Voorbereiding van het gesprek Verzamel alle gegevens over de cliënt die al beschikbaar zijn. Stel vast wat het doel is van het gesprek. Houd rekening met beschikbare tijd, geldende regels en ruimte (randvoorwaarden). Leg eventueel vragenlijst of intakeformulier klaar. Inleiding van het gesprek Stel jezelf voor: je naam en je functie binnen de instelling. Leg kort uit wat doel en procedure van het gesprek zijn. Geef duidelijke informatie over wat met de gegevens gebeurt en hoelang de cliënt moet wachten op een antwoord. Vraag of de cliënt alles begrijpt en of hij nog vragen heeft. Situatie cliënt in kaart brengen Ontdek in grote lijnen wat het probleem of de vraag van de cliënt is. Probeer een antwoord te vinden op de volgende vragen: – Wat is het probleem waarmee deze cliënt komt? – Waarom komt de cliënt nu? – Wat heeft allemaal bijgedragen tot het probleem? – Hoe kijkt de cliënt zelf naar zijn problemen? – Hoe gedraagt en voelt de cliënt zich? – Wat heeft de cliënt zelf al gedaan om een oplossing te vinden? – Waarom komt hij naar deze instelling en welke verwachting heeft hij? – Wat denk jij over deze situatie? Afronding gegevens verzamelen Bekijk samen met de cliënt of de informatie volledig en betrouwbaar is. Vraag naar schriftelijk bewijsmateriaal of noodzakelijke documenten (bijvoorbeeld paspoort, burgerservicenummer, verzekeringsbewijs, giroafschriften, verblijfsvergunning) en maak hiervan kopieën. Controleer of de cliënt alles begrepen heeft. Beslis op basis van de gegevens in de computer en volgens in de instelling geldende regels wat je moet doen. Afsluiting van het gesprek Geef nog een keer kort de procedure weer. Bekijk voor welke voorzieningen de cliënt in aanmerking komt. Stel vast of de cliënt verwezen moet worden of dat de eigen instelling de gevraagde voorzieningen kan bieden. Bedank de cliënt voor zijn medewerking.