De inrichting van programma’s voor Grants aan de TU Delft. Inleiding In het licht van de Bologna-overeenkomst en doelstellingen van de Lisbon Convention (2000), waarin het aantrekken van buitenlandse promovendi als een middel wordt gezien om het aantal hoogopgeleide kenniswerkers binnen Nederland te vergroten, is het van groot belang om jonge talentvolle wetenschappers te interesseren voor een carrière in Nederland. Met name in de exacte en technische wetenschappen is een buitenlandse instroom zeer wenselijk. Maar naast de economische motieven zijn er meer argumenten om in Delft het aantal buitenlandse jonge getalenteerde wetenschappers te doen verhogen. In de internationaliseringsagenda wordt daarom voorgesteld het huidige programma – met behoud van de centrale jaarlijkse reservering hiervoor van 0,8 miljoen Euro – om te vormen tot een TU Delft Grantsprogramma met als doel tijdelijk inkomende (senior)staf meer zichtbaar te binden aan de TU Delft. In deze notitie wordt ingegaan op de wijze waarop een Grantsprogramma wordt ingericht zodat de effecten van het programma versterkt en zichtbaar worden. In de komende paragrafen wordt aan de hand van de evaluatie uitgelegd waarom het oude de programma voor buitenlandse gastdocenten en researchfellows niet meer voldoet en worden de doelen van een verbeterd Grantsprogramma verder uitgewerkt. Vervolgens worden voorstellen gedaan over de inrichting van het programma, de financiële ondersteuning en de wijze waarop het programma en de follow up kunnen worden beoordeeld. Ten slotte zal dit leiden tot een conclusie en aanbevelingen voor de uitvoer en evaluatie van het programma in het komende jaar. Evaluatie Research-Fellowship- en Gastdocentenprogramma Om toonaangevende leden van wetenschappelijke staf van buitenlandse universiteiten tijdelijk aan te trekken, kende de TU Delft een programma voor buitenlandse gastdocenten en researchfellows. Faculteiten hebben aangegeven een dergelijke centrale faciliteit te waarderen. (Zie bijgevoegde evaluatie.) Tevens werd geconstateerd dat het functioneren van dit programma aan herijking toe is, met name wat de aantoonbare effectiviteit daarvan betreft. Uit de Evaluatie Research-Fellowship- en Gastdocentenprogramma zijn samenvattend de volgende conclusies te trekken: De aanwezigheid van een dergelijk programma sluit aan op de strategische doelstellingen van de TU Delft RFGD-programma als één centraal programma handhaven met beheer over één centraal budget Handhaving van één centrale selectiecommissie Meer nadruk leggen op de evaluatie en follow-up, door deze te koppelen aan sancties en terugkomende terugkoppeling. Bij het aantrekken van gescout talent meer de aandacht vestigen op de kwaliteit van de kandidaten, en het voor deze excellente kandidaten aantrekkelijk maken om te kiezen voor de TU Delft, ten einde het aanbod van kwalitatief geschikte kandidaten te vergroten. Tenminste drie selectieronden per jaar is wenselijk. Samenkomst van de selectiecommissie zal dus ook tenminste drie keer per jaar moeten plaatsvinden. Het benutten van samenwerking met andere universiteiten op nationaal niveau bijvoorbeeld 3TUoverleg, om de (budget)mogelijkheden ten aanzien van het programma te bekijken. D:\317550865.doc, woensdag 19 juli 2017, USB/OOIT/MV 1 De huidige beoordelingscommissie Gastdocenten en Researchfellows is verzocht een referentiekader te formuleren en de betreffende portefeuillehouder in het College van Bestuur, te adviseren over een programma, waarbij gedacht moet worden aan: excellent jong buitenlands talent (via scouting van talent) aantrekkelijke Grants aanbieden om (een deel van) hun promotie- c.q. postdoc-onderzoek te laten plaatsvinden aan de TU Delft en hierdoor te zorgen voor voldoende potentieel van excellente kandidaten om uit te putten, excellente wetenschappelijke kandidaten aantrekken door het aanbieden van een Grant. Intenties van een Grantsprogramma: Het stimuleren van de internationale mobiliteit van wetenschappelijke staf is, zoals aangegeven in de internationaliseringsagenda, om de volgende redenen van belang voor de TU Delft: 1) het bijdragen aan het ontstaan van nieuwe samenwerkingsverbanden, 2) het door het direct uitwisselen van inzichten bieden van een impuls aan de kwaliteit van onderzoek en onderwijs, en 3) het vormen van wetenschappelijke netwerken die bijdragen aan het werven van MSc- en PhDstudenten. Het bevorderen van tijdelijk inkomende staf met meer ervaring wordt van belang geacht met de redenen zoals hierboven zijn aangegeven. Binnen het voorgestelde programma is het van belang om meer de aandacht te vestigen op het ontwikkelen van connecties van de TUD met deze toonaangevende wetenschappers (maar ook promovendi), die ook op lange termijn nog tot interessante samenwerking kunnen leiden. De inrichting van het Grantsprogramma Binnen dit programma, waarin deelnemers voor een korte periode worden aangetrokken, is het zaak om juist toonaangevende wetenschappers en promovendi aan de TU Delft te binden. Omdat de ervaring leert dat een gast vrijwel altijd belangrijk is voor onderwijs en onderzoek wordt voorgesteld geen onderscheid te maken tussen docentschappen door buitenlandse gasten en onderzoeksuitwisseling. Voorgesteld wordt om aan internationaal talent een Grant ter beschikking te stellen voor een verblijf van bij voorkeur 6 (voor promovendi kan een enkele keer 3 maanden geschikt zijn) tot 12 maanden. Die 12 maanden kunnen eventueel wel over enkele grote tijdsblokken verdeeld worden. Het gaat hierbij om: - Promovendi - Post docs - UD/UHD niveau - Hoogleraarniveau De TUD heeft het beleid gericht op het aantrekken van meer talentvolle vrouwen vorm gegeven. Ook deze regeling kan hierbij van pas komen. De voorstellen, inclusief begroting, waarin de verwachting van de output in onderwijsactiviteiten en onderzoek wordt beschreven, dienen te worden voorzien van: een CV en publicatielijst van de gastonderzoeker/docent een begroting met daarin: - verwachting omtrent salaris (of detacheringsvergoeding) en onkostenvergoedingen (bij benadering), zoals reiskosten Globale verwachtingen omtrent: - het aantal uren onderwijs (college en werkcollege en begeleiding) dat de gast gaat geven - de impact op de inhoud en vormgeving van het onderwijs - het aantal nieuwe contacten (uitwisseling studenten en promovendi) - het aantal publicaties en de tijdschriften waarin - de impulsen en vernieuwing in het onderzoek - vervolgstappen om het contact te behouden D:\317550865.doc, woensdag 19 juli 2017, USB/OOIT/MV 2 De voorstellen worden voorgelegd aan een instellingsbrede commissie. Voorgesteld wordt dat de huidige commissie voor Research Fellows en Gastdocenten deze rol op zich neemt. De commissie heeft objectives voor toetsing formuleren en criteria opgesteld. Dit heeft geleid tot een format voor de in te dienen voorstellen. Financiële ondersteuning Faculteiten kunnen drie maal per jaar voorstellen doen voor subsidie op het binnenhalen van gasten. Onafhankelijk van de relatie met de instelling, waar de gast aan verbonden is, ontvangt de faculteit maximaal 70% subsidie op de vastgestelde vergoeding. Deze vergoeding is een vast bedrag dat slechts afhankelijk is van leeftijd en ervaring van de gast. Indeling zal geschieden in vier categorieën: junior fellow (predoc), senior fellow (postdoc), associate/assistant professor of full professor. N.B: De betaling van de gast geschiedt op basis van een aanstelling en gemaakte extra kosten. Deze betaling kan niet in de vorm van onkostenvergoeding geschieden. Overigens wordt met de belastingdienst al enige jaren onderhandeld over deze laatste mogelijkheid. Op dit moment is dat feitelijk nog niet mogelijk. Wanneer blijkt dat veel gasten in verband met behoud van hun salaris slechts een geringe onkostenvergoeding behoeven kan besloten worden de faculteiten daarvoor minder uit te keren. In de evaluatie van het eerste jaar zal aan dit punt speciaal aandacht worden geschonken. Verantwoording en follow up Na afloop van het verblijf dient de ontvangende afdeling een evaluatie op te stellen waarin de activiteiten van de wetenschapper worden aangegeven in: - Aantal uren (bij benadering) onderwijs (college en werkcollege) - Aantal uren (bij benadering) begeleiding (studenten en promovendi) - De impact op de inhoud en vormgeving van het onderwijs - Aantal gelegde contacten (nieuwe studenten en promovendi alsmede buitenlandervaringen van TUD studenten en promovendi) - Aantal (te verwachten) publicaties en de tijdschriften waarin - De impulsen die gegeven zijn aan (vernieuwing in) het onderzoek - Vervolgstappen om het contact te behouden De vervolgstappen om het contact te behouden kunnen bijvoorbeeld zijn: * gezamenlijke activiteiten (onderwijs en onderzoek) * uitwisseling promovendi en studenten * aanstelling van de onderzoeker aan de TUD * aanstelling van een van de promovendi aan de TUD * nul-aanstelling van de onderzoeker aan de TUD * gemeenschappelijke organisatie van conferenties Om de verantwoordingsverplichting te ondersteunen zal een een format voor de verantwoording worden ontwikkeld. Wanneer een faculteit de verantwoordingsverplichting niet nakomt zal dit van invloed zijn op de mogelijkheid nieuwe aanvragen in te dienen. In de vijf jaren na het verblijf zal (centraal) via Metis het aantal publicaties van de gast in samenwerking met TU Delft onderzoekers worden bijgehouden. Conclusie en aanbevelingen De TU Delft heeft, zo blijkt uit de internationaliseringsagenda en de evaluatie van het programma voor buitenlandse gastdocenten en researchfellows, behoefte aan een programma om buitenlands talent tijdelijk aan te trekken: een Grantsprogramma. D:\317550865.doc, woensdag 19 juli 2017, USB/OOIT/MV 3 Om tijdig te kunnen beoordelen of via het Grants-programma de beoogde doelen bereikt (zullen) worden is het nodig dat het programma een ruim jaar na het van start gaan (als de eerste follow-ups bekend zijn) wordt geëvalueerd. Ook daarna moet worden voorzien in een regelmatige evaluatie (éénmaal per vier jaar) en zonodig in een aanpassing van het programma. Daarbij zal de behoefte aan het programma in beschouwing worden genomen (aantal aanvragen, de kwaliteit van de aanvragen en eventueel het aantal afgewezen maar subsidiabele voorstellen), de hoogte van de bijdrage vanuit het centrale programma en de wijze waarop tot dat moment is verantwoord. Tevens zal bezien worden welk percentage de voorstellen voor vrouwelijke gasten innemen. D:\317550865.doc, woensdag 19 juli 2017, USB/OOIT/MV 4