. Neusademen/mondademen Om te kunnen ademen maken we gebruik van de mond of de neus. De mond gebruiken we bij snel ademen (bij sporten) en bij langer praten. In rust is neusademen met gesloten mond het meest geschikt. Veel kinderen (en volwassenen) hebben hun mond regelmatig in meer of mindere mate openstaan. Het kan een gewoonte geworden zijn de lippen niet op elkaar te houden bijvoorbeeld na een verkoudheid. Deze gewoonte kan vervelende gevolgen hebben. Om deze reden is het van belang hier zo vroeg mogelijk iets aan te doen. In deze informatiefolder worden de gevolgen van open-mondgedrag genoemd en tips gegeven om het mondgedrag te verbeteren. Waarom is neusademen beter? • De neus verwarmt de ingeademde lucht, zodat deze dezelfde temperatuur als ons lichaam heeft, voordat zij in de longen komt. • De neushaartjes filteren de lucht, waardoor de kans op infecties van de luchtwegen wordt verkleind. Er worden minder stofdeeltjes ingeademd. • De neus bevochtigt de ingeademde lucht, waardoor de luchtwegen zo min mogelijk worden geïrriteerd. • De neusdoorgang is nauwer dan de monddoorgang, daardoor kost het meer inspanning om door de neus te ademen. Deze inspanning geeft een betere, actievere lichaamshouding. • Neusademing bevordert de afvoer van slijm uit de neus, zodat er minder kans bestaat op chronische neusverstopping of neusontsteking. • Bij neusademing zijn de lippen op elkaar, waardoor een gelijkmatige druk op de bovenkaak wordt uitgeoefend. De tong behoort licht aangezogen tegen het gehemelte te liggen. De kaak en het gebit kunnen zo op een goede manier uitgroeien. Hierdoor wordt een goede uitspraak bevorderd. • Bij neusademen droogt de mond niet uit en blijft voldoende vochtig door het speeksel. Dit speeksel wordt veelvuldig doorgeslikt waardoor de kans op middenoorontsteking afneemt. Bij slikken wordt nl. het middenoor geventileerd. Mogelijke oorzaken van mondademen We weten dat baby’s van nature door de neus ademen. Als de neus verstopt is levert dat bij de voeding problemen op. Op de leeftijd dat het kind gaat zitten en de tanden doorkomen, is het pas in staat door de mond te ademen (als dit nodig is). De oorzaak van het mondademen is niet altijd te achterhalen. Mogelijke oorzaken kunnen zijn: • Vaak last van neusverkoudheid • Slechte doorgankelijkheid van de neus door bijvoorbeeld een vergrote neusamandel, een scheef neustussenschot of allergie. • Pijn na het verwijderen van de amandelen. • Een te ver naar voren gerichte stand van de bovenkaak (en dus ook van het gebit), waardoor de lippen moeilijk op elkaar te houden zijn. (Bij duimen/vinger- of speenzuigen kan dit het geval zijn. Om het duimen af te leren: zie adviezen in de informatiefolder “Duimen, Ho”.) • Zieke kinderen kunnen in een periode van slapte en apathie het mondademen als weg van de minste weerstand kiezen en tot een gewoonte maken. Nadat de oorzaken van het mondademen zijn weggenomen, is het voor het kind vaak lastig om weer door de neus te leren ademen. Toch is het belangrijk, dat het kind dit leert! Aanleren van neusademen Enkele opmerkingen voordat u gaat oefenen: - Overtuig u ervan, dat de neusweg open is. Is dit niet het geval, laat dan de neus snuiten of ophalen, één neusgat tegelijk. Zorg ervoor dat uw kind altijd een zakdoek bij zich heeft als het verkouden is. Controleer tijdens het oefenen of uw kind regelmatig ademt. Let op de zithouding van uw kind (rug recht, voeten plat op de grond en niet achter- of voorover hangend). Let erop dat bij de lipsluiting de tong licht aangezogen wordt tegen het verhemelte, vlak achter de tanden. Het komt voor dat de lipspieren van kinderen die door de mond ademen slap zijn geworden. Door training van de lipspieren kan uw kind tenslotte de lippen gemakkelijker op elkaar houden Enkele tips en oefeningen: • • • • • • • • • • Neurie om de beurt een liedje en laat de ander raden welk liedje het is. Oefen ’t vasthouden van een spatel dwars tussen de lippen en niet tussen de tanden (bijv. tijdens tvkijken of voorlezen). Lees een verhaal voor, maar stop als uw kind de lippen van elkaar heeft. Lees pas verder als uw kind de mond weer dicht heeft. (Spreek dit wel van tevoren af!) Oefen tijdens de maaltijd het kauwen met de lippen op elkaar. Train de mond dicht te doen na het praten door middel van spelletjes. Bijv. Memory: plaatje benoemen en meteen de mond dichtdoen. Kwartetten: na het vragen van een kaart meteen de mond weer sluiten. Zuigoefeningen: drinken door een rietje, papiertje tegen een rietje aanzuigen. Blaasoefeningen: kaarsje uitblazen, ballonnen opblazen, bellenblazen, fluiten, enz. (Voor meer oefeningen verwijzen wij u naar de informatiefolder “Gymnastiek rond je mond”). Bedenk samen met uw kind een woord, gebaar of geluid om uw kind eraan te herinneren door de neus te ademen. Plak/leg herinneringstekens op plaatsen waar uw kind vaak komt (zie het inlegvel in deze folder). Beloon uw kind als het zijn/haar best doet. Heeft u nog vragen of treedt er geen verbetering op na het volgen van de suggesties, neem dan contact op met de logopedist van de school. U kunt ook bellen met de GGD Midden-Nederland, telefoon:033-4600046.