Boek II: ambtenarenrecht

advertisement
Boek II: ambtenarenrecht
Begrip “ambtenaar”
• Gangbare interpretatie in het Belgisch recht :
degene die in vast dienstverband werkzaam is in
overheidsdienst
• Functionele betekenis : wars van de aard van de
rechtsbetrekking (statutair / contractueel) wordt
acht geslagen op de vraag of betrokkene een
deel van het gezag uitoefent dan wel bevoegd is
de “staat” te binden ten aanzien van derden;
• Ruime betekenis van “openbaar ambtenaar”:
eenieder die aan de uitoefening van de
openbare macht deelneemt.
Rechtstoestand van de ambtenaar
•
•
•
•
•
Contractant / statutair
Principe : statutaire tewerkstelling
Uitzondering : contractuele tewerkstelling
(zie o.m. art. 2, § 2 APKB van 22 december 2002)
Welke is de betekenis van het “vermoeden van statutaire
tewerkstelling” in overheidsdienst
• Rechtstheoretische grondslag van de statutaire
tewerkstelling (imperiumtheorie; theorie van de openbare
dienst)
• Theorie en praktijk van het beginsel van de statutaire
tewerkstelling
Belang van het onderscheid
• Vaste dienstverband of vaste tewerkstelling (betekenis)
• Benoeming als eenzijdige administratieve rechtsbescherming en de
vernietigingsbevoegdheid Raad van State
• Veranderlijkheidbeginsel: notie “verworven rechten”
• Contractanten in overheidsdienst en de toepassing van de wet van 3
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
• Wetgeving betreffende de SZWN indien uitdrukkelijk van toepassing
verklaard
• Wet van 19 december 1974 betreffende het syndicaal statuut versus
de Wet van 5 december 1968 betreffende de CAO en de paritaire
comités
• Voor- en nadelen van “het statuut”
Wie is bevoegd om de (aard van de)
rechtspositie te bepalen resp. het statuut
van de ambtenaar te regelen?
• Wat leert de Grondwet?
• Federaal niveau:
– algemeen rijksbestuur en de buitenlandse
betrekkingen (art 107 ism art. 37 GW) :
prerogatief van de Koning; beperkte rol van
de wetgever?
– gedecentraliseerde diensten : de wetgever:
volheid van bevoegdheid – cfr. Art. 11 W 16
maart 1954
• Gemeenschappen en gewesten:
– Diensten (art. 87, §§ 2 en 3 BWHI)
– Instellingen die afhangen van de
gemeenschappen en de gewesten : art. 9
juncto 87, § 4 BWHI
– Opgepast :
• pensioenen personeel van de diensten (art. 87, §
3)
• Syndicaal statuut (art. 87, § 5)
Plaats, inhoud en betekenis van
het APKB
• Historiek en situering
• Plaats in de normenhiërarchie
(bevoegdheidsverdelende regel waaraan het
Arbitragehof vermag te toetsen)
• Betekenis van het begrip “aanduiding van de
algemene beginselen in het statuut van de
rijksambtenaren die van rechtswege van
toepassing zijn op” : teloorgang van het
algemene karakter en, derhalve, teloorgang van
het “beginsel” zelf
• Inhoud van het APKB van 22 december 2000
Pro memorie
• Het statuut van het personeel van de
lokale besturen
Het statuut en de openbare
vrijheden van de ambtenaar
• Probleemstelling
• I. Eerbied voor de regelen van de dienst
• II. Openbaarheid van bestuur: van
geheimhouding naar
discretieplicht/spreekrecht
• III. Stakingsrecht, stakingsverbod en
continuïteit van de dienstverlening
De tuchtregeling
• Situering
• Tuchtregeling en de niet – toepasselijkheid
van artikel 6 EVRM
• Tuchtregeling en strafvordering
– Nulla poena sine lege?
– Nullem crimen sine lege?
– Non bis in idem?
– Le pénal tient – il le disciplinaire en état?
• Rechtsbescherming in tuchtzaken
(preventief en curatief)
• Tuchtstraffen en ordemaatregelen
Krachtlijnen van een statuut aan de
hand van de Grondwet en het APKB
• Indeling van het personeel in niveaus
• Benoemingen (algemene en bijzondere
toelatingsvoorwaarden, vergelijkende
selectie, de tussenkomst van Selor, stage
en eedaflegging)
• Loopbaan en bevorderingen
• Evaluatie
• Loopbaanbeëindiging
• Het mandaat : een bijzonder statuut?
Het syndicaal statuut
• De wet van 19 december 1974 tot regeling
van de betrekkingen tussen de overheid
en de vakbonden van haar personeel
Download