HOOFDSTUK 4 LEERJAAR 1 WATER WERKBLAD ACTUALITEIT BLAUWALG STAAT IN DE STARTBLOKKEN Lees het artikel en gebruik de bronnen op de website. 1 Beschrijf in je eigen woorden wat er aan de hand is. Er zijn twee gevaren bij zwemmen in open water. De kwaliteit kan slecht ................................................................................................................................. zijn. Ook kunnen wind en stroming je in problemen brengen. ................................................................................................................................. In Nederland is het blauwalgenprobleem de laatste jaren groter geworden. ................................................................................................................................. Hierdoor is de kwaliteit van het zwemwater gedaald. ................................................................................................................................. 2 Gebruik de atlas. Geef de absolute en de relatieve ligging van de plaats Bergen op Zoom. Tip: Bij de absolute ligging gebruik je lengte- en breedtegraden. Bijvoorbeeld: 50º N.B., 63º O.L. Bij de relatieve ligging beschrijf je de ligging van de plaats ten opzichte van andere plaatsen. Bijv.: Het gebied ligt aan de IJssel tussen Deventer en Zutphen. Absolute ligging: Bergen op Zoom ligt op 4°17’ N.B. en 51°29’ O.L.. ................................................................................................................................. Relatieve ligging: Bergen op Zoom ligt in het westen van Noord-Brabant. In het westen ................................................................................................................................. grenst het aan het Zoommeer. ................................................................................................................................. 3 Bekijk kaart 42 in de Grote Bosatlas (53e druk). Schrijf de namen op van wateren die volgens jou te maken kunnen krijgen met het probleem van de blauwalg. Haringvliet, Hollands Diep, Grevelingenmeer, Krammer, Volkerak, Hellegat ................................................................................................................................. Schelde-Rijnkanaal, Zoommeer, Markiezaatsmeer, Veerse Meer. ................................................................................................................................. 4 Bekijk in de atlas nog eens goed de wateren die je bij opgave 3 opschreef. Gebruik ook de informatie uit de tekst ‘Blauwalg staat in de startblokken’. Waardoor wordt volgens jou het blauwalgenprobleem op die plaatsen vooral veroorzaakt? Het betreft allemaal van ‘vers’ water afgesloten gebieden. In dit stilstaande ................................................................................................................................. water is de kans op snelle groei van de blauwalg groot. ................................................................................................................................. 5 Gebruik de Grote Bosatlas, kaart 42. Wanneer de provincie Zeeland de blauwalgproblemen in het Zoommeer tussen Tholen en Noord-Brabant wil oplossen, kan ze het gebied doorspoelen met water. Wat is dan beter: dat ze water vanuit het Grevelingenmeer halen of vanuit de Oosterschelde? Vanuit de Oosterschelde, want dat is zout water. Het water in het Grevelingen- ................................................................................................................................. meer is even besmet met de blauwalg als het Zoommeer. ................................................................................................................................. © Malmberg 1 HOOFDSTUK 4 6 LEERJAAR 1 WATER Bekijk de link ‘Kwaliteit Nederlands zwemwater gaat achteruit’. Er worden vier oorzaken gegeven voor het verslechteren van de kwaliteit van het zwemwater in Nederland. Welke vier? 1. Er zijn een paar droge zomers geweest. ................................................................................................................................. 2. Er zijn een paar warme zomers geweest. ................................................................................................................................. 3. De laatste jaren was er meer neerslag in de winter ................................................................................................................................. (voedingsstoffen spoelen uit). ................................................................................................................................. 4. De meetregels zijn strenger; gebieden zijn eerder ‘besmet’. ................................................................................................................................. 7 Bekijk de link ‘Zwemwater verslechtert’. Zoek op het kaartje naar een plaats waar jij wel eens gaat zwemmen of waar je een keer wilt gaan zwemmen. Schrijf de naam en kleur van die plaats op. Eigen antwoord. ................................................................................................................................. 8 Klik op de kaart het bolletje aan van de plaats waar jij graag gaat zwemmen. Je ziet nu drie jaartallen. Noteer die jaartallen en schrijf erachter hoe de kwaliteit van het water was. Is er een verbetering of een verslechtering? Eigen antwoord. ................................................................................................................................. © Malmberg 2