ioniserende straling samenvatting interactie ioniserende straling materie • geladen deeltjes • α-deeltjes • electronen en positronen • electromagnetische straling • Röntgenstaling (afkomstig uit atoom; E < 100 keV) • γ-straling (afkomstig uit atoomkern; E < 10 MeV ) • remstraling (interactie electronen - materiaal) • neutronen via kernreacties Sytze Brandenburg sb/RadSaf2005/1 geladen deeltjes • wisselwerking voornamelijk met electronen in materiaal • dracht is gedefinieerd · bij een gegeven begin-energie is er een materiaaldikte die geen enkel deeltje doorlaat • α-deeltjes: botsingen met kleine energieafgifte • gelijkmatig afremmen; wrijving • indringdiepte goed gedefinieerd · plotselinge afname doorgelaten fractie • electronen en positronen • sterke variatie energieafgifte in botsingen • grote verandering richting mogelijk • terugverstrooiing • geleidelijke afname doorgelaten fractie • productie van remstraling sb/RadSaf2005/3 sb/RadSaf2005/2 electromagnetische straling • dracht niet gedefinieerd • kans op “ongeschonden” transmissie altijd > 0 • neemt exponentieel af met dikte • drie mechanismen voor wisselwerking • foto-electrisch effect • totale energie overgedragen aan electron • vooral lage energie en materiaal met hoge Z • Compton effect • deel energie overgedragen aan electron • resterende energie als “nieuw” foton met andere richting • onafhankelijk van Z • paarvorming • totale energie omgezet in electron + positron • hoge energie ( E > 1.022 MeV) en materiaal met hoge Z • annihilatie-straling (twee fotonen met E = 511 keV) sb/RadSaf2005/4 werkzame doorsnede • kans op interactie kan geïnterpreteerd worden als effectief oppervlak van electronen en atomen • lineïeke interactiekans µ: eenheid 1/cm • dichtheid electronen/atomen N: eenheid 1/cm3 • interactiekans per electron/atoom σ = µ/N: eenheid cm2 afscherming ioniserende straling Sytze Brandenburg sb/RadSaf2005/5 ioniserende straling sb/RadSaf2005/6 α-deeltjes 103 • α-deeltjes 102 dracht [mm] • electronen en positronen • electromagnetische straling • Röntgen-straling (atomaire proces) • remstraling (afremmen van electronen in materiaal) • γ-straling (nucleair proces) 101 lucht perspex 100 10-1 10-2 10-3 0 2 4 6 8 10 Eα [MeV] • in lucht bij benadering R = 0.3 E1.5 (R in cm; E in MeV) • afscherming geen enkel probleem: < 1mm perspex etc. ruimschoots voldoende • ρperspex ≈ 1000 ρlucht sb/RadSaf2005/7 sb/RadSaf2005/8 electronen en β-deeltjes electronen • dracht bepaald door Emax β-deeltjes • pure β--bron • remstraling: materiaal met lage Z (bijv. perspex) • dikte ~ 5 Emax [mm]; Emax in MeV (ρperspex ~ 1 g/cm2) • (β- + γ)- en β+-bron • eerst materiaal met lage Z voor electronen/positronen • daarna afscherming voor γ-straling ) ( 2 • lage energie ρR = 0.11 1 + 22.4Emax − 1 (Flammersfeld) • hoge energie ρR = 0.5 Emax 101 ρR [g/cm2] 100 ρR = 1/2E Flammersfeld formula aluminium 10-1 10-2 10-3 10-2 sb/RadSaf2005/9 10-1 Ee [MeV] electro-magnetische straling • interactie drie processen • foto-electrisch effect • Compton-verstrooiing • paarvorming • kans op “overleven” > 0 • oorspronkelijke foton verlaat materiaal • afhankelijk van dikte materiaal 100 101 sb/RadSaf2005/10 foto-electrisch effect • foton staat volledige energie af aan electron • secundaire straling • electron • Röntgen-straling • Auger-electronen fo to n E f sb/RadSaf2005/11 sb/RadSaf2005/12 e- Compton verstrooiing paarvorming • foton omgezet in electron-positron paar • fotonenergie gedeeld • electron • foton met lagere energie • secundaire straling • electron • foton met lagere energie • Röntgen-straling • Auger-electronen • secundaire straling • electron en positron • annihilatiestraling twee fotonen met Ef = 511 keV fo to n E f ' e+ θ e- fo to n E f sb/RadSaf2005/13 fo to n E f e- smalle bundel geometrie sb/RadSaf2005/14 smalle bundel geometrie • lineïeke kans op wisselwerking • massieke kans op wisselwerking µ [1/cm] µ/ρ [cm2/g] • lineïeke kans op wisselwerking • massieke kans op wisselwerking µ [1/cm] µ/ρ [cm2/g] • aantal “ongeschonden” doorgelaten fotonen Nt ( d) = Nt ( 0 ) exp( −µd) Nt(d) • aantal “ongeschonden” doorgelaten fotonen Nt ( d) = Nt ( 0 ) exp( −µd) Nt(d) detector gecollimeerde bron sb/RadSaf2005/15 detector Compton annihilatie afscherming gecollimeerde bron sb/RadSaf2005/16 brede bundel geometrie brede bundel geometrie Compton annihilatie detector detector niet-gecollimeerde bron • detector “ziet” ook fotonen die in afscherming • gecreërd zijn (Röntgen-straling, annihilatie fotonen) • van richting veranderd zijn (Compton verstrooiing) · hogere intensiteit dan in smalle bundel geometrie: build-up sb/RadSaf2005/17 modellering build-up niet-gecollimeerde bron • detector “ziet” ook fotonen die in afscherming • gecreërd zijn (Röntgen-straling, annihilatie fotonen) • van richting veranderd zijn (Compton verstrooiing) · hogere intensiteit dan in smalle bundel geometrie: build-up sb/RadSaf2005/18 build-up: voorbeelden transmissie • dosis D: in materiaal geabsorbeerde energie van fotonen evenredig met aantal door afscherming doorgelaten fotonen... ook beïnvloed door in afscherming verstrooide fotonen • smalle bundel geometrie: geen verstrooide fotonen Nt ( d ) = Nt ( 0 ) exp( −µd) Dt ( d ) = Dt ( 0 ) exp( −µd) • brede bundel geometrie: ook verstrooide fotonen Dt ( d ) = Dt ( 0 ) B (E f ,mat, µd) exp( −µd) B(µd): build-up factor > 1 afhankelijk van materiaal en oorspronkelijke foton-energie extra dosis gevolg van Compton-fotonen en annihilatie-fotonen die ook geabsorbeerd worden sb/RadSaf2005/19 afscherming 100 10-1 10-2 10-3 10-4 10-5 10-6 10-7 10-8 10-9 smalle bundel 0.5 MeV water 3 MeV water 0.5 MeV lood 3 MeV lood 0 5 10 µd 15 • materiaal- en energieafhankelijkheid smalle bundel in µd • B(Ef, mat, µd): build-up factor > 1 afhankelijk van materiaal en oorspronkelijke foton energie • door build-up effect meer afscherming nodig sb/RadSaf2005/20 build-up: waarden materiaal beton ijzer lood E [MeV] 0.5 1.0 2.0 0.5 1.0 2.0 0.5 1.0 2.0 exp(-µd) 0.368 2.18 1.95 1.75 1.98 1.87 1.76 1.24 1.36 1.39 build-up: waarden materiaal 0.135 3.66 2.60 2.52 3.09 2.89 2.43 1.42 1.69 1.76 0.018 7.72 5.98 4.38 5.98 5.39 4.13 1.69 2.26 2.51 9.1 x 10 16.5 11.6 7.75 11.7 10.2 7.25 2,00 3.02 3.66 -4 -5 4.5 x 10 29.1 18.7 11.4 19.2 16.2 10.9 2.27 3.74 4.84 -7 3.1 x10 58.1 33.1 18.2 35.4 28.3 17.6 2.65 4.81 6.87 • verstrooide straling domineert dosis bij • dikke afscherming (grote waarde µd) • materialen met lage Z beton ijzer lood E [MeV] 0.5 1.0 2.0 0.5 1.0 2.0 0.5 1.0 2.0 µd 1 2.18 1.95 1.75 1.98 1.87 1.76 1.24 1.36 1.39 2 3.66 2.60 2.52 3.09 2.89 2.43 1.42 1.69 1.76 4 7.72 5.98 4.38 5.98 5.39 4.13 1.69 2.26 2.51 7 16.5 11.6 7.75 11.7 10.2 7.25 2,00 3.02 3.66 10 29.1 18.7 11.4 19.2 16.2 10.9 2.27 3.74 4.84 sb/RadSaf2005/22 wisselwerking fotonen afstand tot de bron 104 103 water lood 102 101 • • • • N deeltjes/s uit puntbron bol op afstand R van puntbron flux Φ door boloppervlak N/4πR2 deeltjes/(m2s) flux/dosis neemt af met 1/afstand2 100 R2 10-1 Φ1 R22 = Φ 2 R12 10-2 10-3 10-3 10-2 10-1 100 101 102 Ef [MeV] R1 • beste afscherming door materiaal met hoge Z: lood sb/RadSaf2005/23 15 58.1 33.1 18.2 35.4 28.3 17.6 2.65 4.81 6.87 • verstrooide straling domineert dosis bij • dikke afscherming (grote waarde µd) • materialen met lage Z sb/RadSaf2005/21 µ/ρ [cm2/g] -9 2.1 x 10 98.3 50.6 25.7 55.6 42.7 25.1 2.73 5.86 9.00 sb/RadSaf2005/24 20 98.3 50.6 25.7 55.6 42.7 25.1 2.73 5.86 9.00 reflectie reflectie • afscherming niet alzijdig • reflectie aan de wanden van de ruimte Rontgenbuis detector strooistraling vloer sb/RadSaf2005/25 reflectie • concreet voorbeeld: Röntgen apparaat 100 kV • vlek op de vloer 500 cm2 • dosistempo op vloer 5 mGy/min • dosistempo op 2 m afstand 1 m boven de vloer? • verstrooiingshoek ϑ = 150° (tanϑ = 1/2) • gereflecteerde fractie 0.07 % /100 cm2 op 1 m • afstand x2 =22 + 12 = 5 • dosistempo D = 5 x (500/100) x 0.07%/5 = 3.5 µGy/min =210 µGy/uur sb/RadSaf2005/27 sb/RadSaf2005/26