Congresverslag Ouderbetrokkenheid

advertisement
Congresverslag
Ouderbetrokkenheid
21 september 2015
Samenlevingsgerichte school
Op maandagmiddag 21 september was het zo ver, het congres over
ouderbetrokkenheid en de partnerschapsschool vond plaats in Drunen.
De zaal vulde zich met een bont gezelschap van mensen, niet alleen
bestuurders, maar juist ook leerkrachten, betrokken ouders en zelfs
kinderen. Er is één ding dat al deze mensen verbindt, iedereen
was geïnteresseerd in ouderbetrokkenheid en het concept van de
Partnerschapschool.
We trappen het congres af met een presentatie over ouderbetrokkenheid, of
vooral: wat is het wel en wat is het niet? Hierdoor begint iedereen met dezelfde
kaders aan het debat.
Kaders van Ouderbetrokkenheid
Ouderbertrokkenheid is niet hetzelfde als ouderparticipatie, hoewel beiden
wel heel belangrijk zijn. Participatie is het klassieke vrijwilligerswerk dat
ouders op school doen, de welbekende luizenmoeders en voorleesvaders.
Ouderbetrokkenheid is daarentegen een veel groter concept met meer impact.
Het is de tijd die een betrokken ouder in zijn kind steekt, van iedere avond
voorlezen tot helpen met werkstukken.
Deze betrokkenheid is cruciaal voor de ontwikkeling van een kind en heeft
meer impact op het later succes van een kind dan de juf of meester of de
lesmethode:
“Het succes van kinderen wordt voor 49% bepaald
door de rol van de ouders en het gezin”
Maar ouderbetrokkenheid is er in vele soorten en maten en sommige vormen
zijn een stuk effectiever dan andere. Van oorsprong ging een betrokken ouder
naar een tienminutengesprekje en hoorde daar hoe het met zijn kind ging.
Dit is eigenlijk ouderbetrokkenheid 1.0 ouders zo goed mogelijk informeren
over hun kind. Hier is niets mis mee, maar het is eenzijdig. Ouders krijgen
heel veel informatie de hele dag door, er is sprake van een informatie-overload.
Daarnaast brengt een kind de meeste tijd thuis door met zijn ouders, dus het
is belangrijk dat de informatie over het kind van twee kanten komt. Wanneer
we op dit punt komen is er sprake van ouderbetrokkenheid 2.0 de ouder
informeert de school en de school informeert de ouders. Deze vorm van
betrokkenheid is al een stuk waardevoller dan eenzijdige informatie, maar
informatie alleen is niet genoeg. Als ouders en leerkrachten samen werken
om een kind zo ver mogelijk te brengen is ouderbetrokkenheid 3.0 echt
bereikt.
Samenlevingsgerichte school
De samenleving is niet langer homogeen, maar het schoolsysteem functioneert
nog alsof dat wel zo is. Verschillende niveaus en afdelingen sluiten niet meer
aan op de realiteit buiten de school. Alles wordt gemeten en vastgezet met
certificaten, beoordelingen en testen.
“Het onderwijs zit in een vacuüm” De druk van buiten neemt steeds verder toe
en als we niet opletten implodeert de school. Er moet wat veranderen, maar
onderwijsvernieuwing zonder ouders is niet mogelijk. De partnerschapsschool
is een goed voorbeeld van hoe dit verandert kan worden.
De samenlevingsgerichte school bereidt leerlingen in samenwerking met
ouders voor op de samenleving van nu en van de toekomst. Dit gebeurt vanuit
een heldere onderwijsvisie met continu vernieuwende onderwijspraktijk die in
interactie met de omgeving van de school vorm krijgt. Niet alleen ouders, maar
juist ook de wijk rond de school zodat de school in de samenleving staat.
Maar wat kan je praktisch in de klas doen?
Stop met 10-minutengesprekken, dit is typisch eenzijdige informatie
verstrekken en levert weinig op.
Begin met START-gesprekken, waarbij er sprake is van een dialoog tussen
ouder en leraar en de focus ligt op doelen en dingen die bereikt kunnen
worden, niet op een eenzijdige stand van zaken door de leraar.
Maak individuele afspraken met ouders hoe je contact hebt over het kind
Zorg dat ouders elkaar kennen vanaf het begin van het jaar en elkaar kunnen
vinden
Creëer buddies, verschillende ouders kunnen elkaar op die manier helpen en
taalbarrières worden overbrugd.
Partnerschapsschool
“Hoe bereidt je kinderen voor op de toekomst en hoe
ziet die toekomst er eigenlijk uit?” (Henk van der Pas)
De Partnerschapschool richt zich op het vraagstuk: hoe kan je het rendement
dat betrokkenheid van ouders kan opleveren zo goed mogelijk benutten. De
rol van de school is tweeledig: kinderen helpen met dingen leren en kinderen
socialiseren.
De Partnerschapschool richt zich vooral op het aanleren van dingen, met hulp
van ouders. Directe feedback is namelijk vele malen effectiever dan feedback
achteraf, maar persoonlijke leerplannen zijn onwerkbaar met 25 kinderen in de
klas. Individuele begeleiding in combinatie met gepersonaliseerd leren is vele
maken effectiever dan het onderwijs in de reguliere situatie. Dit komt mede
door het kunnen bieden van directe feedback versus feedback achteraf. Het
opstellen van persoonlijke leerplannen in de reguliere situatie lijkt onmogelijk,
net zoals het individueel begeleiden van alle leerlingen door één leerkracht.
Door ouders te betrekken bij hun eigen kind en de persoonlijke begeleiding
kan er veel meer geboden worden aan kinderen. In plaats van collectiviteit
moet er ruimte zijn voor individuele behoeftes en ambities. Door samen met
ouder en leerkracht ambitieuze doelen te stellen die toch haalbaar zijn, kunnen
we kinderen het meeste bieden.
“Zonder concessies meer ruimte voor socialiserende
rol van de school”
Doordat ouders ondersteunen bij het aanleren van dingen, blijft er meer tijd
over voor persoonlijke aandacht door de leerkracht. Wanneer de leerkracht
geen nakijk- en administratiefabriek meer is kan er meer tijd in het sociale deel
van het vak leerkracht worden gestoken.
Dit kan gerealiseerd worden op verschillende manieren die worden afgestemd
op de behoeftes van de school.
Debat
Na het scheppen van kaders wordt het tijd voor het spannende en meer interactieve deel van de middag. Allereerst komen
er dappere kinderen van de partnerschapsschool om te vertellen hoe zij het vinden om met hun moeder te werken. De
kids vertellen dat je niet zomaar mee mag doen als ouder, maar dat je eerst moet ‘solliciteren’. Ze vinden het leuk om met
hun ouders op school te werken, maar zijn ook blij dat ze ook nog steeds dingen met de hele klas doen, zoals knutselen en
gymmen.
Een van de hoogtepunten van de middag was het debat met mensen uit het
veld, ouders en verschillende Kamerleden die speciaal voor dit congres vanuit
Den Haag waren afgereisd. Er is een bont gezelschap van VVD, D66, CDA,
PVDA en SGP-vertegenwoordigers.
Er is een mix van mensen uit de zaal die vertellen over hun mening of hun
eigen ervaringen uit het veld en er wordt gediscussieerd aan de hand van een
paar scherpe stellingen. De mensen in de zaal zijn eigenlijk allemaal positief
over de mogelijkheden van ouderbetrokkenheid. De vrees van het ministerie
van onderwijs en de inspectie dat ouders geen didactisch partner kunnen zijn
wordt dan ook niet gedeeld door de zaal.
Loes Ypma van de PVDA geeft zelf les over politiek op school, maar het
kostte veel moeite om dit te regelen met de school van haar kinderen. Nu alles
geregeld is zijn de school, de kinderen en andere ouders zeer positief. Zij raadt
de leerkrachten aan: “Gebruik de kracht van ouders om dingen mogelijk te
maken”
Zolang de ouder niet op de stoel van de leerkracht gaat zitten is er wel degelijk
een didactisch partnerschap met ouders mogelijk. Een ouder kent zijn kind het
allerbeste en de leerkracht kan van deze kennis handig gebruik maken, zeker
als er zo veel thuis gebeurt.
Daarnaast kan het begeleiden van het kind ook veel opleveren voor een ouder
zelf, zo blijkt uit enkele reacties van ouders op partnerschapsscholen: “Ik leer er
zo veel van om samen met mijn kind te leren”. Op verschillende scholen blijkt
ook dat er meer onderlinge samenwerking is tussen ouders die betrokken zijn
bij de partnerschapsschool en dat er zelfs ouders die moeite hebben met de
Nederlandse taal worden geholpen.
Helaas zijn er nog veel beperkingen op de vrijheid van een school om ouders
te betrekken. Als het aan de verschillende politici ligt wordt hier echter snel
iets aan gedaan. Zo stelt Paul van Meenen: “Het onderwijs hangt aan elkaar van
pilots en experimenten […] ga staan voor de Partnerschapschool”. D66, SGP
en CDA hebben zelfs een gezamenlijk plan opgesteld om scholen meer ruimte
te geven. “Scholen moeten de kans krijgen om vanuit hun visie te werken” zei
Roelof Bisschop van de SGP hierover.
Er moet natuurlijk nog veel gebeuren voordat alle obstakels echt weg zijn, een
belangrijk doel is het dichten van de kloof tussen de lerarenopleiding en de
praktijk van de partnerschapsschool. Op dit moment is de partnerschapsschool
niet mogelijk zonder lef en ongehoorzaamheid binnen de wettelijke kaders,
blijkt uit het verhaal van Henk van der Pas.
Een mooie uitkomst van dit debat was de gemeenschappelijke overtuiging dat
een initiatief zoals de partnerschapsschool mogelijk moet zijn. Binnenkort zal
hier al meer ruimte voor komen, omdat de Wetgeving geregeld schoolbezoek
wordt aangepakt, zo is toegezegd door Karin Strauss van de VVD.
Download