BOEKEN Een trialogische gevalsbeschrijving Z orgen voor, omgaan met en oog hebben voor mogelijkheden van chronisch psychiatrische patiënten is een vak op zich. Detlev Petry schrijft in Die Wanderung dat iemand hem eens karakteriseerde als een ‘specialist in geduld’. Langzaamheid, ontdekt hij, is belangrijker dan snel zijn. Het leven van een chronisch psychiatrische patiënt verloopt langzaam, traag en eentonig. Wanneer hij met een dik zorgplan zou aankomen en zijn vaart zou opleggen aan een patiënt, dan weet hij dat het scheef gaat. Dan weet hij dat hij als een olifant door een porceleinkast loopt. In Die Wanderung vertelt Petry over zijn werkwijze met chronisch psychiatrische patiënten, zoals hij die in zijn 25-jarige loopbaan als psychiater in Vijverdal in Maastricht ontwikkelde. Die werkwijze wordt wel trialogische psychiatrie genoemd, dat zijn wortels heeft in Duitsland. Trialoog is het ‘participatieve denken en handelen van de drie hoofdgroepen in het (sociaal) psychiatrisch ontwikkelingsproces, die in het ideale geval gelijkwaardige partners zijn’.1 Die hoofdpartners zijn de chronisch psychiatrische patiënt, diens naaste (ouders, partner, kinderen of andere naasten) en de hulpverlener. Maar hoe realiseer je een gelijkwaardige relatie tussen deze drie hoofdgroepen, wanneer elk een andere achtergrond en belangen heeft? Die Wanderung geeft ons een beeld van hoe dat zou kunnen. Het is een prachtig, eerlijk en toegankelijk boek van een psychiater, die toont dat hij werkelijk en onvoorwaardelijk geïnteresseerd is in de levensloop en het dagelijks leven van chronisch psychiatrische patiënten. Uitsluitend aanwenden van de medische blik is volstrekt ontoereikend, belangrijker is ‘levensassistent’ te zijn: aandacht hebben voor levensloop, familie-omstandigheden, mogelijkheden en interesses van de patiënt. Die Wanderung zelf is opgezet als een trialogie in de vorm van een soort gevalsbeschrijving. We maken kennis met Bert Boers, de chronisch psychiatrische patiënt, we leren de familie Boers kennen én maken kennis met de levensloop van de psychiater Detlef 36 DEVIANT JUNI 2004 NR. 41 Petry en diens familie. Daarna zet Petry uiteen hoe de trialogische werkwijze gestalte kreeg in de omgang met Bert en zijn familie: hoe Bert met hulp van familie en psychiatrie zijn leven vorm geeft, hoe onduidelijkheden, vragen en kwesties in de loop der jaren opgelost worden. In het eerste hoofdstuk laat Petry ons kennismaken met Vijverdal, de instelling, waar hij in 1978 begint als psychiater. Het is een betonkolos van 8 verdiepingen hoog, met drie vleugels gebouwd in de vorm van een Griekse Y, tegelijkertijd het logo van de instelling. Het werd in de jaren zeventig opgetrokken, toen nog aan de rand van Maastricht ter vervanging van de oude instelling, de Calvarienberg, gelegen in de binnenstad van Maastricht. In het tweede hoofdstuk maken we kennis met Bert Boers (1949-1996). Hij komt uit Heer, een dorp aan de rand van Maastricht, maar vanaf 1970 onderdeel van die stad. Als Bert geboren wordt, domineert het landelijke en religieuze leven. Het dagelijks leven staat in het teken van de familie, de seizoenen en de hoogtijdagen van de rooms-katholieke kerk. Bert wordt op 19-jarige leeftijd voor het eerst opgenomen in Calvarienberg. Dat gebeurt na een jaar, waarin hij steeds onrustiger werd. Op een dag komt hij volledig in de war thuis van zijn werk, vertelt dat hij stemmen hoort en dat hij priester wil worden. Hij bezoekt de pastoor, waarna in samenspraak met de familie de huisarts wordt geraadpleegd. Deze laat hem dezelfde avond opnemen. Er volgen dan jaren van opname en ontslag tot in 1980 met de ouders besloten wordt hem langdurig op Vijverdal op te nemen. In het volgende hoofdstuk leren we de familie van Bert kennen. In het boek is een stamboom (genogram) opgenomen van drie generaties: de vader- en moederkant van Bert, de broers en zussen van Bert en hun kinderen. Bert is een nakomeling, zijn jongste broer is 17 als hij komt. Zijn ouders zijn dan de veertig al gepasseerd, maar zeer blij met zijn komst, ook omdat ze aan de wens van de pastoor voldoen. De broers en zus van Bert trouwen korte tijd later en krijgen kinderen als Bert zelf nog jong is. Vader en moeder Boers hebben weinig tijd voor de kleinkinderen, waardoor de familiecontacten verminderen. Het doet de ouders veel pijn, als Bert – hun oogappel – in een psychiatrische instelling moet worden opgenomen. Zijn zus wordt er ineens bijgeroepen om hem te begeleiden naar de instelling, terwijl ze nauwelijks weet van hoe of wat. De eerste jaren van opname mijden de ouders contact met de omgeving en gaan zij zeer gebukt onder schuldgevoelens, onmacht en onkunde. De zus raakt nauwer bij haar ouders betrokken. Dan maken we kennis met Detlev Petry, de hulpverlener en psychiater. Hij leert Bert kennen als in 1980 definitief op de chronische verblijfsafdeling van Vijverdal wordt opgenomen. Petry vertelt over zijn eigen levensloop, geboren in Duitsland in 1944 in oorlogstijd met een vader in het leger. Hij groeit aanvankelijk op in een grootfamilie met moeder, grootouders en zus van moeder en haar kinderen (neven). Na de oorlog en krijgsgevangenschap komt vader weer thuis en gaat – na enige tijd – op zoek naar beter werk. Het Wirtschafswunder is in Duitsland in volle gang. De familie Petry verhuist enige malen, omdat vader een steeds betere baan kan krijgen. Petry leert op 21-jarige leeftijd tijdens een vakantie in Zeeland zijn Nederlandse vrouw Lieske kennen. Hij gaat medicijnen studeren, specialiseert zich in Keulen tot psychiater en vertrekt in 1978 naar Maastricht om bij Mark Richartz als psychiater te gaan werken. Het laatste, meest uitgebreide hoofdstuk, handelt over de trialogische biografie met Bert Boers als voorbeeld. Als Petry in Vijverdal begint, bestaat zijn team uit vrij jonge mensen. Hij leert de gezinsbenadering van Van Crolla-Baggen kennen en neemt van haar de methode van het genogram (stamboom) over. De trialogische benadering kenmerkt zich vooral door aandacht en zorg voor de patiënt en diens familie. Zij komen niet naar de psychiater, maar de psychiater komt bij hen thuis. Tijdens deze gesprekken thuis worden allerlei zaken doorgenomen, waaronder administratie, maar ook onduidelijkheden en vragen aan en van de familie over de omgang met de patiënt. Zo kwam tijdens teambesprekingen in Vijverdal aan de orde dat Bert zo laat opstaat en de hele ochtend bezig is met opstaan, wassen, aankleden, ontbijten en bijkomen. De dag van Bert begint pas ’s middags. Dan gaat hij meestal naar creatieve therapie om te tekenen. Dit gedrag neemt Petry met de ouders en Bert thuis door. De moeder vertelt dat het een gewoonte is geworden die Bert in de loop der jaren ontwikkelde. Ze hebben gemerkt dat het geen zin heeft hem vroeger te laten beginnen, want dan heeft hij zijn dag niet. Als hij zo zijn gang kan gaan, gaat het goed met hem. Heel zijn leven – ook als Bert midden jaren tachtig op zijn verzoek verhuist van Vijverdal naar een kamer in een beschermd wonen huis – houdt hij dit levensritme aan. ’s Morgens is hij langdurig bezig met opstaan, ’s middags tekent hij en ’s avonds bezoekt hij regelmatig zijn ouders. Op nog jonge leeftijd – als hij 47 is – wordt Bert getroffen door een hartinfarct en sterft hij. Petry vraagt zich af of medicatie niet de oorzaak is van deze vroege dood. Waarom koos Petry Bert uit? Er waren vele andere chronisch psychiatrische patiënten. Bert viel op door zijn openheid en spontaneïteit. Petry had bij hem nooit het gevoel dat er sprake was van een dubbele bodem. Bert was een eerlijke, directe en vrolijke man. Ook bij de familie van Bert voelde Petry zich op zijn gemak. Gaande de jaren werd Bert een goede vriend van de psychiater, die hij echter bleef aanspreken als ‘dokter’. Het boek kan ook als een ode aan Bert worden gezien. Wat is nu het bijzondere aan dit boek en de trialogische benadering? Het verhaal over Bert en zijn familie toont het lijden en verdriet van een familie, die gebukt gaat onder de psychiatrische opname van een gezinslid. Het laat ook zien dat na vele jaren het familiecontact met de broers en de zus weer inniger wordt. De jongste broer bezoekt Bert regelmatig, als hij eenmaal in het beschermd wonen huis woont. Ze maken in de auto tochtjes in de omgeving. Vijverdal zelf verhinderde het contact, omdat het te veel een ziekenhuissfeer ademde. Petry is blij te kunnen melden dat sinds kort – februari 2003 - aan de rand van de betonkolos negen huizen staan, waarin elk vijf patiënten wonen, die voorheen op de chronische verblijfsafdelingen woonden. Het meest bijzondere echter aan Die Wanderung is dat het ons een kijkje geeft in het dagelijks werk en leven van een psychiater, die er niet voor terugdeinst zichzelf ‘bekend’ te maken. Die afstand doet van de werkwijze van de afstandelijke psychiater, die hoofdzakelijk medicatie uitschrijft en dat begeleidt met een vriendelijk praatje en dat jaren en jaren lang bij dezelfde (chronisch psychiatrische) patiënt. Die probeert het leven van de chronisch psychiatrische patiënt in de context van de tijd en de omgeving te plaatsen. Die Wanderung is een verademing om te lezen. Je komt tot de ontdekking dat er psychiaters zijn die tijd en geduld hebben voor een patiënt. Die het menselijke in de relatie met de patiënt voorop stellen. Het staat in schril contrast met de oppervlakkige verhalen, die we van psychiater Bram Bakker kennen over zijn contacten met cliënten. Bakker toont ook dat hij interesse heeft voor patiënten die niemand meer wil behandelen. Hij lapt ze met anti-depressiva en gedragstherapie op de polikliniek op.2 Als hij dan alles aan behandeling heeft toegepast en de patiënt is niet ‘genezen’, dan is zijn conclusie: ik heb alles toegepast aan behandeling, waarvan we wetenschap- pelijk weten dat het ‘werkt’, niets helpt bij deze patiënt, dus nu weten we zeker dat het aan de persoon zelf ligt. Wat een verschil met de benadering van Petry, bij wie niet zozeer de behandeling, maar de gehele persoon, diens omgeving en de kwaliteit van de relatie voorop staat. Omslachtig, maar wel diepgaander, echter, menselijker. ✍ Fijgje de Boer Detlef Petry, Die Wanderung. Eine trialogische Biografie. Unter Mitarbeit van Hartwig Hansen. Neumünster, Paranus Verlag 2003. 190 p. ISBN 3-926200-55-3. Eur 18,00. Noten 1) J. Bombosch, H. Hansen, J. Blume, Die Reise zur Trialogischen Psychiatrie. In: J. Bombosch, H. Hansen, J. Blume (Hg), Trialog praktisch. Psychiatrie-Erfahrene, Angehörige und Professionelle gemeinsam auf dem Weg zur Demokratischen Psychiatrie. Neumünster, Paranus Verlag, 2004, p. 11-17. 2) Bram Bakker, Te gek om los te lopen. Misverstanden in de psychiatrie. Amsterdam, Uitgeverij De Arbeiderspers 2003, p. 106108. DEVIANT JUNI 2004 NR. 41 37