fteelen zyn noch plaat noch gevleugelt. fag: 396. 398. onder de

advertisement
tía i ex quorum alts frodeunfr
clavicuU.
Hifcc itaquc pofitis datifque notis diftin&ivis,
difficile non erit haec feptem genera a fe invicem
diftinguere , & fi qua? nova occurrat pianta flore
gaudens papilionaceo , & capreolas emittens , illam proprio adjungere generi : quas notas integras
co lifyentius ex Ciar : Tournefort adjungere volui,
quia eas & aceuratas & ventati congruas animadver ti.
ElcgantifÌìma? hujus & peramoena? pianta? femina accepta fero Reverendo admodum Patri Francifco C u p a n i , cui haec una cum aliis feminibus
rarioribus principio Anni 1Ó99 mecum communicare , & Panormo ad me mittere placuit, quae eodem
anno fata & flores & íemina produxerunt matura,
quam piantana elegantia? &ama?nitatiscaufa, quas
poflìdct, delineatam defcriptamque exhibere volui,
coque nomine , quo illam Reverendus Pater Cupani illam in catalogo inftru&iflìmi Horti Illuftriffimi & Excellentiffimi Principis Catholici propofuit.
Hic Lathyrus annuus ad fex feptemve pedum
altitudinem adfcendit, radix eft tenuis, caules compreflì , foliati , ab utráque parte elati , his folia
in pedículo comprefifo, foliato &: elato adftant bina'lata , & oblonga , qui pedìculus in claviculas
terminatur.
Ex foliorum alis in pediculis longioribus flores oriuntur papilionacei, magni, quorum vcxillum purpnreum, reliqua pétala caerulea funt, hi flores odore
gaudent perama?no.
Floribus fingulis filiquse fuccedunt fingula? long33, propendentes, fufca?, & tumida? ubi femina occ u l t a n t e , qua? femina continent fubnigra.
T o t a ha?c planta , flores & femina fi excipian^
t u r , nonnihil hirfuta eft , nec tamen aipera , fed
levis.
Per intergram floret asftatcm ,
tio femina profert matura,
& autumni.ini-
fteelen zyn noch plaat noch gevleugelt.
fag: 396. 398. onder de naamvanCly^
menum begryft hy die planten, wiens bloemen , vruchten en fteelen met die van de
Lathyrus over een koomen , (Door haar
fleelen werden fy van de Vkia onder/chey.
den.) maar wiens bladen veel gelyck twee
aan twee over elkanderaan eenribbeken,
dat met klauwierkens eyndight , waffen.
(Door welche fchicktngh der bladen fy met
de l/"tca over een kpomen.) fag: 396. Ochrus heeft o f enckelde bladen ofte die
twee aan twee over den andere ftaan , en
die defelve in klauwierkens eyndigen. fag:
396. Aphaca heeft maar twee bladen,dieaan
de leden der fteelen waffen, uy t wiens oxelen klauwierkens voortkoomen. fag : 30p
Deefe kenteeckenen dan foo zynde, foo fal het niet
van den anderen
moejelyck zyn deefe feven gefachten
en foo daar een nieuiv ge'bas mochte onderfcheyden,
te voor koomen,
Wiens bloem een Capelletje
verbeeld,
van fich geeft , от defelve by
en die klauwierkens
fyn eyge geflacht te voegen : welcke kenteeckenen ik
geheel uyt den Heer Tournefort
heb willen
byvoegen,
от dat tk defelve feer net en met de Waarheyd over
e$n hörnende heb bevonden.
De zaaden van deefe feer fraeije
en aangenaame
van den Eerwaardige
vader
plant heb ik ontfange
Francifcus
Cupani , die belieft defelve met veel an­
dere feldfaame
zaade ту in het begindes jaars 1699
meede te- deelen,
en uyt Palermo toete fenden,
deefe
zaadendat
jaar
gezaaidzyndehebbenbloemenenrype
zaaden voortgebracht,
tvelcke plant ik ш от deßelfs
fchoonheid
en aangenaamheyd
hier heb willen ver­
beeiden en befchreyven
, en dat met defelve
плат,
met welcke den eerwaardige
vader Cupani in fyn rc->
gifter
vanden plant-rycke
Hof van fyn
Excellentie
den Prins de Catholique hem heeft
voorgeftelt.
Deefe jaarlyckfe
Lathyrus klimt op tot de hooghte
van fes ofte feven voeten,
de Wortel is dun, de ftee­
len zyn plat,
bladachtigh
en aan beyde de zyden verheeven,
aan deWelcke twee bladen op een plat,
blad­
achtigh , en verheeveßeelkeftaan,
die breed en langhachtigh zyn, het ßeelke eyndight met
klauwierkens.
Uyt de oxelen der bladen koomen op lange fteelen
groote bloemen, die een Capelletje verbeeiden, waar van
het vaanke pur per, en de andere bloem-bladen
blaauw
zyn,
deefe bloemen hebben een feer aangename
reuck.
Naa ider bloem volghteen
lange, bruyne , enne^
derWaards hangende haauw,
die verheeven
is, daar
de zaaden onder verborgen zyn , deefe ziaden
zyn
eentghfints
fwartachtigh.
Deeje geheele plant , Indien men de bloemen en
zaaden
ujtfondert , is eenighftnts ruygh , nochtans
niet mW maar
facht,
Dit gewas draaght de geheele foomer door bloemen»
en geeft rype zaaden in het begin van de herfft>
CA
P-
Download