 2007 naar 4258 in 2012. Eindhoven is daarmee
onder buitenlandse kenniswerkers de populairste stad in de regio om te wonen en
te werken. Internationale kenniswerkers in Zuid-Nederland zijn in 2012 hoofdzakelijk actief in de elektrotechnische industrie (bijvoorbeeld Philips Electronics,
ASML) en de ICT-sector (waaronder bijvoorbeeld Getronics, SAP, Siemens, CISCO).
Bovendien is een substantieel aandeel kenniswerkers werkzaam op de TU/e.
54
achtergrond document advies stad compleet.book Page 55 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN
Onderzoek van het PBL laat zien dat in de regio Eindhoven bijna een kwart van de
buitenlandse kenniswerkers Nederland na drie jaar weer heeft verlaten. Dit percentage is fors hoger dan het Nederlandse gemiddelde en hoger dan in andere agglomeraties. Het behouden van kenniswerkers voor de regio is dan ook een issue.
Het gemeentebestuur van Eindhoven wil de stad internationaal op een hoger
niveau te brengen. Samen met partners zet de stad zich in om high potentials uit het
buitenland te werven, in de wetenschap dat er in de regio te weinig technisch
(hoog)opgeleide mensen zijn. De activiteiten van het Holland Expat Center South
(samenwerkingsverband tussen 20 gemeenten, provincies Brabant en Limburg, de
Immigratie- en Naturalisatie Dienst en Brainport Development) sluiten bij deze
ambitie aan. Het Expat Center is de afgelopen jaren sterk gegroeid en wordt zeer
gewaardeerd door de doelgroep: buitenlandse studenten, wetenschappelijk onderzoekers, kenniswerkers en hun werkgevers die er bewust voor hebben gekozen om
zich in deze regio (tijdelijk) te vestigen of internationaal talent te werven. Het Expat
Center neemt het te regelen papierwerk uit handen en verzorgt brede informatievoorziening en voorlichting op thema’s als belastingen, wonen, zorg en cultuur. Daarnaast ondersteunt de stad internationaal georiënteerde initiatieven zoals The Hub
Eindhoven. The Hub Eindhoven organiseert via een digitaal platform ontmoetingen
voor internationale studenten en kenniswerkers die erop gericht zijn om hen
onderling, en in de Nederlandse samenleving, beter te laten integreren. De organisatie draait grotendeels op internationale vrijwilligers.
6.8
Aantrekkelijk vestigingsklimaat
Een van de belangrijkste voorwaarden om een stad naar een hoger niveau te tillen
en bedrijvigheid te stimuleren, is de zorg voor een positieve beleving van de stad.
Evenals andere steden moet Eindhoven aantrekkingskracht op (potentiële) inwoners
uitoefenen om er te willen wonen, werken of verblijven. Dat wordt voor een belangrijk deel bepaald door de attractiviteit van de voorzieningenstructuur in de stad.
Het gaat daarbij onder andere om economische functies zoals winkels, horeca en
hotels. Daarnaast betreft het ‘zachtere’ factoren zoals cultuur, sport, vrije tijd, evenementen, groenvoorzieningen en de woonomgeving. Het samenspel bepaalt uiteindelijk hoe een stad wordt beleefd door zijn gebruikers.
Eindhoven wil vooral mensen aantrekken die enerzijds economische potentie hebben,
maar anderzijds ook voor reuring in de stad zorgen. Het gaat daarbij in belangrijke
mate om studenten en kenniswerkers, en dan bij voorkeur jonge mensen met een
internationale oriëntatie. De stad ontleent haar aantrekkelijkheid aan de toepassing
55
achtergrond document advies stad compleet.book Page 56 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
van creativiteit, talent en ondernemerschap. Hieruit ontstaan nieuwe ideeën
en toepassing van vooruitstrevende technieken. Een snel groeiend bedrijf als
Shapeways (trendsettend op het gebied van 3D printing) is daar een voorbeeld van.
Het koppelen van versterking van de economie aan de realisatie van maatschappelijke opgaven staat daarbij centraal. De innovatieve benutting van zonne-energie is
daarvan een voorbeeld. De regio neemt op dit vlak wereldwijd een vooraanstaande
positie in; zo heeft het Solar Team Eindhoven van de TU al een aantal jaren op rij
de World Solar Challenge (mondiale race met auto’s op zonne-energie) gewonnen.
Bij de verdere ontwikkeling van de gewenste aantrekkelijke stad verzorgt de
gemeente onder meer gerichte acquisitie van nieuwe horeca- en detailhandelsconcepten om daarmee verbreding van de voorzieningenstructuur te bevorderen.
Kunst en cultuur zijn ook belangrijk voor de attractiviteit van de stad en dragen op
die manier bij aan de economische ontwikkeling van de stad. Iconen zoals het Van
Abbe Museum geven kleur aan het internationale profiel van Eindhoven. De economische potentie die cultuur heeft, wordt volledig onderkend. Voorbeelden daarvan
zijn de economische waarde van de Design Academy en een designer als Piet Hein
Eek. Kunst en cultuur raakt ook steeds meer verweven met design en multimedia.
Op die manier wordt een brug geslagen naar de economische ambities met betrekking tot de creatieve industrie (Fab.com).
Tot de basics van een aantrekkelijke stad behoort ook het woonklimaat. In Brainport
is de combinatie van landelijk wonen in de nabijheid van de stad met de bijbehorende voorzieningen erg gewenst door buitenlandse kenniswerkers. De stad-plattelandverbinding wordt daardoor een steeds belangrijker unique selling point voor
Brainport.
Naast zachte vestigingsfactoren dragen ‘harde’ factoren nog steeds voor een belangrijk deel bij aan de potentie van een stad om zich economisch te ontwikkelen.
Eindhoven scoort ook op dat punt goed, onder andere door de aanwezigheid van de
op een na grootste internationale luchthaven van Nederland (Eindhoven Airport),
de TU en andere hogere opleidingen (Fontys en Design Academy), een Internationale
School, twee campussen, kennisinstituten zoals Holst-Center en TNO en hoogwaardige wegeninfrastructuur.
56
achtergrond document advies stad compleet.book Page 57 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN
6.9
Perspectief
De regio Brainport Eindhoven is koploper qua samenwerking in triple helix-verband,
dit heeft de regio een hoop voordeel gebracht. De regio ziet zich gesteld voor een
aantal uitdagingen: de aantrekkelijkheid voor baan in techniek moet omhoog; de
valorisatie patenten moet omhoog (d.w.z. meer verdienen met alle uitvindingen) en
voorkomen moet worden dat een stad van twee snelheden ontstaat.
57
achtergrond document advies stad compleet.book Page 58 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
58
achtergrond document advies stad compleet.book Page 59 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO AMSTERDAM
7
Achtergronden Metropoolregio Amsterdam
7.1
Inleiding
De Metropoolregio Amsterdam (MRA) bestaat uit negen deelregio's: Amsterdam,
Almere-Lelystad, Overige Amstel-Meerlanden, Gooi- en Vechtstreek, Regio Haarlem,
Regio Haarlemmermeer, Waterland, IJmond en Zaanstreek. Amsterdam is verreweg
de grootste deelregio.
Het gemiddelde opleidingsniveau is hoog, vooral in Amsterdam. Het aantal inwoners
groeit. De investeringen nemen toe en er wordt in 2015 flinke economische groei
verwacht. Niet met alle inwoners van de MRA gaat het goed. Vooral onder middelbaar en laagopgeleiden is de werkloosheid relatief hoog. De jeugdwerkloosheid ligt
ver boven het landelijk gemiddelde. Bovendien is de verwachting dat de werkloosheid, ondanks het herstel van de economie en een lichte werkgelegenheidsgroei, de
komende twee jaar niet zal afnemen.
De MRA heeft een enorme dynamiek. Het is niet mogelijk die dynamiek samengevat in een bloemlezing vast te leggen. Wij hebben er daarom voor gekozen één
aspect uitvoeriger te beschrijven: de arbeidsmarkt in brede zin. De problematiek
van de arbeidsmarkt in de MRA kenmerkt zich door zowel een hoog opleidingsniveau als een hoge werkloosheid. We hebben vooral gebruiktgemaakt van het rapport ‘Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2015’ (EVMRA) en
het Actieplan Innovatief Vakmanschap 2015-2016.
7.2
Economische ontwikkeling
De vooruitzichten voor de economie van de MRA zijn volgens EVMRA voorzichtig
positief: er wordt een groei verwacht van 1,6 procent in 2014 en 3 procent in 2015.
Daarvoor had de MRA twee jaar van krimp. In 2012 slonk het bruto regionaal product
met 1,3 procent en in 2013 met 0,8 procent. In 2015 neemt de werkgelegenheid
licht toe. De werkgelegenheid ontwikkelt zich waarschijnlijk alleen positief in de
sectoren Specialistische zakelijke dienstverlening en Informatie & communicatie.
In deze sectoren wordt de toegevoegde waarde vooral gecreëerd door menselijk
kapitaal dat zich niet eenvoudig laat vervangen door technologie of optimalisatie
van het productieproces. Minder groei wordt verwacht in de sectoren Financiële
dienstverlening, omdat die te maken heeft met digitalisering van het betalingsverkeer, en Zorg & Welzijn, die last heeft van budgetbeperkingen. De detailhandel
59
achtergrond document advies stad compleet.book Page 60 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
staat onder druk door de opkomst van internetwinkels en Vervoer & opslag voelt de
hevige concurrentie op de internationale markt.
De aanhoudende recessie heeft vanaf 2009 het economisch beeld van de MRA doen
kantelen. Geleidelijk aan is tussen 2009 en 2013 de groeivoorsprong van de MRA ten
opzichte van Nederland afgenomen; per saldo is de omvang van de economie van
de MRA in 2013 nauwelijks groter dan in 2008. In vergelijking met de periode 19952008 zijn er nu relatief veel sectoren die de economische groei van de MRA dragen.
In de periode voor de recessie werd de economische ontwikkeling van de MRA
vooral bepaald door een bovengemiddelde groei in een relatief klein aantal sectoren
waarin de MRA een concurrentievoordeel binnen Nederland had. Dit waren de sectoren waarin de MRA in 1995 in hoge mate was gespecialiseerd, en die in die periode
sneller dan gemiddeld groeiden: Groothandel, Informatie & communicatie, Financiële diensten, Specialistische zakelijke dienstverlening (accountants, architecten
en juristen) en Vervoer & opslag.
Financiële dienstverlening is de grootste sector. Deze sector produceerde in 2013
een toegevoegde waarde van circa  14,4 miljard, ofwel 13,5 procent van de totale economie van de MRA. De in omvang tweede sector is de Groothandel. Deze sector
kende in 2013 een omvang van  13,4 miljard, ofwel 12,6 procent. Specialistische
zakelijke dienstverlening, de derde sector in omvang, had in 2013 een toegevoegde
waarde van  10,7 miljard, ofwel 10 procent van de economie van MRA.
De MRA is een aantrekkelijke investeringslocatie. Het aantal buitenlandse
investeringsprojecten in de MRA laat door de jaren heen een stijgende lijn zien
met enkele onderbrekingen als gevolg van de internationale crisis. Binnen de
MRA trekt Amsterdam 80 procent van de investeringsprojecten aan, gevolgd door
Haarlemmermeer/Schiphol, Almere, Amstelveen en IJmuiden. Internet-datacentra
kiezen steeds vaker voor Nederland als vestigingsland. Ze vormen 17 procent van de
investeringsprojecten in Amsterdam (en 8 procent van de investeringsprojecten in
Nederland).
Volgens de EVMRA leidt 1 procent economische groei in Nederland tot circa
1,5 procent extra consumptieve bestedingen in de MRA. Dat komt doordat een groot
deel van de financiële diensten via Amsterdam lopen. Hier worden veel transacties
op de woningmarkt afgewikkeld. Daarnaast is het waarschijnlijk dat bedrijven in de
MRA relatief veel luxegoederen en -diensten produceren, wat samenhangt met het
hogere gemiddelde inkomen van de inwoners. Met andere woorden: de MRA is het
centrum voor allerlei diensten in Nederland, zowel zakelijk als consumptief.
60
achtergrond document advies stad compleet.book Page 61 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO AMSTERDAM
Verreweg het grootste deel van alle economische activiteiten binnen de MRA vindt
plaats binnen de stadsgrenzen van Amsterdam. Bijna de helft van het brp werd
in 2013 door bedrijvigheid in de stad voortgebracht. Na Amsterdam volgt Regio
Haarlemmermeer met een aandeel van 15,5 procent. Samen met deelregio Overig
Amstel en Meerlanden groeien Amsterdam en Regio Haarlemmermeer ook in 2014
en 2015 naar verwachting sneller dan het MRA-gemiddelde. Vooral Regio Haarlem
en Gooi en Vechtstreek hebben te maken met een afnemend aandeel in de economische omvang van de MRA. Alleen de sectoren Industrie, Vervoer & opslag, Detailhandel en Bouw hebben qua toegevoegde waarde elke een aandeel van minder dan
30 procent van het MRA-totaal. Niet alleen brengt Amsterdam bijna de helft van het
totale brp van de MRA voort (47 procent in 2013), ook bevindt bijna 80 procent van
alle activiteiten binnen Financiële diensten – de meest omvangrijke sector van de
MRA – zich in de hoofdstad. Met recht kan daarom worden geconcludeerd dat het
financiële hart van de MRA zich in Amsterdam bevindt. Daarnaast zijn ook Specialistische zakelijke diensten en Informatie & communicatie ruim vertegenwoordigd
in Amsterdam.
7.3
Arbeidsmarktaspecten
Opleidingsniveau is van grote invloed op de mate van participatie. Hoogopgeleiden
participeren gemiddeld meer dan middelbaar opgeleiden op de arbeidsmarkt, en
middelbaar opgeleiden participeren op hun beurt weer meer dan laagopgeleiden.
Hoger opgeleiden hebben volgens het EVMRA in Amsterdam een participatiegraad
van 89 procent. Bij middelbaar opgeleiden ligt dit percentage op 74 procent van de
15- tot en met 64-jarigen. Bij lager opgeleiden ligt de participatiegraad op slechts
54 procent. Vooral onder middelbaar en lager opgeleiden is een grote onbenutte
reserve op de arbeidsmarkt. 29 Procent van de beroepsbevolking in Amsterdam is
op mbo-niveau geschoold (in Nederland is dit 37 procent, in de MRA 34 procent).
In vergelijking met de MRA en Nederland heeft Amsterdam een hoogopgeleide
beroepsbevolking. Gemiddeld over 2009-2013 is meer dan de helft van de
Amsterdamse werkenden of werkzoekenden hoogopgeleid. Opvallend is dat
Amsterdam een bovengemiddelde werkloosheid kent op alle opleidingsniveaus.
Het werkloosheidspercentage onder lager opgeleiden is hierbij het hoogst (14 procent
in 2013). Het EVMRA vermoedt dat het relatief hoge werkloosheidspercentage
onder hoogopgeleiden veroorzaakt wordt door starters op de arbeidsmarkt die
na hun afstuderen nog geen baan hebben gevonden.
De laatste jaren is het aantal inwoners van de MRA toegenomen, maar gelijktijdig
is de werkgelegenheid in de MRA gekrompen. De verwachting van de EVMRA is dat
61
achtergrond document advies stad compleet.book Page 62 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
de werkgelegenheid in 2015 en de jaren daarna weer gaat toenemen. Het aantal
werkzame personen in de MRA was in 2013 bijna 1,5 miljoen ofwel 17 procent van
Nederland. Het aandeel van de toegevoegde waarde van de MRA in Nederland is groter.
Dit geeft aan dat de arbeidsproductiviteit in de MRA op een hoger niveau ligt.
Gezondheids- en welzijnszorg is met 215 duizend werkzame personen (14,5 procent)
de grootste werkgelegenheidssector in de MRA. Zakelijke diensten biedt aan
180 duizend personen werk (12,1 procent). Detailhandel verschaft ruim 150 duizend
personen werk (ruim 10 procent). Specialistische zakelijke dienstverlening is de
enige sector in de MRA die ten opzichte van Nederland zowel een oververtegenwoordiging heeft qua toegevoegde waarde als qua werkgelegenheid. Er werken
ruim 150 duizend personen in deze sector. Dit is meer dan 10 procent van het totaal
van de MRA en meer dan het aandeel van deze sector in de Nederlandse economie.
De werkloosheid in de MRA komt in 2015 naar verwachting uit op 9,25 procent van
de beroepsbevolking. Het middensegment wordt het hardst getroffen: globalisering,
verdringing van middelbaar door hoger opgeleiden en technologische ontwikkelingen
in combinatie met de crisis hebben er volgens het Actieplan Innovatief Vakmanschap 2015-2016 voor gezorgd dat de werkgelegenheid in het middensegment van
de arbeidsmarkt is afgenomen. Door deze dynamiek is de vraag naar mbo-gediplomeerden in sommige sectoren sterk afgenomen. In andere sectoren is de vraag
specifieker geworden of aan snelle (technologische) veranderingen onderhevig en
kan het beroepsonderwijs onvoldoende aansluiten op deze ontwikkelingen. De
verwachting is dat de werkloosheid, ondanks het herstel van de economie, de
komende twee jaar niet zal afnemen. Er is een beperkte vraag naar werknemers, er
is een structureel toenemend aanbod (onder andere van ouderen) en de bevolking
van de MRA groeit.
De jeugdwerkloosheid is met 23,5 procent hoog, ook ten opzichte van het landelijk
gemiddelde van 16 procent. Jongeren met een afgeronde opleiding met een startkwalificatie doen het substantieel beter dan jongeren zonder startkwalificatie. Jongeren met een bbl-opleiding hebben meer kans op de arbeidsmarkt dan jongeren in
de theoretische leerweg (bol). Jongeren als nieuwkomer op de arbeidsmarkt hebben
het extra moeilijk, daarbinnen is de arbeidsmarkt voor veel jongeren van nietwesterse herkomst nauwelijks toegankelijk. De werkloosheid onder deze jongeren
is enorm, waardoor veel talent onbenut blijft. Vergroten van kennis over en bewustzijn van discriminatie bij werkgevers met als doel gelijke kansen voor werknemers
te creëren, loopt als een rode draad door de maatregelen van het Actieplan Innovatief
Vakmanschap.
62
achtergrond document advies stad compleet.book Page 63 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO AMSTERDAM
De grootstedelijke diversiteit zorgt voor een uniek arbeidsaanbod in een ruime
varieteit aan sectoren en op alle opleidingsniveaus in de internationale metropool
die Amsterdam is. De mismatch op de arbeidsmarkt van Amsterdam laat zich dan
ook niet eenvoudig verklaren. Gelet op de hoge werkloosheid onder laag- en middelbaar opgeleiden, in combinatie met een beneden gemiddelde brutoparticipatiegraad, lijkt er vooral binnen deze twee opleidingscategorieën een probleem te
schuilen. Er bestaat een risico dat de werkloosheid onder laag- en middelbaar
geschoolden een structureel karakter krijgt.
De opleidingen met de meeste kans op stage en werk zijn ambachtelijke opleidingen,
laboratorium en gezondheidstechniek. Voor de opleidingen Zorg en Welzijn, Toerisme
en Recreatie is de kans op werk gering. Voor Techniek, Procesindustrie en Handel
en ondernemerschap is de kans op werk goed. Het Actieplan Innovatief Vakmanschap 2015-2016 versterkt de arbeidsmarktperspectieven van jongeren die kiezen
voor een middelbare beroepsopleiding of deze hebben afgerond. De maatregelen in
het actieplan stimuleren de samenwerking tussen het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs om ervoor te zorgen dat jongeren zo worden opgeleid dat het aanbod
aansluit op de vraag van de werkgevers en dat er een succesvolle match wordt gemaakt.
Het college van B&W maakt gebruik van de ervaringen die zijn opgedaan in het
Masterplan Techniek Amsterdam met de zogenaamde Opleidingshuizen, waarbij
initieel vakonderwijs, om- en bijscholing en zij-instroom onder één (virtueel) dak
worden samengebracht. In het Actieplan Innovatief Vakmanschap zijn tevens
de maatregelen uit het Regioplan opgenomen die de arbeidsmarktpositie van
Amsterdamse jongeren in het (v)mbo versterken. Hierdoor kan een verbinding
worden gelegd met de uitvoering van het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid en de
mbo-agenda. Voor alle geformuleerde maatregelen geldt als randvoorwaarden dat
het bij werk gaat om echte banen met een rechtvaardige beloning en dat verdringing
van reguliere arbeid niet is toegestaan. Rode draad bij de uitvoering van het actieplan
is het vorm en inhoud geven aan de bestuursopdracht ‘Amsterdam Inclusief’ en
meer Amsterdamse jongeren van een niet-westerse herkomst een reëel arbeidsmarktperspectief te bieden.
7.4
Ruimtelijke werkgelegenheidsconcentraties
Niet iedere deelregio in de MRA is even hard getroffen door de werkloosheid. Drie
deelregio's (Almere-Lelystad, Amsterdam en Zaanstreek) springen er duidelijk uit,
met werkloosheidspercentages rond 10 procent. De werkloosheid in de andere zes
deelregio's ligt onder het gemiddelde van de MRA. Het lijkt erop dat lager opgeleiden
63
achtergrond document advies stad compleet.book Page 64 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
oververtegenwoordigd zijn in Zaanstreek, de middelbaar opgeleiden in Almere en
de hoogopgeleiden in Haarlem. Dit kan betekenen dat het in Zaanstreek en Almere
op korte termijn lastiger wordt de werkloosheid naar beneden te krijgen dan in
Haarlem. De verwachting is dat de werkloosheid in deelregio's Almere-Lelystad,
Amsterdam en Zaanstreek ook in 2015 op een bovengemiddeld niveau blijft steken.
De arbeidsmarkt van Amsterdam heeft iets paradoxaals: zowel de werkloosheid
als het aantal arbeidsplaatsen binnen de stadsgrenzen is erg hoog. In totaal huisvest
Amsterdam 44 procent van de werkgelegenheid in de MRA, hetgeen in lijn ligt met
het hoge aandeel van Amsterdam in het brp van de gehele regio. In de stad zijn
651 duizend werkzame personen en wonen 282 duizend werkenden. De inkomende
pendel ligt op 369 duizend personen. Daarvan zijn er 224 duizend personen van
buiten de MRA afkomstig. Deze cijfers illustreren dat de deelregio Amsterdam een
vraag naar arbeid heeft die niet door MRA kan worden ingevuld en dat er woonvoorkeuren zijn waarin de MRA niet voorziet. Men verkiest pendelen boven verhuizen. Tegelijkertijd is er in Amsterdam een grote inactiviteit onder met name
lager opgeleiden.
De tweede grote werkgelegenheidsconcentratie is Regio Haarlemmermeer met
192 duizend werkzame personen. Het percentage mensen dat er ook woont, is
relatief laag, namelijk 28 procent. De overgrote meerderheid woont, buiten Regio
Haarlemmermeer. De inkomende pendelstroom naar deze deelregio betreft dagelijks 138 duizend personen, waarvan er bijna 60 duizend in de MRA wonen. De
derde concentratie van werkgelegenheid is Gooi en Vechtstreek met 127 duizend
werkzame personen. Het percentage mensen dat in de eigen regio woont, is praktisch
even groot als in Amsterdam, namelijk 44 procent.
Het percentage personen dat in dezelfde deelregio woont en werkt, is in AlmereLelystad met 56 procent het hoogst. Daarna volgen Waterland en IJmond, waar
54 procent van de werkzame personen ook in de eigen deelregio woont. AlmereLelystad en Waterland zijn de deelregio's met een overheersende woonfunctie in de
MRA. Zaanstreek, IJmond en Regio Haarlem hebben een woon- en werkfunctie die
met elkaar in balans zijn. Deze deelregio's hebben een pendelsaldo van nul.
7.5
Loon- en inkomensverschillen
Het toenemend belang van kennis in de economie heeft geleid tot een stijging
van het rendement op onderwijs. Het gevolg is dat de loonverschillen de afgelopen
jaren zijn toegenomen. Het grootste deel van deze verschillen onder meer in
64
achtergrond document advies stad compleet.book Page 65 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO AMSTERDAM
Amsterdam is terug te voeren op de grotere loonverschillen tussen hoger en lager
opgeleiden, waarbij hoger opgeleiden uitlopen op de rest. De clustering van hoogwaardige kennisintensieve werkgelegenheid versterkt de relatief sterkere stijging
van het loon van hoger opgeleiden in steden. Daarnaast wordt het effect versterkt
doordat er sprake is van een agglomeratiebonus: door agglomeratievoordelen ligt
de productiviteit in steden hoger en bijgevolg ook de lonen. Vooral hoger en middelbaar opgeleiden profiteren van deze agglomeratiebonus.
De inkomensongelijkheid wordt in Amsterdam verder versterkt door de gepolariseerde bevolkingsopbouw. Hoogopgeleiden hebben veelal inkomen uit werk, terwijl
dat bij laagopgeleiden veel minder het geval is. De participatiegraad van lager opgeleiden in Amsterdam is iets meer dan 50 procent, terwijl die van hogeropgeleiden
bijna 90 procent bedraagt. Er wonen in de stad niet alleen relatief veel hoogopgeleide westerse allochtonen en autochtonen, maar ook relatief veel laagopgeleide
niet-westerse allochtonen. Iets minder dan de helft van de Amsterdamse bevolking
is autochtoon (Nederlands, 80 procent), 16 procent is westers allochtoon (Nederlands, 9 procent) en 35 procent is niet-westers allochtoon (Nederlands, 12 procent).
Een ander mogelijk versterkend mechanisme is het onderwijs. De SER heeft er eerder
op gewezen dat met name in de grote steden het onderscheid tussen de schoolcarrières van autochtonen en niet-westerse allochtonen zeer groot is. Ongeveer
tien jaar geleden zat de helft van de Amsterdamse autochtone leerlingen in de laatste schooljaren op het vwo, terwijl de helft van de Amsterdamse niet-westerse allochtone leerlingen op het vmbo zat.
7.6
Perspectief
De MRA is een van de pijlers van de Nederlandse economie. De economische vooruitzichten voor de MRA zijn voorzichtig positief. Ondanks het herstel is de verwachting dat de werkloosheid de komende twee jaar niet zal afnemen. Het middensegment wordt het hardst getroffen. De vraag naar mbo’ers is in sommige sectoren
sterk afgenomen. In andere sectoren is de vraag specifieker geworden of aan snelle
(technologische) veranderingen onderhevig en kan het beroepsonderwijs onvoldoende aansluiten op ontwikkelingen. Deze ontwikkeling roept de vraag op hoe
het mbo-onderwijs beter moet aansluiten op de arbeidsmarkt.
Een ander belangrijk knelpunt in de MRA is de hoge jeugdwerkloosheid. Ongeveer
een kwart van de jongeren heeft geen baan. Jongeren met een afgeronde opleiding
met een startkwalificatie doen het substantieel beter dan jongeren zonder start-
65
achtergrond document advies stad compleet.book Page 66 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
kwalificatie. Voor veel jongeren van niet-westerse herkomst is de arbeidsmarkt
nauwelijks toegankelijk. Hoewel het verbeteren van het perspectief voor laagopleiding een speerpunt is van de gemeenten in de MRA, heeft dit nog niet
tot het beoogde effect geleid.
66
achtergrond document advies stad compleet.book Page 67 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG
8
Achtergronden Metropoolregio
Rotterdam Den Haag
8.1
Inleiding
De Zuidvleugel van de Randstad is samen met de Metropoolregio Amsterdam (MRA)
en de Regio Eindhoven één van de kurken waar de Nederlandse economie op drijft.
De economische kracht van de regio is groot. De regio heeft een sterke internationale
oriëntatie, een diverse economische structuur met sterke (top)sectoren zoals de
haven (logistiek, chemie, energie en waterbouw), de greenports, internationaal
recht, vrede en veiligheid en de medische sector. Verder zijn er drie universiteiten,
een groot aantal onderzoeksinstituten zoals Clingendael, meerdere hogescholen en
een hoog voorzieningenniveau, zowel in de steden als in de groene gebieden in de
omgeving van de steden.
De Zuidvleugel is qua inwonertal de grootste stedelijke regio van Nederland. Uitgedrukt in bruto regionaal product staat het op de tweede plaats, na de MRA. Er ligt
een stevige economische en sociale uitdaging om de regio competetiever te maken.
Het verzilveren van die kansen vraagt nieuw elan in de regionale samenwerking.
Er is daarom onlangs gekozen voor een nieuw samenwerkingsverband, een schaalniveau van 23 gemeenten om gezamenlijke meer slagkracht te ontwikkelen: de
Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Dat is nodig omdat de steden Rotterdam en
Den Haag afzonderlijk relatief zwak presteren.
Nadat eerst kort wordt stilgestaan bij de situatie in de Rotterdam en Den Haag
afzonderlijk, gaan we daarna in deze bloemlezing nader in op de nieuwe metropoolregio. Wij maakten daarvoor gebruik van de publicatie ‘De veranderende geografie van Nederland’ en ‘Metropoolvorming: Kansen en opgaven’ waaraan de wetenschappers Tordoir, Manshanden, Van Oort, Meijers en Raspe/Van de Berge hebben
bijgedragen. Tevens maakten wij gebruik van diverse analyses van de gemeente Rotterdam en inleidingen die enkele bestuurders en wetenschappers hielden tijdens de
kick-off-bijeenkomst op 19 maart 2015 van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Verder spraken we met Robert Tans, coördinator Agenda Stad van de gemeente
Rotterdam. Tot slot heeft een delegatie van de voorbereidingscommissie op 22 april
2015 een werkbezoek gebracht aan Rotterdam-Zuid (zie: http://www.ser.nl/nl/actueel/
persberichten/2010-2019/2015/20150415-werkbezoek-mariette-hamer-ser-delegatie-rotterdamzuid.aspx).
67
achtergrond document advies stad compleet.book Page 68 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
8.2
Rotterdam: Maakstad van de 21ste eeuw
Volgens diverse rapporten van de gemeente Rotterdam gaat het sinds enige tijd relatief
beter met de stad. De economie groeit, het imago van de stad is positief, het opleidingsniveau in Rotterdam stijgt de laatste jaren en de werkgelegenheid trekt na
jaren van crisis ook weer aan. Ook het aantal inwoners neemt toe. In 2014 zijn er
ruim 6500 Rotterdammers bij gekomen. De verwachting is volgens Tans dat deze
trend doorzet.
De aantrekkelijkheid van Rotterdam als woonstad is van groot belang voor de toekomst van de stad. De afgelopen jaren is Rotterdam volgens burgemeester Aboutaleb
aantrekkelijker geworden. Tijdens de kick-off-bijeenkomst van de MRDH sprak hij
over de succesvolle investeringen in de bestaande stad: een combinatie van verdichting, vergroening, verduurzaming en sociaal-economische investeringen. De
toegenomen aantrekkelijkheid blijkt uit de waardering van Rotterdam door toeristen,
maar ook uit de bevolkingsgroei. Door bevolkingsgroei op de goede plekken te faciliteren beoogt Rotterdam de quality of life te vergroten.
De uitdaging voor Rotterdam is om optimaal in te spelen op de transitie van de
economie en daarvoor de noodzakelijke voorwaarden in de stad en de regio te bieden.
De stad wil in het kader van de Agenda Stad inzetten op afspraken met het Rijk die
met een lange- en kortetermijnagenda het organiserend, investerend en innoverend
vermogen van de stad en de regio vergroot.
Rotterdam wil deals die de connectiviteit door middel van cross-overs versterken. De
sterke economische clusters (cleantech, maritiem, food en medisch) in Rotterdam
en de regio zijn hierin zeer kansrijk om als voorbeeld te worden gebruikt. Verbeteren
van het daily urban system en quality of life is daarbij een voorwaarde. Onder andere
via verbeteren van bereikbaarheid, weerbaarheid, gezondheid, binnenstedelijk verdichten, verduurzamen en betere aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt. Naast deze
overkoepelende afspraak wordt onder meer ingezet op afspraken over: versterking
van de innovatieomgeving, binnenstedelijke verdichting en bereikbaarheid, experimenteerruimte (regels etc.) in het kader van Lab Rotterdam, duurzame energie en
woningvoorraad en gezondheid.
Hoewel het gemiddelde opleidingsniveau in Rotterdam de laatste jaren dus toeneemt, is er van herstel van werkgelegenheid nog geen sprake. Veel inwoners zijn
aangewezen op een uitkering. Volgens de ranglijst van de 'Atlas van gemeenten
68
achtergrond document advies stad compleet.book Page 69 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG
2014' scoort Rotterdam het zwakst van alle steden in de rubrieken 'bijstand',
'werkloosheid' en 'armoede' (50ste plek). Ook scoort de stad zwak op het 'percentage
laagopgeleiden'. De stad staat op de 39ste plek van de ranglijst. Al drie jaar achtereen
neemt de stad dezelfde positie in. Deze problematiek concentreert zich voor een
belangrijk deel in Rotterdam-Zuid. In Rotterdam komt het aandeel hoogopgeleiden
ongeveer overeen met het landelijk gemiddelde, terwijl het in Den Haag daar net
iets boven ligt.
8.3
Rotterdam-Zuid
Het minst gaat het in Rotterdam-Zuid, althans in zeven van de ongeveer twintig wijken. Hier concentreren zich veel maatschappelijke en sociale problemen en verbeteringen zijn maar beperkt waarneembaar. Dit vormt een specifieke uitdaging voor
de stad. Veel inwoners van de zeven kwetsbare wijken in Zuid zijn afhankelijk van
een uitkering (22 procent). In Rotterdam als geheel gaat het om 15 procent en het
landelijk gemiddelde is 8 procent. Ook het aantal inwoners dat opgroeit in een
gezin met een minimuminkomen is in de betreffende wijken aanzienlijk hoger,
namelijk 32 procent, tegen 23 procent in Rotterdam en 10 procent landelijk. Grote
verschillen tussen de zeven wijken in Zuid en Rotterdam als geheel zijn er ook op
het terrein van de CITO-score op het basisonderwijs, voortijdig schoolverlaten en
het aantal leerlingen dat een opleiding op vwo-niveau volgt.
Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) hoopt met het Uitvoeringsprogramma 2015-2018 de verschillen met de rest van de stad te verkleinen. Er wordt
zowel geïnvesteerd in de bewoners als in de wijk. Scholen bieden extra lestijd en om
achterstanden te verkleinen en er wordt voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan
alle kinderen vanaf 3 jaar aangeboden. Hiermee wordt de ontwikkeling van taal,
rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling van peuters vroegtijdig
gestimuleerd, zodat kinderen zonder achterstand starten in groep één van het
basisonderwijs. Verder zijn er integrale frontlijnwijkteams met scholen als vindplaats en er wordt hulp geboden bij loopbaankeuze. Daarnaast is er wijkgerichte
activering voor mensen met een uitkering.
Ook wordt er in de wijk geïnvesteerd door betere woningen te bouwen. Er
staan komende jaren talrijke bouwprojecten op stapel, waaronder de sloop van
1450 woningen, het samenvoegen van 750 woningen, het bouwen van 630 vrijesectorhuurwoningen en het realiseren van 1330 koopwoningen. Een en ander
wordt gecombineerd met instroomregulering.
69
achtergrond document advies stad compleet.book Page 70 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
De inspanningen lijken vruchten af te werpen. Het aantal uitkeringen daalt globaal
met 300 tot 400 per jaar. Er wordt samengewerkt met werkgevers onder meer met
een proef regionale entreeopleiding en een proef doorstroming via avondopleidingen
en het ontwikkeling van potentieel voor de sectoren zorg en techniek.
Rotterdam-Zuid heeft volgens het NPRZ veel potentieel. Er liggen kansen voor de
vestiging van nieuwe hoogwaardige bedrijfsactiviteiten. De bevolking is jong en
steeds beter opgeleid en er is veel ruimte beschikbaar onder meer rondom de
Waalhaven en de RDM-campus. Verder zijn er diverse topinstituten in de nabije
omgeving (EUR, Delft, TNO) en er is goede infrastructuur. Het gaat er om dit
potentieel te benutten.
8.4
Den Haag
In de afgelopen periode heeft de gemeente Den Haag met de Economische Visie,
met de Uitbouw van Vrede & Recht, de Haagse Educatieve Agenda, de regionale
actieagenda en platform Geslaagd-in-het-vak, een strategie voor de economische
ontwikkeling van de stad neergelegd. Het gemeentebestuur onderkent dat verbreding
nodig is naar de regionale schaal, met partners als Rotterdam en buurgemeenten;
met name in metropoolregioverband.
De inzet op economische groei door versterking van de internationale concurrentiekracht moet volgens de gemeente steeds gepaard gaan met zorg voor de lokale
economie en een werkgelegenheidsstructuur die kans biedt op werk voor alle
Hagenaars. Daarbij wordt intensieve samenwerking gezocht met de maatschappelijke
partners en stedelijke marktpartijen, die de belangrijkste werkgevers vormen in
de stad.
Een brede aanpak is dan ook nodig. Uit de cijfers van het UWV blijkt dat een groot
percentage van de beroepsbevolking werkloos is. Het aantal geregistreerde Haagse
werkzoekenden bij het UWV is eind 2014 43.442. Dat is 17,7 procent van de beroepsbevolking. Het aantal WW-uitkeringen is ten opzichte van eind 2011 met bijna
50 procent gestegen en het aantal bijstandsuitkeringen met 19 procent. Begin 2015
werden in Den Haag 22.940 bijstandsuitkeringen verstrekt in vergelijking met
21.436 uitkeringen begin 2014, dat is een stijging van 7 procent. De werkloosheid
in Den Haag is flink hoger dan het landelijk gemiddelde.
Den Haag heeft de ambitie om komende jaren breed, proactief en integraal in te zetten op de ontwikkeling van de stedelijke economie en groei van de werkgelegen-
70
achtergrond document advies stad compleet.book Page 71 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG
heid. De prioriteiten voor de stad liggen onder meer op de terreinen The Hague
Security Delta, Valorisatie Vrede & Recht en een Proeftuin op het gebied van kust- en
waterbeheer.
Enerzijds zijn er dus volop kansen om invulling te geven aan een duidelijk gekozen
profiel, anderzijds kent ook Den Haag hardnekkige achterstanden die zich concentreren in bepaalde delen van de stad.
8.5
Agglomeratiekracht door vorming Metropoolregio
Rotterdam Den Haag
Uit diverse studies blijkt dat de steden in de Zuidvleugel het in verschillende opzichten
economisch minder goed doen dan concurrerende steden in binnen- en buitenland.
In diverse publicaties wordt gesproken van onderbenutting: de omvang en diversiteit
van de stedelijke en economische agglomeratie levert in theorie voordelen op die er
in de praktijk echter onvoldoende uitkomen.
Manshanden legt een deel van de verklaring bij de regionaal-economische structuur.
Er zijn veel internationale relaties, maar slechts weinig regionale netwerken tussen
bedrijven onderling. Evenals Raspe en Van de Berge signaleert hij dat publieke kennisinstellingen ondanks hun hoogwaardige karakter beperkte relaties kennen met het
bedrijfsleven. Van Oort wijst op het belang van 'skill-gerelateerdheid' tussen sectoren.
Werknemers die naar een andere sector overstappen, kunnen waardevolle nieuwe
inzichten meenemen. Dat vliegwiel werkt volgens hem in de Zuidvleugel onvoldoende. Daar komt bij dat Rotterdam en Den Haag verschillende historische ontwikkelpaden hebben.
Uit regionaal-economisch onderzoek blijkt dat het gebied dat sinds kort de MRDH
vormt, de afgelopen tijd een economisch groeipad heeft vertoond dat lijkt op dat
van Nederland en dat het brp per hoofd van de bevolking relatief laag is. Het relatieve aandeel hoger opgeleiden in de beroepsbevolking lijkt veel op dat van het
Nederlandse gemiddelde. De schaal van dit gebied en de aanwezigheid van universiteiten en hogescholen heeft blijkbaar geen positieve invloed op het brp of het opleidingsniveau.
Het verschil in economisch belang van de MRDH ten opzichte van de MRA is volgens
Manshanden groter geworden tussen 1995 en 2012. In 1995 besloeg de MRA
15,2 procent van het bruto nationaal product (bnp), in 2012 was dat opgelopen tot
16,8 procent. De MRDH besloeg in 1995 14,8 procent van het bnp, in 2012 was dat
71
achtergrond document advies stad compleet.book Page 72 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
14,6 procent. Absoluut gezien is het brp toegenomen in de MRDH, maar in de rest
van Nederland iets sneller. De ontwikkeling van deze verhouding geeft aan dat de
MRDH onvoldoende profiteert van agglomeratievoordelen, waardoor de MRDH
geen extra groei haalt uit de omvang van de regio.
Het ontbreken van agglomeratiekracht in de MRDH is opvallend, omdat de provincie
Zuid-Holland de meeste topsectoren herbergt (onder andere chemie, logistiek,
hightech en tuinbouw). Per saldo wijkt de economische groei van Rotterdam volgens
Manshanden niet significant af van het landelijke gemiddelde, terwijl de groei in
Den Haag wel lager is.
Benschop wijst in zijn inleiding tijdens de kick-off bijeenkomst van de MRDH op het
belang van het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, met name het vmbo
en het mbo. Deze niveaus moeten volgens hem beter worden aangesloten op de
arbeidsmarkt. Tevens wijst hij op het belang van een goed vestigingsklimaat en
meer ruimte voor innovatie. Volgens hem kan de economische ontwikkeling van de
MRDH een impuls krijgen door meer in deze drie condities – onderwijs, vestigingsklimaat en innovatie – te investeren.
Het PBL heeft de regio Zuid-Holland en de 50 belangrijkste concurrerende regio's
geanalyseerd. De meest innovatieve regio's hebben veel ecopatenten en hebben een
sterke specialisatie in ecopatenten. Uit het onderzoek blijkt dat de MRDH niet leidend
is op het terrein van kennisontwikkeling met uitzondering van biotech. Naast kennisontwikkeling is ook ondernemerschap een motor van innovatie. Raspe en Van de
Berge hebben gekeken naar cleantech bedrijvigheid. Sinds 2007 is de wereldwijde
markt voor schone en zuinige producten, processen en diensten (green- en cleantech)
gemiddeld met bijna 12 procent per jaar gegroeid. De MRDH heeft verreweg de
hoogste concentratie van dit type bedrijven van Nederland. Er liggen dus volop kansen
op deze groeimarkt. Ook hebben Raspe en Van de Berge gekeken naar patronen van
nieuwe bedrijvigheid. De ondernemerschapsdynamiek, vernieuwing door oprichting
van nieuwe bedrijven, lijkt vooral buiten de MRDH plaats te vinden. Het aantal
nieuwe vestigingen van bedrijven in Groot-Rijnmond blijft sterk achter bij het landelijke gemiddelde. Hier staat tegenover dat de agglomeratie Den Haag relatief
hoog scoort met het aantal nieuwe bedrijven. Als geheel blijft de MRDH achter.
Raspe en Van de Berge concluderen dat de regio sterke clusters heeft, zoals de
cleantech bedrijvigheid. Daarnaast heeft de TU Delft een internationaal leidende
positie en zijn ze sterk in de uitwisseling van kennis met het bedrijfsleven. Maar
tegelijk blijft de dynamiek in nieuwe bedrijven achter. Het idee dat een excellente
kennisinfrastructuur leidt tot nieuwe bedrijven, lijkt in de MRDH niet op te gaan.
72
achtergrond document advies stad compleet.book Page 73 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
ACHTERGRONDEN METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG
Nog belangrijker is echter dat de kennisontwikkeling door bedrijven gericht op
duurzame innovaties achterblijft. De regio scoort een stuk zwakker ten opzichte
van andere regio's, en vooral ook haar belangrijkste concurrenten, met uitzondering
van de biotechsector. In een goed functionerend innovatiesysteem werken volgens
Raspe en Van de Berge ten minste zeven cruciale onderdelen met elkaar samen. Het
betreft behalve kennisontwikkeling, uitwisseling van kennis en ondernemerschap
ook marktvorming, mobiliseren van middelen, aandacht voor belangengroepen en
langetermijndoelen van de overheid. De MRDH lijkt nog niet helemaal klaar voor
de groene race. Het PBL is op grond hiervan van opvatting dat de strategische
agenda van de MRDH als kern een groen innovatiesysteem dient te bevatten.
Op basis van onderzoek van Meijers blijkt dat Den Haag en Rotterdam centra zijn
waar metropolitane functies met allure samenballen. Den Haag heeft 85 procent
meer internationale metropolitane functies dan verwacht had mogen worden.
Rotterdam blijf 20 procent achter bij de verwachting. In de metropoolregio zijn
gezamenlijk meer metropolitane functies dan verwacht mag worden op grond van
de omvang. Er is volgens dit onderzoek dus sprake van een netwerkkracht in de MRDH.
Om de positie van MRDH in internationale netwerken te bepalen heeft Meijers ook
de internationale inbedding onderzocht. Daarvoor heeft hij onder meer internationale personen- en goederenstromen, toerisme en regeringszetel betrokken. De conclusie is dat de tekorten van de MRDH ten opzichte van het verwachtingsniveau toenemen. Zowel Den Haag als Rotterdam blijven nu bijna 30 procent achter bij de verwachtingen. Met andere woorden: de MRDH profiteert onvoldoende van haar
relatief goede internationale netwerkpositie.
Er is sprake van concurrentie tussen de steden binnen de metropoolregio. Maar vanuit
het perspectief dat binnen de MRDH een compleet pallet van stedelijke functies
moet worden geboden, is er van echte concurrentie geen sprake. Deze bevindt zich
buiten de MRDH.
8.6
Perspectief
De schaal en omvang en complexiteit van de problematiek in de MRDH is van dien
aard dat niet kan worden volstaan met een handvol speerpunten om het vliegwiel
van innovatie, ondernemerschap en werkgelegenheid in een hogere versnelling te
krijgen. Op basis van een strategische agenda waar zowel Rotterdam als Den Haag
een aantal speerpunten voor hebben geformuleerd, kan stapsgewijs verbetering
van de economische positie van de MRDH zichtbaar worden.
73
achtergrond document advies stad compleet.book Page 74 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Rotterdam en Den Haag hebben verder vanuit een metropolitane ambitie de wens
om hun twee grootstedelijke regio’s te laten samensmelten. Metropolitane integratie
is volgens de steden essentieel voor de kenniseconomie en nationale concurrentiekracht. De MRDH heeft vooralsnog relatief weinig ‘gemeenschappelijk gewicht’.
Het gebruikmaken van elkaars voorzieningen is niet vanzelfsprekend en het proces
voor meer economische verwevenheid is nog niet goed op gang gekomen. Uit onderzoek blijkt dat de MRDH onvoldoende profiteert van agglomeratievoordelen, waardoor de MRDH geen extra groei haalt uit de omvang van de regio. De Zuidvleugel is
in economisch opzicht nog te veel een eilandenrijk. Sectoren hebben beperkte
synergetische relaties en er is sprake van een scheiding tussen private en publieke
activiteit. Vragers en aanbieders van arbeid, kennis en voorzieningen richten zich
op beperkte delen van de regio en kijken onvoldoende naar de vraag en het aanbod
in andere delen van de regio.
Samengevat kan de economische ontwikkeling van de MRDH een impuls krijgen
door de metropolitane integratie te intensiveren, het sectorale eilandenpatroon te
doorbreken met het creëren van cross-overs en op initiatief van Rotterdam en Den
Haag te investeren in triple helix-samenwerking.
74
achtergrond document advies stad compleet.book Page 75 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
GERAADPLEEGDE PERSONEN
9
Geraadpleegde personen
Voor de impressies zijn de volgende personen geraadpleegd:
■ Cees Bijl, burgemeester Emmen
■ Clemens Cornielje, Commissaris van de Koning in de provincie Gelderland
■ Roel Folkersma, Innovatie & Kennisplatform Drenthe en Kennispoort Drenthe
■ Marcel Hielkema, voorzitter VNO-NCW Gelderland
■ Irene Louwrier, communicatiemanager bij Dierenpark Emmen
■ Ina von Pickartz, FNV Noord-Nederland
■ Paul Smit, waarnemend secretaris van SER Noord-Nederland
■ Robert Tans, coördinator Agenda Stad gemeente Rotterdam
■ Ruud Vreeman, oud-burgemeester Groningen
■ Roel Wever, directeur stadsregio Arnhem-Nijmegen
■ Rikus Wolbers, directeur van Novio Tech Campus Nijmegen
■ Klaas Zantingh, CNV Noord-Nederland
75
achtergrond document advies stad compleet.book Page 76 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
76
achtergrond document advies stad compleet.book Page 77 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
GERAADPLEEGDE LITERATUUR EN WEBSITES
10
Geraadpleegde literatuur en websites
Literatuur
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Brainport Development (2011) Brainport 2020: top economy, smart society: visie strategie
en urgentieprogramma, 2011.
Gemeente Amsterdam (2015) Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam
2015, februari.
Gemeente Amsterdam (z.j.) Actieplan Innovatief Vakmanschap 2015-2016.
Gemeente Arnhem (2009) Economische Agenda Arnhem 2015, ‘Koers op kansen’.
Gemeente Eindhoven (2013) Ondernemen 040.
Marlet, G., C. van Woerkens (2014) Atlas voor gemeente 2014, Utrecht, juni.
Ponds, R., G.Marlet, en C van Woerkens (2015) Trickle down in de stad: De invloed van
hoogopgeleiden op de arbeidsmarkt voor laagopgeleiden, Platform 31, april.
Ponds, R. en O. Raspe (2015) Agglomeratievoordelen en de Ruimtelijk-Economische
Ontwikkelingsstrategie, Utrecht.
SER (2014) Advies Arbeidsmigratie, Casestudy ‘Eindhoven/Brainport’, Bijlage 3.
SER Noord-Nederland (2015) Koersvast 2.0, maart.
SER Noord-Nederland (2014) Macro Economische Verkenning Noord- Nederland (MEV), juni.
Stadsregio Arnhem-Nijmegen (2013) Samen voor een krachtige regio.
Stadsregio Arnhem-Nijmegen en provincie Gelderland (2006) Regionaal Plan
2005-2020.
Tordoir, P., A. Poorthuis, P. Renooy (2015) De veranderende geografie van Nederland:
De opgaven op mesoniveau, Amsterdam, maart.
Tordoir, P.P., W.J.J. Manshanden, F.G. van Oort, E.J. Meijers, O. Raspe (2014)
Metropoolvorming: Kansen en opgaven, reflecties uit de wetenschap.
Websites
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
amsterdam.nl
brainport.nl
emmen.nl
eindhoven.nl
hightechcampus.com
metropoolregioamsterdam.nl
metropoolregioeindhoven.nl
mrdh.nl
presentatieseindhoven.nl
sernoordnederland.nl
sre.nl
startfoundation.nl
77
achtergrond document advies stad compleet.book Page 78 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
78
achtergrond document advies stad compleet.book Page 79 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Publicatieoverzicht
Algemeen
Publicaties van de SER verschijnen digitaal. Alle publicaties zijn te downloaden op
onze website. Sommige publicaties zijn in boekvorm te bestellen tegen vergoeding
( 7,50). Kijk daarvoor onderaan de beginpagina van een publicatie.
Van de adviezen verschijnt eveneens een Engelstalige samenvatting. Deze is te vinden
op de webpagina van het desbetreffende advies en de Engelstalige website van de SER.
Adviezen
De SER-agenda voor de Stad
2015, 124 pp., ISBN 978-94-6134-074-0, bestelnr: 15/05
Het Nederlandse stedenlandschap: impressies en achtergronden
Achtergronddocument bij het SER-advies Agenda Stad
2015, 84 pp., verkrijgbaar via www.ser.nl
Leren in het funderend onderwijs van de toekomst
2015, 28 pp., ISBN 978-94-6134-075-7, bestelnr: 15/04
Sociale ondernemingen: een verkennend advies
2015, 134 pp., ISBN 978-94-6134-073-3, bestelnr: 15/03
Werkloosheid voorkomen, bewerken en goed verzekeren
2015, 216 pp., ISBN 978-94-6134-070-2, bestelnr: 15/02
Toekomst Pensioenstelsel
2015, 178 pp. 178, ISBN 978-94-6134-069-6, bestelnr: 15/01
Arbeidsmigratie
2014, 264 pp., ISBN 978-94-6134-068-9, bestelnr: 14/09
Grenswaarde voor 1,3-Butadieen
2014, 20 pp., ISBN 978-94-6134-066-5, bestelnr: 14/08
Betere zorg voor werkenden
2014, 90 pp., ISBN 978-94-6134-065-8, bestelnr: 14/07
Calamiteitenregeling WW
2014, 22 pp., ISBN 978-94-6134-064-1, bestelnr: 14/06
Instemmingsrecht OR over arbeidsvoorwaarde pensioenen
2014, 74 pp., ISBN 978-94-6134-063-4, bestelnr: 14/05
MVO-convenanten
2014, 68 pp., ISBN 978-94-6134-062-7, bestelnr: 14/04
79
achtergrond document advies stad compleet.book Page 80 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Discriminatie werkt niet!
2014, 130 pp., ISBN 978-94-6134-061-0, bestelnr: 14/03
Grenswaarde voor arseen en anorganische arseenverbindingen
2014, 22 pp., ISBN 978-94-6134-060-3, bestelnr: 14/02
Benoemingsrecht voor de Sociaal-Economische Raad voor de zittingsperiode 1 april 2014 tot en met 31 maart 2016
2014, 16 pp., bestelnr: 14/01
Naar macrostabiele reële pensioenen
2013, 30 pp., ISBN 978-94-6134-059-7, bestelnr: 13/06
ILO-verdrag 170
2013, 76 pp., ISBN 978-94-6134-056-6, bestelnr: 13/05
Grenswaarden voor chroom VI-verbindingen
2013, 22 pp., ISBN 978-94-6134-055-9, bestelnr: 13/04
Verbreding draagvlak cao-afspraken
2013, 76 pp., ISBN 978-94-6134-054-2, bestelnr: 13/03
Handmade in Holland: Vakmanschap en ondernemerschap in de ambachtseconomie
2013, 96 pp., ISBN 978-94-6134-053-5, bestelnr: 13/02
Make it in the Netherlands! Advies over binding van buitenlandse studenten aan Nederland
2013, 58 pp., ISBN 978-94-6134-051-1, bestelnr: 13/01
Naar een Energieakkoord voor duurzame groei
2012, 32 pp., ISBN 978-94-6134-046-7, bestelnr: 12/07
Naar een kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare zorg: een tussentijds advies op hoofdlijnen
2012, 60 pp., ISBN 978-94-6134-045-0, bestelnr: 12/06
Reactie op (conceptnota van wijziging) wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen
2012, 19 pp., ISBN 978-94-6134-044-3, bestelnr: 12/05
Verschuivende economische machtsverhoudingen
2012, 228 pp., ISBN 978-94-6134-040-5, bestelnr: 12/04
Alternatieve geschilbeslechting in de EU
2012, 84 pp., ISBN 978-94-6134-043-6, bestelnr: 12/03
Werk maken van scholing, advies over postinitiële scholingsmarkt
2012, 144 pp., ISBN 978-94-6134-038-2, bestelnr: 12/02
Voorlopige nanoreferentiewaarden voor synthetische nanomaterialen
2012, 150 pp., ISBN 978-94-6134-035-1, bestelnr: 12/01
Medezeggenschap en (I)MVO
2011, 26 pp., ISBN 978-94-6134-033-7, bestelnr: 11/11
Ontwikkeling door duurzaam ondernemen
2011, 130 pp., ISBN 978-94-6134-032-0, bestelnr: 11/10
Grenswaarden voor asbest
2011, 22 pp., ISBN 978-94-6134-029-0, bestelnr: 11/09
Klachtenbehandeling aanstellingskeuringen
2011, 42 pp., ISBN 978-94-6134-027-6, bestelnr: 11/08
80
achtergrond document advies stad compleet.book Page 81 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Rapporten
Nederlandse economie in stabieler vaarwater: een marco-economische verkenning
2013, 64 pp., ISBN 978-94-6134-052-8
Nieuwe EU-voorstellen Regulering en toezicht financiële sector
2010, 64 pp., ISBN 978-94-6134-006-1
CSED-rapport: Naar een integrale hervorming van de woningmarkt
2010, 124 pp., ISBN 978-94-6134-004-7
Engelstalige publicaties
The Dutch Work Councils Act
Information brochure, 2011, 38 pp., ISBN 978-94-6134-028-3
The power of consultation: The Dutch consultative economy explained
General brochure, 2010, 34 pp., ISBN 978-94-6134-011-5
Europe 2020: The New Lisbon Strategy
Abstract, 2009, 40 pp., ISBN 90-6587-991-9, orderno. 2009/04E
Nanoparticles in the Workplace: Health and Safety Precautions
Translation wiht abridged appendices, 68 pp., ISBN 90-6587-987-0, orderno. 2009/01E
Social and Economic Council’s Statement on International Corparate Social Responsibility
Statement, 2008, 91 pp., ISBN 90-6587-983-8
On sustainable globalisation: A world to be won
Abridged version, 2008, 132 pp., ISBN 90-6587-979-X, orderno. 2008/06E
CAP Reform and Public Services of Agriculture
Abridged version, 2008, 52 pp., ISBN 90-6587-973-0, orderno. 2008/05E
Overige publicaties
Leidraad personeelsvertegenwoordiging – met toelichting en bijlagen
2010, 104 pp., ISBN 90-6587-998-6
Voorbeeldreglement Ondernemingsraden – met toelichting en bijlagen
2010, 264 pp., ISBN 90-6587-997-8
Alle uitgaven zijn te bestellen:
■
telefonisch (070 3499 671);
■
via de website (www.ser.nl);
■
door overmaking van de vermelde prijs op banknummer NL17INGB0667 165908
ten name van de SER te Den Haag, onder vermelding van het bestelnummer
en de titel.
81
achtergrond document advies stad compleet.book Page 82 Wednesday, August 26, 2015 3:44 PM
Colofon
Uitgave
Sociaal-Economische Raad
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK Den Haag
T 070 3499 499
E [email protected]
www.ser.nl
Tekst
Commissie Stad
Fotografie
Omslag: David Rozing/HH
Vormgeving en druk
2D3D, Den Haag (basisontwerp); Huisdrukkerij SER
© 2015, Sociaal-Economische Raad
Alle rechten voorbehouden
Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding.
82
rug 4,5 mm
ACHTERGRONDDOCUMENT | Augustus 2015
Het Nederlandse
stedenlandschap
Achtergronddocument
bij het SER-advies
Agenda voor de Stad
SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
Bezuidenhoutseweg 60
Postbus 90405
2509 LK Den Haag
T 070 3499 499
[email protected]
www.ser.nl
© 2015, Sociaal-Economische Raad
SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
rug 4,5 mm
omslag achtergrond document advies stad.indd 1
26-8-2015 16:21:40
Download