Hoofdstuk 10: kruistochten

advertisement
Hoofdstuk 10: kruistochten ........................................................................................................ 1
1. Begrip en problemen .......................................................................................................... 1
a) Begrip ............................................................................................................................. 1
b) problemen ...................................................................................................................... 1
2. Oorzaken (12e-13e eeuw).................................................................................................... 3
3. Oproep Paus Urbanus II (1095) ......................................................................................... 4
4. Verloop van kruistochten ................................................................................................... 4
1ste kruistocht ...................................................................................................................... 4
Militair en tactisch verschil: Westen – Oosten....................................................................... 5
Westers Maliënkolder: ....................................................................................................... 5
11de eeuwse lichaamsbescherming ..................................................................................... 5
Seltsjoekse (Turkse) Boogschutter-Ruiter: ........................................................................ 5
Creatie van militair-religieuze Ridderordes: ...................................................................... 5
Bouw van burchten en ontwikkeling van Latijnse koninkrijken in Midden-Oosten. ............ 5
Krak des Chevaliers ........................................................................................................... 5
3e kruistocht (eind 12e eeuw).............................................................................................. 6
4e kruistocht (1202-1204) ................................................................................................... 6
Kruistocht tegen de Katharen (1208-1230) ........................................................................ 6
Montségur: moord op 200 Katharen .................................................................................. 7
Gevolgen van de kruistochten (Europa) ................................................................................. 8
Hoofdstuk 11: Zwarte dood (1347-1351)................................................................................... 8
1. Traditionele visie ................................................................................................................ 8
2. Kritiek op traditionele visie ................................................................................................ 9
Hoofdstuk 10: kruistochten
1. Begrip en problemen
a) Begrip
-
-
Het woord ‘kruistocht’ is van latere datum. Het woord ‘kruistocht’ werd niet
gebruikt door de kruisvaarders. Zij spraken over een ‘heilige oorlog’ in plaats
van kruisvaarders over ‘cruce signati’ (= getekend door het kruis). Het woord
‘kruistocht’ duikt voor het eerst op in de 12e-13e eeuw in Spanje. In de 18e
eeuw duikt het woord ‘crusade’ pas op in Engeland.
brede betekenis: een oorlog in het teken van het geloof tegen ongelovigen.
smalle betekenis (beperkt): Een reeks religieuze oorlogen of tochten tegen de
moslimwereld in het midden-oosten om christelijke heilige plaatsen te
veroveren of te beschermen tussen 1095-1250.
b) problemen
-
‘kruistocht’ misbruikt om oorlog te rechtvaardigen (vb. Bush).
‘Heilige oorlog’: langs 2 kanten concept.
Romantisch beeld in de 19de eeuw vertroebelt werkelijkheid.
Bronoef. 1: een gefotoshopte illustratie van een computerspel.
- primaire bron
- wat is het doel van deze bron?
 spot drijven met president Bush (subjectief)
Eline Burms
1
geschiedenis
3de jaar
-
waarom slaagt deze bron hierin?
 omdat er een gelijkenis is tussen de kruistochten naar het midden-oosten
en Bush zijn campagne in die regio?
OPM: na 9/11 (WTC)
Bush sprak over ‘crusade against terror’.
Hij profiteert van de bijklank van kruistochten. ‘Kruistocht’ misbruikt om oorlog
te rechtvaardigen (vb. Bush).
Bronoef. 2: standbeeld van Saladin met aan de ene kant een geestelijke (sufi) en aan
de andere kant een soldaat. (Damascus 1992)
- materiële bron
- secundaire bron
 Dit beeld drukt het idee ‘heilige oorlog’ uit.
!! (6de zuil Jihad)
- Het woord Jihad staat oorspronkelijk in de moslimwereld voor een razia (=overval)
op een vijandelijke/innerlijke strijd van de gelovige met zichzelf. In de 11 e eeuw was
de moslimwereld verdeelt. En zo konden de kruisvaarders Jeruzalem veroveren.
Saladin zag hoe dat concept van de heilige oorlog steeds meer Europeanen
motiveerde neemt het begrip ‘heilige oorlog’ over en verbindt het aan iets wat de
moslims al kenden: Jihad.
Bronoef. 3: een schilderij
- materiële bron
Carl Friedrich Lessing: schilder 18e-19e eeuw  secundaire bron.
Wat is hier historisch fout?
- Het is historisch nonsens dat deze man alleen zou zijn.
Waarom schildert Lessing hem alleen?
- Hij wordt meer een held wanneer hij alleen de vijand tegemoet gaat. De
eenzaamheid moet hem heldhaftig maken.
In de 18e-19e eeuw: kruisvaarders gaan verheerlijken. De naam van de
kunststroming in de 18e-19e eeuw (=Romantiek)  opheerlijken middeleeuwen en
het beeld van de kruistochten gaan vertekenen (subjectief).
Een voorbeeld van die Romantische vertekening = Godfried van Bouillon.
Godfried van Bouillon:
- was één van de leiders van de 1ste kruistocht.
- beschermer van het heilige graf.
 deze G.v.B. is als leider van de 1ste kruistocht mee
verantwoordelijk voor 1 van de grootste bloedbaden die het
midden oosten ooit gezien heeft (1099).
Eline Burms
2
geschiedenis
3de jaar
2. Oorzaken (12e-13e eeuw)
-
belang van ‘heilige plaatsen’ voor christendom.
Koran
 leefregels
 algemeen
ABSTRACT & UNIVERSEEL
Bijbel
 verhalen
 personages, plaatsen, tijd
CONCREET & PARTICULIER
(=bijzonder)
Moslims zijn veel minder gevoelig voor heilige plaatsen dan
christenen.
-
Palestina strijdtoneel der Arabieren (Heilige grafkerk).  strijd tussen
Abbasieden en Fatimiden.
Verhaal: Heilige graf werd vernietigd door de christelijke bedevaartgangers.
Dit werd verspreid tot in Europa. De grafkerk werd later heropgebouwd.
Mohammed +
4 kaliefen
Omajadenkaliefen
Ong. 750
Kalifaat van Cordoba
(Omajaden)
Kalifaat van Bagdad
(Abbassieden)
911
Almohaden
Kalief van Cairo
Almoravieden
(Fatimiden)
 Strijd tussen Fatimiden enAbbassieden. Verhaal vernieuwen.
-
-
-
Seltsjoeken (Turken) verslaan Byzantijnen en veroveren Palestina. In 1071:
veldslag bij Manzikert. De Byzantijnen worden door de Turken verslagen. Ook
het gebied van Palestina met Jeruzalem wordt door de Turken veroverd.
Arabieren waren tolerant t.o.v. christenen en joden. Deze Turken (1071)
stellen zich agressiever op tegen christelijke handelaars en bedevaartgangers.
 uiteindelijk zal de Byzantijnse keizer hulp inroepen van het westen onder
meer van de paus tegen de Turken:  1e kruistocht.
Economisch belang van de regio Midden-Oosten (handelsknooppunten). Heel
de zijderoute komt daar samen met andere handelsroutes van dat gebied en
valt dus nu in handen van de Turken: (kaart 39) die zich aggressiever
opstellen tegenover christenen. Dit gaat ten koste van o.a. Venetië als
handelsmacht.
Manier van paus om macht te bevestigen. 11e eeuw:
o is de paus in een machtstrijd met de Duitse keizer (investituursstrijd).
Eline Burms
3
geschiedenis
3de jaar
o In 1054: oosters/groot schisma (=scheur)
 door in te gaan op de hulpvraag van de Byzantijnse keizer tegen Turken
hoopt de paus eenheid van de kerk en zijn macht versterken t.o.v. de
Duitse keizer.
3. Oproep Paus Urbanus II (1095)
Hij doet dit te Clermont-Ferrand (kaart 33): Mid-West-Frankrijk
Versie 1: BRONOEF. HB. Pg. 107 doc. 2
Auteur: William van Malmesbury (12e eeuw)
- geen ooggetuige, subjectief
- Wat doet de tekst?
 de tekst probeert mensen tegen elkaar op te zetten.
- Hoe doet de tekst dit?
 wij_zij tegenstelling
 paradijsverhaal (Turken=slang)
 subtekst
Versie 2: subjectief, mensen tegen elkaar opzetten.
- Deze 2e versie neemt de schrijver de marteldood van heiligen uit de eigen
godsdienst als vb. om gruweldaden in de schoenen te schuiven van moslims.
 We weten dus eigenlijk niet wat de paus als oproep gezegd
heeft.
-
nog altijd discussie tussen historici over hoeveel kruistochten er geweest zijn.
Welke tendenzen (=evoluties) vallen je op?
 Er komen er steeds meer ook effectief aan op hun bestemming.
 Het enthousiasme neemt duidelijk af in de loop der tijden.
4. Verloop van kruistochten
-
kruistochten naar Midden-Oosten (1099-eind 13e eeuw). (= smalle betekenis
van kruistochten)
kruistocht tegen Katharen (13e eeuw)
Spaanse reconquista (11de eeuw-1492)
1ste kruistocht
 in 2 delen:
1e a en 2e b.
a) volkskruistocht: Pieter de Kluisenaar.
De volksmassa rond Pieter de Kluisenaar trekken te voet door OostEuropa richting Byzantium, onderweg plunderen ze en houden ze een
joden vervolging ( bv. Baarden van joden in brand steken.).
b) ridderkruistocht
legers uit heel Europa trekken op ridderkruistocht.
Eline Burms
4
geschiedenis
3de jaar
-
-
Ridderlegers komen samen in Byzantium en worden 1 voor 1 ontvangen en
overgezet. De koning was bang voor overname van het rijk omdat ze met
zoveel waren.
 Moslims onderschatten op basis van eerdere ondervindingen dit
kruistochtleger.
 Kruisvaarders boeken succes omdat moslims zelf onderling verdeeld
worden.
Het eindpunt van de 1e kruistocht is de val van Jeruzalem in 1099 in de
handen van kruisvaarders, dezen richten een bloedbad aan.
Militair en tactisch verschil: Westen – Oosten
Westers Maliënkolder:
-
Als je dit draagt  ingesteld man tegen man gevecht (hakken, steken, kerven)
Voordelen: beweeglijk maar gepanserd.
Nadeel: verbranden van de hitte (wandelende BBQ)
11de eeuwse lichaamsbescherming
Seltsjoekse (Turkse) Boogschutter-Ruiter:
-
afstandsvechters: de kernheden van het Turkse leger.
Begin strijd moslim voordeel later in strijd kan het omkeren in man tegen man
gevecht.
Creatie van militair-religieuze Ridderordes:
- tempeliers: taak:
- het beschermen van bedevaartgangers
- bewaken het heilige graf
- leefden als soort riddermonniken
Bouw van burchten en ontwikkeling van Latijnse koninkrijken in
Midden-Oosten.
Krak des Chevaliers
Krak:
1. donjon = binnenste burcht met het waterrecervoir/cisterne in de donjon.
2. ringmuur = muur errond
Traditioneel: kokende olie gieten over de hoofden van de vijand.
 dit is niet waar: dit is te duur en het is niet makkelijk te vinden.
Ze gieten ook geen kokend water over de hoofde van de vijand.
 geen drinken meer.
Eline Burms
5
geschiedenis
3de jaar
Wel: - stenen
- uitwerpselen
- op kooktemperatuur verhit zand
Autremer < ultra + mare = aan de andere kant van de zee de kruisvaarderstaatjes
veroverd op moslimgebied.
3e kruistocht (eind 12e eeuw)
= kruistocht van de koningen
Frederik Barbarossa: Duitse keizer (Frederik von Hohenstaufer)
Oorzaak 3e kruistocht: in 1187 had Saladin Jeruzalem heroverd. Frederik Barbarossa
vroeg de teruggave van Jeruzalem en het heilige kruis.
Saladin geeft het heilige kruis, maar wil Jeruzalem natuurlijk niet geven.
Richard Leeuwenhart: Engelse koning
Filips II August: Franse koning
-
Filips II August ging snel terug.
Richard Leeuwenhart bleef vechten maar werd gevangen genomen door
Saladin.
Frederik Barbarossa is er niet geraakt.
De 3e kruistocht is mislukt.
Sultan Saladin
4e kruistocht (1202-1204)
Paus Innocentius III beslist (wegens mislukking van de 3e kruistocht) voor een 4e
kruistocht. In het oostelijkdeel van de middellandse zee waren Venitianen en
Byzantijnen handelsconcurrenten. De Venetianen zetten kruistochtleger af in
Byzantium. Dit wordt geplunderd, met een deel van de plundering voor de
Venetianen. De kruisvaarders brengen Byzantium ten val en richten het Latijnse rijk
van Constantinopel op. (1204-1261)
De Byzantijnen worden verdreven en in 1261 heroveren de Byzantijnen hun gebied.
De Venetianen houden er eilanden aan over op weg naar het oosten.
Kruistocht tegen de Katharen (1208-1230)
 ontstaan + naam
 visie van Katharen
 kruistocht + gevolgen
Ontstaan + naam
Ontstaan in het oosten. Katharisme verspreidt zich via handelswegen in Europa (zie
kaart: zeeën en rivieren)
Eline Burms
6
geschiedenis
3de jaar
Naam: Katharen < Gr. ‘Katharsis’: zuivering  Katharen = zuiveren >ketter
christenen
later: ketter (= iemand die
in zijn geloof afwijkt van de lijn van de
kerk.)
Montségur: moord op 200 Katharen
VISIE: manicheïstisch dualisme
- manicheïsme < mani: werkelijkheid
Goed
- dualisme: werkelijkheid
Geestelijk
Kwaad
stoffelijk/materiëel
- manicheïstisch dualisme: werkelijkheid
Geestelijk
stoffelijk
Men heeft niet alleen
de Katharen uitgeroeid,
men heeft ook een hele
lokale Zuid-Franse
( Troubaddours)
cultuur in naam van
het geloof  culturele
machtsgreep.
Kwaad.
Elementen waardoor ze in botsing komen met de kerk:
 Christus = god en mens ( kerk)
 De Katharen ontkenden de menselijke natuur van Christus.
 Ze verwierpen de hostie en de wijn omdat het materie is =
kwaad. Zij worden geestelijk communie en verwerpen
rijkdom, macht en verwierpen de paus.
Die Katharen die zich het meest toelegden op een geestelijk sober leven en
zich loswerkten van het stoffelijke: hoogste in rang  les parfaits (= meest
volmaakten).  Paus innocencius III lanceert een kruistocht tegen die Katharen in
Zuid-Frankrijk en stuurt de kerkelijke inquisitie (= rechtbank van de kerk die ketters
moest opsporen en veroordelen, die kruistocht krijgt steun van Filips II August die
naar daar Noord-Franse legers meestuurt.)
De Zuid-Franse adel gaat Katharen steunen.
- Dit kan verklaard worden vanuit de feodale verbrokkeling waarin de ZuidFranse adel zijn macht wil behouden.
Filips II August heeft geen religieuze reden, maar om een greep te krijgen op
Zuid-Frankrijk. Men richt een slachting op bij de Katharen in de streek van de Langue
-
Eline Burms
7
geschiedenis
3de jaar
doc en Rousillon en zetten zo hun kruistocht verder (1e helft 13e eeuw). De Katharen
verstopten zich vaak in burchten.
Noord-Frankrijk: Langue-d-oui: de taal van oui = ja
Zuid-Frankrijk: Langue-d-oc: de taal van oc = ja
- Sinds de 8e eeuw was het Iberische schiereiland in handen van de moslims. In de
11e eeuw begonnen enkele onafhankelijk gebleven christelijke vorstendommen aan
de herovering (Spaanse reconquista) de 2 belangrijkste vorstendommen op termijn
zijn: Castilië (landmacht) en Aragon (zeemacht).
- In die reconquista wordt de staat Portugal opgericht (1139) daarna breidt
Portugal zuidelijk uit.
- Isabella v. Castilië huwt met Ferdinand v. Argon  ontstaan van Spanje
door het huwelijk.  Katholieke koning
- Spaanse inquisitie wordt in het leven geroepen.
- Joden moeten zich bekeren of weg (verdrijven).
- koninkrijk van Granada veroverd.
In 1492 eindigt de reconquista (=verovering) (van moslims in Spanje). In dit
jaar komt Columbus aankloppen bij het Spaanse hof, opzoek naar geld voor
zijn expeditie.
Gevolgen van de kruistochten (Europa)
Jacques Le Goff: abrikoos
(historicus)
HB. Pg. 106: gevolgen:
1. gezag paus wordt versterkt.
2. economie wordt internationaler.
3. Arabische cultuur meer bekent in het westen.
1. - Hoe leg je dan uit dat merendeel van de kruistochten mislukt zijn? Hoe kan de
macht van de paus dan versterkt zijn?
- Dit komt door de investituurstrijd (= ruzie tussen paus en Duitse keizer.) De paus
wint in 1122 deze strijd.
2. Voor het begin van de kruistochten waren steden zoals Venetië, Amalfi al
handelscontacten aan het sluiten. Dit is juist een dip met de kruistocht (tijdelijk
probleem).
3. Ze kennen die Arabische cultuur in Spanje en Zuid-Italië, Sicilië (de belangrijkste
cultuuruitwisseling)
Hoofdstuk 11: Zwarte dood (1347-1351)
1. Traditionele visie
(HB. Pg. 18-19)
- Zwarte dood = pest
Eline Burms
8
geschiedenis
3de jaar
2. Kritiek op traditionele visie
RATTEn:
- geen vermeldingen van stervende ratten (bronnen laten niks zien over
stervende ratten.)
- geen duidelijke sporen van ratten in de middeleeuwen.
 geen sporen van rattenbotten in braakballen.
 ratvriendelijke gebouwen (geen ratten teruggevonden (duiventil))
- In de middeleeuwen alleen de zwarte rat in Zuid-Europese steden.
SNELHEID: - De snelheid kan niet overeenkomen met de builenpest.
AARD VAN DE BESMETTING: OVERDRACHT  VLO:
- Noch de rattenvlo noch de mensenvlo kunnen de omvang van
verspreiding verklaren omdat er binnen een paar uur overdracht moet
zijn anders is het niet meer besmettelijk. Dit zou enkel leiden tot kleine
lokale uitbraken maar geen pandemieën.
SYMPTOMEN: - verschil tussen symptomen van de builenpest en de symptomen
van de zwarte dood zoals die beschreven worden in middeleeuwse
bronnen.
AARD VAN DE BESMETTING: OVERDRACHT  MENS  MENS:
- Patroon van de besmettingen (familie, kennissen) mens op mens.
Ratten verspreiden willekeurig (geen patroon).
Incubatietijd = periode waarin je besmettelijk bent, maar er nog
geen symptomen voorkomen.
- Het toont overeenkomsten met ebola maar meer zeggen dan dat
gaat niet. Men kan dit niet bewijzen (geen DNA, alleen botten).
 zwarte dood is niet zeker builenpest geweest. Er zijn mensen die dit
overleefd hebben (besmet maar niet gestorven: men weet niet hoe.) Er zijn
vandaag de dag mensen die blootgesteld zijn aan aids, maar toch krijgen
ze het niet over  imuun voor aids. Theorie artsen: deze mensen
stammen af van mensen die de zwarte dood overleefd hebben. Daardoor
genetisch een verandering gekent hebben = hypothese: kan niet bewezen
worden.
Eline Burms
9
geschiedenis
3de jaar
Download