3.2 Kenmerken van de landschapszones op aarde Wat zijn de kenmerken van de landschapszones op aarde? Verschillende landschapszones: ontstaan door samenspel van oa klimaat, gesteente, reliëf en de mens Kringlopen van voedingsstoffen verklaren landschapzones Landschaps-factoren ►Landschapszones worden bepaald door een ingewikkeld samenspel van vele factoren die zijn terug te voeren op het op elkaar inwerken van lithosfeer, atmosfeer, biosfeer en hydrosfeer. De belangrijkste landschapsfactoren zijn het klimaat, de gesteenten, het reliëf en de mens. ●Een verandering van één factor heeft gevolgen voor een ander of voor anderen. De mate waarin is afhankelijk van de plaats, de schaal en de tijd. ►Een manier om de verschillen tussen landschapszones te beschrijven en te verklaren is door te kijken naar de kringloop van voedingsstoffen. Ze circuleren in de landschapzones, worden hergebruikt en vormen zo een voedingsstoffencyclus. Tropische zone Tropische zone met regenwoud en savanne ►De tropische zone bestaat uit regenwoud. De bodem bevat weinig humus door de grote uitspoeling. Er blijven weinig mineralen bewaard. De Savanne valt ook in de tropische zone. Kenmerken zijn hete natte zomers en droge hete winters. Aride zone Aride zone: koude en warme woestijnen ►Een aride zone is een woestijn. Eenderde van het landoppervlak van de aarde is woestijn. Er zijn hete en koude woestijnen. Koude liggen vaak in de regenschaduw van gebergten. De jaarlijkse neerslag in woestijnen bedraagt 250 mm of minder en valt vaak in de vorm van stortbuien. Grens aride en gematigde zone: steppe ►Het grensgebied tussen de aride en gematigde zone wordt gevormd door steppegebieden. Door de hoge vruchtbaarheid van de steppebodems (veel humus) verdween veel van de oorspronkelijke plantengroei. Gematigde zone Gematigde zone met loof- en naaldbomen ►De gematigde zone kent twee landschapszones: de loofbomengordel en de naaldbomengordel. Polaire zone Polaire zone, geen boomgroei Toendra: permafrost ►In de polaire zone blijft de gemiddelde jaarlijkse temperatuur beneden de 10°C. Hierdoor groeien er geen bomen. Het toendragebied vormt het overgangsgebied tussen de boreale bossen en de ijsvlakten. Er komt permafrost voor, wat inhoudt dat de ondergrond nooit helemaal ontdooit. 3.3 Veranderingen in landschapszones door menselijke activiteiten Wat is de invloed van de menselijke activiteiten op de verschillende landschapszones? Waarom zijn niet alle landschapszones even gevoelig voor landdegradatie? Landdegradatie, alternatief duurzaam landgebruik Invloed van de mens ► Landdegradatie (bodemdegradatie) is het verlies aan biologische en economische productiecapaciteit van het land. Er moet gestreefd worden naar duurzaam landgebruik, zodat ook toekomstige generaties nog een bestaan kunnen opbouwen. Steeds meer zand? Verwoestijning is landdegradatie in (semi)aride zones Komt o.a. door - overbeweiding. - verzilting - bodemerosie ►Verwoestijning of desertificatie is een vorm van landdegradatie die plaatsvindt in aride en semi-aride gebieden. Het ontstaat door een wisselwerking tussen mens en natuur. ●Aan de kant van de natuur spelen onvoorspelbare klimaatvariaties. ►De discussie die tegenwoordig oplaait, is in hoeverre de mens bijdraagt aan de mondiale verandering van het klimaat en dus aan de variaties in neerslag. ●De mens draagt bij aan verwoestijning door overbeweiding. Door een toenemende bevolkingsdruk graast er teveel vee en ontstaat overexploitatie. Door slechte irrigatietechnieken kan verzilting ontstaan: de toename van zout in de bodem. Planten kunnen daar niet tegen. ●Gebieden met verwoestijning hebben ook vaak te lijden onder bodemerosie. Duurzaam landgebruik Duurzaam landgebruik ►Bij duurzame ontwikkeling is duurzaam landgebruik essentieel. Door verstandiger om te gaan met de natuur kunnen processen van landdegradatie worden gestopt of voorkomen. Wat gebeurt er met de ijsbeer? Opwarming aarde vooral merkbaar op hoge breedte: - ontdooiende permafrostgebieden stoten methaan uit - smeltende ijskap: groot effect op klimaat en waterkringloop, oa door albedo-effect - zeespiegelstijging ►Door het versterkte broeikaseffect warmt de aarde op. Dat is het duidelijkst op hoge breedte. ●Veen- en moerasgebieden, zoals de ontdooiende permafrostzones zijn een belangrijke bron van het broeikasgas methaan (CH4). Bij hogere temperaturen komt er meer methaan vrij. Dat leidt tot een versterking van het broeikaseffect. Er is sprake van positieve terugkoppeling. ●Het smelten van ijskappen kan grote gevolgen hebben voor de kringloop van het water en het mondiale klimaat. Dat heeft te maken met het albedo-effect. IJs kaatst zonlicht terug. Water ketst minder terug en slaat bovendien warmte op. Het zal dus niet zo snel weer bevriezen. Ook hier is positieve terugkoppeling. ●Het afsmeltende landijs leidt tot een stijging van de zeespiegel.