Algemene relativiteitstheorie HOVO cursus Jo van den Brand Les 2: 12 november 2015 Copyright (C) Vrije Universiteit 2015 Differentiaaltopologie Ruimte: verzameling met structuur 3D varieteit kan lokaal Euclidisch zijn 4D ruimtetijd in ART met lokaal een Minkowski structuur Temperatuur als scalarveld Topologische objecten in een ruimte Scalarveld Vectorveld In het algemeen: tensorveld Tensoren: geometrische grootheden, los staand van eventuele referentiesystemen Relativiteitsprincipe: de natuurwetten zijn onafhankelijk van de keuze van het referentiesysteem Door gebruik te maken van tensoren kan een beschrijving verkregen worden die onafhankelijk is van het referentiesysteem Ruimtetijd heeft additionele structuur: metrische tensor, waardoor we inproduct kunnen definiëren Oppervlaktewind als vectorveld Differentieerbare variëteit Puntgebeurtenis (event) is een primitief object Vergelijk met punt in Euclidische meetkunde Limietgeval van een gebeurtenis die op een oneindig klein gebied plaats heeft en oneindig kort duurt Ruimtetijd: de verzameling van alle mogelijke puntgebeurtenissen Kaart: beschrijving van het `aardoppervlak’ met een stukje R2 Atlas: verzameling kaarten van S Kaarten kunnen verschillende afbeeldingen geven in het overlapgebied De relatie tussen deze coördinaten karakteriseert de differentieerbaarheidsklasse van de variëteit Variëteit lijkt lokaal op de Euclidische ruimte: hij is `glad’ en heeft een bepaald aantal dimensies Differentieerbare variëteit: S kan overdekt worden met (overlappende) deelgebiedjes. De overgangen tussen de verschillende coördinatenstelsels zijn voldoende vaak differentieerbaar Metriek Differentieerbare variëteit geeft ordening van de verzameling Berekenen van afstanden is echter niet mogelijk zonder additionele informatie: de afstand tussen Montreal en Parijs lijkt even groot als die tussen Bogota en Lagos Metriek: extra structuur die nodig is om afstanden te bepalen In de ART gebruiken we hiervoor de metrische tensor Curve Pad: reeks verbonden punten in ruimtetijd Curve: geparametriseerd pad De afbeelding van een interval in R1 naar een pad in ruimtetijd Er geldt Als we de parameter vervangen door Krijgen we een nieuwe curve Deze curve beschrijft hetzelfde pad in ruimtetijd Er zijn dus oneindig veel curven die hetzelfde pad beschrijven Als parameter wordt typisch de tijd op de klok van een meereizende waarnemer gebruikt (de eigentijd t) Scalairveld We definiëren een scalairveld op elk punt van de variëteit Neem aan dat deze functie overal gedifferentieerd kan worden Denk aan de temperatuurverdeling van het aardoppervlak We brengen een deel in kaart, en op die kaart geldt Voor een andere kaart geldt bijvoorbeeld Het veld in elk punt in het overlapgebied verandert niet Er geldt In het algemeen geldt En de inverse overgangsfuncties Bestudeer het voorbeeld op bladzijde 69 van het dictaat (zie http://www.nikhef.nl/~jo/quantum/qm/gw/dictaat.pdf ) Vectorveld Vectoren: bekend van begrippen als snelheid en versnelling Kunnen worden opgeteld en met een getal worden vermenigvuldigd Topologisch object: onafhankelijk van referentiesysteem Vectorveld dient in de variëteit te liggen, dus niet erbuiten Vectorveld: horizontale windsnelheid op aardoppervlak “Hairy ball” theorema Vectorveld De vectoren zijn gebonden aan hun plaats We kunnen vectoren expanderen in een basis We schrijven De vector heeft componenten a en b in het referentiesysteem van waarnemer , bijvoorbeeld het (x, y) systeem We kunnen ook schrijven Voor een andere waarnemer, , geldt dan Vectorveld Basis: elke complete set kan gebruikt worden De vector verandert niet als we een andere basis kiezen Natuurlijke basis: gebruik richtingsafgeleiden Tangentenruimte: raakruimte in punt P Voorbeeld: Euclidische ruimte Cartesische coördinaten Niet-cartesische coördinaten Er geldt En ook Natuurlijke basis Vectorveld Notatie uitdrukken als met basis langs de coördinaten Transformatie vectorcomponenten Beschouw verplaatsingsvector Notatie In systeem geldt Transformatiegedrag Notatie: index boven voor vectorcomponent Definitie: een vector is een verzameling getallen (de componenten in basis ) die transformeren volgens Componenten in basis zijn dus De componenten van een vector t.o.v. de natuurlijke basis worden de contravariante componenten genoemd Een dergelijk object noemen we ook een tensor Transformatie van de basis Er geldt Ook geldt Hiermee vinden we de transformatiewet voor basisvectoren Dat is de relatie tussen en We schrijven We vinden Notatie: index beneden voor basisvectoren Basisvectoren transformeren tegengesteld aan vectorcomponten Hier komt het woord `contravariant’ vandaan Voor de inverse transformaties geldt Deze notatie is van Jan Arnoldus Schouten (een van de oprichters CWI in Amsterdam) Verder nog Voorbeeld: poolcoördinaten O x, y O r , We hadden ook Voorbeeld: poolcoördinaten We hadden ook Vector V is onafhankelijk van coördinatenstelsel e1 ex i , e2 e y j ' V V e V e ' Gradiënt als 1- vorm Beschouw wereldlijn van een waarnemer Beschouw een scalairveld Parametriseer wereldlijn met de eigentijd Er geldt dan De viersnelheid is Duidelijk een viervector (verplaatsingvector gedeeld door een getal) Er geldt ook De verandering van het veld op de wereldlijn (dat is de afgeleide) is Dit is de definitie van de gradient, de 1 – vorm met componenten Notatie: Algemene tensorvelden De tensor heeft 2 vectorargumenten Voorbeeld: inproduct van 2 vectoren (metrische tensor) Voorbeeld: product van twee 1 – vormen Als en de 1 – vormen zijn, dan is Met argumenten en de gezochte tensor levert dit het getal Dit noemen we het tensorproduct Tensorproduct is niet commutatief: De meest algemene tensor is geen eenvoudig tensorproduct We kunnen het altijd schrijven als de som van dergelijke producten Er geldt De waarden zijn dan In totaal heeft dus 16 componenten Tensorbasis Kunnen we een basis vormen voor deze Kunnen we 16 verschillende tensor? tensoren definieren, zodat Dan dient te gelden Dan moet dus gelden We concluderen De tensoren vormen de basis voor alle tensoren Er geldt dus Een algemene tensor is een som over eenvoudige tensorproduct tensoren Een tensor is een lineaire afbeelding van M 1 – vormen en N vectoren naar de reële getallen (zie het weer als een apparaat met M+N sleuven) De tensor is een topologisch object, met componenten op de basis en Metrische tensor Tot nu toe is onze variëteit een amorfe verzameling van topologische objecten Er is geen connectie tussen vectorruimte en zijn duale. Ook is er geen inproduct gedefinieerd: er is geen meetkunde De tensor g (van gravitatie) gaat dienst doen als metriek van de variëteit Dan verkrijgen we een Riemannse variëteit Definitie Metrische tensor is symmetrisch en lineair in zijn argumenten De definitie maakt geen gebruik van componenten van vectoren De metriek is weer een topologisch object In basis zijn de componenten van de metriek Metriek als afbeelding Metriek is een afbeelding tussen 1 – vormen en vectoren Beschouw metrische tensor g en vector Dan is een functie van vectoren: een afbeelding naar reële getallen We noemen het de 1 – vorm Er geldt Voor vector vinden we dan De componenten van zijn De relatie tussen vector en 1 – vorm is dus in basis We onderscheiden de componenten van de vector van die van de 1 – vorm enkel door de positie van de index De inverse van de metriek bestaat ook Hiermee vinden we