bestand

advertisement
1
Bekijk het volgende filmpje:
Lees de volgende informatie:
Een monnik is iemand die in een klooster woont. Hij wordt ook wel een kloosterling
genoemd.
Monniken dragen een pij. Het is een lang, eenvoudig bruin of wit kleed dat hij draagt met
daarop een houten kruis.
Vrouwen die in een klooster wonen, noemen we nonnen. Maar de eerste kloosters waren
enkel voor mannen, pas later kwamen er ook vrouwenkloosters.
Sint Benedictus
Ongeveer 1500 jaar geleden werd het eerste grote klooster in Europa gesticht. Dit werd
gedaan door Sint Benedictus. Hij vond dat de mensen in zijn tijd niet goed leefden. Ze
dachten alleen maar aan zichzelf en te weinig aan God. Daarom verliet hij de stad waarin hij
woonde. Samen met enkele andere mannen bouwde hij in 529 vlakbij Napels (Italië), boven
op een berg, het klooster Monte Cassino.
2
De drie geloftes
In het klooster Monte Cassino schreef Sint Benedictus zijn kloosterregel. Die regel werd later
door bijna alle kloosters in West-Europa nageleefd. De regel bestond uit drie geloftes. Nog
steeds moet iedere kloosterling deze drie geloftes afleggen.
1. De eerste gelofte is die van de gehoorzaamheid. Een kloosterling moet de abt (dat is
het hoofd van een klooster) gehoorzamen.
2. De tweede gelofte is die van de armoede. Een kloosterling mag geen eigen
bezittingen, dus geen geld, meubels of andere dingen, hebben.
3. De derde gelofte is die van de kuisheid. Een kloosterling mag met niemand kussen,
vrijen of trouwen.
In het klooster hadden de monniken een zeer druk schema. Ze moesten zeker 5 keer per
dag naar de kerk gaan om te bidden, te zingen en in de Bijbel te lezen. De eerste mis begon
soms midden in de nacht!
Werkjes…
In de Middeleeuwen waren kloosterlingen vaak de enigen die konden lezen en schrijven. Het
overschrijven van boeken was één van hun belangrijkste bezigheden.
De kloosters kregen geen geld van een koning of landheer. Zij moesten voor zichzelf zorgen.
Daarom
moesten de kloosterlingen ook werken. Naast het overschrijven van boeken werd er in een
klooster bijvoorbeeld bier gebrouwen, potten gebakken, kaarsen of meubels gemaakt. De
meeste kloosters hadden een kruidentuin en akkerland, die ze zelf bewerkten. Ze hadden
ook koeien, varkens en kippen. Zo konden de kloosterlingen voor hun eigen voedsel zorgen.
De kruiden uit de tuin werden gebruikt bij het bereiden van het eten. Ook werden er zalfjes
en andere medicamenten van gemaakt. Hiermee konden zieke mensen uit de omgeving
worden geholpen. Arme mensen die aan de poort om eten kwamen bedelen, werden door de
kloosterlingen geholpen. Reizigers mochten
altijd in een klooster overnachten. Ook nu nog kun je in de meeste kloosters een
tijdje logeren
Daarnaast vroeg de kerk ook belastingen aan het volk, tienden.
3
Beantwoord de volgende vragen.
Noteer dit op je antwoordenblad.
 Wat is een monnik?
 Wie richtte het eerste klooster op? Waarom?
 Welke 3 geloftes moet een monnik afleggen?
 Welke werkjes deden de monniken allemaal?
een monnik
Sint - Benedictus
4
Klooster Monte Cassino
Bekijk de volgende filmpjes:
1.
2.
Lees de volgende informatie:
In de tiende eeuw waren in Europa de invallen van de Vikings, Moren en andere volkeren
eindelijk tot een einde gekomen. Er zou nu een tijd van vrede volgen. Maar omdat er niet
meer gevochten werd met volkeren die vanuit het buitenland aanvielen, begonnen veel
volkeren onderling ruzie te maken en te vechten om meer gebied te veroveren en ook rijker
te worden.
5
In de jaren voor de eerste kruistochten hadden ook de Turken onderling ruzie. Een deel van
de Turken maakte ruzie met iedereen die in hun weg liep: christenen, moslims en joden.
Deze Turken hadden ook de stad Jeruzalem bezet.
De keizer van het grote rijk in het oosten, Byzantium, vroeg hulp om de Turken te komen
verjagen. De stad Jeruzalem was voor de christenen de belangrijkste stad en ze wilden niet
dat de moslims er de baas zouden zijn. De paus wilde dit ook niet en bedacht een plan. Hij
vroeg de christenen op kruistocht te gaan omdat de Turken in Jeruzalem christelijke mannen
en vrouwen en hun baby's martelden en vermoordden. De Turken moesten verjaagd worden
en bekeerd worden tot het christendom. De paus zei dat het 'de wil van God' was.
Wat zijn kruistochten?
Kruistochten zijn militaire tochten die veel voorkwamen in de middeleeuwen. Kruistochten
zijn vernoemd naar het 'kruis'.
Veel soldaten hadden een rood kruis op hun rechterschouder staan. Dit droegen ze als teken
dat zij wilden vechten voor het christendom. De ridders die meededen aan een kruistocht
kwamen uit Europa en gingen naar Palestina. Het doel van die kruistochten was om
6
Jeruzalem te bevrijden. Jeruzalem lag toen in de handen van de Islamitische Turken. De
eerste kruistocht begon in 1096 (na Christus) en deze kruistocht eindigde in 1099. Deze
kruistocht duurde maar liefst 3 jaar.
kruistocht
Eigenlijk wilde de paus vooral de ridders op de kruistochten sturen, omdat zij voor de vele
gevechten zorgen in West-Europa. Ze werden 'ridders van het kruis' genoemd, of
kruisvaarders. Jammer genoeg hadden niet alle ridders goede bedoelingen. Sommigen
voelden zich na het verdrijven van de vijand zo machtig dat ze in het wilde weg de bevolking
begonnen uit te moorden.
Niet alleen de paus wilde de kruistochten. De handelaars hadden ook een goede reden om
mee te gaan. Zij wilden hun goederen aan zoveel mogelijk mensen verkopen en daarvoor
moesten ze hun gebied vergroten. Ze wilden niet enkel in Europa handel drijven, maar ook in
Afrika en Azië.
Door de kruistochten kwam er ook handel in en rond de Middellandse Zee en kwamen er
daardoor 'nieuwe' producten naar Europa zoals:







oosterse kruiden
vruchten zoals abrikozen, dadels, pruimen en vijgen
suiker
zijde
katoen
parels
edelstenen
De paus beloofde iedereen die mee wou vechten een plaatsje in de hemel en dat al hun
zonden vergeven zouden worden. Zo konden gevangenen hun straf ontlopen door mee te
gaan op kruistocht. De oproep van de paus ging als een lopend vuurtje door heel Europa en
veel mensen die het hoorden, gingen als vrijwilligers mee op kruistocht.
Zo kon een kruistocht wel uit 60.000 mensen bestaan. Ze gingen te voet en per schip de
hele weg naar Jeruzalem. Een kruistocht kon vele jaren duren.
7
De tweede kruistocht;
De hoop om Jeruzalem te bevrijden werd niet opgegeven. Daarom werd er nog een keer een
kruistocht georganiseerd. Deze tocht ging veel beter omdat er veel meer ridders en andere
sterkere legers meededen. Dit keer lukte het wel om Jeruzalem te bevrijden. De heilige stad
Jeruzalem was weer vrij en nu konden er ook weer pelgrimstochten gemaakt worden.
Er volgden nog kruistochten, ditmaal om een land of plaats te behouden. In totaal zijn er
negen kruistochten geweest in de 11de, 12de en 13de eeuw. In heel Europa had men veel
bewondering voor de kruisvaarders.
Een Belgische kruisvaarder is Godfried van Bouillon. Hij werd op 17 juli 1099 gekroond tot
beschermer van het Heilige graf, en werd heerser over het rijk Jeruzalem.
het standbeeld van Godfried van Bouillon
Beantwoord de volgende vragen.
Noteer dit op je antwoordenblad.
 Wat is een kruistocht?
 Wat was de bedoeling van de eerste kruistocht? Zijn ze hierin geslaagd?
 Hoelang duurde de eerste kruistocht? Geef ook de jaren.
 Waarom wilden de handelaars mee op kruistocht gaan?
 Hoeveel kruistochten zijn er in totaal geweest?
 Welke reden gaf de paus om toch aan de kruistochten deel te nemen?
Download