Vragen Röntgenologie 1. Wat is röntgenstraling? 2. Wat is het verschil tussen directe straling en strooistraling? 3. Röntgenstralen kunnen door voorwerpen heen dringen. Van welke 4 factoren is het doordringend vermogen van röntgenstraling afhankelijk? 4. Als röntgenstralen op de foto terecht komen dan kleurt de foto op die plaats ...... 5. Wat is luminescentie? Hoe en waarom wordt gebruik gemaakt van luminescentie? 6. Hoe ontstaat röntgenstraling in de röntgenbuis? 7. Welke parameters kun je instellen op het röntgenapparaat? Wat gebeurt er met de röntgenstraling als je deze parameters verandert? 8. Wanneer wordt een strooistralenrooster gebruikt? Wat zijn de voor- en nadelen van het gebruik van een strooistralenrooster? 9. Welke schadelijke effecten heeft röntgenstraling? 10. Hoe kun je je beschermen tegen de schadelijke effecten van röntgenstraling? 11. Wat wordt er bedoeld met de term “dosislimieten”? Welke dosislimiet geldt voor een paraveterinair? 12. Je gaat een röntgenfoto maken van de thorax van een kat. Wat moet je allemaal doen voordat je de kat op tafel kunt leggen? 13. Waarom worden er (bijna) altijd twee röntgenfoto’s gemaakt? 14. Hoe positioneer je een dier bij het maken van een laterale opname? 15. Waar let je op bij het beoordelen van de kwaliteit van een röntgenfoto? 16. Als de röntgenfoto te wit is dan is de foto .............. (over- / onderbelicht?) Wat moet je doen om de foto te verbeteren? 17. Als de röntgenfoto te zwart is dan is de foto .............. (over- / onderbelicht?) Wat moet je doen om de foto te verbeteren? 18. Wat houdt de 15%-regel in? Wanneer wordt deze regel toegepast?