Werkles Ruimtevaart Heelal e) 1) Het internationale ruimtestation ISS dat rond de aarde cirkelt, is afgeleid van de ideeën van de Duits-Amerikaanse raketgeleerde Wernher von Braun. Deze ontwierp rond 1950 een wielvormig ruimtestation. We gaan er in het vervolg van deze opgave vanuit dat dit ruimtewiel ook werkelijk gerealiseerd is en op 1730 km hoogte in een cirkelvormige baan rond de aarde draait. Voor de baansnelheid v van een ruimteobject dat in een cirkelbaan met straal r om de aarde draait, geldt: v a) Leid dit af. b) Bereken de omlooptijd van het ruimtewiel rond de aarde, in uren. GM aarde r Doordat het ruimtewiel bovendien om zijn as draait, ondervindt een astronaut op de omtrek van het wiel een soort “kunstmatige zwaartekracht”. In de figuur is een astronaut getekend die op de “vloer” van het ruimtewiel staat. c) Leg uit hoe deze kunstmatige zwaartekracht van de astronaut ontstaat. Het ruimtewiel draait in 22 s om zijn as. De grootte van de kunstmatige zwaartekracht aan de omtrek van het ruimtewiel is een derde van de zwaartekracht aan het aardoppervlak. d) Bereken de omtrek van het ruimtewiel. Bereken daartoe eerst de hoeksnelheid ω. 2) De Europese ruimtevaartorganisatie ESA heeft al enkele malen een Ariane-5-raket gelanceerd. De beweging tijdens de start van de Ariane-5-raket wordt onderzocht aan de hand van een video-opname. Van de eerste honderd seconde is een (v,t)-grafiek gemaakt en weergegeven. De totale massa van de Ariane-5-raket bij de start is 7,14105 kg. a) Bepaal de stuwkracht Fstuw die de Ariane-5-raket ondervindt op t = 0 s. Elke seconde wordt er 3,6103 kg brandstof uitgestoten met een snelheid u van 3,0 km s-1. De ESA gebruikt voor de snelheid v (t) m(0) van de raket de formule: gt v(t ) u ln Hierin is: m(0) de totale massa bij de start in kg; m ( t ) m(t) de totale massa op tijdstip t in kg; g de valversnelling op het aardoppervlak in m s-2. b) Laat ahv een berekening zien dat deze formule een goede benadering is van de snelheid op t = 60 s. Voor grotere hoogten geldt voor de gravitatiekracht de formule: Hierin is: R de straal van de aarde in m; h de hoogte boven de aarde in m; g de valversnelling op het oppervlak in m/s2. c) Leid deze formule af. Bij de beweging van de Ariane-5-raket speelt de wrijvingskracht op de Ariane-5-raket ook een rol. In de figuur is het verloop van de wrijvingskracht Fw tegen de hoogte h weergegeven. d) Leg uit waarom Fw eerst toeneemt, en dan weer afneemt. 1) b) 2,018 h d) 2,5*102 m 2) a) 1,1*107 N R2 Fg mg R h 2