Hoe maken we bijenhotels ? Voor welke bijen doen we dat ? Welke bijen mogen we in onze streek verwachten ? Op welke planten vliegen deze bijen ? Welke factoren bepalen of bijen wel of niet komen ? Welke materialen hebben wel nodig www.bijenhotels.nl Arie Koster (bijenmakelaar, stadsecoloog, specialist bijenbeheer) www.bijenhelpdesk.nl [email protected] Voordat we met de bijenhotels beginnen, eerst iets over de bijen in het algemeen. Als we het over bijen hebben, denken velen alleen aan honingbijen: dieren die honing maken en vooral pijnlijk kunnen steken. In ons land komen nog ruim 300 andere bijen voor. (Formeel meer dan 350) Wat zijn bijen De dagelijkse praktijk is, dat velen de bijen willen helpen, maar niet precies weten wat bijen zijn en waar ze behoefte aan hebben. Het gaat om insecten. - Insecten zijn dieren met een uitwendig skelet met kop, borststuk, achterlijf, 3 paar poten, 1 of 2 paar vleugels. Bijen zijn vliesvleugelige insecten - 2 paar vliezige vleugels: de voorste groot, achterste klein. - Wespentaille: het laatste deel van het borststuk is 1e achterlijf segment. - Geveerde haren. - Een angel. - Een scopa (verzamelharen voor stuifmeel aan de achterpoten of aan de onderkant van het achterlijf (ook wel buikschuier genoemd). - Ogen relatief smal en min of meer aan de zijkant van de kop. - Antennen bij het vrouwtje met 12 leden; bij het mannetje 13 leden. - Bijen leven van nectar en stuifmeel. Hommels zijn sterk behaard en levendig gekleurd. De boomhommel is aan de bovenkant van het borstuk bruin en heeft een witte punt. (In Nederland komen 29 soorten hommels voor; 7 daarvan zijn koekoekshommels) De bouw van een bij: hier een vrijwel kale wespbij De wespentaille bij de honingbij. Door de wespentaille zijn bijen zeer wendbare insecten die zich gemakkelijk in allerlei bochten kunnen wringen. Indeling bijen Als we de bijen willen helpen moeten we globaal weten hoe bijen kunnen worden ingedeeld - Solitair of sociale bijen: bij solitaire bijen gaat het om m2, bij sociale bijen om ha bijenplanten - Zelfvoorzienende bijen en parasitaire (koekoeks-) bijen - Poot-, buik- en mondverzamelaars - Bloembezoek: generalisten en specialisten - Monolectische bijen: leven van 1 soort of enkele soorten van één plantengeslacht. - Oligolectische bijen: leven van meer, maar een beperk aantal planten soorten van enkele geslachten of families. - Polylectische bijen: hebben geen of weinig voorkeur. - Wijze van nestelen: in de grond of boven de grond (onder meer in bijenhotels) - Naar seizoen: voorjaarbijen en zomerbijen - Naar generaties per vliegseizoen 1 (univoltien) of 2 (bivoltien) generaties per jaar. Taxonomisch op geslacht: zandbijen, metselbijen, behangersbijen, hommels etc. Bijen kunnen op verschillende wijzen worden in gedeeld: bijvoorbeeld in poot- (links), buik(rechts) mondverzamelaars (maskerbijen Een tuinbladsnijder: de verzamelharen (de buikschuier) zijn schuin naar achter gericht. Door te schuieren komt het stuifmeel tussen de haren. Vaak wordt ook met de voorpoten stuifmeel van de meeldraden geplukt en via de achterpoten naar de buikschuier gebracht. 35 bijengslachten en ca. 350 bijensoorten in Nederland Zelfvoorziendende bijen nr T B Zandbijen 74 15-20 Kleine harsbijen 1 Groefbijen 53 10-15 Ertsbijen 1 Maskerbijen 25 8 Pluimvoetbij 1 1 Hommels 22 8 Trokenbij 1 1 Mestelbijen 20 T 4 Honingbijen 1 1 Behangersbijen 15 T 3 Mortelbijen 1 1 1 Zijdebijen 9 1 1 Grote harsbijen 1 Sachembijen 8 3 3 Houtbijen 1 1 1 Glansbijen 4 Klokjesbijen 4 3 Wespbijen 48 10? Dikpootbijen 4 2 Bloedbijen 20 5? Langhoornbijen 3 1 Koekoekhommels 7 2? Wolbijen 3 1 Viltbijen 5 Roetbijen 2 1 Tubebijen 7 2 2 Slobkousbijen 2 1 Kegelbijen ) 9 1 1 Rouwbijen 2 1 1 8 nr T B 1 Koekoeksbijen 4 1 Nr = aantal in ned. (Peeters 2012); T = aantal in tuinen; B = aantal in of bij bijenhotels http://www.DeNederlandsebijen.nl/BIJENperREGIO/HaarlemIJmuid/Index.htm Enkele voorbeelden van wilde bijen Grasbij: een van de ruim 70 soorten zandbijen in Nederland. Zandbijen graven hun nest in de grond. Roodgatje: een zandbij met een roodbehaarde achterlijfspunt en een roodbehaard borststuk. Zandbijen worden grotendeels op grond van hun beharing (kleur, structuur en patroon onderscheiden. Roodpotige groefbij. Groefbijen lijken sterk op zandbijen. De vrouwtje van groefbijen zijn van allen andere bijengeslachten te onderscheiden door een lengtegroefje op de punt van het achterlijf. In Nederland komen ruim. 50 soorten groefbijen voor die in twee geslachten worden opgespitst (Halictus en Lasioglossum) Tientallen soorten bijen zijn gespecialiseerd op een plantengeslacht of plantenfamilie. Klokjesdikpoot vliegt alleen op klokjes Campanula); in de stad vooral op tuinplanten. Van dikpootbijen komen 4 soorten voor in Ned. Een groot aantal solitaire bijen heeft een parasitaire levenswijze (onder meer Bloedbijen (foto boven) waarvan in Nederland ca 20 soorten voorkomen. Gedrag van bijen Bijen kennen broedzorg - Ze maken een nest met daarin voor iedere bij een aparte broedcel. - verzamelen nectar en stuifmeel - leggen een ei en sluiten het nest af Sommige bijen hebben een sterk teritorium gedrag. De mannetjes jagen elkaar weg. Dat is onder meer het geval bij Wolbijen en Sachembijen. Sommige bijen hebben een bijzondere wijze van nestelen. Wolbijen verzamelen plantenharen, behangersbijen maken hun nest van stukjes blad en mestelbijen mestelen de ingang van hun nest dicht. Een groot deel van de bijen leven parasitair. Ze worden ook wel koekoeksbijen genoemd. Alles draait om stuifmeel en nestgelenheid: slobkousbij is voor 100% van grote wederik afhankelijk; rietmaskerbij voor zijn nestgelegenheid 100% van rietsigaar. Nestgelegenheid is even belangrijk. Zonder nestgelegenheid geen bijen. Waar nesten bijen: Sociale bijen: hommels en honingbijen - In holtes van bomen, muren, rotsen. - Hommels ook in de grond in oude muizennesten. Solitaire/wilde bijen In grond. - Steilkantjes. - Doodhout - Braamstengels - Afgestorven plantenstengels - Rietdaken - Gaten in muren - Gaten in tuinmeubilair etc. Veel bijen nestelen in de open grond Een gravende pluimvoetbij Nestgangen tussen het plaveisel Afrasteringspaaltjes als nestplaats Behangersbijen, metselbijen en een aantal andere groepen bijen nestelen boven de grond Behangersbijen nestelen onder meer in oude kevergangen van dood hout en in holle plantenstengels die ze bekleden met stukjes blad. Voorbeelden van nestplaatsen Een tuintafeltje waar bijen in nestelen De schroefgaten worden als nest gebruikt 5 mannetjes van de rosse metselbij proberen een wijfje te bevruchten Dit nestkastje is al na een paar maanden bewoond Welke bijen kunnen gebruik maken van bijenhotels in Haarlem? Naar voorbeeld van Amsterdam zullen er waarschijnlijk meer bijen voorkomen, maar die zijn nog onbekend. - Grote wolbij http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Anthidium/Anthidium.htm - Tronkenbij http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Heriades/Heriades.htm - Tuinmaskerbij http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Hylaeus/H.hyal/Bijen.htm - Gewone maskerbij http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Hylaeus/H.comm/Bijen.htm - Tuinbladsnijder http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Megachile/MegCent/MegCent.htm - Gewone behangersbij http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Megachile/MegVer/MegVers.htm - Grote bladsnijder http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Megachile/MegWil/MegWil.htm - Rosse metselbij http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Osmia/O.bicolor/Bijen.htm - Blauwe metselbij http://www.zoekkaartwildebijen.nl/Osmia/Oscaer/OsCaes.htm Voor het geval Wifi niet werkt hier drie voorbeelden Grote wolbij Blauwe mestelbij Rosse metselbij Tuinbladsnijder Grote wolbij Tuinmaskerbij Tronkenbij Op welke planten vliegen de bewoners van bijenhotels De enkele (voornaamste) planten soorten in de buurt van bijenhotels - Aardaker Prachtklokje - Brede lathyrus Rechte ganzerik - Boerenwormkruid Slangenkruid - Wilde reseda Rolklaver - Wouw Prachtklokje - Ruigklokje Vingerhelmbloem Prachtklokje Gele kamille - Grasklokje Hartgespan - Rolklaver Heelblaadjes - Bontkroonkruid Kattendoorn Echtbitterkruid Echte gamander Gewone ossentong Toortsen: stalkaars of koningskaars Welke factoren bepalen of bijen wel of niet komen ? - Stuifmeel leverende wilde planten in relatie met nestgelegenheid. - Onderhoud en beheer. - Areaal (gebied van voorkomen) van de bijen. - De positie van de tuin in het stedelijk, agrarisch en natuurlijk gebied. - Isolatie door bebouwing. - Tuinen dicht bij natuurgebieden. - Leeftijd van de tuin en het gebied waar de tuin ligt. - Bijenplanten/drachtplanten in en langs bossen en bosachtige beplantingen - Gebruik bijenhotels - Volledige tekst http://www.drachtplanten.nl/00Factoren.htm Bijen hotel in een tuin Hoe maken we bijenhotels ? Gebruik zoveel mogelijk afvalmateriaal en houd het simpel. Voor bijen is de vorm totaal onbelangrijk. Vormgeving doe je alleen voor je zelf. De nestopeningen moeten naar het zuiden (zuidoost tot zuidwest) worden gericht. Minnimaal 4-5 uur zon is noodzakeljk. Materiaal voor stengelbewoners - Stengels: riet, japanse duizendknooop, bamboestokjes Snoeischaar, ijzerzaagje Materiaal voor bijenblokken/dood hout - Droge houtblokken, stammetjes, palen, balken etc. - Zaag, boormachine, schuurpapier, kettingzaagvijlen Educatieve nestkastjes Plankjes, pluggen, doorzichtige kunststof slang of glazen buisjes - Een boormachine, schanieren, schoeftjes, schroevendraaijes Eventueel niet te kleinmazig gaas om vogels te weren Gereedschap -- Boren, ijzerzaagje voor bamboestengels (1), schuurpapier (2), kettingzaagvijlen (3) en diverse boren van 4-10 mm. http://www.denederlandsebijen.nl/bijenhotels/Elementen/aaElementen.htm Verzamel holle, afgestorven stengels van onder meer riet, braam, vlier of bamboe. - lengte 15 tot 20 cm; doorsnee openingen 3-10 (12) mm; horizontaal plaatsen. - De stengels moeten aan het eind een knoop bevatten! - Vóór de knoop moeten de stengels 8-15 cm lang zijn. - Bundel deze in een bosje of stop ze in een cilinder van steen, kunststof of een conservenblikje, een houten kistje, kartonnen melkpak of een houten frame/omlijsting. Hoe korter de stengels des te sneller ze er ook weer uitrollen. Kleine bundel blijv en langer zitten. - Bamboestengels kunnen bijvoorbeeld ook in voorgeboorde gaten van een kistje of een houtblok worden gestoken. Ga verder voor voorbeelden Rietstengels zijn bijna overal te vinden, de minimale doorsnede van de opening is 3 mm Ø.Verzamen rietstengels va verschillende diktes Iedere rietstengel, moet aan de achterkant zijn afgesloten met een knoop. Dat geldt ook voor andere stengeltypen Rietstengels en andere holle plantenstengels kunnen op veel manieren apart of gemend worden gebundeld Rietstengels in cylinders van gebakkenklei en in een conserve blik. Melkpakken en andere holle waterbestendige verpakkingen kunnen ook voor plantenstengels worden gebruikt. Voor kinderen zijn melkpakken of wat daar op lijkt het veiligst. Riet in een kunststof kokker (afval materiaal) Links een huisje van gebakken klei met riet- en rechts van hout met bamboestengels. Alle andere varianten kunnen worden gebruikt Alle soorten stengels zijn in dit bijen/insectenhotel verwerkt In dit bijenhotel zijn stengels van riet en bamboe verwerkt Alle soorten stengels zijn in dit hotel verwerkt. Omdat verschillende soorten vogels het riet vaak uitpikken wordt de voorkant vaak met gaas afgeschermd. Spechten hakken ook in houtblokken. Een bijenhotel met bamboestengels gemaakt door Fredric Cools uit Emblem (B). Bamboestokjes kunnen als nestgelegenheid goed worden gebruikt. Nestoppening 3-10 (12) mm Ø Bamboe wordt op lengte gezaagd Bij dunne bamboestokjes kan de holtes dicht zijn. Met een constructie zoals op de foto kunnen de stengels hol worden gemaakt. De holtes moeten daarna met opgerold fijn schuurpapier worden geschuurd. Als je uitschiet kan het chagrijnig aflopen. Je kan beter werkhandschoenen gebruiken. Laat kinderen zulke klusje niet zonder begeleiding doen Andere afgestorven plantenstengels kunnen ook worden gebruikt. Bijvoorbeeld Japanse duizendknoop Educatieve nestkastje voor wilde bijen Materiaal voor educatieve nestkastjes Slangetjes om de plugen Slangetjes door de gaatjes: de nest ingangen Een kunstmatige nestgang van de roze metselbij Een nestcel van de tuinbladsnijder ( een behangersbij) Dood hout voor bijenhotels Veel insecten waaronder wilde bijen leven in oude kevergaten van dood hout onder meer in afrasteringspaaltjes. In tuinen en op ander plekken ontbreekt dat heel vaak. Deze nestgelegenheid kan kunstmatig worden aangebracht door gaten in houtblokken of dood hout te boren; vorm en grootte van het hout zijn niet van belang. Er kan ook gewoon een paal in de grond worden geslagen Voor het maken van nestgelegenheid is een bouwtekening niet nodig, maar soms wel handig. In de praktijk worden verschillende elementen op elkaar gestapeld; vaak binnen een raamwerk van planken, balken en andere ondersteunende elementen. De basiselementen van een bijenhotel bestaan uit: afgestorven holle stengels, dood hout met oude kevergangen of met geboorde gangen (gaten) en elementen die met leem of niet te zware klei worden opgevuld. Houtsoort en houtkwaliteit - Voor bijenhotels zijn de harde houtsoorten het best zoals: eik, beuk, es, appel, peer, ook afvalblokken van tropisch hardhout werken uitstekend. Zachthout (wilg en populier) kunnen ook worden gebruikt. - Het hout moet goed droog zijn (dat is dood hout van ca. 2 jaar oud; openhaard kwaliteit). Als het hout te vochtig is, gaat het bij het boren sterk rafelen. De gangen zijn dan onbruikbaar voor de bijen. - Vurenhout is ongeschikt of veel minder geschikt voor bijenhotels. In vochtige omstandigheden richten de beschadigde houtvezels zich op waardoor de nestgang voor de bijen moeilijker toegankelijk wordt. Ze verliezen dan veel stuifmeel en beschadigen hun vleugels. Boorrichting en dichtheid van de nestgangen - De meeste bijenhotels bevatten houtblokken met nestingangen aan de kopse kant (het zaagvlak). Onder natuurlijke omstandigheden bevinden de nestingangen zich meestal aan de buitenkant van de stam (dus dwars op de nerf). - Nestgangen die dwars op de nerf zijn geboord zijn meer natuurlijk en werken beter. Maar er zijn veel voorbeelden die aantonen dat nestingangen aan de kopse kant ook heel goed kunnen werken. - Ook met de dichtheid van de nestingangen moet rekening worden gehouden. Als de dichtheid te groot is gaat het hout op allerlei plekken scheuren. En dat kan nadelig zijn voor de bijennesten. Boren van nestgangen en onderhoud van bijenhotels - De nestgangen zijn 3-10 (12) mm in doorsnee en 5 tot 15 (20) cm diep; aan het einde moeten de nestgangen zijn afgesloten (dus de gang moet korter zijn dan de dikte van het hout). In de praktijk van bijenhotels zijn de nestgangen nooit dieper dan de lengte van de boor. bij boren van 6-12 mm niet langer dan 10-12 cm; bij de dunne boren is dat veel korter, maar vaak lang genoeg voor kleine bijen. http://www.denederlandsebijen.nl/bijenhotels/Diverse/Maatnestgang.htm - Bij het boren zo min mogelijk rafels langs de randen van de boorgaten maken. Deze met een opgerold schuurpapiertje of een kettingzaagvijl wegschuren. De kettingzaagvijl (3,2-5 mm) kan in een boormachine worden geplaatst. Na het schuren en boren bevatten de nestgangen veel zaagsel. Klopt dat uit. - Vooral bij de harder houtsoorten kan na lang achtereen boren het hout gaan branden. Een brandgeur wordt door bijen waarschijnlijk niet op prijs gesteld. Dus geregeld de boor en het hout laten afkoelen. - Op de zelfde wijze kunnen er ook gaten in stenen en steenachtig materiaal worden geboord, maar geen gasbetonblokken; daar komen geen bijen in. Zowel in hout als in steen moeten de nestgangen aan de achterkant gesloten zijn, dus niet te diep boren! Voor onderhoud bijenhotels klik op link http://www.denederlandsebijen.nl/bijenhotels/Elementen/Onderhoud.htm