Anisocorie : oorzaken

advertisement
Anders kijken naar kinderogen
Dr. Valerie Verhelle
Oogarts
ZOL
Inspectie tijdens raadpleging
•
•
•
•
•
•
•
1. Afwijkende ooglidstand
2. Afwijkende oogstand
3. Torticollis
4. Nystagmus
5. Anisocorie
6. Leucocorie
7. Het ‘rode’ oog
1
1. Ptosis
Afwijkende ooglidstand : ptosis
• Congenitaal / verworven
• Oorzaken congenitaal
–
–
–
–
–
–
Aponeurotisch : (geboorte) trauma
Myogeen : fibreuze levator
Neurogeen : n III, Horner’s, jaw-winking
Neuromyogeen : myasthenie
Mechanisch : ooglidtumoren
DD pseudoptosis : microphtalmie, retractie
2
Congenitale ptosis
• DD blepharophimosis syndroom
– Epicanthus inversus : huidplooi van het onderooglid
over mediale canthus
– Telecanthus : canthi ver met normale ipd
– Palpebrale phimosis
• DD pseudoptosis :
– Microphtalmie
– Contralaterale ooglidretractie
– Contralaterale proptosis
Blepharophimosissyndroom
3
Congenitale ptosis
• Drop van 1 of 2 oogleden
• Lift van de wenkbrauwen
• Tilt van het hoofd : chin - up
• Cave :
– Amblyopie
– Astigmatisme
– Onderliggend strabisme
Congenitale ptosis : behandeling
• Amblyopietherapie
– Bril / occlusie
• Chirurgie (98%) meestal rond 4 jaar
– Inkorting van de musc levator palpebrae
– Frontalissling (facia lata), best bilateraal
4
2. Afwijkende oogstand : strabisme
•
Convergent
•
Divergent
•
Verticaal
•
A en V patroon
•
Intermittent / wisselende hoek
• V patroon
5
• A Patroon
• intermittent
6
Strabisme : onderzoek
•
•
•
•
•
•
•
•
Inspectie : licht reflet
Cover / uncover test
Convergentie
Visus
Prismatesten
Maddox
Synoptofoor
Dieptezicht
Strabisme
• Cave DD pseudostrabisme
– brede neusrug
– epicanthusplooi
7
Pseudostrabisme
Strabisme : behandeling
• Amblyopiebehandeling indien het kind niet
alterneert
• Occlusietherapie
– Pleisters
– Hypo-allergeen, boys and girls, posters
• Atropine (penalisatie)
• Bril
8
Strabisme : behandeling
• Strabisme chirurgie
–
–
–
–
Liever recessie dan resectie
Liefst bilateraal
Ook de verticale componenten aanpakken
Dagziekenhuis
3. Torticollis
• Oftalmologische oorzaken :
–
–
–
–
–
Ptosis : chin up
Verticaal strabisme (n IV)
A, V patroon
Nystagmus
Duane syndroom, parese
9
Torticollis bij n IV parese
• N IV parese rechts met hoogstand rechts die
afneemt bij kanteling naar links
4. Nystagmus
• Repetitieve oscillaties van het
oog horizontaal, verticaal of
tortioneel
• Jerk / pendular
• Asymptomatisch voor het kind
tenzij het pas ontstaan na 8
jaar
10
Nystagmus
• Fysiologische nystagmus
– Eindpunt
– Optokinetisch
– Vestibulair (cows)
Nystagmus : oorzaken
• Congenitaal
• Verworven
– Visusverlies : trauma, dense cataract...
– Toxisch,metabool : alcohol, benzo, ....
– Neurologisch : tumor, CVA, trauma, MS...
11
Congenitale nystagmus
• Ontstaat op 2 tot 3 maanden met wijde,
swingende oogbewegingen
• Tussen 4 en 6 maanden komen er kleine
pendulaire bewegingen bij
• Tussen 6 en 12 maanden ontstaat jerk
nystagmus met een null punt
Congenitale nystagmus
• Meestal horizontaal
• Wordt meestal gedempt door convergentie
• Soms is het latent (enkel zichtbaar na afdekken
van 1 oog)
• Compensatoire torticollis
• Afwezig in de slaap
12
Congenitale nystagmus : oorzaken
•
•
•
•
•
Idiopatisch
Albinisme
Aniridie
Leber’s congenitale amaurosis
Andere : bilateraal congenitaal cataract,n II of
maculaire letsels...
Congenitale nystagmus
• DD : neuroscreening
– Opsoclonus :
• Multidirectionele en onregelmatige oogbewegingen
• Hersenstam, cerebellum,encephalitis, neuroblastoom...
13
Nystagmus : behandeling
• Visus optimaliseren
• Eventueel amblyopie behandelen (probleem bij
latente component)
• Eventueel spierchirurgie om het nulpunt naar
blik vooruit te brengen : bilaterale recessie resectie (bijvoorbeeld bij een te grote
torticollis)
5. Anisocorie
• 2 pupillen van verschillende grootte
• De abnormale pupil is te groot of de
abnormale pupil is te klein
• Doe een onderzoek in het licht en in het
donker :
– Is de anisocorie groter in het licht dan is de
abnormale pupil de grootste van de 2
– Is de anisocorie groter in het donker dan is de
abnormale pupil de kleinste van de 2
14
Anisocorie : oorzaken
• De abnormale pupil is in constrictie
– Iritis (rheuma), synechieën
– Horner’s syndroom
– Unilateraal gebruik van miotische druppels
• De abnormale pupil is gedilateerd
–
–
–
–
Trauma (sfincterbeschadiging)
Adie (jonge vrouwen, afwezige kniepeesreflex)
N III (met ptosis en oogspierverlammingen)
Unilateraal gebruik van mydriatische druppels
Anisocorie : Horner’s syndroom
15
Anisocorie
• DD : fysiologische anisocorie :
– Het verschil is even groot in licht en in donker
– De pupillen reageren allebei normaal op licht
– Het verschil in grootte is meestal kleiner dan 1 mm
diameter
6.Leucocorie : witte pupilreflex
16
Leucocorie : witte pupilreflex
• Oorzaken
–
–
–
–
–
–
Retinoblastoma
Coat’s disease
Peristerend hyperplastisch primair vitreum
Congenitaal cataract
ROP : eindstadium : RLL
Toxocariasis
Retinoblastoma
• Meest voorkomende primaire,
kwaadaardige tumor van het oog bij
kinderen : 1/20,000 geboorten
• Wordt meestal ontdekt rond de leeftijd
van 18 maanden
• 20 tot 30% is bilateraal
• Tumor van het netvlies die ofwel in het
vitreum groeit ofwel subretinaal
17
Retinoblastoma
Retinoblastoma : erfelijkheid
• Familiale vorm
– Autosomaal dominant
– Bilateraal
– Secundaire tumoren : pineaoblastoma en osteogeen
sarcoom
• Sporadische vorm
– Uni/bilateraal
18
Retinoblastoma : genetische counseling
• Moeilijk !
• Gezonde ouders met 1 aangetast kind hebben
5% kans op aantasting van een volgend kind
• Als 2 of meer kinderen aangetast zijn dan is de
kans op voor volgend kind 50%
• Een overlever heeft 50% kans dat zijn kinderen
het ook krijgen
Retinoblastoma : presentatie
• Leucocorie (60%)
• Strabisme (20%)
•
•
•
•
Secundair glaucoom (buftalmie)
Pseudo-uveitis
Orbitale inflammatie
proptosis
19
Retinoblastoma : therapie
• Enucleatie (visus is vaak al verloren)
• Systemische chemo + lokale therapie
– Radio-actieve plaque
– Photocoagulatie
– Cryotherapie
! 15% mortaliteit
Congenitaal cataract
•
•
•
•
Uni/bilateraal
Diagnose
Therapie : amblyopie / chirurgie
Prognose :
– Bilateraal : goed
– Unilateraal : minder goed tenzij
• Vroege ingreep
• Agressieve amblyopie therapie
20
Coat’s disease
•
•
•
•
Eerste decade
Meer bij jongens
Leucocorie, strabisme, visusverlies
Meestal unilateraal
Coat’s disease : oogfundus
• Grote zones van intra- en subretinale
gele exsudaten met overliggende
gedilateerde en tortueuze
bloedvaten.
• Spontane progressie naar massieve
subretinale exsudaten en exsudatieve
RLL met secundair cataract, secundair
glaucoom, uveïtis en finaal phtisis
21
Coat’s disease
Coat’s disease : behandeling
• Photocoagulatie
• Cryotherapie
• Intra-vitreale injecties anti-VGF
22
Persisterend hyperplastisch primair
vitreum : PHPV
• Stoornis in de regressie van het primair vitreum
• Anterieur (posterieur)
– Meest voorkomend
– 90% unilateraal
– Microftalm oog
– Retrolentale massa met cataractvorming
ROP
• Kan leucocorie veroorzaken in het stadium
van de retinaloslating (stadium 5)
• Voorkomen door screening bij risicobaby’s
23
Toxocariasis
• Infectie met toxocara canis : worm aanwezig bij
80% van puppies
• Besmetting via eitjes van de worm in de
menselijke darm, deze ontwikkelen naar larven
en migreren naar verschillende organen. Als de
larven afsterven veroorzaken ze een forse
inflammatoire reactie met granuloomvorming
Oculaire toxocariasis
• Tussen 2 en 9 jaar
• Leucocorie, strabisme en visusverlies
• 2 vormen :
– Chronische endoftalmitis gevolgd door
cataractvorming of RLL
– Granuloom thv de achterpool / periferie : eens
gevormd blijft dit letsel stationair
24
Oculaire toxocariasis
7. Het rode oog
• Bilateraal : conjunctivitis
• Unilateraal :
–
–
–
–
Iritis (pijnloos!)
Verstopte traanweg, dacryocystitis
Vreemd voorwerp
Erosie
25
Het rode oog : DD
Besluit
• Vroege screening van alle kinderen is
belangrijk om pathologie op te sporen
en zo amblyopie zo goed mogelijk te
behandelen / voorkomen (K en G)
• Bij twijfel : nazicht !
26
Download