Preek over Romeinen 14 Liturgie morgendienst: Votum en vredegroet Zingen: LvK 319:1,2,3,4,5 De Tien Woorden Zingen: Ps. 119:1,2 Gebed Schriftlezing: Romeinen 14 Zingen: Gez. 120:1,2,3 Tekst: Romeinen 14(:1-3) Preek Zingen: Ps. 133:1,2,3 Gebed Collecte Zingen: Ps. 147:1,5,7 Zegen Liturgie middagdienst: Votum en vredegroet Zingen: LvK 319:1,2,3,4,5 Gebed Schriftlezing: Romeinen 14 Zingen: LvK 308:1,2,3,4 Tekst: Romeinen 14(:1-3) Preek Zingen: Ps. 133:1,2,3 Geloofsbelijdenis Zingen: Gez. 167:1,2,3 (kinderlied) Gebed Collecte Zingen: Ps. 147:1,5,7 Zegen Gehouden te: Romeinen 14 Baflo, 17-04-16 (9.30 u.) Uithuizermeeden, 24-04-16 (14.30 u.) Ulrum, 01-05-16 (14.30 u.) Assen-West, 01-05-16 (17.00 u.) Groningen NW, 08-05-16 (9.30 u.) Sauwerd, 29-05-16 (9.30 u.) Loppersum, 29-05-16 (16.30 u.) Middelburg, 26-06-16 (9.30 u.) Pagina 1 Liturgie morgendienst (Middelburg): Votum en vredegroet Zingen: LvK 319:1,2,3,4,5 De Tien Woorden Zingen: Ps. 119:1,2 Gebed Schriftlezing: Romeinen 14 Zingen: LvK 308:1,2,3,4 Tekst: Romeinen 14:1-3 Preek Zingen: Ps. 133:1,2,3 Gebed Collecte Zingen: LvK 293:1,2,3,4 (vs. 1: schoolpsalm bovenbouw) Zegen Romeinen 14 Pagina 2 Preek Thema: Aanvaard en vertrouw elkaar in de gemeente van Christus. Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes, 1. Verschillen Gelukkig denken we niet allemaal gelijk in de gemeente. Dat zou een saaie boel worden. Gelukkig zijn er de nodige meningsverschillen. U bent daarmee te feliciteren! Vindt u het vreemd dat ik dit zo zeg? Ik denk van wel. Want zo kijken we meestal niet tegen verschillen van mening en conflicten aan. Zeker niet als die verschillen van mening een emotionele lading krijgen. En dat is met dingen van geloof, kerk en eredienst gauw het geval. We vinden zulke verschillen eerder lastig en pijnlijk. Ik ook. We hebben liever dat de neuzen allemaal dezelfde kant op staan. Ik ook. Dat is veel prettiger en het werkt ook gemakkelijker. En je hebt geen al dan niet verhitte discussies. Maar zulke eenvormigheid van denken kan ook de dood in de pot betekenen of vluchtgedrag laten zien. Kan, zeg ik. Hoeft niet natuurlijk. Gelukkig is de gemeente van Jezus Christus wel eensgezind – als het goed is – maar niet eenvormig en eentonig. Dat zou niet bij haar passen en ook niet bij de Geest van Jezus Christus. Paulus heeft in Romeinen 12 het beeld van het lichaam gebruikt voor de gemeente van Christus. Hij schreef daar onder andere: “Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. We hebben verschillende gaven, onderscheiden naar de genade die ons geschonken is.” (Rom. 12:4-6) Dat blijft doorwerken in het vervolg van de brief. Er zijn verschillende delen, verschillende gaven. En dus ook verschillende meningen. En ook verschillende niveaus van geloof. Zo blijkt uit Romeinen 14. Dat is niet iets om angstig en krampachtig van te worden. Al die verschillen vormen een uitdaging en een opdracht voor de gemeente om daar goed mee om te gaan. Om op een goede manier om te gaan met al die verschillende mensen en leden in de gemeente. Om op een goede manier met elkaar te communiceren. Een uitdaging en een opdracht. Dat is niet bij voorbaat gemakkelijk. Dat gaat ook niet vanzelf dus. De gelovigen moeten telkens worden aangespoord om op een goede manier met elkaar om te gaan, elkaar te respecteren en te aanvaarden. En dat terwijl ze op onderdelen nogal eens anders denken en anders geloven. Ik heb de indruk dat een hoofdstuk als Romeinen 14 (en 15) daarbij kan helpen. Daar vinden we in elk geval de les van Paulus aan de christenen van Rome om elkaar te aanvaarden en elkaar niet te beoordelen, laat staan te veroordelen. Wat kunnen wij in onze situatie daarvan leren? Daar willen we over nadenken. Romeinen 14 Pagina 3 Ik heb dat in het kort samengevat in het thema dat u al op het scherm hebt gezien. Aanvaard en vertrouw elkaar in de gemeente van Christus. Met de formulering van dit thema zeg ik niet dat dit niet gebeurt in onze gemeente. Zoals Paulus ook niet laat merken dat de christenen in Rome elkaar niet aanvaardden en vertrouwden. Toch was toen en is nu deze aansporing op zijn plaats. Want we lopen steeds weer het risico eigen mening en eigen gelijk te laten domineren. We moeten het dus steeds weer leren als gelovigen: elkaar te aanvaarden en te vertrouwen. In Christus. 2. Zwak geloof, sterk geloof Wat waren nu de verschillen binnen de gemeente van Rome, waar Paulus hier op ingaat? [Tussen haakjes: Paulus heeft dat niet uit eigen waarneming, maar mensen uit Rome zullen hem erop geattendeerd hebben, er over verteld. Want wanneer Paulus deze brief schrijft, is hij zelf nog niet in Rome geweest. Zie Rom. 15:22 e.v.] Als ik het goed zie, waren het niet zozeer verschillen van mening over bepaalde onderwerpen of onderdelen van de christelijke leer. Ik zou het willen benoemen als verschillende niveaus van geloof, waarop de christenen in Rome stonden, leefden en met elkaar omgingen. Dat is niet heel vreemd, als je bedenkt dat deze mensen nog niet zo lang geleden tot geloof in Jezus Christus gekomen zijn. Dan is de een gemakkelijk een stuk verder dan de ander. De een heeft meer last van het heidense verleden dan de ander. Die heeft er in de kracht van de Heilige Geest meer radicaal mee gebroken. En hij geniet van de vrijheid die het geloof in Jezus Christus geeft. In de gemeente van Rome zijn mensen met een zwak geloof, zoals Paulus dat noemt. En mensen met een sterk geloof, die leven in de volle vrijheid van Christus. Mensen met een zwak geloof hebben er grote moeite mee om alles te eten en om alle dagen gelijk te zien. Daarvoor hebben ze nog niet de vrijmoedigheid. Ze beperken zich tot het eten van groenten. Het niet eten van vlees kan verband houden met angst en bijgeloof. Dat geldt ook voor het onderscheid maken tussen de verschillende dagen. Men kende in die cultuur gevaarlijke en gunstige dagen. De vrijdag was voor sommigen een ongeluksdag. En vrijdag de dertiende al helemaal. (Nog steeds voor heel wat mensen vandaag.) Op die gevaarlijke dagen kon je maar beter geen dingen ondernemen. Stel je voor dat het zou mislukken en de goden je niet gunstig gestemd zijn? Dat gevoel, die gedachtegang, zijn de christenen met een zwak geloof nog niet volledig kwijt. Ze ervaren nog niet de volle vrijheid om te genieten van alle dagen van God de Schepper van hemel en aarde. Hiernaast staan de christenen in Rome met een sterk geloof. Zij staan en leven volop in de vrijheid van Christus. Want ze zijn vrijgesproken door God door hun geloof in Jezus Christus. Voor hen is alles rein. Voor hen worden dagen en dingen niet beheerst door kwade machten. Want God is de Schepper van alles. En Jezus Christus is de Heer van alles. Dat geloven ze van harte en het geeft hun vrijheid, vrede en vreugde. Romeinen 14 Pagina 4 Paulus maakt – niet eens tussen de regels door – duidelijk dat hij dat geloof en dat standpunt deelt. En nu zegt Paulus in het begin van Romeinen 14: “Aanvaard mensen met een zwak geloof zonder hun overtuiging te bestrijden.” Of: “De meesten van jullie geloven dat christenen alles mogen eten. Maar sommigen hebben niet zo’n sterk geloof. Zij geloven dat christenen geen onrein vlees mogen eten. Zorg ervoor dat ook die mensen welkom zijn als jullie bij elkaar komen. Maak geen ruzie over dat soort verschillen.” (Rom. 14:1,2, BGT) “Aanvaard mensen met een zwak geloof…” Maar je moet niet bij voorbaat met hen in debat gaan om hun moeiten en bedenkingen te ontzenuwen met jouw redeneringen en argumenten. Je zwakkere broeder of zuster moeten niet worden opgejaagd. En de sterkeren moeten zich tegenover hen niet gedragen als onderzoeksrechters, die haarfijn aanwijzen wat er niet deugt aan het geloof van de zwakkeren. En dat ze niet zo raar moeten doen met hun vegetarisch gedoe enzovoorts. Als ik deze eerste woorden van Romeinen 14 tot me laat doordringen en ook wat er staat in hoofdstuk 15:7: “Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard.” En ik zet het af tegen onze manier van denken en de tijdgeest in onze westerse cultuur, dan valt mij iets op. Wij hebben het vaak over het tolereren van een afwijkende mening of overtuiging. ‘Iedereen zijn eigen mening. Het moet alleen niet te gek worden of anderen schaden.’ We tolereren heel wat gedachten en opinies, in onze vrijheid van meningsuiting. Maar Paulus heeft het niet over het tolereren of verdragen van de een of andere mening of overtuiging. Hij heeft het over het aanvaarden van mensen, van broeders en zusters van wie het geloof nog zwak is en die in hun gedachten nog niet helemaal los zijn van hun verleden en de taboes uit de heidenwereld. “Aanvaard mensen met een zwak geloof……” En dat aanvaarden is een actief gebeuren. Je ontvangt ze zoals ze zijn, ook al ben jij veel verder in je geloof. Aanvaarden dat is hier: Zeggen en uitstralen: ‘Ik ben blij met jou in de gemeente. Want ook jij bent gered door Christus. Ook jij gelooft in hem. Ook jij wilt de Heer van harte dienen. En dus ben je een lid van zijn lichaam. Ik vertrouw jou als kind van God.’ En met die houding – zo laat Paulus horen – zie je niet vanuit de hoogte neer op de zwakke in het geloof, die nog niet in de volle vrijheid staat om alles te eten en op alle dagen alles te ondernemen, wat je van plan bent. Overigens, van de andere kant geldt het aanvaarden en vertrouwen net zo goed. Wie zwak is in het geloof mag geen oordeel vellen over de broeders en zusters, die wel alles eten. Paulus schrijft: Romeinen 14 Pagina 5 “… en wie niet alles eet mag geen oordeel vellen over iemand die dat wel doet, want God heeft hem aanvaard.” (vs. 3b) Paulus maakt hard, dat het niemand toekomt een oordeel te vellen over een ander. “Over de dienaar van een ander,” zegt hij. Dat is niet aan jou of aan mij. “Wie beoordeelt of een slaaf zijn werk goed doet? Alleen zijn eigen meester. Net zo worden wij alleen door onze Heer beoordeeld. En hij zorgt ervoor dat ieder van ons vasthoudt aan zijn geloof.” (vs. 4, BGT) God heeft allen aanvaard, benadrukt Paulus. Daarom mogen, ja moeten wij de zwakke in het geloof aanvaarden en aan de andere kant de sterke in het geloof. Het gaat over en weer. God heeft de zwakke en de sterke in zijn dienst genomen en de Heer nam de zorg voor al deze dienaren op zich. De verbondenheid met de Heer is maatgevend en doorslaggevend. De gelovigen, de dienaren van de Heer doen alles om de Heer te eren: eten of niet eten, enzovoorts. “Niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand van ons sterft voor zichzelf. Als wij leven, leven wij voor de Heer. En als wij sterven, sterven wij voor de Heer. Wij horen bij onze Heer Jezus Christus, in heel ons leven en ook als we sterven.” (vs. 7,8, BGT) [Tussen haakjes: Hier zitten we ook heel dicht bij zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus. “… dat ik met lichaam en ziel, in leven en sterven, het eigendom ben, niet van mijzelf, maar van mijn trouwe Heiland Jezus Christus. …… Hij maakt mij van harte bereid om voortaan voor Hem te leven.”] Daar gaat het om: voor Christus te leven in volle overtuiging en een vrij geweten. Of je nu zwak of sterk bent in het geloof. Bij alle meningsverschillen en discussies, die we kunnen hebben moeten we steeds weer terug naar dit punt. Terug naar onze Heer Jezus Christus. 3. Zwak en sterk vandaag Paulus gaat in Romeinen 14 en 15 heel duidelijk in op een concrete situatie in die gemeente van Rome toen. Die situatie kennen wij als christenen en gemeente in Noord-Groningen in 2016 niet meer. Het gaat bij ons niet meer over het al dan niet eten van vlees of de beoordeling van slechte of goede dagen om iets te doen. Wij hebben andere discussiepunten en verschillen van mening. In de plaatselijke kerk, maar ook tussen de verschillende kerken en groepen christenen in Nederland en in de wereld. Maar de vraag is wel wat kunnen wij leren van de les van Paulus voor de gemeente te Rome? Ofwel: Wie zijn bij ons de zwakken in het geloof en wie de sterken? Of kunnen wij die typeringen voor onze tijd beter achterwege laten? Wij rekenen onszelf uiteraard het liefst bij de sterken. Wij hebben een sterk geloof – denken we. Wij hebben een sterke overtuiging en sterke argumenten voor ons Romeinen 14 Pagina 6 standpunt, voor ons verhaal. Wij laten onszelf niet gemakkelijk indelen bij de zwakken in het geloof. De anderen hebben een zwak standpunt. Ze… Maar de mensen, die een andere mening en overtuiging hebben, denken net zo. ‘De anderen hebben een zwak standpunt. Wij hebben het woord van de Heer aan onze kant.’ Daar kom je dus nooit uit. Het is een perfecte patstelling. Betrek het maar eens op de dingen, waarover onder ons verschil van mening bestaat en waar de gevoelige discussie over gaan. Plaatselijk en landelijk tussen kerken. Wat wij uit Romeinen 14 kunnen leren is dat het ook bij ons gaat om onze houding tegenover onze broeders en zusters. Tegenover medegelovigen die een andere mening hebben of anders tegen dingen aankijken. Aanvaard en vertrouw elkaar in de gemeente van Christus, want God heeft ook ons allen aanvaard. Misschien komt het dan wel tot een gesprek. Heel goed. Misschien komt het wel tot een uitwisseling van standpunten. Uitstekend! Maar beslist dat de uitkomst van het gesprek? Er spelen meer dingen mee. Ook gevoelens en drijfveren in het geloof, die niet altijd precies onder woorden te brengen zijn. Misschien geven die in veel gevallen zelfs wel de doorslag. In elk geval – zo leren we van Paulus – moeten de sterken de zwakken in het geloof niet overheersen en overrulen. En zeker niet mogen de op enige manier het geloof en de geloofsvreugde van die broeders en zusters belemmeren of beschadigen. Of hen ten val brengen. Voorbeeld: Iemand die slecht ter been is moet je ook geen obstakels in de weg leggen. Dan zal hij zeker struikelen en vallen. Zo is het ook voor wie nog zwak in het geloof is en die jouw sterke standpunt nog niet kan meemaken of volgen. Laat hem niet struikelen of afhaken van de kerk of van het geloof. Geef hem de ruimte om te groeien. Laat ik het zo zeggen: Een sterke in het geloof of een zeer belezen en taalvaardige gelovige mag het nooit op zijn geweten hebben, dat een zwakke broeder of zuster zijn vreugde in het geloof verliest of zelfs zijn geloof kwijtraakt. In Gods naam mag dat niet. Dat wil Christus echt niet. Dan gaat de vrijheid, die God je heeft gegeven, kapot. “Waar gaat het om in Gods nieuwe wereld? Niet om wat je eet of drinkt! Het gaat erom dat we goed zijn voor elkaar, en in vrede met elkaar leven. En dat we blij zijn, omdat de heilige Geest in ons is. Als je Christus zo dient, dan doe je wat God wil. En dan zal iedereen respect voor je hebben.” (vs. 17,18, BGT) Laat er verder het besef zijn, dat wij allen voor Gods rechterstoel zullen komen te staan. Dat maakt ons bescheiden en mild tegenover anderen. ‘Ik zal mijzelf voor God moeten verantwoorden. Ik hoef dan geen oordeel over een ander te hebben. Daar hoef ik bij God niet mee aan te komen.’ Het geloof dat wij allen in Christus aanvaard zijn door God, dat geeft een sterke verbondenheid. En dat logenstraft vervolgens alle individualisme en ‘Einzelgängerei’. Want je leeft niet voor jezelf maar voor de Heer en je maakt deel uit van zijn lichaam. Je bent dus in Christus verbonden aan alle andere lichaamsdelen en leden van Christus gemeente. Romeinen 14 Pagina 7 “Laten we daarom streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar.” (vs. 19) En daar komt de eensgezindheid van de gelovigen en van de gemeente weer om de hoek kijken. Samen streven naar wat de vrede bevordert, de vreugde stimuleert en de vrijheid optimaal laat zijn. In Christus en door de Heilige Geest. Dat is de echte eensgezindheid. Ook al blijf je op onderdelen misschien van mening verschillen. Dat is niet erg. Als Christus maar de denkrichting en de oplossingsrichting bepaalt. En als alles maar gericht is op de eer van God. Noem dat maar het gezamenlijke doel, dat je als gelovigen hebt. Paulus schrijft: “God zelf geeft ons moed en kracht om vol te houden. En ik bid dat God jullie zal helpen om het voorbeeld van Jezus Christus te volgen. Dan leren jullie om met elkaar mee te voelen. Want dan zijn jullie echt een eenheid. En dan kunnen jullie samen de God en Vader van onze Heer Jezus Christus alle eer geven.” (Rom. 15:5,6, BGT) Slotsom: Aanvaard en vertrouw elkaar in de gemeente van Christus. Amen. Romeinen 14 Pagina 8