wisselwerking ioniserende straling met materie Sytze Brandenburg sb/RadSaf4_MZ2006/1 • wat is ioniserende straling • wat zijn de bronnen van ioniserende straling • hoe verloopt de wisselwerking tussen ioniserende straling en materie • hoe kan ioniserende straling afgeschermd worden sb/RadSaf4_MZ2006/2 wat is ioniserende straling • energieoverdracht > ionisatie-energie (~10 eV) · ioniserende straling typische energie 1 keV - 10 MeV • geladen deeltjes • electronen, positronen • α-deeltjes (kern van 4He-atoom) • atoomkernen/ionen van alle elementen • electro-magnetische straling • Röntgen-straling (uit een atoom) • γ-straling (uit een atoomkern) • neutronen • indirect ioniserend via botsingen met atoomkernen sb/RadSaf4_MZ2006/3 bronnen van ioniserende straling • processen in atoomkernen • β+-verval: positronen, annihilatie-straling (Eγ = 511 keV) • electronvangst: Röntgen-straling, Auger-electronen • β--verval: electronen • α-verval • γ-straling • conversie-electronen • Röntgen-straling, Auger-electronen • neutronen sb/RadSaf4_MZ2006/4 bronnen van ioniserende straling • atomaire processen • ionisatie van atomen • electronen • verval van geëxciteerde en geïoniseerde atomen • electro-magnetische straling: Röntgen-straling • Auger-electronen sb/RadSaf4_MZ2006/5 bronnen van ioniserende straling • wisselwerking ioniserende straling - materie · ioniserende straling met lagere energie • “toestellen” (Röntgen-apparatuur, versnellers) • electro-magnetische straling: • Röntgen-straling, remstraling • electronen • neutronen & atoomkernen sb/RadSaf4_MZ2006/6 wisselwerking ioniserende straling ¥ materie • energieoverdracht aan geladen deeltjes in materie • geladen deeltjes en fotonen · electronen · atoomkernen • neutronen · atoomkernen ·ionisatie en excitatie van atomen • secundaire straling: electronen & fotonen sb/RadSaf4_MZ2006/8 eenheden massa, dikte • dichtheid materiaal ρ [g/cm3] • dichtheid atomen na=ρNA/A [1/cm3] ne=Zna= ρNAZ/A [1/cm3] • dichtheid electronen ~0.4 (zware elementen) < Z/A ≤ 0.5 (lichte elementen) · ne min of meer onafhankelijk van materiaal • materiaaldikte d [cm] • gereduceerde dikte dρ [g/cm2] · aantal electronen evenredig met gereduceerde dikte sb/RadSaf4_MZ2006/9 eenheden massa, dikte • aantal electronen ~evenredig gereduceerde dikte • geladen deeltjes, fotonen: • sterkte wisselwerking ~evenredig aantal electronen • sterkte wisselwerking ~evenredig gereduceerde dikte sb/RadSaf4_MZ2006/10 eenheden energieverlies • lineïek energieverlies linear energy transfer (LET) stopping power S=− dE [MeV / mm] dx • energieverlies door wisselwerking met electronen • bij gebruik gereduceerde dikte ~ onafhankelijk materiaal S dE 1 dE MeV / (g / cm2 ) =− =− ρ dρx ρ dx sb/RadSaf4_MZ2006/11 electronen • energieverlies door • botsingen met electronen • remstraling (Bremsstrahlung): fotonen • transmissie • dracht sb/RadSaf4_MZ2006/12 electronen: botsingen met electronen • “biljartballen” botsing eee- sb/RadSaf4_MZ2006/13 electronen: botsingen met electronen • maximale energieoverdracht per botsing ∆Emax = 1/2 E • veel secundaire ioniserende straling • grote verandering in richting (bij ∆Emax 45° per botsing) • grote kans op terugverstrooiing na een paar botsingen · problemen bij metingen met β-bronnen • dE Z ∝ ρ , dus min of meer onafhankelijk van element dx A sb/RadSaf4_MZ2006/14 electronen: terugverstrooiing uit: W.R. Leo techniques for nuclear and particle physics experiments sb/RadSaf4_MZ2006/15 electronen: terugverstrooiing uit: W.R. Leo techniques for nuclear and particle physics experiments sb/RadSaf4_MZ2006/16 electronen: remstraling • afbuiging in electrisch veld atoomkern en electron • kracht op electron → emissie van fotonen vgl. synchrotronstraling electron afgebogen in magneetveld versneller ee- fo to n E f sb/RadSaf4_MZ2006/17 electronen: remstraling • foton energie 0 < Ef < Ee per interactie • kans P(Ef) ∝ 1/Ef Z2 • Srem ∝ ρ A EZ • Srem Sbots e 800 • fractie energie in fotonen f = 6 x10-4Z Ee • integreren over afremproces • remstraling domineert energieverlies (> 50 %) bij zware elementen en hoge energie • lood Ee > 10 MeV • ijzer Ee > 32 MeV • lucht Ee > 107 MeV sb/RadSaf4_MZ2006/18 electronen: botsingen vs. remstraling uit: W.R. Leo techniques for nuclear and particle physics experiments sb/RadSaf4_MZ2006/19 electronen: transmissie • grillige baan · doordringdiepte in materiaal slecht gedefinieerd • β-deeltjes uit radioactief verval exponentiële afname • bepaald door energieverdeling sb/RadSaf4_MZ2006/20 electronen: dracht • dracht R: diepte in materiaal waar alle deeltjes gestopt zijn ) ( • lage energie ρR = 0.11 1 + 22.4E2 − 1 (Flammersfeld) S = 2 MeVcm2 g → ρR = 0.5 E ρ • β-deeltjes uit radioactief verval: bepaald door Emax • hoge energie 101 ρR [g/cm2] 100 ρR = 0.5E Flammersfeld formula meting aluminium 10-1 10-2 10-3 0.01 sb/RadSaf4_MZ2006/21 0.1 1 Ee [MeV] 10 dracht electronen: voorbeelden • • • • • • 1 MeV in lucht 1 MeV in water 1 MeV in lood 10 MeV in lucht 10 MeV in water 10 MeV in lood R=3m R = 4 mm R = 0.3 mm R = 40 m R = 48 mm R = 4.4 mm ρR = 0.4 g/cm2 ρR = 0.4 g/cm2 ρR = 0.38 g/cm2 ρR = 5.0 g/cm2 ρR = 4.8 g/cm2 ρR = 5.0 g/cm2 • effect van remstraling verwaarloosd, wordt belangrijk bij hoge energie in zware elementen leidt tot geringere dracht electronen, maar ..... fotonen sb/RadSaf4_MZ2006/22 α-deeltjes • energieverlies • botsingen met electronen • botsingen met atoomkernen • transmissie en dracht • remstraling bij zware deeltjes verwaarloosbaar • evenredig met 1/m2 • mα = 7350 me → factor 1.9 x 10-8 t.o.v. electronen sb/RadSaf4_MZ2006/23 α-deeltjes: botsingen met electronen • α-deeltje veel zwaarder dan electron • geringe energie overdracht per botsing • ∆Emax= 4 me/mαEα = 5.5 x 10-4 Eα: 3.3 keV voor 6 MeV α-deeltje • richting α-deeltje verandert nauwelijks • alle α-deeltjes stoppen op vrijwel dezelfde diepte α sb/RadSaf4_MZ2006/24 α-deeltjes: botsingen met electronen • gemiddelde energieoverdracht ~34 eV per botsing • nauwelijks secundaire ioniserende straling • 6 MeV α-deeltje: 2 x105 botsingen • zwaardere elementen • binnenschil electronen doen niet mee (te sterk gebonden) • effectieve electronendichtheid ne < ρ Z/A NA · grotere gereduceerde dracht ρR dan lichte elementen sb/RadSaf4_MZ2006/25 α-deeltjes: Bragg-piek • aan einde baan is effectieve lading kleiner dan Z • ion heeft een deel van de tijd electronen “bij zich” • S/ρ 1 MeV electronen 2 MeV cm2/g S/ρ [MeV cm2/g] 103 102 koolstof lood 101 0.01 0.1 1 10 100 α-energy MeV] sb/RadSaf4_MZ2006/26 α-deeltjes: botsingen met atoomkernen S/ρ [MeV cm2/g] • bij lage energie bijdrage ~ 5 % in lage-Z materialen • evenredig met 1/A 103 102 α in koolstof electronen atoomkernen 101 0.01 0.1 1 α-energy MeV] sb/RadSaf4_MZ2006/27 10 100 α-deeltjes: transmissie en dracht • “rechtlijnige” baan • weinig variatie in doordringdiepte • simulatie 5 MeV α in lucht sb/RadSaf4_MZ2006/28 dracht α-deeltjes • Bragg-Kleemann benadering 20 dracht 5 MeV α-deeltje A1 A2 als materiaal 2 lucht (STP) ρ1R1 = 3.2 ⋅ 10 R in cm ρ in g / cm3 −4 A1Rlucht ρR [mg/cm2] ρ1R1 = ρ2R2 15 10 5 0 data Bragg-Kleemann 0 50 100 A sb/RadSaf4_MZ2006/29 150 200 dracht α-deeltjes : getallen • 5 MeV α-deeltje in lucht R = 35 mm • ionisatiedichtheid 4200 mm-1 • 5 MeV α-deeltje in water R = 35 µm • ionisatiedichtheid 4.2 x 106 mm-1 • α-deeltje in lucht • benadering R = 0.3 E1.5 (R in cm; E in MeV) sb/RadSaf4_MZ2006/30 electro-magnetische straling • drie mogelijke processen • foto-electrisch effect • Compton-verstrooiing • paarvorming • kans op “overleven” > 0 • oorspronkelijke foton verlaat materiaal • specifiek voor fotonen en neutronen • afhankelijk van dikte materiaal sb/RadSaf4_MZ2006/31 foto-electrisch effect • • • • foton staat volledige energie af aan electron hoofdzakelijk K-schil electronen Ef > Eb,electron Ee = Ef - Eb,electron fo to n E f e- sb/RadSaf4_MZ2006/32 foto-electrisch effect • afremming vrijgemaakt electron: ionisatie en excitatie • opvullen gat K-schil: secundaire ioniserende straling • Röntgen-straling • Auger-electronen • kans per atoom evenredig met Z5 Ef-3.5 • vooral zware elementen en lage foton-energie sb/RadSaf4_MZ2006/33 Compton verstrooiing • botsing foton met electron • fotonenergie verdeeld tussen electron en verstrooid foton fo to n E f ' θ fo to n E f e- sb/RadSaf4_MZ2006/34 Compton verstrooiing • als Ef >> Eb,electron: lijkt op “biljartballen botsing” • kans per atoom evenredig met Z (aantal electronen) ·kans per laagdikte [g/cm2] ~ onafhankelijk element cf. wisselwerking electronen en α-deeltjes • afremming vrijgemaakt electron: ionisatie en excitatie • hoofdzakelijk buitenschil-electronen • grootste aantal (nK = 2; nL = 8; nM = 18, etc.) • laagste bindingsenergie sb/RadSaf4_MZ2006/35 Compton verstrooing • hoekverdeling Compton-verstrooide fotonen als functie primaire foton-energie • sterk voorwaarts gepiekt bij hoge energie fotonen • fotonenergie hoogst in voorwaartse richting 0 1 2 3 4 E5γ' [MeV ] Eγ = 0.5 MeV Eγ = 1 MeV Eγ = 2 MeV Eγ = 5 MeV sb/RadSaf4_MZ2006/37 paarvorming • botsing foton met atoomkern • Ef > 2 mec2 = 1022 keV • vorming van electron (e-) en positron (e+) • energie electron en positron niet gelijk • 20 % - 80 % ↔ 80 % - 20 % • kern neemt ook wat energie op e+ fo to n E f esb/RadSaf4_MZ2006/38 paarvorming • kans per atoom evenredig met Z2 ln(Ef-1022 keV) • vooral bij zware elementen en hoge fotonenergie • annihilatie positron met een electron na afremmen • twee fotonen met Ef = 511 keV • hoek tussen fotonen 180° basis voor PET (PositronEmissieTomographie) sb/RadSaf4_MZ2006/39 eenheden • lineïeke kans op wisselwerking • massieke kans op wisselwerking • als Compton effect domineert: electronen bepalende factor voor µ • nelectron = Z natoom; natoom = ρNA/A • nelectron = ρNAZ/A; Z/A ~ 0.4 - 0.5 • µ/ρ ~ materiaalonafhankelijk • gassen: dichtheidsonafhankelijk µ [1/cm] µ/ρ [cm2/g] • numeriek voorbeeld: • Eγ ≅ 1MeV bij Pb: µ/ρ = 0.1 cm2/g • laag met 10 g/cm2 (~ 9 mm) : 63 % fotonen interactie sb/RadSaf4_MZ2006/40 wisselwerking fotonen 4 M-kant 10 2 log(µ/ρ) log(µ/ρ)[cm [cm2/g] /g] 3 stikstof stikstof Z=7 ijzer ijzer Z = 26 lood Z = 82 K-kant foto-electrisch effect L-kant 2 1 K-kant 0 Compton effect -1 paarvorming -2 -3 10-3 10-2 10-1 100 101 102 Ef [MeV] sb/RadSaf4_MZ2006/41 wisselwerking fotonen 40 20 0 10-2 10-1 100 paarvorming Z 60 foto-electrisch effect 80 Compton verstrooiing 100 101 102 Ef [MeV] • curves geven relatie tussen Z en Ef waarbij processen even waarschijnlijk zijn sb/RadSaf4_MZ2006/42 transmissie fotonen • lineïeke kans op wisselwerking • afhankelijk van Eγ en materiaal µ [cm-1] • aantal door dikte d doorgelaten fotonen Nt(d) • analoog aan radioactief verval • tijd t ↔ materiaaldikte d • vervalkans λ ↔ lineïeke kans op wisselwerking µ sb/RadSaf4_MZ2006/43 transmissie fotonen dNt ( x ) = −µ Nt ( x ) dx d ∫ 0 dNt ( x ) Nt ( x ) dNt ( x ) Nt ( x ) = −µ dx d = ∫ −µ dx 0 N ( d) ln Nt ( d) − ln Nt ( 0 ) = ln t = −µd N 0 t ( ) Nt ( d) = exp( −µd) Nt ( d) = Nt ( 0 ) exp( −µd) Nt ( 0 ) • smalle bundelgeometrie • detector “ziet” alleen fotonen die geen interactie hebben ondergaan sb/RadSaf4_MZ2006/44 smalle bundel geometrie detector Compton annihilatie gecollimeerde bron afscherming sb/RadSaf4_MZ2006/45 neutronen: bronnen • bronnen van neutronen • kernreactoren • bronnen • spontane splijting van bijv. 252Cf • α-emitter + 9Be • versnellers • (d,t)-generator En< 5 MeV En< 5 MeV En< 10 MeV En = 14 MeV • neutronen ongeladen • geen wisselwerking met electronen • wisselwerking met atoomkernen via “sterke” kernkracht • neutron niet stabiel • halfwaarde tijd ~ 15 min sb/RadSaf4_MZ2006/46 neutronen: eigenschappen • neutronen ongeladen • geen wisselwerking met electronen • wisselwerking met atoomkernen via “sterke” kernkracht • neutron niet stabiel • halfwaarde tijd ~ 15 min sb/RadSaf4_MZ2006/47 neutronen: afremming • “biljartbal” botsingen met atoomkernen • neutron draagt deel energie over aan atoomkern • effectiefst met waterstof: proton vrijwel even zwaar als neutron • stopt als neutron thermisch is • energie = energie atomen in medium • kamertemperatuur E ≈ 3/2 kT = 40 meV • snelheid ~ 2700 m/s • thermische neutronen gedragen zich als gas sb/RadSaf4_MZ2006/48 neutronen: transmissie • gedrag vergelijkbaar fotonen: exponentiële afname sb/RadSaf4_MZ2006/49 neutronen: absorptie door kernreacties • “sterke” kern-kracht aantrekkend ·neutron dringt gemakkelijk in atoomkern door • neutron-geïnduceerde kernreacties · geladen deeltjes • protonen, α-deeltjes • fotonen • splijtingsfragmenten (in actiniden zoals Th en U) sb/RadSaf4_MZ2006/50 afscherming ioniserende straling sb/RadSaf2006/51 ioniserende straling • α-deeltjes • electronen en positronen • electromagnetische straling • Röntgen-straling (atomair proces) • remstraling (afremmen van electronen in materiaal) • γ-straling (nucleair proces) • neutronen sb/RadSaf2005/52 afstand tot de bron • • • • N deeltjes/s uit puntbron bol op afstand R van puntbron flux Φ door boloppervlak N/4πR2 deeltjes/(m2s) flux/dosis neemt af met 1/afstand2 Φ1 R22 = Φ 2 R12 R2 R1 sb/RadSaf2005/53 α-deeltjes 103 dracht [mm] 102 101 lucht perspex 100 10-1 10-2 10-3 0 2 4 6 8 10 Eα [MeV] • in lucht bij benadering R = 0.3 E1.5 (R in cm; E in MeV) • afscherming geen enkel probleem: < 1mm perspex etc. ruimschoots voldoende • ρperspex ≈ 1000 ρlucht sb/RadSaf2005/54 electronen en β-deeltjes • dracht bepaald door Emax β-deeltjes ) ( 2 • lage energie ρR = 0.11 1 + 22.4Emax − 1 (Flammersfeld) • hoge energie ρR = 0.5 Emax 101 ρR [g/cm2] 100 ρR = 1/2E Flammersfeld formula meting aluminium 10-1 10-2 10-3 10-2 sb/RadSaf2005/55 10-1 100 Ee [MeV] electronen • terugverstrooiing: gebruik materiaal met lage Z • pure β--bron • remstraling: materiaal met lage Z (bijv. perspex) • dikte ~ 5 Emax [mm]; Emax in MeV (ρperspex ~ 1 g/cm2) • (β- + γ)- en β+-bron • eerst materiaal met lage Z voor electronen/positronen • daarna afscherming voor γ-straling sb/RadSaf2005/56 101 electro-magnetische straling • interactie drie processen • foto-electrisch effect • Compton-verstrooiing • paarvorming • kans op “overleven” > 0 • oorspronkelijke foton verlaat materiaal • afhankelijk van dikte materiaal sb/RadSaf2005/57 smalle bundel geometrie • lineïeke kans op wisselwerking • massieke kans op wisselwerking µ [1/cm] µ/ρ [cm2/g] • aantal “ongeschonden” doorgelaten fotonen Nt ( d) = Nt ( 0 ) exp( −µd) Nt(d) detector gecollimeerde bron Compton annihilatie afscherming • detector “ziet” fotonen die in afscherming ontstaan niet sb/RadSaf2005/58 brede bundel geometrie Compton annihilatie detector niet-gecollimeerde bron afscherming • detector “ziet” ook fotonen die in afscherming • gecreërd zijn (Röntgen-straling, annihilatie fotonen) • van richting veranderd zijn (Compton verstrooiing) · hogere intensiteit dan in smalle bundel geometrie: build-up sb/RadSaf2005/59 modellering build-up • dosis D: in materiaal geabsorbeerde energie fotonen evenredig met aantal door afscherming doorgelaten fotonen... ook beïnvloed door in afscherming verstrooide fotonen • smalle bundel geometrie: geen verstrooide fotonen Nt ( d) = Nt ( 0 ) exp( −µd) Dt ( d) = Dt ( 0 ) exp( −µd) sb/RadSaf2005/60 modellering build-up • dosis D: in materiaal geabsorbeerde energie van fotonen evenredig met aantal door afscherming doorgelaten fotonen... ook beïnvloed door in afscherming verstrooide fotonen • brede bundel geometrie: ook verstrooide fotonen Dt ( d) = B (E f ,mat, µd) Dt ( 0 ) exp( −µd) B(Ef, mat, µd): build-up factor > 1 afhankelijk van materiaal en oorspronkelijke foton-energie extra dosis gevolg van Compton-fotonen en annihilatie-fotonen die geabsorbeerd worden in het materiaal achter de afscherming sb/RadSaf2005/61 transmissie build-up: voorbeelden 100 10-1 10-2 10-3 10-4 10-5 10-6 10-7 10-8 10-9 smalle bundel 0.5 MeV water 3 MeV water 0.5 MeV lood 3 MeV lood 0 5 10 µd 15 • materiaal- en energieafhankelijkheid smalle bundel in µd • B(Ef, mat, µd): build-up factor > 1 afhankelijk van materiaal en oorspronkelijke foton energie • door build-up effect meer afscherming nodig sb/RadSaf2005/62 transmissie build-up: voorbeelden 100 10-1 10-2 10-3 10-4 10-5 10-6 10-7 10-8 10-9 smalle bundel 0.5 MeV water 3 MeV water 0.5 MeV lood 3 MeV lood 0 5 10 µd 15 • verstrooide straling domineert dosis bij • dikke afscherming (grote waarde µd) • materialen met lage Z sb/RadSaf2005/63 wisselwerking fotonen 104 103 water lood µ/ρ [cm2/g] 102 101 100 10-1 10-2 10-3 10-3 10-2 10-1 100 101 102 Ef [MeV] • beste afscherming door materiaal met hoge Z: lood sb/RadSaf2005/64 neutronen • botsing met waterstof: grootste energieoverdracht · afschermen met waterstofhoudende materialen • water • paraffine • beton (bevat veel water) • kernreacties in afschermingsmateriaal • γ-straling • extra afscherming met Pb nodig sb/RadSaf2005/65 neutronenbronnen: dikte afscherming • transmissie T(d) = exp(-µd) • paraffine: µ ≅ 0.12 • 20 cm paraffine · factor 10 sb/RadSaf2005/66 versnellers: dikte neutron afscherming • KVI cyclotron: neutronen tot ruim 100 MeV • afscherming: 2.5 m beton + 0.6 m ijzer • grafiek geeft dosis buiten afscherming • afremming • absorptie sb/RadSaf2005/67