Economische classificatie maart 2017

advertisement
Algemene Gegevensbank
ECONOMISCHE CLASSIFICATIE
Maart 2017
2
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
DEEL I
Lijst van de economische codes van de uitgaven en de ontvangsten van de
overheidssector
DEEL II
Commentaarfiches bij de economische codes
DEEL III
Bijlagen
Bijlage 1: Definitie Onderzoek en Ontwikkeling
Bijlage 2: Definitie van de verschillende sectoren
Bijlage 3: Gedelegeerde opdrachten
Bijlage 4: Boeking van EU-subsidies
3
INLEIDING
a. De economische classificatie van januari 2017 is een lichte bijwerking van de
economische classificatie van juni 2015. De volgende wijzigingen werden
aangebracht:
- een verduidelijking werd gedaan op het vlak van de omschrijvingen van de
codes 59.30 en 59.60 om de aandacht te vestigen op het feit dat deze codes
enkel andere kapitaaloverdrachten betreffen afkomstig van lidstaten van de
Europese Unie (59.30) of van niet-lidstaten (59.60). De internationale
investeringsbijdragen zijn in feite niet afkomstig van een land maar enkel van
overheidsdiensten of internationale instellingen;
-
-
toevoeging van de code 38.60 om de ontvangen subsidies te boeken van
overheidsdiensten in het kader van de algemene bepalingen die van
toepassing zijn op zowel privéproducenten als op publieke producenten.
Deze rubriek bevat namelijk:
 de verminderingen van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen
van de Gemeenschappen en Gewesten toegekend via de RSZ en de
DIBISS (voor rekening van de G&G);
 de federale verminderingen van werkgeversbijdragen voor bepaalde
doelgroepen rechtstreeks toegekend door de RSZ;
 de vrijstellingen van betaling van de bedrijfsvoorheffing ten laste van de
FOD Financiën;
 de subsidies Sociale Maribel toegekend door de RSZ en de DIBISS via
het Fonds Sociale Maribel;
toevoeging van de twee volgende codes om de prefinancieringen te boeken
uitgevoerd door een entiteit in verband met de uitgaven gedaan in het kader
van Europese subsidies die nog niet ontvangen werden op het ogenblik van
de vereffening van de uitgave:
 84.17: prefinanciering in het kader van Europese subsidies
 88.17: terugbetaling van de EU in het kader van uitgaven
geprefinancierd door de entiteit.
4
b. Herinnering van de basisprincipes van de economische classificatie van juni 2015
(steeds van toepassing voor de economische classificatie van januari 2017)
De economische classificatie wordt door de verschillende eenheden van de centrale
overheid1 gebruikt om de verschillende verrichtingen betreffende uitgaven en ontvangsten op
eenzelfde basis te codificeren.
De classificatie is belangrijk vanuit statistisch oogpunt omdat de economische codes
berusten op een macro-economische structuur die op het ESR 2010 gebaseerd is2, waarmee
het Instituut voor de Nationale Rekeningen de begrotingsverrichtingen van de verschillende
entiteiten van de centrale overheid in de overheidsrekening kan integreren.
De economische classificatie die tot de begroting van 2014 gebruikt werd was de
economische classificatie van maart 2009 gebaseerd op het ESR 95.
De classificatie van maart 2009 werd in juni 2015 hoofdzakelijk bijgewerkt om rekening te
houden met de implicaties van de overgang van het ESR 95 naar het ESR 2010.
Deze bijwerking die "economische classificatie juni 2015" genoemd wordt, werd gebruikt
vanaf het begrotingsjaar 2015.
Naast een inleiding omvat dit document drie delen. Het eerste deel bestaat uit een lijst met
de economische codes, het tweede deel uit de commentaarfiches bij deze codes en het
derde deel uit enkele definities.
Net als de classificatie van maart 2009 bevat de economische classificatie van juni 2015 tien
hoofdgroepen. Deze zijn onderverdeeld in groepen, subgroepen en uiteindelijk economische
codes.
1 De centrale overheid bestaat uit de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de
gemeenschapscommissies.
2 Het ESR 2010 werd door het Europees Parlement goedgekeurd op 13 maart 2013 en wordt vervat in de
Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees systeem van
nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie, die gepubliceerd werd in het Publicatieblad van de
Europese Unie van 26 juni 2013. Het ESR 2010 werd voor het eerst toegepast op de gegevens die op 1 september
2014 aan Eurostat moesten worden overgemaakt.
5
De economische code is ontworpen volgens het decimaal stelsel en bevat vier cijfers.
Het eerste cijfer duidt de hoofdgroep aan waartoe de verrichting behoort.
De classificatie bevat tien hoofdgroepen:
-
de hoofdgroepen 0 tot 4 betreffen de lopende verrichtingen;
de hoofdgroepen 5 tot 8 betreffen de kapitaalverrichtingen;
hoofdgroep 9 betreft de verrichtingen inzake de overheidsschuld andere dan
interestlasten.
Hoofdgroep
Uitgaven
Ontvangsten
0
NIET-VERDEELDE UITGAVEN
NIET-VERDEELDE ONTVANGSTEN
1
LOPENDE UITGAVEN VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN
LOPENDE ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN
2
RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM
RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM
3
INKOMENSOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN
INKOMENSOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN
4
INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
5
KAPITAALOVERDRACHTEN AAN ANDERE SECTOREN
KAPITAALOVERDRACHTEN VAN ANDERE SECTOREN
6
KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
7
INVESTERINGEN
DESINVESTERINGEN
8
KREDIETVERLENINGEN EN DEELNEMINGEN; ANDERE
FINANCIËLE PRODUKTEN
KREDIETAFLOSSINGEN EN VEREFFENINGEN VAN DEELNEMINGEN;
ANDERE FINANCIËLE PRODUKTEN
9
OVERHEIDSSCHULD
OVERHEIDSSCHULD
Het tweede cijfer duidt de groep aan.
Als het tweede cijfer kleiner is dan 6, betreft de begrotingsverrichting een uitgave. Is het gelijk
aan of hoger dan 6, dan gaan het om een ontvangst.
Het derde en vierde cijfer duiden de subgroep aan. Ze bieden meer gedetailleerde informatie
die voor de statistieken interessant kan zijn en de consolidatie eventueel kan
vergemakkelijken.
6
c. Voornaamste wijzigingen in vergelijking met de economische classificatie van
maart 2009
1) Codes 12.11 en 74.22
De codes 12.11 en 74.22 op zich worden niet gewijzigd maar de limiet van 500 euro voor de
aankoop van klein gereedschap verdwijnt. Er wordt bijgevolg geen limiet meer gesteld om de
aankoop van een goed als een vast actief te beschouwen. Om een aankoop als een
investering te kunnen beschouwen (economische code 74.22) moet het aangekochte goed
langer dan een jaar in het productieproces gebruikt worden. Het ESR 2010 voorziet echter in
een uitzondering voor de aankoop van klein kantoormaterieel en kleine goedkope
handwerktuigen, die ook als consumptie mag worden beschouwd. De aankoop van
goedkoop klein kantoormaterieel, zoals zakrekenmachientjes, gsm’s, USB-sticks, GPStoestellen en kleine goedkope handwerktuigen, zoals zagen, spades, messen, bijlen,
hamers, schroevendraaiers, klein laboratoriummaterieel, enz. moet dan ook als consumptie
beschouwd worden en dient bijgevolg aangerekend te worden op een economische code
12.11.
De aankoop van goederen die niet als klein goedkoop materieel beschouwd worden en die
langer dan een jaar gebruikt worden, dient als investering aangerekend te worden
(economische code 74.22) en zal worden opgenomen in de balans van de instelling.
2) Onderzoek en ontwikkeling (zie definitie van het INR in bijlage 1)
In het ESR 2010 worden de aankopen inzake onderzoek en ontwikkeling in de vorm van
onderzoekscontracten niet meer als lopende aankopen van goederen en diensten
beschouwd. Ze worden voortaan als investeringen beschouwd (nieuwe economische code
74.80), indien de overheidsdienst eigenaar wordt van de resultaten, of als overdracht van
inkomsten (hoofdgroepen 3 of 4 naargelang van de begunstigde van de uitgave) indien dit
niet het geval is.
De boekingswijze van onderzoeken of studies uitgevoerd voor eigen rekening verandert niet.
Deze onderzoeken en studies moeten niet bij de economische groep 74 geboekt worden
maar nog steeds bij de werking van de overheidsdienst (personeels-, werkingskosten).
3) Codes 13.00 en 74.70
De code 13.00 (aankoop van duurzame militaire goederen) wordt afgeschaft en vervangen
door code 74.70 (kapitalisatie van de aankopen van duurzame militaire goederen). De
aankopen van duurzame militaire goederen worden aangerekend onder code 74.70. Deze
aankopen werden in de classificatie van maart 2009 ondergebracht in de economische code
13 (die in de classificatie van juni 2015 afgeschaft werd). Het gaat dus om de oorlogswapens
en het materiaal om ze af te vuren, terwijl (zoals reeds het geval was in de economische
classificatie van maart 2009) de verwerving van goederen die analoog zijn met deze uit de
burgersector
(bijvoorbeeld
luchthavens,
wegen,
ziekenhuizen,
vrachtwagens,
transportvliegtuigen, jeeps...) aangerekend worden onder de andere overeenkomende codes
7. Het gaat om de aankoop van gronden en gebouwen (71.xx), de nieuwbouw van
gebouwen (72.00), wegen- en waterbouwkundige werken (73.xx) en de verwerving van
overige investeringsgoederen (74.22).
4) Codes 17.00 en 77.70
De verkoop van duurzame militaire goederen wordt aangerekend onder code 77.70. Deze
verkopen werden in de classificatie van maart 2009 ondergebracht onder de economische
code 17 (die in de classificatie van juni 2015 afgeschaft werd).
7
5) Codes 21.xx en 26.xx; 81.70 en 86.70: intereststromen verbonden
aan SWAPS
De 'interest'-stromen verbonden aan de SWAP-verrichtingen moeten niet meer als interesten
beschouwd worden en moeten dus niet meer aangerekend worden onder de groepen 21
(uitgaven) of 26 (ontvangsten), maar onder de codes 81.70 (uitgaven) en 86.70
(ontvangsten).
6) Code 21.60: andere rente
In de economische classificatie van maart 2009 waren er geen passende codes om
interestlasten andere dan op overheidsschuld, commerciële schulden en financiële leasings
aan te rekenen.
De code 21.60 werd dus aangemaakt om die 'andere rente' aan te rekenen.
Voorbeelden:
- verwijlinteresten andere dan op commerciële schulden
- gerechtelijke interesten
- interesten op fiscale vorderingen (bijvoorbeeld: een vennootschap die deel uitmaakt van de
overheidssector (S.13) moet verwijlinteresten op belastingen betalen)
7) Code 25.00: uitbetaalde dividenden
Deze code zal gebruikt worden om de dividenden uitgekeerd door een vennootschap die
deel uitmaakt van de overheidssector (S.13) aan te rekenen.
Voorbeeld: dividenden uitgekeerd door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij
en de regionale investeringsmaatschappijen (bv. Limburgse reconversiemaatschappij, …).
8) Code 27.xx en 28.20
Alle dividenden ontvangen door een eenheid van de overheidssector moeten geboekt
worden onder de code 28.20. Er was inderdaad soms verwarring met betrekking tot de code
die gebruikt moest worden voor de ontvangen dividenden (code 27 of 28.20).
De code 27.xx betreffende de exploitatiewinsten van overheidsbedrijven verdwijnt dus.
9) Code 31.40: vermindering van werkgeversbijdragen voor bepaalde
doelgroepen
Zie detail in de fiche in verband met code 31.40.
10) Codes 43.31 tot 43.36 en codes 63.31 en 63.32
Met het oog op de consolidatie benadrukt het INR dat alle tegenpartijen duidelijk
geïdentificeerd moeten zijn op het vlak van de overdrachtcodes.
De codes 43.31 tot 43.36 en de codes 63.31 en 63.32 werden gebruikt voor lopende of
kapitaaloverdrachten die niet uitgesplitst waren naar de gemeenten en provincies. Deze
codes worden afgeschaft.
11) Codes 43.5x en 63.5x
Om de tegenpartijen duidelijk te identificeren bij de overdrachten naar de lokale overheden
werd de structuur van de codes 43.5x en 63.5x (lopende of kapitaaloverdrachten aan overige
lokale overheden) gewijzigd.
Bij de overdrachten naar de intercommunales moeten alleen de overdrachten naar de
intercommunales die door het INR tot de sector S.1313 gerekend worden (lokale overheden)
8
onder de codes 43.53 (lopende overdrachten) of 63.53 (kapitaaloverdrachten) aangerekend
worden.
43.51
43.52
43.53
43.54
43.59
Politiezones
OCMW's
Intercommunales van de sector S.1313
Hulpverleningszones
Overige lokale overheden
63.51
63.52
63.53
63.54
63.59
Politiezones
OCMW's
Intercommunales van de sector S.1313
Hulpverleningszones
Overige lokale overheden
12) Codes 45.xx en 65.xx
Steeds om de tegenpartijen te identificeren, werd de structuur van de groepen 45 en 65
gewijzigd om bij een lopende of kapitaaloverdracht de begunstigde entiteit duidelijk te kunnen
identificeren in de economische code.
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten,
gemeenschapscommissies)
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies
45.1
45.11
Franse Gemeenschapscommissie
45.12
Vlaamse Gemeenschapscommissie
45.13
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
45.2
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
45.24
Franse Gemeenschap
45.25
Vlaamse Gemeenschap (*)
45.26
Duitstalige Gemeenschap
45.3
Inkomensoverdrachten aan de gewesten
45.34
Waals Gewest
45.35
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
45.4
Inkomensoverdrachten aan de federale overheid
45.40
45.5
Inkomensoverdrachten aan interregionale eenheden
45.50
65
Interregionale eenheden
Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten,
gemeenschapscommissies)
Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschapscommissies
65.1
65.11
Franse Gemeenschapscommissie
65.12
Vlaamse Gemeenschapscommissie
65.13
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
65.2
65.3
Federale overheid
Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen
65.24
Franse Gemeenschap
65.25
Vlaamse Gemeenschap (*)
65.26
Duitstalige Gemeenschap
Kapitaaloverdrachten aan de gewesten
9
65.34
Waals Gewest
65.35
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
65.4
Kapitaaloverdrachten aan de federale overheid
65.40
65.5
Federale overheid
Kapitaaloverdrachten aan interregionale eenheden
65.50
Interregionale eenheden
(*) Vlaams Gewest inbegrepen.
13) Codes 48.5x en 68.5x: lopende of kapitaaloverdrachten vanuit de
overige lokale overheden
Zie codes 43.xx en 63.xx
14) Codes 49.xx en 69.xx: lopende of kapitaaloverdrachten vanuit
andere entiteiten
Zie codes 45.5x en 65.5x
15) Codes 85.6x: deelnemingen binnen de overheidssector
De codes 85.61 tot 85.65 zijn nieuwe codes. In de vorige classificatie was er geen code om
de deelnemingen binnen de overheidssector te boeken. Het kan bijvoorbeeld gaan om een
deelneming in een vennootschap die met de overheidssector geconsolideerd moet worden.
De codes 85.6x worden als volgt onderverdeeld:
85.6
Deelnemingen binnen de overheidssector
85.61
Binnen de institutionele groep
85.62
Sociale Zekerheid
85.63
Lokale overheden
85.64
Gesubsidieerd autonoom onderwijs
85.65
Andere institutionele groepen
16) Codes 89.6x: ontvangsten uit deelnemingen of uit de vereffening
van deelnemingen binnen de overheidssector
Deze codes zullen gebruikt worden voor de ontvangsten van deelnemingen verkregen door
een vennootschap die deel uitmaakt van de overheidssector van een eenheid die deel
uitmaakt van de overheidssector aan te rekenen.
Deze codes zullen eveneens gebruikt worden voor de ontvangsten uit de vereffening van
deelnemingen in een vennootschap die deel uitmaakt van de overheidssector.
89.6
Vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector
89.61
Binnen de institutionele groep
89.62
Sociale Zekerheid
89.63
Lokale overheden
89.64
Gesubsidieerd autonoom onderwijs
89.65
Andere institutionele groepen
10
17) Investeringen uitgevoerd in eigen beheer
Nieuwe economische codes werden aangemaakt om de investeringen uitgevoerd voor eigen
rekening te boeken. Het gebruik van deze codes is enkel facultatief.
Enkel eenheden die dergelijke verrichtingen in hun jaarrekening boeken, moeten deze
codes gebruiken.
Werken in eigen beheer komen overeen met vaste activa die de eenheid voor zichzelf
aanmaakt. Haar personeel voert deze werkzaamheden uit met materiaal dat zij aankoopt.
Deze vaste activa worden geboekt (code 19) door hun productiekosten op te tellen; deze
worden steeds geboekt als uitgaven en komen overeen met de personeelskosten (codes
11.xx), plus de kostprijs van de grondstoffen en de andere productiekosten (codes 12.xx),
met uitsluiting van de financiële kosten.
Er wordt een investering op het actief geboekt als tegenboeking van de code 19.00.
Volgende codes gelden voor de investeringen:
72.9 Werken in onroerende staat uitgevoerd in eigen beheer
Bijv.: het personeel van de vennootschap bouwt een niet-residentieel gebouw
73.9 Infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer
Bijv.: het personeel van de vennootschap legt een weg aan, voert er grote herstellingen aan
uit of legt terreinen aan
74.9 Roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer
Bijv.: het personeel van de vennootschap vervangt een motor in een voertuig, ontwikkelt een
programmatuur of legt een gegevensbank aan
18) Voorraadbeheer
De codes 75.00 (voorraadtoename) en 78.00 (voorraadverminderingen) worden gebruikt
voor het voorraadbeheer.
Het gaat om alle voorraden die een eenheid kan aanleggen: voorraden voor spoedeisende
gevallen en normale voorraden van goederen; de vennootschap kan deze gebruiken voor
haar normale werking of het kan gaan om voorraden van duurzame roerende goederen. We
herinneren eraan dat aankopen van goederen naargelang van het geval worden geboekt als
aankopen van niet-duurzame goederen (code 12) of als aankopen van duurzame roerende
goederen (code 74). Deze boekingen moeten vervolgens worden gecorrigeerd met de
bedragen in voorraad of afgenomen op de voorraden.
Als de verrichtingen op de voorraden niet worden geboekt op bruto- maar op nettobasis
wordt een toename van de voorraden geboekt onder code 75.00 en een afname onder code
78.00 (zie voorbeeld in de overeenkomstige fiches).
Het gebruik van deze codes is facultatief.
Enkel eenheden die dergelijke verrichtingen in hun jaarrekening boeken, moeten deze
codes gebruiken.
11
12
DEEL I
LIJST VAN DE ECONOMISCHE CODES VAN
DE UITGAVEN EN DE ONTVANGSTEN VAN
DE OVERHEIDSSECTOR
13
0 NIET-VERDEELDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
01
Uitgaven te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Niet verdeeld
Niet gebruikt
Interne verrichtingen
Diverse interne verrichtingen
Verrekeningen met andere dienstjaren
Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings
Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings
01.00
02
03
03.10
03.20
04
04.00
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
06
Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Niet gebruikt
Interne verrichtingen
Diverse interne verrichtingen
Verrekeningen met andere dienstjaren
06.00
07
08
08.10
08.20
14
1 LOPENDE UITGAVEN VOOR EN ONTVANGSTEN VAN GOEDEREN EN DIENSTEN
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
11
Lonen en sociale lasten
Eigenlijke lonen
Bezoldiging volgens weddeschalen
Overige bezoldigingselementen
Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen
Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan instellingen of fondsen
Overige sociale lasten van de werkgever
Directe toelagen
Doorbetaling van loon
Pensioenen van het overheidspersoneel
Lonen in natura
Lonen in natura
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector
Algemene werkingskosten
Huurgelden van gebouwen
Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector
Algemene werkingskosten
Huurgelden van gebouwen
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector
Belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector
Niet gebruikt
Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken
Kosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector
Kosten vergoed binnen de overheidssector
11.1
11.11
11.12
11.2
11.20
11.3
11.31
11.32
11.33
11.4
11.40
12
12.1
12.11
12.12
12.2
12.21
12.22
12.3
12.4
12.5
12.50
13
14
14.10
14.20
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere sectoren dan de overheidssector
Aan bedrijven
Aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen
Aan het buitenland
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de overheidssector
Niet gebruikt
Ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige werken
Ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector
Ontvangsten binnen de overheidssector
Productie van investeringsgoederen in eigen beheer
Productie van investeringsgoederen in eigen beheer
16.1
16.11
16.12
16.13
16.2
16.20
17
18
18.10
18.20
19
19.00
15
2 RENTEN EN INKOMSTEN UIT EIGENDOM
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
21
Interestlasten
Interestlasten op overheidsschuld in euro
Interestlasten op overheidsschuld in vreemde valuta
Interestlasten op schuld binnen de overheidssector
Rente op commerciële schuld
Rente op financiële leasings
Andere rente
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Huurgelden van gronden
Betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector
Betalingen binnen de overheidssector
Uitbetaalde dividenden
21.10
21.20
21.30
21.40
21.50
21.60
22
23
24
25
24.10
24.20
25.00
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
26
Rente van overheidsvorderingen
Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector
Rente-ontvangsten binnen de overheidssector
Niet gebruikt
Overige opbrengsten uit vermogen
Concessies
Ontvangen dividenden
Huurgelden van gronden
26.10
26.20
27
28
28.10
28.20
28.30
16
3 INKOMENSOVERDRACHTEN AAN EN VAN ANDERE SECTOREN
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
31
Exploitatiesubsidies
Rentesubsidies
Rentesubsidies aan overheidsbedrijven
Rentesubsidies aan andere bedrijven
Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Prijssubsidies aan overheidsbedrijven
Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
Prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
Vermindering van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen
Vermindering van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen
Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen
Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan bedrijven en financiële instellingen
Inkomensoverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen
Inkomensoverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel
Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel
Oorlogspensioenen
Oorlogspensioenen
Overige sociale uitkeringen
Geldelijke uitkeringen
Uitkeringen in natura
Overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers
Geldelijke uitkeringen
Uitkeringen in natura
Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten
Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Aan EU-instellingen
Aan lidstaten van de EU (overheden)
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden)
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
31.1
31.11
31.12
31.2
31.21
31.22
31.3
31.31
31.32
31.4
31.40
32
32.00
33
33.00
34
34.1
34.10
34.2
34.20
34.3
34.31
34.32
34.4
34.41
34.42
34.5
34.50
35
35.10
35.20
35.30
35.40
35.50
35.60
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
36
Indirecte belastingen en heffingen
Invoerrechten
Accijnzen en andere verbruiksbelastingen
Belasting op de toegevoegde waarde
Registratierechten
Winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare bedrijven met een monopolistisch karakter
Verkeersbelasting
Milieuheffingen
Heffingen en belastingen op onroerende goederen, met uitzondering van de onroerende voorheffing
Diverse belastingen
36.10
36.20
36.30
36.40
36.50
36.60
36.70
36.80
36.90
17
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de socialezekerheidsinstellingen
Directe belastingen ten laste van bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen
Directe belastingen ten laste van gezinnen en vzw's ten behoeve van de gezinnen
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werkgevers - overheid
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van andere werkgevers
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werknemers
Bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen
Andere verplichte bijdragen
Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen, vzw's ten behoeve van de
gezinnen en van gezinnen en ontvangen subsidies
Van bedrijven
Van kredietinstellingen
Van verzekeringsmaatschappijen
Van vzw's ten behoeve van de gezinnen
Van gezinnen
Ontvangen subsidies
Inkomensoverdrachten van het buitenland
Van EU-instellingen
Van lidstaten van de EU (overheden)
Van lidstaten van de EU (niet-overheden)
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
37.10
37.20
37.30
37.40
37.50
37.60
37.70
38
38.10
38.20
38.30
38.40
38.50
38.60
39
39.10
39.20
39.30
39.40
39.50
39.60
18
4 INKOMENSOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Aan de institutionele overheid
Aan niet-organieke begrotingsfondsen
Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Aan vzw's van de overheid
Aan andere eenheden van de overheid
Inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Ouderdom, overlijden, nabestaanden
Ziekte
Invaliditeit en handicap
Werkloosheid
Gezinslasten
Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Beroepsopleiding voor volwassenen
Globale rijkstoelage aan de sociale zekerheid
Overige inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Aan provincies
Algemene bijdragen
Specifieke bijdragen
Bijdragen voor rentelasten
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Aan gemeenten
Algemene bijdragen
Specifieke bijdragen
Bijdragen voor rentelasten
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Niet gebruikt
Aan vzw's van de lokale overheden
Aan vzw's van de lokale overheden
Aan overige lokale overheden
Politiezones
OCMW's
Intercommunales van de sector S.1313
Hulpverleningszones
Overige lokale overheden
Inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Bijdragen voor rentelasten van het onderwijs
41.10
41.20
41.30
41.40
41.50
41.60
41.70
42
42.10
42.20
42.30
42.40
42.50
42.60
42.70
42.80
42.90
43
43.1
43.11
43.12
43.13
43.14
43.15
43.16
43.2
43.21
43.22
43.23
43.24
43.25
43.26
43.3
43.4
43.40
43.5
43.51
43.52
43.53
43.54
43.59
44
44.10
44.20
44.30
44.40
19
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen,
gewesten, gemeenschapscommissies)
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies
Franse Gemeenschapscommissie
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
Franse Gemeenschap
Vlaamse Gemeenschap
Duitstalige Gemeenschap
Inkomensoverdrachten aan de gewesten
Waals Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Inkomensoverdrachten aan de federale overheid
Federale overheid
Inkomensoverdrachten aan interregionale eenheden
Interregionale eenheden
45.1
45.11
45.12
45.13
45.2
45.24
45.25
45.26
45.3
45.34
45.35
45.4
45.40
45.5
45.50
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Van de institutionele overheid
Van niet-organieke begrotingsfondsen
Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Van administratieve openbare instellingen (AOI)
Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Van vzw's van de overheid
Van andere eenheden van de overheid
Inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Ouderdom, overlijden, nabestaanden
Ziekte
Invaliditeit en handicap
Werkloosheid
Gezinslasten
Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Beroepsopleiding voor volwassenen
Overige inkomenoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Van provincies
Algemene bijdragen
Specifieke bijdragen
Van gemeenten
Algemene bijdragen
Specifieke bijdragen
Niet gebruikt
Van vzw's van de lokale overheden
Van vzw's van de lokale overheden
Van overige lokale overheden
Politiezones
OCMW's
Intercommunales van de sector S.1313
Hulpverleningszones
Overige lokale overheden
46.10
46.20
46.30
46.40
46.50
46.60
46.70
47
47.10
47.20
47.30
47.40
47.50
47.60
47.70
47.80
48
48.1
48.11
48.12
48.2
48.21
48.22
48.3
48.4
48.40
48.5
48.51
48.52
48.53
48.54
48.59
20
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen,
gewesten, gemeenschapscommissies)
Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies
Franse Gemeenschapscommissie
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen
Franse Gemeenschap
Vlaamse Gemeenschap
Duitstalige Gemeenschap
Inkomensoverdrachten van de gewesten
Waals Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Inkomensoverdrachten van de federale overheid
Federale overheid
Inkomensoverdrachten van interregionale eenheden
Interregionale eenheden
49.1
49.11
49.12
49.13
49.2
49.24
49.25
49.26
49.3
49.34
49.35
49.4
49.40
49.5
49.50
21
5 KAPITAALOVERDRACHTEN AAN EN VAN ANDERE SECTOREN
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Investeringsbijdragen
Investeringsbijdragen aan overheidsbedrijven
Investeringsbijdragen aan privébedrijven
Overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven
Overige kapitaaloverdrachten aan overheidsbedrijven
Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven
Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen
Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen
Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen
Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen
Kapitaaloverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen
Investeringsbijdragen aan vzw's ten behoeve van de gezinnen
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's ten behoeve van de gezinnen
Kapitaaloverdrachten aan gezinnen
Investeringsbijdragen aan gezinnen
Overige kapitaaloverdrachten aan gezinnen
Kapitaaloverdrachten aan het buitenland
Aan EU-instellingen: investeringsbijdragen
Aan EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Aan lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Aan lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: investeringsbijdragen
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten
51.1
51.11
51.12
51.2
51.21
51.22
51.3
51.30
51.4
51.40
52
52.10
52.20
53
53.10
53.20
54
54.11
54.12
54.21
54.22
54.31
54.32
54.41
54.42
54.51
54.52
54.61
54.62
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
56
Vermogensheffingen
Van bedrijven
Van kredietinstellingen
Van verzekeringsmaatschappijen
Van vzw's ten behoeve van de gezinnen
Van gezinnen
Kapitaaloverdrachten van bedrijven en financiële instellingen (exclusief vermogensheffingen)
Niet gebruikt
Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven
Overige kapitaaloverdrachten van kredietinstellingen
Overige kapitaaloverdrachten van verzekeringsmaatschappijen
56.10
56.20
56.30
56.40
56.50
57
57.10
57.20
57.30
57.40
22
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
58
Kapitaaloverdrachten van vzw's ten behoeve van de gezinnen en van gezinnen (exclusief
vermogensheffingen)
Van vzw's ten behoeve van de gezinnen
Van gezinnen
Kapitaaloverdrachten van het buitenland
Van EU-instellingen: investeringsbijdragen
Van EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Van lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Van lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Van lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: investeringsbijdragen
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden): overige kapitaaloverdrachten
58.10
58.20
59
59.11
59.12
59.21
59.22
59.30
59.41
59.42
59.51
59.52
59.60
23
6 KAPITAALOVERDRACHTEN BINNEN DE OVERHEIDSSECTOR
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
61
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep
Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid
Overige kapitaaloverdrachten aan de institutionele overheid
Investeringsbijdragen aan niet-organieke begrotingsfondsen
Overige kapitaaloverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen
Investeringsbijdragen aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Investeringsbijdragen aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Investeringsbijdragen aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Overige kapitaaloverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Investeringsbijdragen aan vzw's van de overheid
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de overheid
Investeringsbijdragen aan andere eenheden van de overheid
Overige kapitaaloverdrachten aan andere eenheden van de overheid
Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Investeringsbijdragen
Overige kapitaaloverdrachten
Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden
Investeringsbijdragen aan provincies
Overige kapitaaloverdrachten aan provincies
Investeringsbijdragen aan gemeenten
Overige kapitaaloverdrachten aan gemeenten
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Investeringsbijdragen aan vzw's van de lokale overheden
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw's van de lokale overheden
Politiezones
OCMW's
Intercommunales van de sector S.1313
Hulpverleningszones
Overige lokale overheden
Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Investeringsbijdragen
Overige kapitaaloverdrachten
Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen,
gewesten, gemeenschapscommissies)
Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschapscommissies
Franse Gemeenschapscommissie
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Kapitaaloverdrachten aan de gemeenschappen
Franse Gemeenschap
Vlaamse Gemeenschap
Duitstalige Gemeenschap
Kapitaaloverdrachten aan de gewesten
Waals Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Kapitaaloverdrachten aan de federale overheid
Federale overheid
Kapitaaloverdrachten aan interregionale eenheden
Interregionale eenheden
61.11
61.12
61.21
61.22
61.31
61.32
61.41
61.42
61.51
61.52
61.61
61.62
61.71
61.72
62
62.10
62.20
63
63.11
63.12
63.21
63.22
63.31
63.32
63.41
63.42
63.51
63.52
63.53
63.54
63.59
64
64.10
64.20
65
65.1
65.11
65.12
65.13
65.2
65.24
65.25
65.26
65.3
65.34
65.35
65.4
65.40
65.5
65.50
24
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
66
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep
Investeringsbijdragen van de institutionele overheid
Overige kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid
Investeringsbijdragen van niet-organieke begrotingsfondsen
Overige kapitaaloverdrachten van niet-organieke begrotingsfondsen
Investeringsbijdragen van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Overige kapitaaloverdrachten van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Investeringsbijdragen van administratieve openbare instellingen (AOI)
Overige kapitaaloverdrachten van administratieve openbare instellingen (AOI)
Investeringsbijdragen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Overige kapitaaloverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Investeringsbijdragen van vzw's van de overheid
Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de overheid
Investeringsbijdragen van andere eenheden van de overheid
Overige kapitaaloverdrachten van andere eenheden van de overheid
Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Kapitaaloverdrachten van lokale overheden
Investeringsbijdragen van provincies
Overige kapitaaloverdrachten van provincies
Investeringsbijdragen van gemeenten
Overige kapitaaloverdrachten van gemeenten
Niet gebruikt
Niet gebruikt
Investeringsbijdragen van vzw's van de lokale overheden
Overige kapitaaloverdrachten van vzw's van de lokale overheden
Politiezones
OCMW's
Intercommunales van de sector S.1313
Hulpverleningszones
Overige lokale overheden
Kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen (federale overheid, gemeenschappen,
gewesten, gemeenschapscommissies)
Kapitaaloverdrachten van de gemeenschapscommissies
Franse Gemeenschapscommissie
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Kapitaaloverdrachten van de gemeenschappen
Franse Gemeenschap
Vlaamse Gemeenschap
Duitstalige Gemeenschap
Kapitaaloverdrachten van de gewesten
Waals Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Kapitaaloverdrachten van de federale overheid
Federale overheid
Kapitaaloverdrachten van interregionale eenheden
Interregionale eenheden
66.11
66.12
66.21
66.22
66.31
66.32
66.41
66.42
66.51
66.52
66.61
66.62
66.71
66.72
67
67.00
68
68.11
68.12
68.21
68.22
68.31
68.32
68.41
68.42
68.51
68.52
68.53
68.54
68.59
69
69.1
69.11
69.12
69.13
69.2
69.24
69.25
69.26
69.3
69.34
69.35
69.4
69.40
69.5
69.50
25
7 INVESTERINGEN EN DESINVESTERINGEN
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Aankoop van gronden
Binnen de overheidssector
In andere sectoren dan de overheidssector
Aankoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken
Binnen de overheidssector
In andere sectoren dan de overheidssector
Aankoop van bestaande gebouwen
Binnen de overheidssector
In andere sectoren dan de overheidssector
Nieuwbouw van gebouwen
Nieuwbouw van gebouwen
Werken in onroerende staat uitgevoerd in eigen beheer
Wegen- en waterbouwkundige werken
Wegenbouwkundige werken
Waterbouwkundige werken
Pijplijnen
Overige werken
Infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Aankoop van vervoermaterieel
Niet gebruikt
Verwerving van overig materieel
Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen
Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Verwerving van waardevolle voorwerpen
Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren)
Verwerving van duurzame militaire goederen
Verwerving inzake onderzoek en ontwikkeling
Roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer
Voorraadtoename
71.1
71.11
71.12
71.2
71.21
71.22
71.3
71.31
71.32
72
72.00
72.90
73
73.10
73.20
73.30
73.40
73.90
74
74.10
74.21
74.22
74.30
74.40
74.50
74.60
74.70
74.80
74.90
75.00
75
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Verkoop van gronden
Binnen de overheidssector
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken
Binnen de overheidssector
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Verkoop van bestaande gebouwen
Binnen de overheidssector
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële goederen
Verkoop van vervoermaterieel
Verkoop van overig materieel
Verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Verkoop van waardevolle voorwerpen
Verkoop van teeltgoederen (planten en dieren)
Niet gebruikt
Verkoop van duurzame militaire goederen
Verkoop inzake onderzoek en ontwikkeling
Voorraadverminderingen
76.1
76.11
76.12
76.2
76.21
76.22
76.3
76.31
76.32
77
78
77.10
77.20
77.30
77.40
77.50
77.60
77.70
77.80
78.00
26
8 KREDIETVERLENINGEN EN KREDIETAFLOSSINGEN; DEELNEMINGEN EN VEREFFENINGEN
VAN DEELNEMINGEN; ANDERE FINANCIËLE PRODUCTEN
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
81
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en andere financiële
producten
Kredietverleningen aan overheidsbedrijven
Kredietverleningen aan privébedrijven
Kredietverleningen aan openbare kredietinstellingen
Kredietverleningen aan privékredietinstellingen
Kredietverleningen aan openbare verzekeringsmaatschappijen
Kredietverleningen aan privéverzekeringsmaatschappijen
Deelnemingen in overheidsbedrijven
Deelnemingen in privébedrijven
Deelnemingen in openbare kredietinstellingen
Deelnemingen in privékredietinstellingen
Deelnemingen in openbare verzekeringsmaatschappijen
Deelnemingen in privéverzekeringsmaatschappijen
Andere financiële producten
Kredietverleningen aan vzw's ten behoeve van de gezinnen
Kredietverleningen aan vzw's ten behoeve van de gezinnen
Kredietverleningen aan gezinnen
Kredietverleningen aan gezinnen
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Kredietverleningen aan het buitenland
Aan EU-instellingen
Aan lidstaten van de EU (overheden)
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden)
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Prefinanciering in het kader van Europese subsidies
Deelnemingen in het buitenland
In EU-instellingen
In lidstaten van de EU (niet-overheden)
In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Kredietverleningen binnen een institutionele groep
Aan de institutionele overheid
Aan niet-organieke begrotingsfondsen
Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Aan vzw's van de overheid
Aan andere eenheden van de overheid
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen
Kredietverleningen aan lokale overheden
Aan provincies
Aan gemeenten
Niet gebruikt
Aan vzw's van de lokale overheden
Aan overige lokale overheden
Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Kredietverleningen aan andere institutionele groepen
Kredietverleningen aan andere institutionele groepen
Deelnemingen binnen de overheidssector
Binnen de institutionele groep
Sociale zekerheid
Lokale overheden
Gesubsidieerd autonoom onderwijs
Andere institutionele groepen
81.11
81.12
81.21
81.22
81.31
81.32
81.41
81.42
81.51
81.52
81.61
81.62
81.70
82
82.00
83
83.00
84
84.1
84.11
84.12
84.13
84.14
84.15
84.16
84.17
84.2
84.21
84.22
84.23
84.24
85
85.1
85.11
85.12
85.13
85.14
85.15
85.16
85.17
85.2
85.20
85.3
85.31
85.32
85.33
85.34
85.35
85.4
85.40
85.5
85.50
85.6
85.61
85.62
85.63
85.64
85.65
27
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
86
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen en
andere financiële producten
Kredietaflossingen door bedrijven
Kredietaflossingen door kredietinstellingen
Kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen
Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven
Vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen
Vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen
Andere financiële producten
Kredietaflossingen door vzw's ten behoeve van de gezinnen en door gezinnen
Kredietaflossingen door vzw's ten behoeve van de gezinnen
Kredietaflossingen door gezinnen
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland
Kredietaflossingen door het buitenland
Door EU-instellingen
Door lidstaten van de EU (overheden)
Door lidstaten van de EU (niet-overheden)
Door internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Door landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Door landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Terugbetaling van de EU in het kader van uitgaven geprefinancierd door de entiteit
Vereffeningen van deelnemingen in het buitenland
In EU-instellingen
In lidstaten van de EU (niet-overheden)
In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector
Kredietaflossingen binnen een institutionele groep
Van de institutionele overheid
Van niet-organieke begrotingsfondsen
Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Van administratieve openbare instellingen (AOI)
Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Van vzw's van de overheid
Van andere eenheden van de overheid
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen
Kredietaflossingen door lokale overheden
Door provincies
Door gemeenten
Niet gebruikt
Door vzw's van de lokale overheden
Door overige lokale overheden
Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Kredietaflossingen door andere institutionele groepen
Kredietaflossingen door andere institutionele groepen
Vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector
Binnen de institutionele groep
Sociale zekerheid
Lokale overheden
Gesubsidieerd autonoom onderwijs
Andere institutionele groepen
86.10
86.20
86.30
86.40
86.50
86.60
86.70
87
87.10
87.20
88
88.1
88.11
88.12
88.13
88.14
88.15
88.16
88.17
88.2
88.21
88.22
88.23
88.24
89
89.1
89.11
89.12
89.13
89.14
89.15
89.16
89.17
89.2
89.20
89.3
89.31
89.32
89.33
89.34
89.35
89.4
89.40
89.5
89.50
89.6
89.61
89.62
89.63
89.64
89.65
28
9 OVERHEIDSSCHULD
UITGAVEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
91
Aflossingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar
Aflossingen van de schuld in euro
Aflossingen van de schuld in vreemde valuta
Aflossingen van de schuld binnen de overheidssector
Aflossingen bij financiële leasings
Ontmuntingen
Ontmuntingen
(thans niet van
in gebruik)
Verlaging
het eigen vermogen
Verlaging van het eigen vermogen
91.10
91.20
91.30
91.70
92
92.00
93
93.00
ONTVANGSTEN
Groep/
Code
Subgroep
Omschrijving
96
Opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar
Opbrengst van leningen in euro
Opbrengst van leningen in vreemde valuta
Opbrengst van leningen binnen de overheidssector
Opbrengst van leningen inzake financiële leasings
Aanmuntingen
Aanmuntingen
(thans niet invan
gebruik)
Verhoging
het eigen vermogen
Verhoging van het eigen vermogen
96.10
96.20
96.30
96.70
97
97.00
98
98.00
29
30
DEEL II
COMMENTAARFICHES BIJ DE
ECONOMISCHE CODES
31
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Definitie
Deze hoofdgroep betreft de niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten alsook de interne verrichtingen en
de verrichtingen zonder financiële afwikkeling.
Inbegrepen







01: uitgaven te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
02: niet-gebruikte groep
03: interne verrichtingen
04: annuïteiten met betrekking tot financiële leasings
06: ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
07: niet-gebruikte groep
08: interne verrichtingen
Uitgesloten
OPMERKINGEN– AANTEKENINGEN
32
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
01
Uitgaven te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Economische
code
01.00
Niet verdeeld
Definitie
Deze groep omvat de uitgaven waarvoor men bij de opmaak van de begroting nog niet weet tot welke
hoofdgroep ze behoren.
Inbegrepen
 indexprovisie
 interdepartementale provisie
 provisie voor de evolutie van de wisselkoersen, de energieprijzen, ….
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
In principe zou deze economische code enkel in de begrotingen mogen worden gebruikt. Voor de
verwezenlijkingen worden de betrokken uitgaven ondergebracht in de hoofdgroepen 1 tot en met 9.
Het kan inderdaad voorvallen dat de begroting in een post voorziet vooraleer geweten is of, en in
welke mate, de kredieten zullen mogen worden gebruikt om diensten aan te kopen, toelagen toe te
kennen, overdrachten of investeringen uit te voeren, leningen toe te staan of schulden af te lossen.
33
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
02
Niet gebruikt
34
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
03
Interne verrichtingen
Definitie
Als interne verrichtingen worden beschouwd:
 de verrichtingen uitgevoerd binnen eenzelfde administratieve eenheid;
 de verrichtingen zonder financiële afwikkeling;
 de verrekeningen met andere dienstjaren.
Inbegrepen
 03.10: diverse interne verrichtingen
 03.20: verrekeningen met andere dienstjaren
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De interne verrichtingen, zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenzijde, hebben geen invloed
op het vorderingensaldo. De groepen 03 en 08 worden bijgevolg geneutraliseerd op het niveau van de
economische hergroepering.
35
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
03
Interne verrichtingen
Economische
code
03.10
Diverse interne verrichtingen
Definitie
Het betreft verrichtingen uitgevoerd binnen een administratieve eenheid alsook de verrichtingen
zonder financiële afwikkeling.
Inbegrepen




provisie voor risico’s en lasten
economische afschrijving van vaste kapitaalgoederen
kapitaalverliezen (verschil tussen de verkoopprijs en de boekwaarde bij verkoop)
herwaarderingsminwaarde
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Deze code wordt hoofdzakelijk gebruikt door de instellingen van openbaar nut of door de
ondernemingen die met de overheidssector geconsolideerd moeten worden. Hun
begrotingsverrichtingen omvatten immers verrichtingen van “boekhoudkundige” aard zonder financiële
afwikkeling, die geen invloed hebben op het vorderingensaldo.
36
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
03
Interne verrichtingen
Economische
code
03.20
Verrekeningen met andere dienstjaren
Definitie
Als verrekeningen met andere dienstjaren worden beschouwd de uitgaven met betrekking tot andere
dienstjaren.
Inbegrepen
 begrotingssaldo overgedragen van het ene naar het andere begrotingsjaar (doorgaans bij de
begroting van instellingen van openbaar nut)
 aanrekening ten laste van het lopende jaar van uitgaven die vroeger in de rekening van de
overheidsdiensten zijn geboekt
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
 Wanneer de begroting van het jaar X van een instelling van openbaar nut in evenwicht wordt
gebracht met behulp van het overgedragen saldo van het jaar X-1, is dat overgedragen saldo een
uitgave van het jaar X-1 (code 03.20) zonder invloed op het vorderingensaldo. De
overeenkomstige ontvangst van het jaar X wordt ingeschreven onder de economische code 08.20
en heeft evenmin invloed op het vorderingensaldo.
 Het kan gebeuren dat bepaalde uitgaven die voorafgaandelijk in de nationale rekeningen zijn
geboekt (onder andere om rekening te houden met het boekingsmoment volgens het ESR)
achteraf in de begroting moeten worden geregulariseerd. Die regularisatie wordt dan onder de
code 03.20 geboekt.
37
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
04
Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings
Economische
code
04.00
Annuïteiten met betrekking tot financiële leasings
Definitie
Inzake financiële leasing omvatten de annuïteiten een deel rentelasten en een deel kapitaalaflossing.
Als het bij het opstellen van de begroting niet mogelijk is de gedeelten rente en kapitaalaflossing te
onderscheiden, dient de code 04.00 te worden gebruikt. De uitsplitsing tussen de codes 21.50 (rente
op financiële leasings) en 91.70 (aflossingen bij financiële leasings) gebeurt dan op het niveau van de
verwezenlijkingen.
Inbegrepen
Deze code wordt hoofdzakelijk gebruikt op het niveau van de begroting van de Regie der Gebouwen
voor de annuïteiten met betrekking tot investeringen via alternatieve financiering.
Uitgesloten
38
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Inzake leasing voorziet het ESR in een verschillende boeking naargelang het een operationele of een
financiële leasing betreft. Bij leasingoperaties worden de volgende codes gebruikt:







04.00: annuïteiten met betrekking tot financiële leasings;
12.11: algemene werkingskosten – overige huurgelden;
12.12: huurgelden van gebouwen;
21.50: rente op financiële leasings;
7x.xx: investering/desinvestering;
91.70: aflossingen bij financiële leasings;
96.70: opbrengsten van leningen met betrekking tot financiële leasings.
A. OPERATIONELE LEASING (EENVOUDIGE HUUR)
Operationele leasing komt overeen met een eenvoudige huur. Het gaat dus om een operatie waarbij
de lessee het gebruiksrecht verwerft van een duurzaam goed gedurende een bepaalde periode. Er is
geen koopoptie. De lessor blijft eigenaar van het goed en recupereert dit op het einde van de
overeenkomst.
B. FINANCIELE LEASING (HUURKREDIET)
In het geval van huurkrediet verwerft de lessee het gebruiksrecht van een duurzaam goed gedurende
een bepaalde periode in ruil voor de betaling van huurgelden. Op het einde van de huurperiode kan
de lessee vaak kiezen of hij het goed koopt.
In het algemeen is het de lessee die het goed kiest. Dat laatste wordt rechtstreeks geleverd door de
producent of de verkoper. De lessor speelt dus een rol van louter financiële aard.
Het ESR gaat er van uit dat de lessor een lening toekent aan de lessee. Deze laatste kan daardoor
een duurzaam goed kopen en er eigenaar van worden vanaf het begin van de huurperiode.
Bij het ter beschikking stellen van het goed beschouwt het ESR het dus zo dat de overheid een
leningovereenkomst aangaat in ruil voor de verwerving van het goed. Deze verwerving wordt in de
uitgaven aangerekend op de overeenkomende code 7x.xx en in de ontvangsten onder de code 96.70
als verrichting buiten de begroting omdat er op dat moment geen enkele geldstroom geboekt wordt.
Gedurende het eerste jaar moet de hele investering (aankoopoptie inbegrepen) geboekt worden onder
de codes “7x.xx” en “96.70”.
Elke leasingannuïteit zal dus een gedeelte rentelasten (code 21.50) en een gedeelte aflossingen
(code 91.70) bevatten. In kader van PPS, boekt men, bovenop deze 2 uitgavenposten, onder de code
12.11 de uitgaven in verband met de component onderhoud.
Ingeval er een koopoptie bestaat op het einde van de leasingovereenkomst, kunnen twee gevallen
zich voordoen:
 ofwel wordt de optie geheven: in dit geval wordt het restbedrag gelijkgesteld met een
kredietaflossing (code 91.70). Het moet worden aangerekend, in vastlegging en in ordonnancering,
op het ogenblik dat de optie wordt geheven;
 ofwel wordt de optie niet geheven: in dit geval is er een desinvestering (groepen 76/77) en een
schuldaflossing (economische code 91.70).
39
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
06
Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Economische
code
06.00
Ontvangsten te verdelen over de hoofdgroepen 1 tot en met 9
Definitie
Net als de groep 01 vindt deze groep slechts toepassing in de begrotingen. Hij wordt enkel gebruikt
voor de voorlopige classificatie van de verschillende of onvoorziene ontvangsten.
Bij de verwezenlijkingen zullen deze ontvangsten moeten worden verdeeld over de hoofdgroepen 1 tot
en met 9.
Inbegrepen
 verschillende en toevallige ontvangsten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Net als de economische code 01.00 moet het gebruik van code 06.00 zoveel mogelijk worden
vermeden.
40
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
07
Niet gebruikt
41
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
08
Interne verrichtingen
Definitie
Als interne verrichtingen worden beschouwd:
 verrichtingen uitgevoerd binnen een administratieve eenheid;
 verrichtingen zonder financiële afwikkeling;
 verrekeningen met andere dienstjaren.
Inbegrepen
 08.10: diverse interne verrichtingen
 08.20: verrekeningen met andere dienstjaren
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De interne verrichtingen, zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenzijde, hebben geen invloed
op het vorderingensaldo. De groepen 03 en 08 worden bijgevolg geneutraliseerd op het niveau van de
economische hergroepering.
42
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
08
Interne verrichtingen
Economische
code
08.10
Diverse interne verrichtingen
Definitie
Het betreft verrichtingen binnen een administratieve eenheid alsook verrichtingen zonder financiële
afwikkeling.
Inbegrepen
 kapitaalwinsten (verschil tussen verkoopprijs en boekwaarde bij verkoop)
 herwaarderingsmeerwaarde
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Deze code wordt hoofdzakelijk gebruikt door de instellingen van openbaar nut of door de
ondernemingen die met de overheidssector geconsolideerd moeten worden. Hun
begrotingsverrichtingen omvatten immers verrichtingen van “boekhoudkundige” aard zonder financiële
afwikkeling die geen invloed hebben op het vorderingensaldo.
43
Hoofdgroep
0
Niet-verdeelde uitgaven en ontvangsten
Groep
08
Interne verrichtingen
Economische
code
08.20
Verrekeningen met andere dienstjaren
Definitie
Als verrichtingen met andere dienstjaren worden beschouwd de ontvangsten met betrekking tot
andere dienstjaren.
Inbegrepen
 begrotingssaldo afkomstig van het voorgaande begrotingsjaar (doorgaans bij de begroting van de
instellingen van openbaar nut)
 aanrekening op de ontvangsten van het lopende jaar van ontvangsten die voorafgaandelijk zijn
geboekt op de rekening van de overheidsdiensten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
 Wanneer de begroting van het jaar X van een instelling van openbaar nut in evenwicht wordt
gebracht via het overgedragen saldo van het jaar X-1, vormt dat overgedragen saldo een uitgave
van het jaar X-1 (code 03.20) zonder invloed op het vorderingensaldo. De overeenstemmende
ontvangst van het jaar X wordt ingeschreven onder de economische code 08.20 en heeft evenmin
invloed op het vorderingensaldo.
 Het kan voorvallen dat bepaalde ontvangsten die voorafgaandelijk in de nationale rekeningen zijn
geboekt (onder andere om rekening te houden met het boekingsmoment volgens het ESR),
achteraf in de begroting moeten worden geregulariseerd. Die regularisatie wordt dan onder de
code 08.20 geboekt.
44
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Definitie
Inbegrepen








11: lonen en sociale lasten
12: aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
13: niet gebruikt
14: herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken
16: verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
17: niet gebruikt
18: ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige werken
19: productie van investeringsgoederen in eigen beheer
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
45
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Definitie
Deze groep omvat alle betalingen en voordelen (in speciën of in natura) die de overheid als werkgever
aan zijn werknemers of ex-werknemers toekent als vergoeding voor hun werk (met inbegrip van de
bijdragen voor de kas van weduwen en wezen, de socialezekerheidsbijdragen en de fiscale
afhoudingen), ongeacht of het gaat om vastbenoemden, contractuelen of gelijkgestelde personen.
Er moet een dienstverband zijn. Als “dienstverband” geldt ook de uitvoering van politieke ambten
(ministers, staatssecretarissen, volksvertegenwoordigers, schepenen, gemeenteraadsleden en
parlementsleden).
Ook de aan de bedienaars van erediensten uitgekeerde bezoldigingen, toelagen en pensioenen
behoren tot de groep11.
Inbegrepen




11.1: eigenlijke lonen
11.2: sociale bijdragen ten laste van de werkgevers
11.3: overige sociale lasten van de werkgever
11.4: lonen in natura
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Conform de boekhoudregels wordt het gebruik door een overheidseenheid van gedetacheerd
personeel van een andere overheidseenheid gelijkgesteld met een aankoop van een dienst. De
loonlast wordt dus geboekt op het niveau van de entiteit die de oorspronkelijke wedde betaalt.
Voorbeeld: gedetacheerd personeel van een overheidseenheid A naar een overheidseenheid B:
 loonlasten geboekt op het niveau van overheidseenheid A onder groep 11
 de terugbetaling van de beloning door overheidseenheid B wordt gelijkgesteld met een aankoop
van een dienst binnen de overheidssector: economische code 12.21 op het niveau van de
overheidseenheid B
 de ontvangst wordt geboekt op het niveau van eenheid A als een verkoop van een dienst:
economische code 16.20 op niveau van eenheid A
46
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.1
Eigenlijke lonen
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst:
 11.11: bezoldiging volgens weddeschalen;
 11.12: overige bezoldigingselementen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
47
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.1
Eigenlijke lonen
Economische
code
11.11
Bezoldiging volgens weddeschalen
Definitie
Om een zicht te krijgen op de evolutie van de loonmassa in de overheidssector, is het van belang het
eigenlijke loon zichtbaar te maken vóór verhoging ervan met diverse andere toelagen en vóór aftrek
van inhoudingen voor sociale verzekering, pensioenverzekering, belastingen, enz.
Inbegrepen
 de bezoldiging volgens weddeschalen:
- bevorderingen in graad
- loonsverhogingen
- kabinetsvergoedingen
- aanwervingtoelagen
- vergoedingen voor personeelsleden in mobiliteit
 de bezoldiging van studenten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
48
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subroep
11.1
Eigenlijke lonen
Economische
code
11.12
Overige bezoldigingselementen
Definitie
Hiertoe behoren onder meer de beloning voor overwerk, nachtdienst of onregelmatige werktijden, de
productiviteitspremies, de presentiegelden van ambtenaren, de toelagen voor hogere functies, de
gratificaties, het vakantiegeld.
Inbegrepen
 In het algemeen de niet-“ingeschaalde” bezoldigingselementen, meer bepaald:
-
sociale abonnementen, dit wil zeggen de tegemoetkoming van de overheid in de prijs van de
abonnementen voor openbaar vervoer voor ambtenaren (woon-werkverkeer);
fietsvergoedingen;
vergoedingen voor hogere functies;
vergoedingen voor bijzondere functies;
vergoedingen voor overwerk;
presentiegelden en diverse vergoedingen (belastbaar) toegekend aan personeelsleden van de
overheidssector (S.13) of aan openbare ambtsdragers (volksvertegenwoordigers, senatoren, ...);
vergoedingen voor chauffeurs;
toelagen en premies voor de eindejaarsperiode;
haard- en standplaatstoelagen;
vakantiegeld;
vakbondspremies;
taalpremies;
competentiepremies, -toelagen;
forfaitaire vergoedingen voor huisvesting in het buitenland;
terugbetaling voor installatiekosten in het buitenland;
expatriëringsvergoeding;
vergoedingen voor een post in het buitenland.
49
Uitgesloten
 vergoedingen of terugbetalingen voor reis-, verwijdering-, verhuizing- en representatiekosten die de
loontrekkenden hebben gemaakt bij de uitoefening van hun functie (code 12.11)
 presentiegelden en diverse vergoedingen toegekend aan personen die geen deel uitmaken van het
overheidspersoneel
 vergoedingen aan werknemers voor de aankoop van gereedschap, vervoermiddelen en bijzondere
beroepskledij (als bescherming tegen gevaarlijke of verontreinigende stoffen) moeten worden
beschouwd als aankopen van goederen en diensten (groep 12)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
50
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.2
Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan
instellingen of fondsen
Economische
code
11.20
Sociale bijdragen ten laste van de werkgevers, afgedragen aan
instellingen of fondsen
Definitie
De sociale bijdragen omvatten de wettelijke, contractuele, conventionele of vrijwillige bijdragen die
werkgevers betalen aan de verzekeringsinstellingen voor verzekering, onder meer tegen risico’s van
afwezigheid door ziekte, ziektekosten, invaliditeit, ouderdom, werkloosheid, ongevallen en overlijden,
alsook de bijdragen voor kinderbijslag.
Hoewel de werkgevers deze bijdragen rechtstreeks aan de verzekeringsinstellingen betalen, worden
ze beschouwd als een bestanddeel van de bezoldiging van de werknemers, dat deze laatsten aan de
verzekeringsinstellingen dienen te betalen.
Inbegrepen
 de sociale bijdragen ten laste van de werkgevers afgedragen aan socialezekerheidsinstellingen
 de bijdragen van de instellingen van openbaar nut aan de pool der parastatalen voor de
vereffening van de rustpensioenen
 de sociale bijdragen voor werkgevers afgedragen aan andere instellingen dan de
socialezekerheidsinstellingen
 de solidariteitsbijdrage op bedrijfswagens
 de werkgeversbijdragen voor responsabilisering
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
51
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst:
 11.31: directe toelagen;
 11.32: doorbetaling van loon;
 11.33: pensioenen van het overheidspersoneel.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
52
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Economische
code
11.31
Directe toelagen
Definitie
Ze omvatten onder meer kinderbijslag, geboortetoelagen, wachtgelden, uitkeringen tot dekking van de
verzekering tegen ziektekosten, arbeidsongevallen en overlijden, alsook de directe uitkeringen terzake
die aan de werknemers en hun familie gratis worden toegekend.
Inbegrepen









kinderbijslag
schoolpremie
geboortepremies
vergoedingen voor arbeidsongevallen uitgekeerd aan ambtenaren (als de entiteit haar eigen
verzekeraar is) (zie economische code 34.31 voor de andere gezinnen)
vergoeding voor begrafeniskosten
invaliditeitspensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan de rechthebbenden
sociale tegemoetkomingen “om niet” ten gunste van het personeel (andere dan voor maaltijden)
in vredestijd uitgekeerde renten aan militairen en hun rechthebbenden
renten, vergoedingen uitgekeerd aan slachtoffers van een werkongeval of van een ongeval op de
weg naar het werk, van een beroepsziekte bij de overheid en aan hun rechthebbenden
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
 Onder code 11.31 worden de sociale uitkeringen geboekt die door de werkgevers rechtstreeks aan
hun werknemers of ex-werknemers en hun rechthebbenden worden toegekend. Indien er geen
verhouding werkgever/werknemer of ex-werknemer is, dient de sociale uitkering in de subgroep
34.3 te worden geboekt.
 Indien een sociale uitkering door een bepaalde eenheid wordt betaald voor rekening van een
andere eenheid, dient die verrichting uitsluitend te worden geboekt in de rekeningen van de
voornaamste partij bij die verrichting, namelijk de partij die er daadwerkelijk de last van draagt.
53
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Economische
code
11.32
Doorbetaling van loon
Definitie
Hieronder verstaat men het eigenlijke loon dat doorbetaald wordt gedurende de tijd dat de werknemer
niet actief is wegens ziekte, werkongeval en ontslag.
Inbegrepen
 de ontslagvergoedingen uitgekeerd aan kabinetsmedewerkers (doorbetaling loon)
 de lasten voor disponibiliteit
Uitgesloten
 de oorlogspensioenen en de pensioenen voor burgerlijke oorlogsslachtoffers (code 34.20)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
54
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.3
Overige sociale lasten van de werkgever
Economische
code
11.33
Pensioenen van het overheidspersoneel
Definitie
Deze post omvat de pensioenen die de overheid rechtstreeks – dit wil zeggen buiten elk
bijdragesysteem – uitkeert aan haar personeel en/of hun rechthebbenden, alsook de pensioenen van
voormalige politieke mandatarissen en/of hun rechthebbenden.
Inbegrepen
 de rustpensioenen die de overheid rechtstreeks betaalt aan haar voormalige personeelsleden
Uitgesloten
Wat de parastatalen betreft, worden de uitkeringen aan de pool der parastatalen als 11.20 gecodeerd.
Deze post omvat niet de pensioenen voor weduwen en wezen. (zie commentaar bij code 34.10)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
55
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
11
Lonen en sociale lasten
Subgroep
11.4
Lonen in natura
Economische
code
11.40
Lonen in natura
Definitie
Onder deze rubriek dienen de bezoldigingen in natura te worden geboekt die overeenkomen met
goederen, diensten of andere voordelen die de boekhoudkundige entiteit gratis of tegen verminderde
prijs levert aan haar personeelsleden en hun gezinsleden en die voor hen een bijkomend inkomen
vormen. Immers, indien deze goederen en diensten, die niet onontbeerlijk zijn voor het eigenlijke
werk, hun niet waren geleverd, dan zouden ze die zelf hebben moeten aanschaffen.
Inbegrepen
 bezoldigingen in natura
 diverse uitgaven van de sociale diensten (Sinterklaascadeaus, reizen, verliezen op maaltijden,
enz.), die gelijkgesteld worden met bezoldigingen in natura (met uitzondering van de nietterugvorderbare individuele steun; deze worden beschouwd als inkomensoverdrachten in speciën
aan de gezinnen (code 34.41))
 maaltijden geheel of gedeeltelijk ten laste genomen
 ten laste genomen regelmatig vervoer met speciale pendeldienst voor het woon-werkverkeer van
personeelsleden
 vrij biljet (verkeersfaciliteit) voor statutair personeel
 tegemoetkoming in de maaltijdcheques
 tegemoetkomingen voor burger- en militaire uniformen (andere dan werk- of dienstkledij)
 tegemoetkoming in hospitalisatieverzekering
Uitgesloten
Als materiële consumptie moeten daarentegen worden beschouwd uitrustingsstukken voor militairen,
politielui en brandweerlieden, enz., die wellicht samen met de kleding worden verstrekt, maar die
doorgaans buiten de uitoefening van de functie geen nut hebben.
Het verstrekken van gratis maaltijden aan het personeel, bijvoorbeeld bij overwerk, wordt niet als loon
in natura beschouwd maar als aankoop van niet-duurzame goederen en diensten door de overheid
(code 12.11).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
56
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Definitie
De aanschaf door de overheid van niet-duurzame goederen en diensten wordt onder de groep 12
opgenomen.
Inbegrepen
Soms komt het voor dat gezinnen diensten verlenen tegen een vergoeding die niet als loon mag
worden aanzien omdat er geen verhouding werkgever/werknemer is. Dergelijke diensten worden door
de overheid geboekt als aankoop van niet-duurzame goederen en diensten. Presentiegelden betaald
aan niet-ambtenaren in ambtelijke en bestuurlijke colleges en commissies worden eveneens in groep
12 opgenomen.
Uitgesloten
Wanneer de overheid aankopen doet die gewoonlijk gebeuren door de gezinnen, worden ze geboekt
als overdracht in natura (34.32) aan de gezinnen (of als loon in natura zoals vermeld onder code
11.40). Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de overheid voedsel, kleding, geneesmiddelen, enz.
aankoopt en gratis aan gezinnen uitdeelt. Dit geldt eveneens voor de kosten voor verpleging van
zieken of het onderhoud van armen.
Aankopen van niet-duurzame goederen en diensten bestemd om als gift te worden overgedragen aan
het buitenland, worden als inkomensoverdrachten aan het buitenland geboekt (zie groep 35).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Grens tussen aankoop van goederen en diensten en lopende overdrachten
Een betaling van de overheid aan een vzw moet als een lopende aankoop van goederen en diensten
worden behandeld indien de overheid als tegenprestatie iets ontvangt waarvan ze eigenaar wordt en
dat ze voor haar werking gebruikt (bijv.: papierwaren, klein kantoormaterieel, een wetenschappelijke
studie, een technische analyse, advies en ondersteuning in een specifiek domein, …), tenzij het
bedrag duidelijk niet in verhouding staat tot de betrokken levering. In dat geval dient het betaalde
bedrag als een overdracht te worden beschouwd.
De betalingen die deze voorwaarde niet vervullen, dienen als lopende overdrachten zonder
tegenprestatie te worden behandeld. Dit is specifiek het geval voor betalingen voor het ondersteunen
van sociaal-culturele doelstellingen waarbij de vzw als enige voorwaarde wordt opgelegd dat ze
bewijsstukken voorlegt omtrent de aanwending van de gelden die haar ter beschikking worden
gesteld. Herhaaldelijke betalingen vanwege de administratie suggereren overdrachten zonder
tegenprestatie.
Idealiter zou men de zaak geval per geval moeten bekijken en de contractvoorwaarden tussen de
overheid en de betrokken vzw moeten onderzoeken.
57
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.1
Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de
overheidssector
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst:
 12.11: algemene werkingskosten;
 12.12: huurgelden van gebouwen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Operationele leasing komt overeen met eenvoudige huur. Het gaat om een operatie waarbij de lessee
het gebruiksrecht verwerft van een duurzaam goed gedurende een bepaalde periode. Er is geen
koopoptie. De lessor blijft eigenaar van het goed en recupereert dit op het einde van de
overeenkomst.
Betalingen uitgevoerd in het kader van operationele leasings worden geboekt onder de code 12.12
(gebouwen) of 12.11 (andere dan gebouwen).
58
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.1
Algemene werkingskosten vergoed aan andere sectoren dan de
overheidssector
Economische
code
12.11
Algemene werkingskosten
Definitie
Onder code 12.11 wordt de aankoop geboekt van niet-duurzame goederen (of klein materiaal) en
diensten vergoed aan andere sectoren dan de overheid.
59
Inbegrepen
 Bureaukosten, zoals voor kantoor- en tekenmateriaal, hulpmiddelen voor reproductie, druk- en
bindwerk, aankoop van boeken, tijdschriften en dagbladen, onderhoud, huur en herstelling van
meubilair en bureaumaterieel, portkosten, kosten voor telefoon, telegrammen, verzending van
dienststukken en kosten voor interdepartementale postdienst, bank- en accountantskosten,
uitbesteding van computer-, type- en vertaalwerk en beloning van uitzendkrachten voor
administratieve werkzaamheden.
 Andere huurgelden of operationele leasing dan van gebouwen (wagens, machines, …).
 Herstelling en niet-waardevermeerderend onderhoud van gebouwen, verplaatsing van
tussenschotten, schoonmaak van gebouwen door gespecialiseerde firma’s, verf- en
opknappingswerken, brandstoffen, elektriciteit, gas en water, verzekeringspremies, bewaking- en
verhuizingkosten en kleine aanverwante kosten, zoals vervangingen van gloeilampen en vullingen
van brandblusapparaten.
 Verblijf- en representatiekosten, ook wanneer ze door personeelsleden gemaakt worden en door
de overheid worden terugbetaald.
 Onkostenvergoeding, honoraria en presentiegelden uitgekeerd aan personen die niet in
dienstverband staan tot de overheid. Indien ze worden uitgekeerd aan personen die met
overheidspersoneel worden gelijkgesteld, worden ze in groep 11 ondergebracht.
 Overige algemene kosten, zoals kosten voor de werving en opleiding van personeel, alsook
publiciteitskosten. Als personeelsleden, die een cursus volgen op aanwijzing van de dienst waartoe
zij behoren, een gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten krijgen, moet deze
tegemoetkoming als overheidsverbruik worden beschouwd. Tot de publiciteitskosten kunnen
behalve drukwerken ook films, radio- en televisie-uitzendingen of tentoonstellingskosten behoren.
 Goedkope kleine duurzame goederen gebruikt voor eerder eenvoudige werkzaamheden of
verrichtingen (handgereedschap zoals zagen, hamers en schroevendraaiers) of klein
bureaumateriaal zoals zakrekenmachines, GSM’s, smartphones, fototoestellen, USB-sleutels,
GPS-toestellen, …; vaatwasmachines, koffiethermossen,…: zoals voorgeschreven boekt het ESR
als intermediair verbruik alle uitgaven voor de aanschaf van dergelijke duurzame goederen zonder
prijsbeperking. In het ESR 95 was een limiet van 500 EUR (indexeerbaar) vastgelegd. Deze limiet
verdwijnt in het ESR 2010.
 Betalingen om gebruik te kunnen maken van niet-geproduceerde immateriële activa, zoals
gebrevetteerde activa, merken, enz. (met uitzondering van de betalingen voor de aankoop van
dergelijke eigendomsrechten die geboekt worden als niet-geproduceerde immateriële activa - code
74.40).
 Commissieloon voor beleggingen, beheer en andere op uitgegeven overheidsleningen en
administratieve financiële kosten.
 Kosten verbonden aan onderzoek of studies die voor eigen rekening uitgevoerd worden.
60
Uitgesloten
 Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen en waterbouwkundige werken; deze
worden geklasseerd in groep 14.
 Grote verbeteringswerkzaamheden (zoals renovatie, heropbouw of verruiming) die duidelijk het
kader te buiten gaan van wat nodig is om eenvoudig de vaste activa in goede werkingsstaat te
behouden.
 Aankopen of gebruikslicenties voor software worden opgenomen als investeringen voor zover ze
bestemd zijn voor herhaaldelijk of ononderbroken gebruik in het productieproces gedurende meer
dan een jaar.
 De ontwikkeling van software “op maat” volgt deze zelfde regel, ongeacht of ze worden ontwikkeld
door een firma buitenhuis of voor eigen rekening. Als ze voor eigen rekening worden ontwikkeld,
zullen ze tegen kostprijs worden gewaardeerd.
 De interesten op handelsschulden zijn uitgesloten uit groep 12; zij dienen onder code 21.40 te
worden geboekt.
 De aankoop van goederen die niet beschouwd worden als klein materiaal en bestemd zijn om
gedurende meer dan een jaar gebruikt te worden, worden als investering geboekt (economische
code 74.22). Deze goederen zullen opgenomen worden in de balans van de instelling.
 Aankopen inzake onderzoek en ontwikkeling in de vorm van onderzoeksovereenkomsten met
derden waarvan de overheid eigenaar wordt, werden in het ERS95 beschouwd als aankopen van
goederen en diensten. In het ESR 2010 worden aankopen inzake onderzoek en ontwikkeling in de
vorm van onderzoeksovereenkomsten met derden beschouwd als investeringen als de overheid
eigenaar wordt van de onderzoeksresultaten (code 74.80); ofwel worden ze beschouwd als
overdracht als de overheid geen eigenaar wordt van de onderzoeksresultaten (economische codes
van de groepen 3 en 4 in functie van de verkrijger van de uitgaven (zie bijlage over onderzoek en
ontwikkeling)).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
61
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.1
Algemene werkingkosten vergoed aan andere sectoren dan de
overheidssector
Economische
code
12.12
Huurgelden van gebouwen
Definitie
Het betreft de betaalde bedragen voor de huur van gebouwen waarvan de eigenaar niet tot de
overheid behoort.
Inbegrepen
 gewone huur
 operationele leasing voor gebouwen
Uitgesloten
 huurgelden en betalingen in het kader van andere operationele leasings dan die voor gebouwen
 financiële leasings (zie commentaar groep 04)
 huurgelden van gronden (zie groep 24)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
62
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.2
Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst:
 12.21: algemene werkingskosten;
 12.22: huurgelden van gebouwen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
63
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.2
Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector
Economische
code
12.21
Algemene werkingskosten
Definitie
Onder code 12.21 worden de aankopen van niet-duurzame goederen en diensten binnen de
overheidssector geboekt.
Inbegrepen
Zie code 12.11
Uitgesloten
Zie code 12.11
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Conform de boekhoudregels wordt het gebruik door een overheidseenheid van gedetacheerd
personeel van een andere overheidseenheid gelijkgesteld met een aankoop van een dienst. De
loonlast wordt dus geboekt op het niveau van de entiteit die de oorspronkelijke wedde betaalt.
Voorbeeld: gedetacheerd personeel van een overheidseenheid A naar een overheidseenheid B
 loonlasten geboekt op het niveau van overheidseenheid A onder groep 11
 de terugbetaling van de beloning door overheidseenheid B wordt gelijkgesteld met een aankoop
van een dienst binnen de overheidssector: economische code 12.21 op het niveau van de
overheidseenheid B
 de ontvangst wordt geboekt op het niveau van eenheid A als een verkoop van een dienst:
economische code 16.20 op niveau van eenheid A
64
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.2
Algemene werkingskosten vergoed binnen de overheidssector
Economische
code
12.22
Huurgelden van gebouwen
Definitie
Het betreft de betaalde bedragen voor het huren van gebouwen waarvan de eigenaar tot de
overheidssector behoort.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
65
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.3
Niet gebruikt
Subgroep
12.4
Niet gebruikt
66
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
12
Aankoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
12.5
Belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector
Economische
code
12.50
Belastingen betaald aan subsectoren van de overheidssector
Definitie
Hieronder worden de directe en indirecte belastingen geboekt die een overheid aan een subsector
van de overheid betaalt.
Inbegrepen





roerende voorheffing
onroerende voorheffing
gewestelijke belastingen
vennootschapsbelasting
rechtspersonenbelasting (vzw’s)
Uitgesloten
 btw
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Voor instellingen die niet btw-plichtig zijn wordt de btw automatisch geboekt op de codes 12.xx of
7x.xx overeenkomstig de prijs van het goed zoals aangeduid op de aankoopfactuur.
Voor instellingen die wel btw-plichtig zijn moet de btw op aankoop en verkoop niet worden geboekt als
begrotingsverrichting. Het gaat om een financiële verrichting waarvan het eventueel saldo op het
einde van het jaar dat moet worden gestort aan (of teruggekregen van) de FOD Financiën
rechtstreeks wordt geboekt in de balans van de instelling en niet wordt opgenomen in de economische
hergroepering.
Voor instellingen die slechts gedeeltelijk btw-plichtig zijn moet men kijken of voor een bepaalde
verrichting de instelling btw verschuldigd is of niet.
67
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
13
Niet gebruikt (*)
Definitie
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
(*) In het ESR 95 werd de aankoop van duurzame militaire goederen (oorlogswapens en
lanceermateriaal) geboekt onder de groep 13.
In het ESR 2010 wordt deze aankoop beschouwd als investering; hij wordt geboekt onder de code
74.70.
68
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
14
Herstel en niet-waardevermeerderend onderhoud van wegen- en
waterbouwkundige werken
Economische
code
14.10
Kosten vergoed aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische
code
14.20
Kosten vergoed binnen de overheidssector
Definitie
Deze groep bevat de uitgaven voor werkzaamheden aan wegen, kanalen, bruggen, tunnels, havens,
enz. voorzover ze niet als investeringen kunnen worden beschouwd (zie groep 73).
Het gaat hier om uitgaven met als doel de waarde van de kapitaalgoederen te behouden. Het
onderhoud betreft de regelmatige en permanente zorg voor de goede werking en de goede staat van
de kapitaalgoederen te waarborgen.
Inbegrepen
Uitgesloten
 Belangrijke veranderingen aan bestaande kapitaalgoederen die een waardeverhoging meebrengen
(bijvoorbeeld wegherstellingen die de betrokken wegen feitelijk volledig omvormen door het
aanbrengen van een ander wegdek, een ander tracé, enz.) worden als investeringen geboekt
(groep 73). Herstel van oorlogsschade en rampenschade wordt eveneens als investering
beschouwd (hoofdgroep 7).
 Onderhoud en kleine herstelwerkzaamheden aan gebouwen (code 12.11).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Groep 14 is verdeeld over de economische codes:
 14.10 indien de betalingen een andere sector dan de overheid betreffen;
 14.20 indien de betalingen binnen de overheidssector gebeuren.
69
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Definitie
Deze groep omvat de opbrengsten uit de verkoop van niet-duurzame goederen en diensten door de
overheidssector, alsook de opbrengsten uit verhuur van gebouwen, lokalen, vervoermiddelen,
technische apparatuur en andere goederen (de opbrengst uit verhuur van gronden wordt gecodeerd
onder 28.3).
Indien een subsector van de overheidssector bij de productie van “niet-verhandelbare” diensten
eveneens op marginale, incidentele en bijkomende wijze goederen en verhandelbare diensten
verkoopt, worden de ontvangsten uit deze verkopen geboekt onder groep 16.
Inbegrepen
De betalingen voor de waarborgen proportioneel met de productiekosten, de kinderdagverblijven,
bedrijfsrestaurants moeten worden geboekt in groep 16.
Uitgesloten
De commissies voor waarborgen niet proportioneel met de productiekosten.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Belastingen die de gezinnen of bedrijven betalen voor het bezit of het gebruik van voertuigen, boten of
vliegtuigen, voor een schietvergunning, een jacht- of een visverlof, enz., worden ofwel als belasting
ofwel als aankoop van een dienst beschouwd. Het onderscheid tussen een belasting en een aankoop
van een dienst bij een overheid is gebaseerd op het volgende criterium: als de machtiging
automatisch gegeven wordt zodra het verschuldigd bedrag betaald is, wordt dit als een belasting
beschouwd. Als de overheid echter gebruik maakt van de toekenningsprocedure voor om het even
welke machtiging om een welbepaalde regulerende functie in te stellen (bijvoorbeeld de bevoegdheid
of de kwalificaties nagaan van de betrokken persoon), zal de betaalde som niet worden beschouwd
als een belasting maar als de betaling voor de aankoop van een dienst bij de overheid in kwestie,
tenzij dit bedrag duidelijk buiten verhouding staat tot de kostprijs van de dienstlevering.
70
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere
sectoren dan de overheidssector
Definitie
Deze subgroep is als volgt uitgesplitst:
 16.11: aan de bedrijven;
 16.12: aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen;
 16.13: aan het buitenland.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
71
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere
sectoren dan de overheidssector
Economische
code
16.11
Aan bedrijven
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten
door de overheidssector aan bedrijven, kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen.
Inbegrepen
 opbrengst van de Regie van het Staatsblad
 opbrengst van de verhuring van een gebouw aan een onderneming
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
72
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere
sectoren dan de overheidssector
Economische
code
16.12
Aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten
door de overheidssector aan de gezinnen en vzw’s ten behoeve van de gezinnen.
Inbegrepen








opbrengst van kanselarijrechten, consulaire taksen, visa van paspoorten
verkoop van kleding aan het politiepersoneel
afgifte van uittreksels of andere kadastrale stukken
verkoop van gepersonaliseerde nummerplaten
opbrengst van de verhuring van woningen die aan personeelsleden ter beschikking worden gesteld
inschrijvingsgeld (onderwijs, sportcentra, …)
rechten inzake gelijkwaardigheid van diploma’s
opbrengst van inschrijvingen voor colloquia, seminaries, stages, …
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
73
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.1
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten aan andere
sectoren dan de overheidssector
Economische
code
16.13
Aan het buitenland
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten
door de overheid aan het buitenland.
Inbegrepen

terugbetaling door de Europese Unie van de kosten voor de inning van ontvangsten die de
Belgische Staat voor rekening van de Unie int
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
74
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
16
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten
Subgroep
16.2
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de
overheidssector
Economische
code
16.20
Verkoop van niet-duurzame goederen en diensten binnen de
overheidssector
Definitie
Onder deze economische code wordt de verkoop geboekt van niet-duurzame goederen en diensten
door een eenheid van de overheidssector aan een andere eenheid van de overheidssector.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Conform de boekhoudregels wordt het gebruik door een overheidseenheid van gedetacheerd
personeel van een andere overheidseenheid gelijkgesteld met een aankoop van een dienst. De
loonlast wordt dus geboekt op het niveau van de entiteit die de oorspronkelijke wedde betaalt.
Voorbeeld: gedetacheerd personeel van een overheidseenheid A naar een overheidseenheid B
 loonlasten geboekt op het niveau van overheidseenheid A onder groep 11
 de terugbetaling van de beloning door overheidseenheid B wordt gelijkgesteld met een aankoop
van een dienst binnen de overheidssector: economische code 12.21 op het niveau van de
overheidseenheid B
 de ontvangst wordt geboekt op het niveau van eenheid A als een verkoop van een dienst:
economische code 16.20 op niveau van eenheid A
75
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
17
Niet gebruikt
76
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven voor en ontvangsten van goederen en diensten
Groep
18
Ontvangsten afkomstig van wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
18.10
Ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector
Economische
code
18.20
Ontvangsten binnen de overheidssector
Definitie
Deze groep heeft betrekking op werkzaamheden uitgevoerd door een subsector van de
overheidssector ten behoeve van een andere subsector van de overheidssector dan wel ten behoeve
van een andere sector. De werkzaamheden kunnen voor de subsector of de sector ten behoeve
waarvan zij worden uitgevoerd, zowel investeringswerken (nieuwe aanleg of groot onderhoud) als
onderhoudswerken zijn.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Groep 18 is verdeeld over de economische codes:


18.10 indien de betalingen afkomstig zijn van een andere sector dan de overheidssector;
18.20 indien de betalingen afkomstig zijn van een andere subsector van de overheidssector.
77
Hoofdgroep
1
Lopende uitgaven en ontvangsten voor goederen en diensten
Groep
19
Productie van investeringsgoederen in eigen beheer
Economische
code
19.00
Productie van investeringsgoederen in eigen beheer
Definitie
Werken in eigen beheer komen overeen met vaste activa die de eenheid voor zichzelf aanmaakt.
Haar personeel voert deze werkzaamheden uit met materiaal dat zij aankoopt. Deze vaste activa
worden geboekt (code 19) door hun productiekosten op te tellen; deze worden steeds geboekt als
uitgaven en komen overeen met de personeelskosten (codes 11.xx), plus de kostprijs van de
grondstoffen en de andere productiekosten (codes 12.xx), met uitsluiting van de financiële kosten.
Er wordt een investering op het actief geboekt als tegenboeking van de ontvangstencode 19.00.
Volgende codes gelden voor de investeringen:
72.9 Werken in onroerende staat uitgevoerd in eigen beheer
Bijv.: het personeel van de vennootschap bouwt een niet-residentieel gebouw
73.9 Infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer
Bijv.: het personeel van de vennootschap legt een weg aan, voert er grote herstellingen aan uit of legt
terreinen aan
74.9 Roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer
Bijv.: het personeel van de vennootschap vervangt een motor in een voertuig, ontwikkelt een
programmatuur of legt een gegevensbank aan
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN - AANTEKENINGEN
Enkel eenheden die dergelijke verrichtingen in hun jaarrekening boeken moeten deze codes
gebruiken.
78
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Definitie
Inbegrepen








21: interestlasten
22: deze groep wordt niet gebruikt
23: deze groep wordt niet gebruikt
24: huurgelden van gronden
25: uitbetaalde dividenden
26: rente van overheidsvorderingen
27: deze groep wordt niet gebruikt
28: overige opbrengsten uit vermogen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
79
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Interestlasten
Definitie
Deze groep omvat de rente en andere daarmee gelijkgestelde lasten op alle overheidsschulden, met
inbegrip van de commerciële schulden.
De uitgifteverschillen en de aflossingspremies ten laste van de emittent worden beschouwd als renten,
net als de loten van lotenleningen worden gelijkgesteld met rentelasten.
Inbegrepen






21.1: interestlasten op overheidsschuld in euro
21.2: interestlasten op overheidsschuld in vreemde valuta
21.3: interestlasten op schuld binnen de overheidssector
21.4: rente op commerciële schuld
21.5: rente op financiële leasings
21.6: andere rente
Uitgesloten
Schulden van overheidsbedrijven die niet tot de overheidssector S.13 behoren, maken geen deel uit
van de overheidsschuld, behalve wanneer hun lasten systematisch gedragen worden door de
overheid. Als het om een eenmalige situatie gaat, mag de rente op (en aflossing van) deze schulden
dan ook niet worden opgenomen bij de rente op (en de aflossing van) overheidsschuld. Indien de
overheid occasioneel de rente op (en de aflossing van) die schulden voor haar rekening neemt, dan is
dit een overdracht ten gunste van die bedrijven. De rente wordt dan geboekt onder de code 31.11 (en
de aflossing onder de groep 51).
Een analoge situatie kan zich voordoen binnen de overheidssector. Zo kan de centrale overheid de
betaling van de rente (en de aflossing) voor haar rekening nemen van leningen aangegaan door
lokale overheden en door socialezekerheidsinstellingen. De rente wordt dan geboekt onder de
overeenstemmende hoofdgroep 4 (de aflossing onder hoofdgroep 6).
De kosten voor uitgifte van leningen (commissielonen, enz.) worden geklasseerd als aankoop van
goederen en diensten (code 12.11) en niet als rente.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Moment van boeking:
Volgens het ESR worden de rentelasten van leningen van de overheidsschuld (groep 21) alsook de
renten van schuldvorderingen van de overheid (groep 26) geboekt op basis van de vastgestelde
rechten. Indien op het vlak van de begroting de aanrekening gebeurt op basis van de vervallen renten,
zal vervolgens een correctie moeten worden uitgevoerd in de economische hergroepering via de
extrabudgettaire verrichtingen, om rekening te houden met de vereisten van het ESR.
80
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Interestlasten
Economische
code
21.10
Interestlasten op overheidsschuld in euro
Economische
code
21.20
Interestlasten op overheidsschuld in vreemde valuta
Economische
code
21.30
Interestlasten op schuld binnen de overheidssector
Definitie
Onder de codes 21.10 (euro) en 21.20 (vreemde valuta) worden de rentelasten geboekt op de
leningen van de overheid en andere vergelijkbare lasten. De rentelasten op de schuld binnen de
overheidssector worden geboekt onder de code 21.30.
Inbegrepen





de renten tegen nominale rentevoet van de lening
de uitgifteverschillen
de terugbetalingpremies, contractueel vastgelegd en niet gebonden aan opties
de lotenleningen
de uit de indexering voortvloeiende bijkomende vergoeding ten opzichte van de nominale
rentevoet, in het geval van geïndexeerde leningen
Uitgesloten




de kosten voor uitgifte van leningen (code 12.11)
de aflossingen van leningen (code 91.10)
allerlei optiepremies (code 81.70 in geval van aankoop of code 86.70 in geval van verkoop)
de premies voor annulatie van wisselswaps (code 81.70 indien negatief of code 86.70 indien
positief)
 de terugbetalingpremies verbonden aan de uitoefening van opties (code 81.70)
 het verschil tussen de nominale waarde en de prijs van de verrichting (code 81.70 in geval van
verlies en code 86.70 in geval van winst) voor:
de terugkoop van effecten en andere terugbetalingen
de aankoop van effecten om ze in portefeuille te houden
de doorverkoop van effecten uit portefeuille
 de rentestromen in verband met SWAPS
81
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Vóór de toepassing van het ESR 2010 werden de rentestromen in verband met SWAPS beschouwd
als renten en geboekt in de economische groepen 21 (uitgave) of 26 (ontvangst). In het ESR 2010
worden deze stromen niet beschouwd als renten. Ze moeten worden geboekt onder de economische
codes 81.70 (uitgaven) of 86.70 (ontvangsten).
82
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Interestlasten
Economische
code
21.40
Rente op commerciële schuld
Definitie
Onder de economische code 21.40 worden de renten geboekt op schulden in verband met de
aankoop van goederen en diensten.
Inbegrepen
 verwijlinteresten
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
83
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Interestlasten
Economische
code
21.50
Rente op financiële leasings
Definitie
Onder de economische code 21.50 worden de renten geboekt op schulden in verband met financiële
leasings (cf. code 04.00).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
84
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
21
Interestlasten
Economische
code
21.60
Andere rente
Definitie
Onder de economische code 21.60 worden de andere rentelasten geboekt dan op de
overheidsschuld, de commerciële schuld of de financiële leasing.
Inbegrepen



verwijlinteresten andere dan op commerciële schulden
gerechtelijke interesten
interesten op belastingschuldvorderingen (bijvoorbeeld: een naamloze vennootschap uit de
overheidssector (S. 13) moet verwijlinteresten op haar belastingen betalen)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
85
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
22
Niet gebruikt
Groep
23
Niet gebruikt
86
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
24
Huurgelden van gronden
Economische
code
24.10
Betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector
Economische
code
24.20
Betalingen binnen de overheidssector
Definitie
Onder de economische codes 24.10 (betalingen aan andere sectoren dan de overheidssector) of
24.20 (betalingen binnen de overheidssector) wordt de huur geboekt die betaald wordt voor gronden.
Inbegrepen
 huurgelden voor gronden
 huurgelden te betalen aan eigenaars van rivieren en watervlakten om het recht te krijgen deze te
gebruiken voor recreatieve en andere doeleinden, waaronder de visvangst
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
87
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
25
Uitbetaalde dividenden
Economische
code
25.00
Uitbetaalde dividenden
Definitie
Dividenden uitgekeerd door een vennootschap uit de overheidssector (S. 13) moeten worden geboekt
onder code 25.00.
Inbegrepen
Voorbeeld:
 dividenden uitgekeerd door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij
 dividenden uitgekeerd door PMV, LRM
Uitgesloten
De uitkeringen van het Federale Participatiefonds aan de gewesten naar aanleiding van de
staatshervorming en de daaraan gekoppelde ontbinding en de regionalisering van het Federale
Participatiefonds (code 69.50).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
88
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
26
Rente van overheidsvorderingen
Economische
code
26.10
Rente-ontvangsten van andere sectoren dan de overheidssector
Economische
code
26.20
Rente-ontvangsten binnen de overheidssector
Definitie
De renten die een subsector van de overheid ontvangt op beleggingen, worden geboekt onder de
code 26.10, als de interestopbrengst voortkomt uit een andere sector dan de overheidssector, en
onder de code 26.20, als die voortkomt uit een subsector van de overheid.
Inbegrepen
Uitgesloten
De rentestromen in verband met SWAPS.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Voor de toepassing van het ESR 2010 werden de rentestromen in verband met SWAPS beschouwd
als renten en geboekt in de economische groepen 21 (uitgave) of 26 (ontvangst). In het ESR 2010
worden deze stromen niet beschouwd als renten. Ze moeten worden geboekt onder de economische
codes 81.70 (uitgaven) of 86.70 (ontvangsten).
89
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
27
Niet gebruikt (*)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
(*) Opgenomen in de groep 28.
90
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Overige opbrengsten uit vermogen
Definitie
De andere opbrengsten uit vermogen zijn deze in verband met concessies (code 28.10), dividenden
(code 28.20) en huurgelden van gronden (28.30).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
91
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Overige opbrengsten uit vermogen
Economische
code
28.10
Concessies
Definitie
Deze groep omvat de ontvangsten uit concessies. Het gaat bijvoorbeeld om concessies in verband
met de winning van grondstoffen (kolen, erts, aardolie, aardgas, grind, zand, enz.)
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
92
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Overige opbrengsten uit vermogen
Economische
code
28.20
Dividenden
Definitie
Hieronder vallen alle dividenden geïnd door een eenheid van de overheidssector als aandeelhouder in
bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen, ongeacht of de overheid al dan niet de
meerderheid van de aandelen bezit.
Inbegrepen




Belgacomdividend
dividend van de FPIM
dividend van de NBB
dividenden van PMV, LRM, …
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
93
Hoofdgroep
2
Renten en inkomsten uit eigendom
Groep
28
Overige opbrengsten uit vermogen
Economische
code
28.30
Huurgelden van gronden
Definitie
Tot deze ontvangstencategorie behoren onder meer:
a) de huurgelden, eventueel de erfpacht van gronden die aan anderen in gebruik zijn gegeven als
landbouwgronden, gronden voor de bouw van woningen en van bedrijfsgebouwen, enz. Om praktische redenen wordt de pacht bruto opgenomen, dit is inclusief belastingen en onderhoudskosten;
b) de verhuur van grond, meestal van korte duur, ten behoeve van marktkraampjes enz.;
c) de parkeervergunningen en -gelden;
d) de toestemming aan openbare nuts- en transportbedrijven voor de aanleg van kabels, buizen, rails
enz. in de openbare grond;
e) de verhuur van wateren voor scheepvaart of visvangst;
f) de verhuur van gronden voor de jacht;
g) de vergunningen om openbare gronden te laten begrazen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
94
Hoofdgroepen 3, 4, 5 en 6: Inkomens- en kapitaaloverdrachten
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Definitie
Overdrachten zijn betalingen “om niet", d.w.z. betalingen zonder rechtstreekse tegenprestatie. Aan de
uitgavenzijde gaat het om allerlei subsidies, bijdragen, sociale uitkeringen en aan de ontvangstenzijde
om belastingen, sociale bijdragen, taksen, heffingen, boeten en giften.
De overdrachten worden in 4 hoofdgroepen ingedeeld: inkomensoverdrachten (hoofdgroep 3) en
kapitaaloverdrachten (hoofdgroep 5) aan en van andere sectoren, inkomensoverdrachten (hoofdgroep
4) en kapitaaloverdrachten (hoofdgroep 6) binnen de overheidssector.
Inkomensoverdrachten behoren tot de lopende verrichtingen en kapitaaloverdrachten tot de
kapitaalverrichtingen.
Voor het onderscheid tussen lopende overdracht en kapitaaloverdracht gaat men kijken naar de
doelstelling van de uiteindelijke uitgave.
Inbegrepen
Sommige uitgaven van de overheid worden in de begroting “voorschotten” genoemd. Indien het
duidelijk is dat die voorschotten niet zullen worden terugbetaald, moeten deze meteen als
overdrachten worden geclassificeerd. Indien later toch terugbetalingen zouden plaatsvinden, dan
zullen deze ook bij de overdrachten worden geboekt.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
95
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Definitie
Exploitatiesubsidies zijn inkomensoverdrachten uitgekeerd door de overheid in het kader van het
economische en sociale beleid aan ingezeten eenheden die verhandelbare goederen en/of diensten
voortbrengen.
Zij maken het mogelijk eventueel de verkoopprijs, zoals die normaal gezien uit de werkelijke
productiekosten voortvloeit, te verlagen. Het doel is dan ook de verkoopprijzen te beïnvloeden en/of
een toereikende beloning van de productiefactoren mogelijk te maken. In principe is het effect van de
subsidie tegenovergesteld aan dat van de indirecte belastingen, die kostprijsverhogend werken.
Inbegrepen
 vermindering van patronale bijdragen voor bepaalde specifieke groepen (economische code 31.40)
Uitgesloten
Exploitatiesubsidies uitgekeerd aan bedrijven door Europese communautaire instellingen moeten niet
worden opgenomen in de economische hergroepering (zelfs als ze worden doorgevoerd via de
rekening van een instelling opgenomen in de economische hergroepering). Zij die dit soort
verrichtingen willen boeken in de economische hergroepering, moeten de groepen 03 en 08
gebruiken.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Investeringsbijdragen, herstel van rampenschade, schuldkwijtschelding en andere
schadeloosstellingen behoren tot de kapitaaloverdrachten (hoofdgroep 5).
96
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Subgroep
31.1
Rentesubsidies
Economische
code
31.11
Rentesubsidies aan overheidsbedrijven
Economische
code
31.12
Rentesubsidies aan andere bedrijven
Definitie
Rentesubsidies toegekend aan productie-eenheden moeten ook als exploitatiesubsidies worden
geboekt, zelfs indien zij tot doel hebben de investering te vergemakkelijken. Deze vergoedingen
vormen immers overdrachten die beogen de exploitatielasten van de producenten te verlichten. Zij
worden geboekt als subsidies aan de begunstigde producenten, ook als het renteverschil in feite door
de overheid rechtstreeks wordt uitgekeerd aan de kredietinstelling die de lening heeft verstrekt.
Inbegrepen
De subgroep 31.1 is onderverdeeld in 2 economische codes:
 31.11: indien de begunstigde een overheidsbedrijf is;
 31.12: indien de begunstigde een niet-overheidsbedrijf is.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
97
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Subgroep
31.2
Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Economische
code
31.21
Prijssubsidies aan overheidsbedrijven
Economische
code
31.22
Overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Definitie
Onder subgroep 31.2 boekt men de exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven andere dan
rentesubsidies (subgroep 31.1).
Inbegrepen
 economische code 31.21: prijssubsidies aan overheidsbedrijven
 economische code 31.22: overige exploitatiesubsidies aan overheidsbedrijven
Uitgesloten


Courante toelagen aan intercommunales geklasseerd in de sector S.1313 (lokale overheden)
volgens de lijst van de eenheden van de overheidssector van het INR worden geklasseerd onder
de economische code 45.53.
Zelfstandigen worden geklasseerd in de sector van de gezinnen, ook voor wat betreft hun
beroepsactiviteiten. Toelagen aan zelfstandigen moeten dan ook worden geklasseerd in groep 31
en mogen niet worden verward met sociale uitkeringen of andere overdrachten naar gezinnen.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
 Prijssubsidies zijn subsidies die per geproduceerde eenheid van goederen of diensten worden
uitgekeerd.
 Onder code 31.22 horen bijvoorbeeld:
- de exploitatietoelagen die voorwaardelijk aan een overheidsbedrijf worden toegekend in
samenhang met een programmacontract;
- de toelagen aan overheidsbedrijven om de loonkosten te dekken;
- lopende toelagen aan intercommunales geklasseerd in de sector van de niet-financiële
ondernemingen (S.11) volgens de lijst van de eenheden van de overheidssector van het INR.
98
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Subgroep
31.3
Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan
overheidsbedrijven
Economische
code
31.31
Prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
Economische
code
31.32
Overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan
overheidsbedrijven
Definitie
Onder subgroep 31.3 registreert men de subsidies aan niet-overheidsbedrijven die geen
rentesubsidies zijn (subgroep 31.1).
Inbegrepen
 economische code 31.31: prijssubsidies aan andere producenten dan overheidsbedrijven
 economische code 31.32: overige exploitatiesubsidies aan andere producenten dan
overheidsbedrijven
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
 Prijssubsidies zijn subsidies die per geproduceerde eenheid van goederen of diensten worden
uitgekeerd.
 Onder code 31.32 horen bijvoorbeeld:
subsidies aan privébedrijven om de vervuiling tegen te gaan;
subsidies aan privébedrijven om de loonkosten te dekken.
99
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
31
Exploitatiesubsidies
Subgroep
34.4
Vermindering van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen
Economische
code
31.40
Vermindering van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen
Definitie
Onder code 31.40 boekt men de verminderingen van werkgeversbijdragen voor bepaalde
doelgroepen.
Inbegrepen

Specifieke bijdragenverminderingen
Loonmatiging universiteiten
Wetenschappelijk onderzoek

Vermindering patronale bijdragen
- Eerste aanwervingen (1,2,3)
- Uitbreiding eerste aanwervingen tot 4e en 5e
- Arbeidsduurvermindering
- Vervanger in de publieke sector
- Horeca

Geregionaliseerde bijdragenverminderingen
Gesubsidieerde contractuelen
Baggeraars (naar HVKZ)
Huispersoneel
Kunstenaars
Onthaalouders
Herstructurering
Jonge werknemers
Langdurig werkzoekenden
Activering Preventiepersoneel
Doorstromingsprogramma's
SINE (sociale inschakelingseconomie)
Oudere werknemers
Mentors
100
Uitgesloten
Structurele bijdragenvermindering zowel het deel forfait als de component voor lage en hoge lonen.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
101
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
32
Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan
bedrijven en financiële instellingen
Economische
code
32.00
Inkomensoverdrachten, die geen exploitatiesubsidies zijn, aan
bedrijven en financiële instellingen
Definitie
Deze code is een restpost voor het registreren van de inkomensoverdrachten, die geen
exploitatietoelagen zijn, aan bedrijven en financiële instellingen.
Inbegrepen
 de overdrachten aan overheidsbedrijven bedoeld om een deel van de pensioenlasten te
dekken van hun voormalige beambten
 in het kader van een rechtszaak, de gerechtskosten terugbetaald aan de winnende partij,
indien deze een onderneming of een vzw ten behoeve van de ondernemingen is
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
102
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
33
Inkomensoverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
33.00
Inkomensoverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Definitie
Tot deze groep behoren de tegemoetkomingen in de lopende uitgaven van vzw’s met eigen
rechtspersoonlijkheid ten behoeve van gezinnen.
Inbegrepen
 overdrachten naar stichtingen, verenigingen, enz. die werkzaam zijn op het gebied van cultuur,
recreatie, toerisme, dierenbescherming, alcoholismebestrijding, sportbeoefening enz., alsook
kerkgemeenschappen en andere levensbeschouwelijke verenigingen
 in het kader van een rechtszaak, de gerechtskosten terugbetaald aan de winnende partij, indien
deze een vzw ten behoeve van de gezinnen is
Uitgesloten
Overdrachten naar vzw’s die als eenheden van de overheidssector worden beschouwd (sector S.13).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Grens tussen aankoop van goederen en diensten en lopende overdrachten
Een betaling van de overheid aan een vzw moet als een lopende aankoop van goederen en diensten
worden behandeld indien de overheid als tegenprestatie iets ontvangt waarvan ze eigenaar wordt en
dat ze voor haar werking gebruikt (bijv.: papierwaren, klein kantoormaterieel, een wetenschappelijke
studie, een technische analyse, advies en ondersteuning in een specifiek domein, …), tenzij het
bedrag duidelijk niet in verhouding staat tot de betrokken levering. In dat geval dient het betaalde
bedrag als een overdracht te worden beschouwd.
De betalingen die deze voorwaarde niet vervullen dienen als lopende overdrachten zonder
tegenprestatie te worden behandeld. Dit is specifiek het geval voor betalingen voor het ondersteunen
van sociaal-culturele doelstellingen waarbij de vzw als enige voorwaarde wordt opgelegd dat ze
bewijsstukken voorlegt betreffende de aanwending van de gelden die haar ter beschikking worden
gesteld. Herhaaldelijke betalingen vanwege de administratie suggereren overdrachten zonder
tegenprestatie.
Idealiter zou men de zaak geval per geval moeten bekijken en de contractvoorwaarden tussen de
overheid en de betrokken vzw moeten onderzoeken.
103
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Definitie
Deze groep omvat de uitkeringen die aan gezinnen worden toegekend om de lasten te dekken die
voortvloeien uit het bestaan van bepaalde risico’s of behoeften, zonder dat de begunstigden tegelijk
een gelijkwaardige tegenprestatie leveren.
Inkomensoverdrachten
aan
gezinnen
komen
vooral
voor
in
de
subsector
socialezekerheidsinstellingen, waar zij betrekking hebben op de uitkeringen die deze instellingen doen
ten behoeve van de gezinnen krachtens verzekeringsaanspraken. Het maakt geen verschil uit of die
uitkeringen rechtstreeks aan de gezinnen dan wel aan de productie-eenheden (bijvoorbeeld verpleegen verzorgingstehuizen) plaatsvinden als gehele of gedeeltelijke betaling voor de diensten die zij aan
de sociaal verzekerden verlenen.
Naast de socialezekerheidsinstellingen doen ook de centrale en lokale overheden nog uitkeringen aan
gezinnen die in omstandigheden zijn gekomen die bijstand van overheidswege noodzakelijk maken.
De overlevingspensioenen van het overheidspersoneel en de oorlogspensioenen nemen in deze
groep een bijzondere plaats in.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
104
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.1
Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel
Economische
code
34.10
Weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel
Definitie
De weduwen- en wezenpensioenen van het overheidspersoneel worden onder code 34.10 geboekt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De brutobedragen van de uitgekeerde weduwen- en wezenpensioenen worden geboekt onder code
34.10. De inhoudingen op de wedden (begrepen in de brutolonen) worden als een ontvangst van de
overheid onder de code 37.60 geboekt.
105
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.2
Oorlogspensioenen
Economische
code
34.20
Oorlogspensioenen
Definitie
Het gaat hier om alle pensioenen, renten en gratificaties die de overheid uitkeert voor lichamelijke en
psychische schade en gelopen risico’s die voortvloeien uit oorlogsomstandigheden.
Inbegrepen
De schadeloosstelling voor oorlogsinvaliditeit, begrepen in de militaire pensioenen, wordt niet als
overdracht beschouwd maar als ouderdomspensioen (code 11.33) omdat zij niet kan worden
afgezonderd.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
106
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.3
Overige sociale uitkeringen
Economische
code
34.31
Geldelijke uitkeringen
Economische
code
34.32
Uitkeringen in natura
Definitie
De sociale uitkeringen die tot deze groep behoren, worden opgesplitst in geldelijke uitkeringen (code
34.31) en uitkeringen in natura (code 34.32).
De lijst van risico’s of behoeften die aanleiding kunnen geven tot sociale uitkeringen is zoals
voorgeschreven als volgt vastgesteld:
a)
b)
c)
d)
e)
f)
g)
h)
i)
j)
k)
l)
ziekte;
invaliditeit en handicap;
arbeidsongeval en beroepsziekte;
ouderdom;
overleven;
moederschap;
gezin;
tewerkstellingsbevordering;
werkloosheid;
huisvesting;
opvoeding;
armoede.
Inbegrepen
Uitgesloten
107
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De meerderheid van de sociale uitkeringen gebeuren in speciën. Onder uitkeringen in natura vallen
onder meer:
 rechtstreekse tegemoetkomingen: geneesmiddelen, prothesen, apparaten die rechtstreeks
geleverd worden aan militaire en burgerlijke slachtoffers van oorlog en politieke evenementen;
 medische verzorging, chirurgische ingrepen en verzorging in ziekenhuizen rechtstreeks verstrekt
aan gehandicapten, behoeftigen, vluchtelingen, ...
 de terugbetalingen aan gezinnen ten gevolge van aankopen van farmaceutische producten,
medische verzorging, enz.
108
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.4
Overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers
Economische
code
34.41
Geldelijke uitkeringen
Economische
code
34.42
Uitkeringen in natura
Definitie
Ook deze overige uitkeringen aan gezinnen als verbruikers worden opgesplitst in geldelijke
uitkeringen (code 34.41) en uitkeringen in natura (code 34.42).
Inbegrepen
Zoals voorgeschreven behoren tot deze subgroep:
 reisbeurzen;
 schadeloosstellingen voor het verlies van verbruiksgoederen (bijvoorbeeld verlies van meubilair ten
gevolge van natuurrampen). Voor de niet-verbruiksgoederen, zie code 53.20;
 in het kader van een rechtszaak, de gerechtskosten terugbetaald aan de winnende partij, indien
deze een gezin is.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
109
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
34
Inkomensoverdrachten aan gezinnen
Subgroep
34.5
Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten
Economische
code
34.50
Overige uitkeringen aan gezinnen als producenten
Definitie
Het betreft hier uitkeringen andere dan exploitatiesubsidies, zoals premies in verband met artistieke
activiteiten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
110
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Definitie
Deze groep dekt alle overdrachtverrichtingen in speciën of in natura tussen nationale overheden en de
rest van de wereld. Hij dekt de overdrachten aan internationale instellingen en de overdrachten aan
vreemde landen (al dan niet overheden).
Inbegrepen
Uitgesloten
 de investeringsbijdragen en de kapitaaloverdrachten aan de rest van de wereld (groep 54)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
111
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Economische
code
35.10
Aan EU-instellingen
Definitie
Onder de code 35.10 worden de lopende bijdragen geboekt die worden gestort aan instellingen van
de Europese Unie.
Inbegrepen
 afgestane btw
 bni-bijdrage aan de Europese Unie
Uitgesloten
 belastingen verbonden aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid
 douanerechten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
112
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Economische
code
35.20
Aan lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
35.30
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
De lopende overdrachten aan de lidstaten van de Europese Unie worden geboekt onder de code
35.20 als de begunstigde een overheidsinstelling is en 35.30 als de begunstigde geen
overheidsinstelling is.
Inbegrepen
 hulp aan andere lidstaten van de Europese Unie (code 35.20)
 rechtstreekse hulp aan buitenlandse studenten uit een lidstaat van de Europese Unie (code 35.30)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
113
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdrachten aan het buitenland
Economische
code
35.40
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Definitie
Onder de economische code 35.40 boekt men inkomensoverdrachten aan andere internationale
instellingen dan de Europese Unie: het IMF, de UNO, de NATO, de OESO, enz.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
114
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
35
Inkomensoverdracht aan het buitenland
Economische
code
35.50
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
35.60
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
De lopende overdrachten aan niet-lidstaten van de Europese Unie worden geboekt onder de code
35.50 als de verkrijger een overheid is, en onder de code 35.60 als de verkrijger geen overheid is.
Inbegrepen
 hulp aan een buitenlandse Staat die geen lid is van de Europese Unie (code 35.50)
 rechtstreekse hulp aan ingezetenen van landen die geen lid zijn van de Europese Unie (code
35.60)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
115
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
36
Indirecte belastingen en heffingen
Economische
code
36.10
Invoerrechten
Economische
code
36.20
Accijnzen en andere verbruiksbelastingen
Economische
code
36.30
Belasting op de toegevoegde waarde
Economische
code
36.40
Registratierechten
Economische
code
36.50
Winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare bedrijven
met een monopolistisch karakter
Economische
code
36.60
Verkeersbelasting
Economische
code
36.70
Milieuheffingen
Economische
code
36.80
Heffingen en belastingen op onroerende goederen, met uitzondering
van de onroerende voorheffing
Economische
code
36.90
Diverse belastingen
Definitie
Belastingen zijn verplichte heffingen zonder aanwijsbare tegenprestatie die volgens algemene regels
worden geheven. Indirecte belastingen worden geboekt onder de groep 36. Die wordt onderverdeeld
volgens het soort belasting.
116
Inbegrepen
De code 36 wordt als volgt opgesplitst:









36.10: invoerrechten;
36.20: accijnzen en andere verbruiksbelastingen;
36.30: belasting op de toegevoegde waarde;
36.40: registratierechten;
36.50: winsten van fiscale overheidsmonopolies of van openbare bedrijven met een
monopolistisch karakter;
36.60: verkeersbelasting;
36.70: milieuheffingen;
36.80: heffingen en belastingen op onroerende goederen, met uitzondering van de
onroerende voorheffing;
36.90: diverse belastingen, waaronder de kansspelbelastingen, de uitvoerheffingen, de
keuringsrechten en de vermakelijkheidsbelastingen.
Uitgesloten
 fiscale boeten (groep 38) behalve wanneer men ze niet kan scheiden van de overeenstemmende
belasting
 verwijlinteresten (groep 26) tenzij ze niet te scheiden vallen van de overeenkomstige belasting
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Betalingen geïnd voor emissierechten van het type "European Union Allowances" (EUA), die
afgeleverd zijn in het Europees stelsel "Emission Trading System" (EU ETS), moeten worden geboekt
als indirecte belastingen (code 36.90). In theorie zouden deze belastingen moeten worden geboekt op
het ogenblik waarop de luchtvervuiling plaatsvindt. In praktijk echter worden ze geboekt op het
ogenblik waarop deze rechten worden teruggegeven aan de bevoegde overheid, zijnde in april van
het jaar t+1. Het verschil tussen het ogenblik waarop de Staat de bedragen int van de verkoop van de
rechten (via opbod) en het ogenblik waarop de rechten worden teruggegeven doet een financiële
verbintenis ontstaan voor de Staat en een financiële schuldvordering voor de houder.
117
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Deze groep omvat vooral de belastingen die regelmatig geheven worden op het inkomen of het
kapitaal en waarvan de berekening gewoonlijk geschiedt met inachtneming van de individuele
omstandigheden van de belastingplichtigen (gezinslasten, woonplaats, aard van de bedrijvigheid,
enz.).
Derhalve behoren tot de directe belastingen ook de roerende voorheffing, de dividendbelasting en de
belasting op onroerend goed (aangezien deze, gelet op de criteria die worden toegepast bij aanslag
en inning, moeten worden geacht deel uit te maken van de belasting op het inkomen).
Inbegrepen
Uitgesloten
Eenmalige belasting op het kapitaal, successierechten en andere soortgelijke buitengewone
belastingen worden bij de kapitaaloverdrachten ingedeeld (groep 56).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
118
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
37.10
Directe belastingen ten laste van bedrijven, kredietinstellingen
en verzekeringsmaatschappijen
Definitie
Onder de code 37.10 worden de directe belastingen geboekt afkomstig van bedrijven,
kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen.
Inbegrepen





de onroerende voorheffing ten laste van bedrijven
de roerende voorheffing ten laste van bedrijven
de vennootschapsbelasting (inkohieringen en voorafbetalingen)
belastingen ten laste van niet-ingezetenen (vennootschappen)
de jaarlijkse taks op collectieve beleggingsinstellingen
Uitgesloten
 de onroerende en roerende voorheffing ten laste van natuurlijke personen (37.20)
 de belasting op niet-ingezetenen ten laste van natuurlijke personen (37.20)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Sommige belastingen worden globaal aangerekend op een enkel ontvangstenartikel. Toch moet via
een verschillende economische code een onderscheid worden gemaakt tussen het gedeelte
“vennootschappen” (37.10) en het gedeelte “natuurlijke personen” (37.20).
119
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
37.20
Directe belastingen ten laste van gezinnen en vzw’s ten behoeve van
de gezinnen
Definitie
Onder de code 37.20 worden de directe belastingen geboekt ten laste van de gezinnen en vzw’s ten
behoeve van de gezinnen.
Inbegrepen






de onroerende voorheffing ten laste van natuurlijke personen
de roerende voorheffing (natuurlijke personen)
de belasting ten laste van niet-ingezetenen (natuurlijke personen)
personenbelasting (inkohieringen en bedrijfsvoorheffing)
de belasting op de werkgeversparticipatie
de belastingen op de vzw’s
Uitgesloten
 de onroerende en roerende voorheffing ten laste van vennootschappen (37.10)
 de belasting op niet-ingezetenen ten laste van vennootschappen (37.10)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Sommige belastingen worden globaal aangerekend op een enkel ontvangstenartikel. Toch moet via
een verschillende economische code een onderscheid worden gemaakt tussen het gedeelte
“vennootschappen” (37.10) en het gedeelte “natuurlijke personen” (37.20).
120
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
37.30
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werkgevers – overheid
Definitie
Onder de code 37.30 worden de ontvangsten geboekt uit bijdragen voor de sociale zekerheid ten laste
van de overheid als werkgever.
Inbegrepen
 de werkgeversbijdragen
 de responsabiliseringsbijdrage
 de werkgeversbijdragen van de instellingen aangesloten bij de pool der parastatalen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
121
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
37.40
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van andere werkgevers
Definitie
Onder de code 37.40 worden de ontvangsten geboekt uit de socialezekerheidsbijdragen ten laste van
andere werkgevers dan de overheid.
Inbegrepen
 de werkgeversbijdragen van overheidsbedrijven (bpost, Belgacom, Belgocontrol, BIAC, NMBS)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
122
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
37.50
Socialezekerheidsbijdragen ten laste van werknemers
Definitie
Onder de code 37.50 worden de ontvangsten geboekt uit de socialezekerheidsbijdragen ten laste van
de werknemers.
Inbegrepen




de solidariteitsbijdrage
de persoonlijke bijdrage van de managers
de afhouding op het vakantiegeld
de persoonlijke bijdragen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
123
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
37.60
Bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen
Definitie
De sociale bijdragen voor het Fonds voor Overlevingspensioenen worden geboekt onder de
economische code 37.60.
Inbegrepen
 de persoonlijke bijdragen voor het pensioenfonds
 de bijdrage voor begrafeniskosten
 de emeritaatafhouding
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
124
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
37
Directe belastingen en bijdragen gestort aan de
socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
37.70
Andere verplichte bijdragen
Definitie
Onder de code 37.70 worden de bijdragen of directe belastingen geboekt andere dan deze die vallen
onder de economische codes 37.10 tot 37.60.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
125
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
38
Overige inkomensoverdrachten van bedrijven, financiële instellingen,
vzw’s ten behoeve van de gezinnen en van gezinnen en ontvangen
subsidies
Economische
code
38.10
Van bedrijven
Economische
code
38.20
Van kredietinstellingen
Economische
code
38.30
Van verzekeringsmaatschappijen
Economische
code
38.40
Van vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
38.50
Van gezinnen
Economische
code
38.60
Ontvangen subsidies
Definitie
Tot deze groep behoren de overige inkomensoverdrachten en betalingen zonder tegenprestatie,
andere dan die van de groepen 36 en 37.
Voorbeelden zijn giften, inzamelingen voor de overheid, strafrechtelijke boeten, fiscale boeten,
schadeloosstellingen door verzekeringsmaatschappijen, ...
126
Inbegrepen
Zijn inbegrepen in de codes 38.10 tot 38.50:
 belastingboeten
 opbrengsten van geschillen
 strafrechtelijke boetes
 giften en legaten van weinig belang
 schadeloosstellingen vanwege verzekeringsmaatschappijen
Zijn uitgesloten in de codes 38.10 tot 38.50:
 ontvangen subsidies
Zijn inbegrepen in de code 38.60 Ontvangen subsidies:
De subsidies afkomstig van overheidsdiensten die ze toekennen in het kader van de algemene
bepalingen die van toepassing zijn op zowel privéproducenten als op publieke producenten. Deze
rubriek bevat namelijk:




de verminderingen van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen van de
Gemeenschappen en Gewesten toegekend via de RSZ en de DIBISS (voor rekening van de
G&G)
de federale verminderingen van werkgeversbijdragen voor bepaalde doelgroepen rechtstreeks
toegekend door de RSZ
de vrijstellingen van betaling van de bedrijfsvoorheffing ten laste van de FOD Financiën
de subsidies Sociale Maribel toegekend door de RSZ en de DIBISS via het Fonds Sociale
Maribel
Zijn uitgesloten in de code 38.60 Ontvangen subsidies:
 de dotaties, zonder belang of ze al dan niet voorzien zijn in de bijzondere financieringswet
 de toegekende delen van belastingen evenals de gewestelijke belastingen
 de overdrachten die voortvloeien uit conventies tussen de publieke autoriteiten en de
overheidseenheden die ze ontvangen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De andere inkomensoverdrachten worden opgesplitst tussen de codes 38.10 tot 38.50 naargelang de
sector waar de overdracht vandaan komt.
127
Hoofdgroep
3
Inkomensoverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
39
Inkomensoverdrachten van het buitenland
Economische
code
39.10
Van EU-instellingen
Economische
code
39.20
Van lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
39.30
Van lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische
code
39.40
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische
code
39.50
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
39.60
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder deze groep 39 worden de inkomensoverdrachten van het buitenland geboekt. Net als de groep
35 moeten de inkomensoverdrachten uit het buitenland worden geboekt onder de codes 39.10 tot
39.60 naargelang van de herkomst van deze overdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De boeking van subsidies vanwege de Europese Unie gebeurt met de economische code 39.10
(lopende subsidies) of met de economische code 59.11 (kapitaalsubsidies). Voor meer detail zie
bijlage 4.
128
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Definitie
Hoofdgroep 4 betreft de inkomensoverdrachten binnen de overheidssector. De overheidssector omvat
de volgende subsectoren:
 federale overheid;
 sociale zekerheid;
 lokale overheden;
 gemeenschappen;
 gewesten;
 gesubsidieerd autonoom onderwijs.
Inbegrepen









41: inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep (uitgaven)
42: inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
43: inkomensoverdrachten aan lokale overheden
44: inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
45: inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen
46: inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep (ontvangsten)
47: inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
48: inkomensoverdrachten van lokale overheden
49: inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
129
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Definitie
Onder institutionele groep verstaat men de verschillende entiteiten die samen de centrale overheid
vormen, namelijk de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de
gemeenschapscommissies.
Een institutionele groep is meestal samengesteld uit verschillende eenheden waarvan de begrotingen
en de rekeningen met die van de institutionele overheid moeten worden samengevoegd om de
economische hergroepering van de institutionele groep in kwestie te verkrijgen. De institutionele
overheden zijn de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de
gemeenschapscommissies.
Om te weten welke eenheid bij welke institutionele overheid hoort, kan men teruggrijpen naar de lijst
van de eenheden van de overheidssector opgesteld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen
en gepubliceerd op de website van de NBB en in het jaarverslag van de Algemene Gegevensbank.
De eenheden die bij de federale overheid horen, vallen onder sector S.1311 terwijl deze die met de
verschillende gewesten, gemeenschappen of gemeenschapscommissies moeten worden
samengevoegd, onder sector S.1312 vallen.
Inbegrepen







41.10: inkomensoverdrachten aan de institutionele overheid
41.20: inkomensoverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen
41.30: inkomensoverdrachten aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie
41.40: inkomensoverdrachten aan administratieve openbare instellingen
41.50: inkomensoverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
41.60: inkomensoverdrachten aan vzw’s van de overheid
41.70: inkomensoverdrachten aan andere eenheden van de overheid
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
130
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
41.10
Aan de institutionele overheid
Definitie
Onder code 41.10 worden de inkomensoverdrachten geboekt van een eenheid naar de institutionele
overheid waarmee die eenheid moet worden geconsolideerd volgens de lijst van de eenheden van de
overheidssector.
Inbegrepen
 inkomensoverdracht van een ADBA (administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie)
 inkomensoverdracht van een AOI (administratieve openbare instelling) naar de institutionele
overheid
 inkomensoverdracht van een onderwijsinstelling van de institutionele overheid
 inkomensoverdracht van een vzw van de overheid
Uitgesloten
De verrichtingen die leiden tot een facturatie moeten niet worden beschouwd als overdrachten en
moeten worden geboekt in groep 12.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Als tegenboeking worden de ontvangsten geboekt op het niveau van de institutionele overheid onder
de overeenkomstige code « 46.xx ».
131
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
41.20
Aan niet-organieke begrotingsfondsen
Definitie
Onder code 41.20 worden de inkomensoverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen geboekt.
De niet-organieke begrotingsfondsen werden afgeschaft door de wet van 28 juni 1989. Die code zou
dus in principe niet langer mogen worden gebruikt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
132
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
41.30
Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie
(ADBA)
Definitie
De overdrachten aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie worden geboekt
onder de code 41.30. Die overdrachten kunnen zowel door de institutionele overheid als door een
andere eenheid (ADBA, AOI, …) worden uitgevoerd.
Inbegrepen
Voorbeelden:
De lopende dotatie van de federale overheid:
 aan de Nationale Kas voor Rampenschade;
 aan Selor;
 aan de staatsdienst met afzonderlijk beheer voor het beheer van de identiteitskaarten en het
Rijksregister;
 aan de culturele wetenschappelijke instellingen die niet als administratieve openbare instellingen
worden beschouwd.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De ontvangsten worden geboekt op het niveau van de ADBA onder de overeenkomstige code 46.xx.
133
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
41.40
Aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Definitie
Onder de economische code 41.40 boekt men de lopende dotaties aan administratieve openbare
instellingen die al dan niet onder de wet van 1954 vallen en die dienen te worden geconsolideerd op
basis van de lijst van de eenheden van de overheidssector.
Inbegrepen
Voorbeelden:




lopende dotatie van de federale overheid aan het FAVV
lopende dotatie van de federale overheid aan de Regie der Gebouwen
lopende dotatie aan het Studiecentrum voor Kernenergie
lopende dotatie aan VOI’s A, IVA’s met rechtspersoonlijkheid, VOI’s B en Sui Generis, Eigen
Vermogens en publiekrechtelijke EVA’s, Herculesstichting
Uitgesloten
 lopende dotatie aan vzw’s en andere privaatrechtelijke EVA’s
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De ontvangsten worden geboekt op het niveau van de AOI onder de overeenkomstige code 46.xx.
134
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
41.50
Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Definitie
Onder code 41.50 boekt men de inkomensoverdrachten aan onderwijsinstellingen van de institutionele
overheid.
Inbegrepen





scholen
hogescholen
universiteiten
internaten
associaties
Uitgesloten
 de inkomensoverdrachten aan instellingen van het gesubsidieerd autonoom onderwijs (cf. groep
44)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
135
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
41.60
Aan vzw’s van de overheid
Definitie
Onder code 41.60 boekt men de overdrachten aan vzw’s van de overheid, namelijk deze opgenomen
in de lijst van de eenheden van de overheidssector onder de sectoren S.1311 (federale overheid) of
S.1312 (gewesten, gemeenschappen, gemeenschapscommissies).
Inbegrepen
Voorbeeld:
 inkomensoverdracht van de FOD Volksgezondheid aan de vzw Sociale dienst
Uitgesloten
 inkomensoverdrachten van privaatrechtelijke EVA’s andere dan vzw’s
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
136
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
41
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
41.70
Aan andere eenheden van de overheid
Definitie
Onder code 41.70 boekt men de overdrachten aan andere overheidseenheden dan deze die vallen
onder de economische codes 41.20 tot 41.60.
Inbegrepen
 de vennootschappen die binnen de consolidatieperimeter vallen
 privaatrechtelijke EVA’s die geen vzw zijn bv. LRM, PMV, Waarborgbeheer, Gigarant, Diestse
Poort, EKM’s, …
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
137
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
42
Inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
42.10
Ouderdom, overlijden, nabestaanden
Economische
code
42.20
Ziekte
Economische
code
42.30
Invaliditeit en handicap
Economische
code
42.40
Werkloosheid
Economische
code
42.50
Gezinslasten
Economische
code
42.60
Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Economische
code
42.70
Beroepsopleiding voor volwassenen
Economische
code
42.80
Globale rijkstoelage aan de sociale zekerheid
Economische
code
42.90
Overige inkomensoverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
De inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de
gemeenschapscommissies aan de socialezekerheidsinstellingen (sector S.1314 van de lijst van
eenheden van de overheidssector) worden geboekt onder groep 42. Die inkomensoverdrachten zijn
verdeeld over de economische codes 42.10 tot 42.90 volgens de aard van de overdracht.
138
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
139
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Definitie
De inkomensoverdrachten aan lokale overheden (sector S.1313) worden geboekt onder groep 43.
Inbegrepen
De inkomensoverdrachten aan lokale overheden zijn over de volgende subgroepen verdeeld:





43.1: aan provincies;
43.2: aan gemeenten;
43.3: niet gebruikt;
43.4: aan vzw’s van de lokale overheden;
43.5: aan overige lokale overheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
140
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.1
Aan provincies
Economische
code
43.11
Algemene bijdragen
Economische
code
43.12
Specifieke bijdragen
Economische
code
43.13
Bijdragen voor rentelasten
Economische
code
43.14
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Economische
code
43.15
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Economische
code
43.16
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Definitie
De inkomensoverdrachten aan provincies worden geboekt onder subgroep 43.1. Die subgroep is
verdeeld over de economische codes 43.11 tot 43.16 volgens de aard van de overdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
141
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.2
Aan gemeenten
Economische
code
43.21
Algemene bijdragen
Economische
code
43.22
Specifieke bijdragen
Economische
code
43.23
Bijdragen voor rentelasten
Economische
code
43.24
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Economische
code
43.25
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Economische
code
43.26
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Definitie
De inkomensoverdrachten aan gemeenten worden geboekt onder subgroep 43.2. Die subgroep is
verdeeld over de economische codes 43.21 tot 43.26 volgens de aard van die overdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
142
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.3
Niet gebruikt
143
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.4
Aan vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
43.40
Aan vzw’s van de lokale overheden
Definitie
De overdrachten aan vzw’s van de lokale overheden (vzw van sector S.1313) worden geboekt onder
de economische code 43.40.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
144
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
43
Inkomensoverdrachten aan lokale overheden
Subgroep
43.5
Aan overige lokale overheden
Economische
code
43.51
Politiezones
Economische
code
43.52
OCMW's
Economische
code
43.53
Intercommunales van de sector S.1313
Economische
code
43.54
Hulpverleningszones
Economische
code
45.59
Overige lokale overheden
Definitie
De inkomensoverdrachten aan overige lokale overheden zijn verdeeld over de economische codes
43.51 (politiezones), 43.52 (OCMW's), 43.53 (intercommunales van de sector S.1313), 43.54
(hulpverleningszones) en 43.59 (overige lokale overheden).
Inbegrepen
 de dotatie aan de politiezones (43.51)
 de toelage aan de OCMW’s voor het leefloon (code 43.52)
 de toelage aan de OCMW’s voor de opvang van vluchtelingen (code 43.52)
Uitgesloten
Overdrachten aan intercommunales die volgens de klassering van het INR niet tot de sector S.1313
behoren.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De lopende overdrachten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan de Brusselse agglomeratie
moeten worden geboekt onder code 43.59.
145
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
44
Inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische
code
44.10
Bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel
Economische
code
44.20
Bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel
Economische
code
44.30
Bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs
Economische
code
44.40
Bijdragen voor rentelasten van het onderwijs
Definitie
De inkomensoverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs worden geboekt onder groep
44. Groep 44 is verdeeld over de economische codes 44.10 tot 44.40 volgens de aard van de
inkomensoverdracht.
Inbegrepen
Volgende economische codes:




44.10: bijdragen voor lonen van het onderwijzend personeel;
44.20: bijdragen voor rustpensioenen van het onderwijzend personeel;
44.30: bijdragen voor overige werkingskosten van het onderwijs;
44.40: bijdragen voor rentelasten van het onderwijs.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
In deze groep worden niet enkel de overdrachten aan de instellingen zelf opgenomen, maar ook de
lonen, pensioenen en wachtgelden die de betrokken eenheid rechtstreeks stort aan het onderwijzend
personeel in actieve dienst of met pensioen.
146
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Definitie
Onder groep 45 worden de inkomensoverdrachten van een institutionele groep (federale overheid,
gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) aan een andere institutionele groep
geboekt.
Inbegrepen
Groep 45 is verdeeld over de volgende subgroepen:





45.1: inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies;
45.2: inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen;
45.3: inkomensoverdrachten aan de gewesten;
45.4: inkomensoverdrachten aan de federale overheid;
45.5: inkomensoverdrachten aan interregionale eenheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Als we het hebben over de overdracht van een institutionele groep aan een andere institutionele
groep, bedoelen we een overdracht van gelijk welk onderdeel van een institutionele groep
(institutionele overheid, AOI, ADBA, enz.) aan gelijk welk onderdeel van een andere institutionele
groep (institutionele overheid, AOI, ADBA, enz.).
147
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.1
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschapscommissies
Economische
code
45.11
Franse Gemeenschapscommissie
Economische
code
45.12
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Economische
code
45.13
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Definitie
In subgroep 45.1 boekt men de inkomensoverdrachten van de federale overheid, gemeenschappen,
gewesten of een gemeenschapscommissie aan de Franse, Vlaamse of Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt onderverdeeld in de economische codes in functie van de begunstigde
gemeenschapscommissie:
 45.11: Franse Gemeenschapscommissie
 45.12: Vlaamse Gemeenschapscommissie
 45.13: Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
148
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.2
Inkomensoverdrachten aan de gemeenschappen
Economische
code
45.24
Franse Gemeenschap
Economische
code
45.25
Vlaamse Gemeenschap
Economische
code
45.26
Duitstalige Gemeenschap
Definitie
Onder subgroep 45.2 boekt men de inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gewesten,
een gemeenschap of de gemeenschapscommissies aan de gemeenschappen.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt onderverdeeld in de economische codes in functie van de begunstigde
gemeenschap:
 45.24: Franse Gemeenschap
 45.25: Vlaamse Gemeenschap (lopende overdrachten aan het Vlaams Gewest inbegrepen)
 45.26: Duitstalige Gemeenschap
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De codes 45.21 tot 45.23 uit de economische classificatie van maart 2009 bestaan niet langer.
149
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.3
Inkomensoverdrachten aan de gewesten
Economische
code
45.34
Waals Gewest
Economische
code
45.35
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Definitie
Onder code 45.3 boekt men de inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gewesten, de
gemeenschappen of de gemeenschapscommissies aan de gewesten.
Inbegrepen
Deze subgroep is over de economische codes verdeeld volgens het begunstigde gewest:
 45.34: Waals Gewest
 45.35: Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De economische codes 45.31 tot 45.33 van de economische classificatie van maart 2009 bestaan niet
langer.
150
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.4
Inkomensoverdrachten aan de federale overheid
Economische
code
45.40
Inkomensoverdrachten aan de federale overheid
Definitie
Onder code 45.40 boekt men de inkomensoverdrachten van de gewesten, de gemeenschappen en de
gemeenschapscommissies aan de federale overheid.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
151
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
45
Inkomensoverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
45.5
Inkomensoverdrachten aan interregionale eenheden
Economische
code
45.50
Interregionale eenheden
Definitie
Onder code 45.50 worden de inkomstenoverdrachten naar interregionale eenheden geboekt. Het gaat
om eenheden van de overheidssector die onder het toezicht vallen van verschillende institutionele
groepen (federale overheid, gewesten, gemeenschappen, gemeenschapscommissies) zonder dat dit
toezicht in meerderheid kan worden toegekend aan een enkele institutionele groep.
Inbegrepen
In de lijst van de eenheden van de overheidssector van 17 april 2015 meent het INR dat volgende
eenheden moeten worden beschouwd als interregionaal:
Vitrufin
Krediet voor sociale woonbouw
Epsynomics
Belgian Mobility Card
Theodorus II
GIEI (Groupement d'intérêt économique et informatique)
Theodorus III
Viapass
Participatiefonds
Uitgesloten
Eenheden geconsolideerd met de federale overheid zoals het Agentschap voor Buitenlandse Handel.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Deze code mag enkel worden gebruikt voor overdrachten naar die enkele eenheden die als
interregionaal worden beschouwd. De lijst van deze eenheden kan mettertijd veranderen maar zal in
principe zeer beperkt blijven.
152
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Definitie
Onder institutionele groep verstaat men de verschillende entiteiten die samen de centrale overheid
vormen, namelijk de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de
gemeenschapscommissies.
Een institutionele groep is meestal samengesteld uit verschillende eenheden waarvan de begrotingen
en de rekeningen met die van de institutionele overheid moeten worden samengevoegd om de
economische hergroepering van de institutionele groep in kwestie te verkrijgen.
De institutionele overheden zijn de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de
gemeenschapscommissies.
Om te weten welke eenheid bij welke institutionele overheid hoort, kan men teruggrijpen naar de lijst
van de eenheden van de overheidssector opgesteld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen
en gepubliceerd in het jaarverslag van de Algemene Gegevensbank. De eenheden die bij de federale
overheid horen, vallen onder sector S.1311 terwijl deze die met de verschillende gewesten,
gemeenschappen of gemeenschapscommissies moeten worden samengevoegd, onder sector S.1312
vallen.
Inbegrepen







46.1: inkomensoverdrachten van de institutionele overheid
46.2: inkomensoverdrachten van niet-organieke begrotingsfondsen
46.3: inkomensoverdrachten van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie
46.4: inkomensoverdrachten van administratieve openbare instellingen
46.5: inkomensoverdrachten van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
46.6: inkomensoverdrachten van vzw’s van de overheid
46.7: inkomensoverdrachten van andere eenheden van de overheid
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
153
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
46.10
Van de institutionele overheid
Definitie
Onder code 46.10 worden de lopende ontvangsten geboekt die worden geïnd door een ADBA, AOI,
een overheids-vzw, een onderwijsinstelling of een andere overheidseenheid, komende van de
institutionele overheid waarmee hij moet worden geconsolideerd volgens de lijst van eenheden van de
overheidssector.
Inbegrepen
Voorbeelden:
 lopende dotatie ontvangen door de Regie der Gebouwen
 lopende dotatie ontvangen door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
154
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
46.20
Van niet-organieke begrotingsfondsen
Definitie
Onder code 46.20 worden de inkomensoverdrachten geboekt vanwege niet-organieke
begrotingsfondsen. Deze fondsen werden bij de wet van 28 juni 1989 afgeschaft. Deze code mag dus
in principe niet meer worden gebruikt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
155
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
46.30
Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie
(ADBA)
Definitie
Onder code 46.30 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid,
ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een ADBA die tot
dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
156
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
46.40
Van administratieve openbare instellingen (AOI)
Definitie
Onder code 46.40 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid,
ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een AOI die tot
dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen
Voorbeeld:
 ontvangst van de federale overheid komende van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en
Telecommunicatie
 inkomenoverdrachten/dotatie van VOI’s A, IVA’s met rechtspersoonlijkheid, VOI’s B en Sui
Generis, Eigen Vermogens en publiekrechtelijke EVA’s, Herculesstichting
Uitgesloten
 lopende dotatie van vzw’s en andere privaatrechtelijke EVA’s
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
157
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
46.50
Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Definitie
Onder code 46.50 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid,
ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een
onderwijsinstelling die tot dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen





scholen
hogescholen
universiteiten
internaten
associaties
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
158
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
46.60
Van vzw’s van de overheid
Definitie
Onder code 46.60 worden de lopende ontvangsten geboekt die een eenheid (institutionele overheid,
ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van een vzw die tot
dezelfde institutionele groep behoort.
Inbegrepen
Uitgesloten
 inkomensoverdrachten van privaatrechtelijke EVA’s andere dan vzw’s
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
159
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
46
Inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
46.70
Van andere eenheden van de overheid
Definitie
Onder code 46.70 worden de lopende ontvangsten geboekt die een overheidseenheid (institutionele
overheid, ADBA, AOI, onderwijsinstelling, overheids-vzw, andere overheidseenheid) krijgt van andere
overheidseenheden (dan deze onder codes 46.10 tot 46.60) die tot dezelfde institutionele groep
behoren.
Inbegrepen
 de vennootschappen die binnen de consolidatieperimeter van de betrokken institutionele groep
vallen
 privaatrechtelijke EVA’s die geen vzw zijn bv. LRM, PMV, Waarborgbeheer, Gigarant, Diestse
Poort, EKM’s, …
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
160
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
47
Inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
47.10
Ouderdom, overlijden, nabestaanden
Economische
code
47.20
Ziekte
Economische
code
47.30
Invaliditeit en handicap
Economische
code
47.40
Werkloosheid
Economische
code
47.50
Gezinslasten
Economische
code
47.60
Arbeidsongevallen en beroepsziekten
Economische
code
47.70
Beroepsopleiding voor volwassenen
Economische
code
47.80
Overige inkomensoverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
De inkomensoverdrachten van de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en de
gemeenschapscommissies aan de socialezekerheidsinstellingen (sector S.1314) worden geboekt
onder de groep 47. Deze inkomensoverdrachten zijn verdeeld over de economische codes 47.10 tot
47.80 naargelang van de aard van de overdracht.
161
Inbegrepen
Uitgesloten
Verminderingen van werkgeversbijdragen voor bepaalde specifieke doelgroepen (zie code 31.40).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
162
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Definitie
De lopende inkomensoverdrachten die de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de
gemeenschapscommissies ontvangen van de lokale overheden worden geboekt onder de groep 48.
Inbegrepen
De groep 48 wordt onderverdeeld in subgroepen volgens de herkomst van de overdrachten:





48.1: van provincies;
48.2: van gemeenten;
48.3: niet gebruikt;
48.4: van vzw’s van de lokale overheden;
48.5: van overige lokale overheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
163
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.1
Van provincies
Economische
code
48.11
Algemene bijdragen
Economische
code
48.12
Specifieke bijdragen
Definitie
De inkomensoverdrachten van provincies worden geboekt in de subgroep 48.1. Deze subgroep is
verdeeld over de economische codes 48.11 (algemene bijdragen) en 48.12 (specifieke bijdragen).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
164
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.2
Van gemeenten
Economische
code
48.21
Algemene bijdragen
Economische
code
48.22
Specifieke bijdragen
Definitie
De inkomensoverdrachten van gemeenten worden geboekt in de subgroep 48.2. Deze subgroep is
verdeeld over de economische codes 48.21 (algemene bijdragen) en 48.22 (specifieke bijdragen).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
165
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.3
Niet gebruikt
166
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.4
Van vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
48.40
Van vzw’s van de lokale overheden
Definitie
Inkomensoverdrachten vanwege vzw’s van de lokale overheden (vzw’s die behoren tot de sector
S.1313) worden geboekt onder de economische code 48.40.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
167
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
48
Inkomensoverdrachten van lokale overheden
Subgroep
48.5
Van overige lokale overheden
Economische
code
48.51
Politiezones
Economische
code
48.52
OCMW's
Economische
code
48.53
Intercommunales van de sector S.1313
Economische
code
48.54
Hulpverleningszones
Economische
code
48.59
Overige lokale overheden
Definitie
Inkomensoverdrachten vanwege overige lokale overheden zijn verdeeld over de economische codes
48.51 (politiezones), 48.52 (OCMW's), 48.53 (intercommunales van de sector S.1313), 48.54
(hulpverleningszones) en 48.59 (overige lokale overheden).
Inbegrepen
Uitgesloten
Overdrachten vanwege intercommunales die volgens de klassering van het INR niet tot de sector
S.1313 behoren.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
168
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Definitie
Onder groep 49 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door een institutionele
groep (federale overheid, gemeenschappen, gewesten of gemeenschapscommissies) en komende
van een andere institutionele groep.
Inbegrepen
De groep 49 is over de volgende subgroepen verdeeld:





49.1: gemeenschapscommissies;
49.2: gemeenschappen;
49.3: gewesten;
49.4: federale overheid;
49.5: interregionale eenheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
169
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.1
Inkomensoverdrachten van de gemeenschapscommissies
Economische
code
49.11
Franse Gemeenschapscommissie
Economische
code
49.12
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Economische
code
49.13
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Definitie
Onder de subgroep 49.1 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door de federale
overheid, de gemeenschappen, de gewesten of een gemeenschapscommissie en komende van de
Franse, de Vlaamse of de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt onderverdeeld in economische
gemeenschapscommissie die de overdracht uitvoert:
codes
in
functie
van
49.11: Franse Gemeenschapscommissie
49.12: Vlaamse Gemeenschapscommissie
49.13: Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
170
de
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.2
Inkomensoverdrachten van de gemeenschappen
Economische
code
49.24
Franse Gemeenschap
Economische
code
49.25
Vlaamse Gemeenschap
Economische
code
49.26
Duitstalige Gemeenschap
Definitie
Onder de subgroep 49.2 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door de federale
overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies, komende van de
gemeenschappen.
Inbegrepen
Deze subgroep is over de economische codes verdeeld volgens de gemeenschap die de overdracht
uitvoert:
49.24: Franse Gemeenschap;
49.25: Vlaamse Gemeenschap (inclusief Vlaams Gewest);
49.26: Duitstalige Gemeenschap.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
171
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.3
Inkomensoverdrachten van de gewesten
Economische
code
49.34
Waals Gewest
Economische
code
49.35
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Definitie
Onder de subgroep 49.3 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door de federale
overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies, komende van de
gewesten.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt onderverdeeld in economische codes naargelang van het gewest dat de
overdracht uitvoert:
49.34 : Waals Gewest
49.35 : Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
172
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.4
Inkomensoverdrachten van de federale overheid
Economische
code
49.40
Federale overheid
Definitie
Onder de economische code 49.40 boekt men de ontvangsten uit lopende overdrachten geïnd door
de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies, komende van de federale
overheid.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De economische codes 49.41 tot 49.43 uit de economische classificatie van maart 2009 bestaan niet
langer.
173
Hoofdgroep
4
Inkomensoverdrachten binnen de overheidssector
Groep
49
Inkomensoverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
49.5
Inkomensoverdrachten van interregionale eenheden
Economische
code
49.50
Interregionale eenheden
Definitie
Onder code 49.50 worden de inkomstenoverdrachten geboekt die de federale overheid, de
gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschappelijke gemeenschapscommissies ontvangen van
interregionale eenheden.
Inbegrepen
In de lijst van de eenheden van de overheidssector van 17 april 2015 meent het INR dat volgende
eenheden moeten worden beschouwd als interregionaal:
Vitrufin
Krediet voor sociale woonbouw
Epsynomics
Belgian Mobility Card
Theodorus II
GIEI (Groupement d'intérêt économique et informatique)
Theodorus III
Viapass
Participatiefonds
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Deze code mag enkel worden gebruikt voor overdrachten vanuit die enkele eenheden die als
interregionaal worden beschouwd. De lijst van deze eenheden kan met de tijd veranderen maar zal in
principe zeer beperkt blijven.
174
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Definitie
In de optiek van de nationale rekeningen worden kapitaaloverdrachten beschouwd als betalingen “om
niet” aan en van de overheid, die de verwerving of de overdracht inhouden van een of meer activa
door minstens een van de partijen betrokken bij de verrichting.
In de praktijk rijst de volgende vraag: dient de inbreng door de overheid van kapitaal in een
onderneming of in een internationale instelling in de nationale rekeningen te worden geboekt als:
- een financiële verrichting (hoofdgroep 8): in deze veronderstelling is de storting door de overheid
vergelijkbaar met een aandeelhoudershandeling in een handelscontext. De kapitaalinbreng kan
slechts als financiële verrichting worden geboekt als de overheid in ruil een financieel actief krijgt van
dezelfde waarde. Dit is een fundamenteel kenmerk van financiële verrichtingen. Door
kapitaalaandelen in te brengen in een vennootschap, treedt de overheid op als aandeelhouder om in
ruil dividenden te krijgen of een meerwaarde te verkrijgen. Daadwerkelijke storting van dividenden - of
het realiseren van meerwaarden - is aldus een belangrijk criterium om de handelscontext van de
verrichting te beoordelen en de inbreng van fondsen als een financiële verrichting te behandelen. Als
deze voorwaarden vervuld zijn, wordt de kapitaalinbreng als kapitaalverhoging geanalyseerd en dus
als financiële verrichting geboekt op het financiële instrument “aandelen en andere deelnemingen” en
zal geen weerslag hebben op het vorderingensaldo van de overheid. Bij het onderzoek van de
verwachte winst:
 moeten de toelagen en andere openbare overdrachten worden uitgesloten uit de berekening;
 moet de vergelijking worden gemaakt hetzij met de winst van de privébedrijven actief in dezelfde
bedrijfstak, hetzij met het rendement van de staatsobligaties op lange termijn.
- een niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5): in deze veronderstelling is de storting van de overheid
“om niet” en gebeurt die om algemene beleidsredenen en buiten een handelscontext. Er staat geen
tegenprestatie tegenover en heeft geen automatisch effect (en voor eenzelfde bedrag) op de
participatie van de Staat in het bedrijf. Het zal worden geanalyseerd en geboekt als
kapitaaloverdracht. Door haar optreden verwacht de overheid geen dividend terug (meestal keert een
onderneming die dergelijke overdracht geniet, geen dividend uit), maar enkel een verbetering van de
financiële toestand van de onderneming en de bevrediging van maatschappelijke behoeften (in
termen van werkgelegenheid of overheidsinfrastructuur, ...).
Inbegrepen
Als een overheid kapitaal inbrengt in een bestaand bedrijf (zonder dat daardoor de hoofdactiviteit
ervan radicaal wordt gewijzigd) dat verliezen heeft opgestapeld, en deze verliezen geboekt zijn
volgens de gebruikelijke algemene boekhoudregels, zal in het algemeen de kapitaalinbreng in zijn
geheel als niet-financiële verrichting worden behandeld (hoofdgroep 5).
175
Uitgesloten
Toch bestaan er enkele uitzonderingen:
 Wanneer tegelijk de kapitaalinbreng groter is dan het bedrag van de opgestapelde verliezen en het
duidelijk is dat het overblijvende deel uitsluitend bestemd is om te investeren in reeds
winstgevende activiteiten van het bedrijf, wordt de kapitaalinbreng behandeld als niet-financiële
verrichting binnen de grenzen van het bedrag van de verliezen (hoofdgroep 5) en als financiële
verrichting voor het deel dat overblijft (hoofdgroep 8);
 Wanneer men besloten heeft tot een “grondige herstructurering” van het bedrijf om de rendabiliteit
te herstellen. In dat geval:

wordt de kapitaalinbreng in zijn geheel behandeld als financiële verrichting
(hoofdgroep 8) als er een brede consensus bestaat over het feit dat het bedrijf
door de herstructurering in de nabije toekomst naar alle waarschijnlijkheid
opnieuw winstgevend zal worden;

als er echter onzekerheid is over de toekomstige gevolgen van de
herstructurering, wordt de kapitaalinbreng behandeld als niet-financiële
verrichting (hoofdgroep 5) binnen de grenzen van het bedrag van de
opgestapelde verliezen en als financiële verrichting (hoofdgroep 8) voor het
overblijvende deel.
 Als een overheidsbedrijf verlieslatend is en particuliere investeerders (met inbegrip van nieuwe
investeerders) substantieel deelnemen in de kapitaalinbreng, voorzover sommige voorwaarden
inzake de particuliere investeerders zijn vervuld (onder meer voor wat betreft hun rechten en
risico’s, die gelijkaardig zijn aan deze van de overheid), wordt de totale overheidsinbreng in het
kapitaal als financiële verrichting behandeld (hoofdgroep 8).
 Wanneer een overheidsbedrijf tijdens de jongste boekjaren geen verliezen heeft opgestapeld,
wordt de totale kapitaalinbreng geboekt als een financiële verrichting (hoofdgroep 8) in de rubriek
“aandelen en andere deelnemingen” (of eventueel als leningen), behalve in de veronderstelling dat
de door de overheid opgelegde activiteitsvoorwaarden van de onderneming zouden wijzigen en
ernstige twijfels zouden doen ontstaan over de toekomstige winstgevendheid van het bedrijf. In dit
geval dient de totale kapitaalinbreng als niet-financiële verrichting (hoofdgroep 5) te worden
behandeld.
 In het geval van een nieuw overheidsbedrijf, opgericht op het moment van de kapitaalinbreng, of
een bestaand bedrijf, dat een geheel nieuwe activiteit begint of nieuwe soorten activa worden
verworven, en het duidelijk is dat de overheid niet de bedoeling heeft het bedrijf voor
overheidsbeleidsdoeleinden te gebruiken: als de analyse aantoont dat na een normale periode van
verliezen (zoals men die vaststelt bij gelijkaardige investeringen) het bedrijf structureel winstgevend
zou moeten zijn, wordt de totale kapitaalinbreng als financiële verrichting behandeld (hoofdgroep
8). Indien dit niet het geval is, wordt de totale kapitaalinbreng als niet-financiële verrichting
behandeld (hoofdgroep 5).
 De investeringsbijdragen voor ondernemingen toegekend door de communautaire instellingen
worden niet opgenomen in de economische hergroepering. Zij die dit soort verrichtingen willen
boeken in de economische hergroepering moeten de groepen 03 en 08 gebruiken.
176
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
 Elke inbreng van fondsen, die geheel of gedeeltelijk als niet-financiële verrichting wordt
beschouwd, wordt op vlak van het ESR 2010 als overheidsuitgave geboekt. Daardoor heeft het
een negatief effect op het vorderingensaldo. Zelfs indien de inbreng van de overheid wettelijk de
vorm van aandelen (of andere deelnemingen) heeft aangenomen kan men een effect boeken op
het vorderingensaldo wanneer aan voormelde voorwaarden niet is voldaan.
 In de economische classificatie worden kapitaaloverdrachten opgesplitst volgens hun aard. Men
onderscheidt drie soorten:
a) Investeringsbijdragen zijn stortingen “om niet” die de overheid of de rest van de wereld ten
voordele van andere institutionele eenheden verricht en die bestemd zijn om de
vastekapitaalvorming geheel of gedeeltelijk te financieren.
Giften van kapitaalgoederen, zoals bij hulp aan ontwikkelingslanden, dienen eveneens als
investeringsbijdragen te worden beschouwd.
Woningbouwpremies worden beschouwd als investeringsbijdragen zowel voor de sector
gezinnen als voor de andere sectoren.
Jaarlijkse stortingen door de overheid aan andere (sub)sectoren voor het deel dat
overeenstemt met de aflossingen van leningen die bedrijven hebben aangegaan om
investeringen te doen, moeten ook als investeringsbijdragen worden beschouwd. In
principe moeten deze bedragen onderscheiden worden van de rentesubsidies (subgroep
31.1). Wanneer een bijdrage beide elementen bevat, zonder dat een splitsing kan worden
gemaakt, wordt de totale bijdrage als een investeringsbijdrage geboekt.
b) Vermogensheffingen zijn verplichte, door de overheid ontvangen op niet-regelmatige
basis, heffingen op het kapitaal of vermogen van institutionele eenheden. Ze worden
geacht niet te worden aangerekend op het inkomen, maar op het vermogen. Zij omvatten
onder meer successie- en schenkingsrechten en buitengewone heffingen op vermogen.
c) De overige kapitaaloverdrachten omvatten onder meer:
- schadeloosstellingen voor schade geleden tijdens de oorlog of als gevolg van een
natuurramp;
- dekking van opgestapelde verliezen van bedrijven;
- verhoging van de mathematische reserve van de pensioenkassen;
- schuldkwijtschelding en waarborgstortingen;
- eenmalige spaarpremies toegekend aan gezinnen ter compensatie van
spaarverrichtingen gedurende een aantal jaren;
- legaten en belangrijke giften;
- jaarlijkse stortingen van de overheid aan andere (sub)sectoren ter grootte van de
aflossing (en de interesten, indien een splitsing niet mogelijk is) op de leningen
aangegaan voor andere dan investeringsdoeleinden.
 Kapitaaloverdrachten behouden hun aard ongeacht of ze gebeuren met een eenmalige storting
dan wel verspreid in de tijd. Kapitaaloverdrachten worden onderverdeeld in de hoofdgroepen 5
en 6 naargelang van de sector of subsector. Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt tussen
investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
177
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen (groep 51) zijn opgesplitst in de
subgroepen 51.1 (investeringsbijdragen aan bedrijven en financiële instellingen) en 51.2 (overige
kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Kapitaaloverdrachten aan intercommunales die niet tot de sector S.1313 behoren moeten worden
geboekt onder de codes 51.11 (investeringsbijdragen) of 51.21 (overige kapitaaloverdrachten).
178
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.1
Investeringsbijdragen
Economische
code
51.11
Investeringsbijdragen aan overheidsbedrijven
Economische
code
51.12
Investeringsbijdragen aan privébedrijven
Definitie
In subgroep 51.1 boekt men de investeringsbijdragen, dit wil zeggen stortingen “om niet” uitgevoerd
door de overheid en bestemd om de vastekapitaalvorming geheel of gedeeltelijk te financieren.
Inbegrepen
De investeringsbijdragen aan bedrijven worden opgesplitst in de economische codes 51.11 (aan
overheidsbedrijven) en 51.12 (aan privébedrijven).
Voorbeeld:
 dotatie van de federale overheid voor de investeringen van de NMBS (51.11)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
179
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.2
Overige kapitaaloverdrachten aan bedrijven
Economische
code
51.21
Overige kapitaaloverdrachten aan overheidsbedrijven
Economische
code
51.22
Overige kapitaaloverdrachten aan privébedrijven
Definitie
In subgroep 51.2 worden de kapitaaloverdrachten “om niet”, andere dan investeringsbijdragen, aan
(niet-financiële) bedrijven geboekt.
Inbegrepen
De andere kapitaaloverdrachten aan bedrijven zijn opgesplitst in de economische codes 51.21 (aan
overheidsbedrijven) en 51.22 (aan privébedrijven).
Voorbeelden:





oorlogschadevergoedingen
schadevergoedingen ten gevolge van natuurrampen
dekking van geaccumuleerde verliezen
kwijtschelding van schulden
schuldovername
Uitgesloten
Kapitaalinbrengen die de noodzakelijke voorwaarden vervullen om te worden geboekt in groep 8 (cf.
uitsluiting uit groep 5).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
180
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.3
Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen
Economische
code
51.30
Overige kapitaaloverdrachten aan kredietinstellingen
Definitie
Onder de code 51.30 worden de stortingen “om niet”, andere dan investeringsbijdragen, aan
kredietinstellingen geboekt.
Inbegrepen
Voorbeelden:






oorlogschadevergoedingen
schadevergoedingen ten gevolge van natuurrampen
dekking van geaccumuleerde verliezen
kwijtschelding van schulden
schuldovername
provisies in het kader van gestandaardiseerde waarborgen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
181
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
51
Kapitaaloverdrachten aan bedrijven en financiële instellingen
Subgroep
51.4
Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen
Economische
code
51.40
Overige kapitaaloverdrachten aan verzekeringsmaatschappijen
Definitie
Onder de code 51.40 worden de stortingen “om niet”, andere dan investeringsbijdragen, aan
verzekeringsmaatschappijen geboekt.
Inbegrepen
Voorbeelden:





oorlogschadevergoedingen
schadevergoedingen ten gevolge van natuurrampen
dekking van geaccumuleerde verliezen
kwijtschelding van schulden
schuldovername
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
182
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
52
Kapitaaloverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
52.10
Investeringsbijdragen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
52.20
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Definitie
Kapitaaloverdrachten “om niet” aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen worden in groep 52 geboekt.
Inbegrepen
De groep 52 is opgesplitst in de economische codes 52.10 (investeringsbijdragen) en 52.20 (overige
kapitaaloverdrachten).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
183
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
53
Kapitaaloverdrachten aan gezinnen
Economische
code
53.10
Investeringsbijdragen aan gezinnen
Economische
code
53.20
Overige kapitaaloverdrachten aan gezinnen
Definitie
In groep 53 worden de kapitaaloverdrachten “om niet” aan de gezinnen geboekt.
Inbegrepen
De groep 53 is opgesplitst in de economische codes 53.10 (investeringsbijdragen) en 53.20 (andere
kapitaaloverdrachten).
Voorbeelden:
 bijdragen in de investeringen van eenmanszaken en personenvennootschappen zonder
rechtspersoonlijkheid (53.10)
 woningbouwpremies voor gezinnen (53.10)
 oorlog- en rampschadevergoeding (53.20)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
184
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
54
Kapitaaloverdrachten aan het buitenland
Economische
code
54.11
Aan EU-instellingen: investeringsbijdragen
Economische
code
54.12
Aan EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Economische
code
54.21
Aan lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Economische
code
54.22
Aan lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Economische
code
54.31
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): investeringsbijdragen
Economische
code
54.32
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden): overige
kapitaaloverdrachten
Economische
code
54.41
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:
investeringsbijdragen
Economische
code
54.42
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige
kapitaaloverdrachten
Economische
code
54.51
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden):
investeringsbijdragen
Economische
code
54.52
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige
kapitaaloverdrachten
Economische
code
54.61
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden):
investeringsbijdragen
Economische
code
54.62
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden):
overige kapitaaloverdrachten
185
Definitie
Onder de groep 54 worden de kapitaalverrichtingen “om niet” geboekt alsook de giften in de vorm van
kapitaalgoederen ten voordele van de rest van de wereld, met inbegrip van de internationale
instellingen.
Voor de groep 54 wordt een dubbel onderscheid gemaakt. Het buitenland wordt vooreerst opgesplitst
overeenkomstig groep 35 en vervolgens worden de investeringsbijdragen gescheiden van de overige
kapitaaloverdrachten.
Inbegrepen

giften van militair materieel
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
In geval van twijfel tussen een kapitaal- en inkomensoverdracht aan de rest van de wereld, wordt in
het algemeen een inkomensoverdracht geboekt.
186
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
56
Vermogensheffingen
Economische
code
56.10
Van bedrijven
Economische
code
56.20
Van kredietinstellingen
Economische
code
56.30
Van verzekeringsmaatschappijen
Economische
code
56.40
Van vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
56.50
Van gezinnen
Definitie
Onder de codes 56.10 tot 56.40 worden de vermogensheffingen geboekt betaald door bedrijven,
kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en vzw’s ten behoeve van de gezinnen die in
uitzonderlijke omstandigheden worden geheven.
Onder de code 56.50 (vermogensheffingen van gezinnen) boekt men hoofdzakelijk successierechten,
schenkingsrechten en de heffing op het langetermijnsparen.
Inbegrepen
 successierechten
 schenkingsrechten
 heffing op het langetermijnsparen
Uitgesloten
Periodieke vermogensheffingen worden verondersteld aangerekend te worden op het inkomen en
worden dus beschouwd als inkomensoverdracht (groep 37).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
187
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
57
Kapitaaloverdrachten van bedrijven en financiële instellingen
(exclusief vermogensheffingen)
Economische
code
57.10
Niet gebruikt
Economische
code
57.20
Overige kapitaaloverdrachten van bedrijven
Economische
code
57.30
Overige kapitaaloverdrachten van kredietinstellingen
Economische
code
57.40
Overige kapitaaloverdrachten van verzekeringsmaatschappijen
Definitie
In groep 57 boekt men de kapitaaloverdrachten andere dan vermogensheffingen (groep 56) afkomstig
van bedrijven (57.20), kredietinstellingen (57.30) en verzekeringsmaatschappijen (57.40).
Inbegrepen
 inkomsten van de overheid voor stortingen van vroegere waarborgen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
188
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
58
Kapitaaloverdrachten van vzw’s ten behoeve van de gezinnen en van
gezinnen (exclusief vermogensheffingen)
Economische
code
58.10
Van vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
58.20
Van gezinnen
Definitie
In groep 58 worden de kapitaaloverdrachten geboekt andere dan vermogensheffingen (groep 56)
vanwege vzw’s (58.10) en gezinnen (58.20).
Inbegrepen
 legaten aan de overheid
 erfenissen die de overheid toekomen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
189
Hoofdgroep
5
Kapitaaloverdrachten aan en van andere sectoren
Groep
59
Kapitaaloverdrachten van het buitenland
Economische
code
59.11
Van EU-instellingen: investeringsbijdragen
Economische
code
59.12
Van EU-instellingen: overige kapitaaloverdrachten
Economische
code
59.21
Van lidstaten van de EU (overheden): investeringsbijdragen
Economische
code
59.22
Van lidstaten van de EU (overheden): overige kapitaaloverdrachten
Economische
code
59.30
Van lidstaten van de EU (niet-overheden): overige
kapitaaloverdrachten
Economische
code
59.41
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen:
investeringsbijdragen
Economische
code
59.42
Van internationale instellingen andere dan de EU-instellingen: overige
kapitaaloverdrachten
Economische
code
59.51
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden):
investeringsbijdragen
Economische
code
59.52
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden): overige
kapitaaloverdrachten
Economische
code
59.60
Van landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden):
overige kapitaaloverdrachten
Definitie
In groep 59 worden de kapitaaloverdrachten uit het buitenland geboekt. Net als in groep 54
onderscheidt men investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
190
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De boeking van subsidies vanwege de Europese Unie gebeurt met de economische code 39.10
(lopende subsidies) of met de economische code 59.11 (kapitaalsubsidies). Voor meer detail zie
bijlage 4.
191
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Definitie
De samenstelling van de hoofdgroep 6 inzake kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector komt
overeen met die van hoofdgroep 4 (inkomensoverdrachten binnen de overheidssector).
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen kapitaaloverdrachten die “investeringsbijdragen” vormen
voor de begunstigde en “overige kapitaaloverdrachten”.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
192
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
61
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
61.11
Investeringsbijdragen aan de institutionele overheid
Economische
code
61.12
Overige kapitaaloverdrachten aan de institutionele overheid
Economische
code
61.21
Investeringsbijdragen aan niet-organieke begrotingsfondsen
Economische
code
61.22
Overige kapitaaloverdrachten aan niet-organieke begrotingsfondsen
Economische
code
61.31
Investeringsbijdragen aan administratieve diensten met
boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische
code
61.32
Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve diensten met
boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische
code
61.41
Investeringsbijdragen aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische
code
61.42
Overige kapitaaloverdrachten aan administratieve openbare
instellingen (AOI)
Economische
code
61.51
Investeringsbijdragen aan onderwijsinstellingen van de institutionele
overheid
Economische
code
61.52
Overige kapitaaloverdrachten aan onderwijsinstellingen van de
institutionele overheid
Economische
code
61.61
Investeringsbijdragen aan vzw’s van de overheid
Economische
code
61.62
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw’s van de overheid
Economische
code
61.71
Investeringsbijdragen aan andere eenheden van de overheid
193
Economische
code
61.72
Overige kapitaaloverdrachten aan andere eenheden van de overheid
Definitie
Kapitaaloverdrachten binnen eenzelfde institutionele groep worden geboekt in groep 61.
Onder institutionele groep verstaat men de verschillende entiteiten die samen de centrale overheid
vormen, namelijk de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de
gemeenschapscommissies.
Een institutionele groep is meestal samengesteld uit verschillende eenheden waarvan de begrotingen
en de rekeningen met die van de institutionele overheid moeten worden samengevoegd om de
economische hergroepering van de institutionele groep in kwestie te verkrijgen. De institutionele
overheden zijn de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de
gemeenschapscommissies.
Om te weten welke eenheid bij welke institutionele overheid hoort, kan men teruggrijpen naar de lijst
van de eenheden van de overheidssector opgesteld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen
en gepubliceerd op de website van de NBB en in het jaarverslag van de Algemene Gegevensbank.
De eenheden die bij de federale overheid horen, vallen onder sector S.1311 terwijl deze die met de
verschillende gewesten, gemeenschappen of gemeenschapscommissies moeten worden
samengevoegd, onder sector S.1312 vallen.
Inbegrepen
De structuur van de groep 61 is gelijk aan die van groep 41. Er wordt evenwel een onderscheid
gemaakt tussen investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
194
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
62
Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
62.10
Investeringsbijdragen
Economische
code
62.20
Overige kapitaaloverdrachten
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan de socialezekerheidsinstellingen worden geboekt in groep 62 waarbij een
onderscheid wordt gemaakt tussen investeringsbijdragen (code 62.10) en overige
kapitaaloverdrachten (code 62.20).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
195
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
63
Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden
Economische
code
63.11
Investeringsbijdragen aan provincies
Economische
code
63.12
Overige kapitaaloverdrachten aan provincies
Economische
code
63.21
Investeringsbijdragen aan gemeenten
Economische
code
63.22
Overige kapitaaloverdrachten aan gemeenten
Economische
code
63.31
Niet gebruikt
Economische
code
63.32
Niet gebruikt
Economische
code
63.41
Investeringsbijdragen aan vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
63.42
Overige kapitaaloverdrachten aan vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
63.51
Politiezones
Economische
code
63.52
OCMW's
Economische
code
63.53
Intercommunales van de sector S.1313
Economische
code
63.54
Hulpverleningszones
Economische
code
63.59
Overige lokale overheden
196
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan lokale overheden worden geboekt in groep 63. De structuur van de groep
63 is gelijk aan die van groep 43. Er wordt in de subgroepen 63.1 tot 63.4 evenwel een onderscheid
gemaakt tussen investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
Inbegrepen
Uitgesloten
Kapitaaloverdrachten aan intercommunales die niet behoren tot de sector S.1313 (groep 51).
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
197
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
64
Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische
code
64.10
Investeringsbijdragen
Economische
code
64.20
Overige kapitaaloverdrachten
Definitie
Kapitaaloverdrachten aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs worden geboekt in groep 64 waarbij
investeringsbijdragen (code 64.10) onderscheiden worden van overige kapitaaloverdrachten (code
64.20).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
198
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
65
Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Economische
code
65.11
Franse Gemeenschapscommissie
Economische
code
65. 12
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Economische
code
65.13
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Economische
code
65.24
Franse Gemeenschap
Economische
code
65.25
Vlaamse Gemeenschap
Economische
code
65.26
Duitstalige Gemeenschap
Economische
code
65.34
Waals gewest
Economische
code
65.35
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Economische
code
65.40
Federale overheid
Economische
code
65.50
Interregionale eenheden
Definitie
Kapitaaloverdrachten van een institutionele groep (federale overheid, gemeenschappen, gewesten,
gemeenschapscommissies) aan een andere institutionele groep worden geboekt in groep 65. De
structuur van de groep 65 is gelijk aan die van de groep 45.
199
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Als een gewest tussenkomt in de investering in een Belgische ambassade in het buitenland moet
deze tussenkomst worden geboekt onder de code 65.40.
200
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
65
Kapitaaloverdrachten aan andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Subgroep
65.5
Kapitaaloverdrachten aan interregionale eenheden
Economische
code
65.50
Interregionale eenheden
Definitie
Onder code 65.50 worden de kapitaaloverdrachten naar interregionale eenheden geboekt. Het gaat
om eenheden van de overheidssector die onder het toezicht vallen van verschillende institutionele
groepen (federale overheid, gewesten, gemeenschappen, gemeenschapscommissies) zonder dat dit
toezicht in meerderheid kan worden toegekend aan een enkele institutionele groep.
Inbegrepen
In de lijst van de eenheden van de overheidssector van 17 april 2015 meent het INR dat volgende
eenheden moeten worden beschouwd als interregionaal:
Vitrufin
Krediet voor sociale woonbouw
Epsynomics
Belgian Mobility Card
Theodorus II
GIEI (Groupement d'intérêt économique et informatique)
Theodorus III
Viapass
Participatiefonds
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Deze code mag enkel worden gebruikt voor overdrachten naar die enkele eenheden die als
interregionaal worden beschouwd. De lijst van deze eenheden kan met de tijd veranderen maar zal in
principe zeer beperkt blijven.
201
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
66
Kapitaaloverdrachten binnen een institutionele groep
Economische
code
66.11
Investeringsbijdragen van de institutionele overheid
Economische
code
66.12
Overige kapitaaloverdrachten van de institutionele overheid
Economische
code
66.21
Investeringsbijdragen van niet-organieke begrotingsfondsen
Economische
code
66.22
Overige kapitaaloverdrachten van niet-organieke begrotingsfondsen
Economische
code
66.31
Investeringsbijdragen van administratieve diensten met
boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische
code
66.32
Overige kapitaaloverdrachten van administratieve diensten met
boekhoudkundige autonomie (ADBA)
Economische
code
66.41
Investeringsbijdragen van administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische
code
66.42
Overige kapitaaloverdrachten van administratieve openbare
instellingen (AOI)
Economische
code
66.51
Investeringsbijdragen van onderwijsinstellingen van de institutionele
overheid
Economische
code
66.52
Overige kapitaaloverdrachten van onderwijsinstellingen van de
institutionele overheid
Economische
code
66.61
Investeringsbijdragen van vzw’s van de overheid
Economische
code
66.62
Overige kapitaaloverdrachten van vzw’s van de overheid
Economische
code
66.71
Investeringsbijdragen van andere eenheden van de overheid
202
Economische
code
66.72
Overige kapitaaloverdrachten van andere eenheden van de overheid
Definitie
Ontvangsten komende uit een kapitaaloverdracht binnen een institutionele groep worden geboekt in
groep 66. De structuur van de groep 66 is gelijk aan die van de groep 61.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
203
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
67
Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
67.00
Kapitaaloverdrachten van de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Ontvangsten komende uit een kapitaaloverdracht van de socialezekerheidsinstellingen worden
geboekt onder de economische code 67.00.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
204
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
68
Kapitaaloverdrachten van lokale overheden
Economische
code
68.11
Investeringsbijdragen van provincies
Economische
code
68.12
Overige kapitaaloverdrachten van provincies
Economische
code
68.21
Investeringsbijdragen van gemeenten
Economische
code
68.22
Overige kapitaaloverdrachten van gemeenten
Economische
code
68.31
Niet gebruikt
Economische
code
68.32
Niet gebruikt
Economische
code
68.41
Investeringsbijdragen van vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
68.42
Overige kapitaaloverdrachten van vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
68.51
Politiezones
Economische
code
68.52
OCMW's
Economische
code
68.53
Intercommunales van de sector S. 1313
Economische
code
68.54
Hulpverleningszones
Economische
code
68.59
Overige lokale overheden
205
Definitie
Ontvangsten komende uit een kapitaaloverdracht van de lokale overheden worden geboekt in groep
68. De structuur van de groep 68 is gelijk aan die van de groep 63.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
206
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
69
Kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Economische
code
69.11
Franse Gemeenschapscommissie
Economische
code
69.12
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Economische
code
69.13
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Economische
code
69.24
Franse Gemeenschap
Economische
code
69.25
Vlaamse Gemeenschap
Economische
code
69.26
Duitstalige Gemeenschap
Economische
code
69.34
Waals Gewest
Economische
code
69.35
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Economische
code
69.40
Federale overheid
Economische
code
69.50
Interregionale eenheden
Definitie
Ontvangsten komende uit kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen worden geboekt in
groep 69. De structuur van deze groep is gelijk aan die van de groep 65.
207
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
208
Hoofdgroep
6
Kapitaaloverdrachten binnen de overheidssector
Groep
69
Kapitaaloverdrachten van andere institutionele groepen (federale
overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies)
Economische
code
69.50
Interregionale eenheden
Definitie
Onder de economische code 69.50 worden de kapitaaloverdrachten geboekt die worden geïnd door
de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of de gemeenschapscommissies en komen
van interregionale eenheden.
Inbegrepen
 In de lijst van de eenheden van de overheidssector van 17 april 2015 meent het INR dat volgende
eenheden moeten worden beschouwd als interregionaal:
Vitrufin
Krediet voor sociale woonbouw
Epsynomics
Belgian Mobility Card
Theodorus II
GIEI (Groupement d'intérêt économique et informatique)
Theodorus III
Viapass
Participatiefonds
 De uitkeringen van het Federale Participatiefonds aan de gewesten naar aanleiding van de
staatshervorming en de daaraan gekoppelde ontbinding en de regionalisering van het Federale
Participatiefonds.
Uitgesloten
OPMERKINGEN - AANTEKENINGEN
Deze code mag enkel worden gebruikt voor overdrachten van die enkele eenheden die als
interregionaal worden beschouwd. De lijst van deze eenheden kan mettertijd veranderen maar zal in
principe zeer beperkt blijven.
209
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Definitie
In deze hoofdgroep worden de verrichtingen ondergebracht in verband met de bruto-investeringen in
vaste activa door de overheid, met inbegrip van de zuiver militaire investeringen. Deze investeringen
hebben zowel betrekking op aankopen als op productie van kapitaalgoederen. Ook de bijkomende
kosten (onder meer registratiekosten bij aankoop van vaste activa en immateriële activa,
architectenhonoraria, enz.) en de herstellingskosten met betrekking tot vaste activa, voor zover deze
kosten de waarde vermeerderen, worden beschouwd als investeringen.
Inbegrepen
De volgende grensgevallen worden als investeringen beschouwd:
 dieren gedurende verschillende jaren voor productiedoeleinden gebruikt: kweekdieren, melkvee,
schapen gekweekt voor de wol en trekdieren;
 planten met permanente productie: fruitbomen, wijngaarden, palmbomen, enz.;
 verbeteringen aan bestaande vaste activa die het kader van courante onderhouds- en
herstellingswerkzaamheden te buiten gaan;
 vaste activa verworven via financiële leasing;
 letterkundige werken en originele kunstwerken;
 aankopen of gebruikslicenties voor software worden opgenomen als investeringen voor zover ze
herhaaldelijk of ononderbroken kunnen gebruikt worden in het productieproces gedurende meer
dan een jaar.
De ontwikkeling van software “op maat” volgt deze zelfde dubbele regel, ongeacht of ze worden
ontwikkeld door een firma buitenhuis of voor eigen rekening. Als ze voor eigen rekening worden
ontwikkeld, zullen ze tegen kostprijs worden gewaardeerd.
Uitgesloten
 goedkope kleine duurzame goederen gebruikt voor eerder eenvoudige werkzaamheden of
verrichtingen (handgereedschap zoals zagen, hamers en schroevendraaiers) of klein
bureaumateriaal zoals zakrekenmachines, GSM’s, smartphones, fototoestellen, USB-sleutels,
navigatietoestellen, enz.; vaatwasmachines, koffiethermossen,…: zoals voorgeschreven boekt het
ESR als intermediair verbruik alle uitgaven voor de aanschaf van dergelijke duurzame goederen
zonder enige prijsbeperking. In het ESR 95 werd een limiet van 500 euro (indexeerbaar)
vastgelegd. In het ESR 2010 is die drempel opgeheven.
 courante onderhouds- en herstellingswerkzaamheden
OPMERKINGEN – AANMERINGEN
De aankoop en verkoop door de overheid van onroerende goederen in het buitenland, alsook de bouw
buiten de territoriale enclaves worden niet geklasseerd in hoofdgroep 7, maar in de groepen 84 en 88,
deelnemingen en vereffeningen van deelnemingen in het buitenland. De bouw binnen deze territoriale
enclaves (bijvoorbeeld van ambassadegebouwen) wordt dan weer wel beschouwd als investering.
210
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Definitie
In groep 71 boekt men de aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland.
Inbegrepen
Deze groep wordt onderverdeeld in volgende subgroepen:
 71.1: aankoop van gronden;
 71.2: aankoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken;
 71.3: aankoop van bestaande gebouwen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
211
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Subgroep
71.1
Aankoop van gronden
Economische
code
71.11
Binnen de overheidssector
Economische
code
71.12
In andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Onder subgroep 71.1 boekt men de aankoop van gronden in het binnenland. Deze subgroep wordt
onderverdeeld in de economische codes 71.11 (aankoop van gronden binnen de overheidssector) en
71.12 (aankoop van gronden in andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Onder aankoop van gronden worden ook deze geklasseerd die aangekocht worden om gebouwen op
te bouwen of voor wegenbouwkundige werken, voor zover men beide verrichtingen kan
onderscheiden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Als de bijkomende kosten kunnen worden afgezonderd van de aankoopprijs, zullen deze worden
geboekt onder de code 74.30.
212
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Subgroep
71.2
Aankoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
71.21
Binnen de overheidssector
Economische
code
71.22
In andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Onder subgroep 71.2 boekt men de aankopen van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken.
Deze subgroep wordt onderverdeeld in de economische codes 71.21 (aankoop van bestaande
wegen- en waterbouwkundige werken binnen de overheidssector) en 71.22 (aankoop van bestaande
wegen- en waterbouwkundige werken in andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
213
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
71
Aankoop van gronden en gebouwen in het binnenland
Subgroep
71.3
Aankoop van bestaande gebouwen
Economische
code
71.31
Binnen de overheidssector
Economische
code
71.32
In andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
Onder subgroep 71.3 wordt de aankoop van bestaande gebouwen in het binnenland geboekt. Deze
subgroep wordt onderverdeeld onder de economische codes 71.31 (aankoop van bestaande
gebouwen binnen de overheidssector) en 71.32 (aankoop van bestaande gebouwen in andere
sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Als de bijkomende kosten kunnen worden afgezonderd van de aankoopprijs, zullen deze worden
geboekt onder de code 74.30.
214
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
72
Nieuwbouw van gebouwen
Economische
code
72.00
Nieuwbouw van gebouwen
Definitie
Onder de economische code 72.00 wordt de nieuwbouw van gebouwen geboekt, ongeacht of deze
wordt uitgevoerd door privébedrijven, overheidsbedrijven, overheden, …. Het betreft hier vooral
burgerlijke dienstgebouwen en scholen. Ook andere burgerlijke gebouwen gebouwd door de overheid,
zoals laboratoria, musea en dienstwoningen worden hieronder begrepen. Tot de nieuwbouw worden
eveneens de eventuele sloopwerkzaamheden gerekend.
Inbegrepen
 Alles wat integraal deel uitmaakt van gebouwen (centrale verwarming, sanitaire voorzieningen,
liften, airconditioning, enz.) wordt inbegrepen in de rubriek nieuwbouw van gebouwen.
 Voor zover werken aan bestaande gebouwen de waarde ervan verhogen of voor groot onderhoud
bestemd zijn, worden die eveneens als investeringen behandeld, of men al dan niet eigenaar van
het gebouw is.
Voorbeeld: plaatsing van een inbouwkeuken
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Herstel van schade als gevolg van oorlog of natuurrampen wordt beschouwd als nieuwbouw.
215
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
72
Nieuwbouw van gebouwen
Economische
code
72.90
Werken in onroerende staat uitgevoerd in eigen beheer
Definitie
Werken in eigen beheer komen overeen met vaste activa die de eenheid voor zichzelf aanmaakt.
Haar personeel voert deze werkzaamheden uit met materiaal dat zij aankoopt. Deze vaste activa
worden geboekt (code 19) door hun productiekosten op te tellen; deze worden steeds geboekt als
uitgaven en komen overeen met de personeelskosten (code 11), plus de kostprijs van de grondstoffen
en de andere productiekosten (code 12), met uitsluiting van de financiële kosten.
Voor werken in onroerende staat uitgevoerd in eigen beheer wordt als tegenboeking een investering in
de activa geboekt onder code 72.90.
Inbegrepen
Bijv.: het personeel van de vennootschap bouwt een niet-residentieel gebouw
Uitgesloten
OPMERKINGEN - AANTEKENINGEN
Er is geen enkele verplichting om deze codes te gebruiken. Enkel eenheden die dergelijke
verrichtingen in hun jaarrekening boeken, moeten deze codes gebruiken.
216
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Definitie
Deze
groep
omvat
de
aanleg
van
wegen,
straten,
havens,
kanalen,
dijken,
waterontruimingsinstallaties,
waterzuiveringstations,
andere
waterbouwkundige
werken,
grondverbeteringwerken en alle constructies en technische installaties die bij de aanleg worden
geplaatst, zoals bruggen, tunnels, viaducten, stuwdammen, sluizen, bebakeningen, wegsignalisatie,
wegverlichting en groenvoorzieningen.
Tot groep 73 behoren ook de eventuele sloopwerkzaamheden en de uitgaven voor herstel van
oorlogs- en natuurrampenschade.
Groep 73 omvat zowel de werken uitgevoerd in eigen beheer als deze uitgevoerd door derden
(andere overheden en andere sectoren).
Inbegrepen
Groep 73 wordt onderverdeeld in volgende economische codes:





73.10: wegenbouwkundige werken;
73.20: waterbouwkundige werken;
73.30: pijplijnen;
73.40: overige werken;
73.90: infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Herstellingen en onderhoud van wegen- en waterbouwkundige werken die de waarde ervan niet
verhogen, worden geboekt in groep 14.
217
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
73.10
Wegenbouwkundige werken
Definitie
Hiertoe behoren de wegen (van autosnelwegen tot fietspaden) met de daarin gelegen burgerlijke
bouwwerken (viaducten, tunnels, bruggen, kanaliseringen en verschillende mechanische en
elektrotechnische uitrustingen) en groenvoorzieningen. Ook parkeerterreinen worden tot de
economische code 73.10 gerekend, voor zover zij niet door een bedrijf worden uitgebaat.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
218
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
73.20
Waterbouwkundige werken
Definitie
Hieronder moeten worden geklasseerd de aanleg van havens, kanalen, vaarwaters, voorzieningen
voor ponten, dijken en andere waterbouwkundige werken, alsook de bouw van waterzuiveringstations
en systemen van waterverbeteringen van natuurlijke waterwegen (bijvoorbeeld kanaliseringen).
Bijkomende werken als groenvoorzieningen en de mechanische en elektrotechnische uitrusting, voor
zover deze laatste niet bedrijfsmatig wordt uitgebaat, worden eveneens onder deze code geboekt.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
219
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
73.30
Pijplijnen
Definitie
De investeringen in verband met pijplijnen worden geboekt onder de code 73.30.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
220
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
73.40
Overige werken
Definitie
De overige werken omvatten onder meer de voorbereiding en het egaliseren van gronden en het
uitvoeren van grondverbeteringwerken (verkaveling, drainage, enz.) voor het bouwen en de aanleg
van sportterreinen. Ook het uitvoeren van sloopwerkzaamheden voorafgaand aan werken genoemd
onder 73.10 tot en met 73.30 moet tot deze code worden geklasseerd.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
221
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
73
Wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
73.90
Infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer
Definitie
Werken in eigen beheer komen overeen met vaste activa die de eenheid voor zichzelf aanmaakt.
Haar personeel voert deze werkzaamheden uit met materiaal dat zij aankoopt. Deze vaste activa
worden geboekt (code 19) door hun productiekosten op te tellen; deze worden steeds geboekt als
uitgaven en komen overeen met de personeelskosten (code 11), plus de kostprijs van de grondstoffen
en de andere productiekosten (code 12), met uitsluiting van de financiële kosten.
Voor infrastructuurwerken uitgevoerd in eigen beheer wordt als tegenpost een investering in de activa
geboekt onder code 73.90.
Inbegrepen
Bijv.: het personeel van de vennootschap legt een weg aan, voert er grote herstelwerken aan uit of
legt terreinen aan
Uitgesloten
OPMERKINGEN - AANTEKENINGEN
Er is geen enkele verplichting om deze codes te gebruiken. Enkel eenheden die dergelijke
verrichtingen in hun jaarrekening boeken, moeten deze codes gebruiken.
222
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Definitie
Onder de groep 74 boekt men de verwerving van investeringsgoederen andere dan onroerende
goederen. De verwerving van immateriële goederen behoort eveneens tot deze groep.
Inbegrepen
Deze groep wordt onderverdeeld in volgende economische codes:









74.10: aankoop van vervoermaterieel;
74.22: verwerving van overig materieel;
74.30: overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen;
74.40: verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen;
74.50: verwerving van waardevolle voorwerpen;
74.60: verwerving van teeltgoederen (planten en dieren);
74.70: verwerving van duurzame militaire goederen;
74.80: verwerving inzake onderzoek en ontwikkeling;
74.90: roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
223
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.1
Aankoop van vervoermaterieel
Economische
code
74.10
Aankoop van vervoermaterieel
Definitie
Onder de code 74.10 boekt men de aankoop van materieel bestemd voor het vervoer van personen of
goederen.
Inbegrepen







autovoertuigen
aanhangwagens, opleggers
vaartuigen
locomotieven, elektrische treinstellen en ander rollend spoorwegmaterieel
vlieg- en ruimtetuigen
motorfietsen
fietsen
Uitgesloten
 aankoop van specifiek militair vervoermateriaal (cf. code 74.70)
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
224
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.2
Verwerving van overig materieel
Economische
code
74.21
Niet gebruikt
Economische
code
74.22
Verwerving van overig materieel
Definitie
De verwerving van materieel andere dan vervoermaterieel wordt geboekt onder de economische code
74.22, ongeacht de sector van fabricage van het materieel.
Inbegrepen














machines
computers
printers
kantoormeubelen
stoelen, zetels
gordijnen
systemen van videoparlofonie
faxtoestellen
koelkasten
microgolfovens
tafellakens, stoffen servetten
stofzuigers
aankoop van gegevensbanken
….
Uitgesloten
225
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
 Goedkope kleine duurzame goederen gebruikt voor eerder eenvoudige werkzaamheden of
verrichtingen (handgereedschap zoals zagen, hamers en schroevendraaiers) of klein
bureaumateriaal zoals zakrekenmachines, GSM’s, smartphones, fototoestellen, USB-sleutels,
GPS-toestellen, …; vaatwasmachines, koffiethermossen,…: zoals voorgeschreven boekt het ESR
als intermediair verbruik alle uitgaven voor de aanschaf van dergelijke duurzame goederen zonder
prijsbeperking. In het ESR 95 was een limiet van 500 euro (indexeerbaar) vastgelegd. Deze limiet
verdwijnt in het ESR 2010.
 Aankopen of gebruikslicenties voor software worden opgenomen als investeringen voor zover ze
bestemd zijn voor herhaaldelijk of ononderbroken gebruik in het productieproces gedurende meer
dan een jaar.
226
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.3
Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen
Economische
code
74.30
Overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen
Definitie
De overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen dienen te worden geboekt onder
de code 74.30.
Inbegrepen
 notariskosten
 heffingen en andere rechten bij eigendomsoverdracht
 erelonen voor vastgoeddeskundigen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Indien de overdrachtskosten bij aan- en verkoop van gronden en gebouwen niet kunnen worden
gescheiden van de hoofdverrichting, dienen ze te worden geboekt onder de code die overeenkomt
met de aankoop- of verkoopverrichting.
227
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.4
Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Economische
code
74.40
Verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Definitie
De verwerving van patenten, octrooien en andere immateriële goederen worden geboekt onder de
code 74.40.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Naast het EU ETS-mechanisme dat recht geeft op EUA, bestaan er nog andere mechanismen die
bepaald zijn in het verdrag van Kyoto. Zo is er de Joint Implementation (die recht geeft op Emission
Reduction Units, ERU) en het Clean Development Mechanism (dat geeft recht op Certified Emission
Reductions, CER). Voor de berekening van de indirecte belastingen komen enkel de quota in
aanmerking die binnen het land zijn geleverd (MGDD, hoofdstuk VI.5, §10). Concreet betekent dit dat
enkel "European Union Allowances”-quota in rekening worden gebracht, met uitsluiting van andere
soorten quota zoals de CER en de ERU.
De quota die landen krijgen in het EU ETS-mechanisme zijn niet-geproduceerde niet-financiële activa
die onderling inwisselbaar zijn met deze uit andere mechanismen (elk geeft recht op een uitstoot van 1
ton CO2). Indien de staat verrichtingen van deze aard uitvoert (zoals bijvoorbeeld de CREG), moeten
deze verrichtingen worden geboekt onder de economische codes 74.40 (aankoop) en 77.30
(verkoop).
228
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.5
Verwerving van waardevolle voorwerpen
Economische
code
74.50
Verwerving van waardevolle voorwerpen
Definitie
Onder de code 74.50 boekt men de verwerving van waardevolle voorwerpen.
Inbegrepen
 edelstenen en edele metalen
 antieke voorwerpen
 kunstvoorwerpen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Waardevolle voorwerpen zijn niet-financiële goederen die niet hoofdzakelijk voor productie- of
consumptiedoeleinden worden gebruikt, die onder normale omstandigheden niet aan slijtage
onderhevig zijn en die vooral als beleggingsobject worden verworven en bewaard.
229
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.6
Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren)
Economische
code
74.60
Verwerving van teeltgoederen (planten en dieren)
Definitie
De verwerving van teeltgoederen die rechtstreeks onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van
de institutionele eenheid worden geplaatst en door deze laatste worden beheerd, worden geboekt
onder de code 74.60.
Inbegrepen
 kweekvee
 melkvee en trekdieren
 wijngaarden, boomgaarden, duurzame aanplantingen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
230
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.7
Verwerving van duurzame militaire goederen
Economische
code
74.70
Verwerving van duurzame militaire goederen
Definitie
Onder de economische code 74.70 boekt men de aankoop van duurzame militaire goederen
(oorlogswapens en hun lanceermaterieel).
Inbegrepen
Uitgesloten
231
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
In het kader van de procedure bij buitensporige tekorten heeft Eurostat op 9 maart 2006 een
beslissing genomen over de boeking van uitgaven voor militaire uitrusting.
Eurostat bepaalt het moment van boeking volgens het ESR van de overheidsuitgaven voor militaire
uitrusting als zijnde het voorwerp van langetermijnovereenkomsten en ook van de huur van de
militaire uitrusting.
1. Huur van de militaire uitrusting
De huur van de militaire uitrusting wordt altijd gelijkgesteld met financiële
leasingovereenkomsten. Er is dus een weerslag op het overheidstekort en op de
overheidsschuld op het ogenblik waarop de uitrusting ter beschikking wordt gesteld van de
militaire autoriteiten en niet op het moment waarop de huurgelden worden betaald.
2. Langetermijnovereenkomsten
Er kunnen zich verschillende gevallen voordoen:
Langetermijnovereenkomsten die voorzien in leveringen van identieke elementen over een
lange periode; of die voorzien in betalingen die zowel de levering van de goederen als de
dienstverlening dekken:
boeking in de nationale rekeningen op het ogenblik dat de levering daadwerkelijk
plaatsvindt van elk element van de uitrusting of op het ogenblik dat een dienst
verleend wordt
Langetermijnovereenkomsten voor complexe systemen:
boeking op het moment waarop de afzonderlijke stukken die het systeem uitmaken
worden geleverd
Militaire uitrusting die wordt gebouwd over verschillende jaren:
boeking gebeurt op het ogenblik waarop de fysieke levering plaatsvindt van het
eindproduct
NB: Toch blijft men de militaire uitgaven aanrekenen in de begroting op basis van ordonnanceringen
/vereffeningen. Eurostat aanvaardt dit voor kleine leveringen en voor militaire uitgaven waarvan de
betaaldatum dicht bij het moment van levering ligt (tot een jaar van de datum van levering).
Voor omvangrijkere langetermijnovereenkomsten maakt Landsverdediging aan de Macrobudgettaire
Dienst een overgangstabel over die toelaat de overgang te maken van kasbasis
(ordonnancering/vereffening) naar boeking op basis van vastgestelde rechten. In de economische
hergroepering wordt dan een correctie doorgevoerd.
232
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.8
Verwerving inzake onderzoek en ontwikkeling
Economische
code
74.80
Verwerving inzake onderzoek en ontwikkeling
Definitie
Onder de economische code 74.80 boekt men de aankopen inzake onderzoek en ontwikkeling in de
vorm van onderzoekscontracten met derden waarbij de overheid eigenaar wordt van de resultaten.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
In het ESR 95 werden de aankopen inzake onderzoek en ontwikkeling in de vorm van
onderzoekscontracten met derden waarbij de overheid eigenaar wordt van de resultaten beschouwd
als aankopen van goederen en diensten. In het ESR 2010 worden de aankopen inzake onderzoek en
ontwikkeling in de vorm van onderzoekscontracten met derden beschouwd als investeringen indien de
overheid eigenaar wordt van de resultaten (code 74.80) of als overdracht indien de overheid geen
eigenaar wordt van de resultaten (economische codes van de groepen 3 en 4 naargelang van de
ontvanger van de uitgave (zie bijlage over onderzoek en ontwikkeling)).
233
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
74
Verwerving van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
74.9
Roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer
Economische
code
74.90
Roerende investeringen uitgevoerd in eigen beheer
Definitie
Werken in eigen beheer komen overeen met vaste activa die de eenheid voor zichzelf aanmaakt.
Haar personeel voert deze werkzaamheden uit met materiaal dat zij aankoopt. Deze vaste activa
worden geboekt (code 19) door hun productiekosten op te tellen; deze worden steeds geboekt als
uitgaven en komen overeen met de personeelskosten (code 11), plus de kostprijs van de grondstoffen
en de andere productiekosten (code 12), met uitsluiting van de financiële kosten.
Voor andere werken (dan aan gebouwen of infrastructuur) in eigen beheer wordt als tegenboeking
een investering in de activa geboekt onder code 74.90.
Inbegrepen
Bijv.: het personeel van de vennootschap vervangt een motor in een voertuig, ontwikkelt een
programmatuur of legt een gegevensbank aan.
Uitgesloten
OPMERKINGEN - AANTEKENINGEN
Er is geen enkele verplichting om deze codes te gebruiken. Enkel eenheden die dergelijke
verrichtingen in hun jaarrekening boeken, moeten deze codes gebruiken.
234
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
75
Voorraadtoename
Economische
code
75.00
Voorraadtoename
Definitie
Het gaat om alle voorraden die een vennootschap kan aanleggen: voorraden voor spoedeisende
gevallen en normale voorraden van goederen; de vennootschap kan deze gebruiken voor haar
normale werking of het kan gaan om voorraden van duurzame roerende goederen. We herinneren
eraan dat de aankopen van deze goederen naargelang van het geval geboekt worden als aankopen
van niet-duurzame goederen (code 12) of als aankopen van duurzame roerende goederen (code 74).
Deze boekingen moeten vervolgens worden gecorrigeerd met de bedragen in voorraad of afgenomen
op de voorraden.
Als de verrichtingen op de voorraden niet worden geboekt op bruto- maar op nettobasis wordt een
toename van de voorraden geboekt onder code 75 en een afname onder code 78.
Inbegrepen
Voorbeeld: in het jaar t koopt men voor 1000 euro niet-duurzame goederen (economische code
12.11). Er wordt voor 200 euro aan goederen in voorraad opgeslagen. Code 12.11 wordt met 200
verminderd en code 75.00 wordt verhoogd met 200.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Er is geen enkele verplichting om deze codes te gebruiken. Enkel eenheden die dergelijke
verrichtingen in hun jaarrekening boeken, moeten deze codes gebruiken.
235
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Definitie
De verkoop van onroerende goederen in het binnenland wordt geboekt in groep 76.
Inbegrepen
De groep 76 wordt onderverdeeld in volgende subgroepen:
 76.1: verkoop van gronden;
 76.2: verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken;
 76.3: verkoop van bestaande gebouwen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
236
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Subgroep
76.1
Verkoop van gronden
Economische
code
76.11
Binnen de overheidssector
Economische
code
76.12
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
De verkoop van gronden in het binnenland worden geboekt in subgroep 76.1. Deze subgroep wordt
opgesplitst onder de codes 76.11 (binnen de overheidssector) en 76.12 (aan andere sectoren dan de
overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
237
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Subgroep
76.2
Verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken
Economische
code
76.21
Binnen de overheidssector
Economische
code
76.22
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
De verkoop van bestaande wegen- en waterbouwkundige werken worden geboekt in subgroep 76.2.
Deze subgroep wordt opgesplitst onder de codes 76.21 (binnen de overheidssector) en 76.22 (aan
andere sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
238
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
76
Verkoop van onroerende goederen in het binnenland
Subgroep
76.3
Verkoop van bestaande gebouwen
Economische
code
76.31
Binnen de overheidssector
Economische
code
76.32
Aan andere sectoren dan de overheidssector
Definitie
De verkoop van bestaande gebouwen in het binnenland wordt geboekt in subgroep 76.3. Deze
subgroep wordt onderverdeeld in de codes 76.31 (binnen de overheidssector) en 76.32 (aan andere
sectoren dan de overheidssector).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
239
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
77
Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Economische
code
77.10
Verkoop van vervoermaterieel
Economische
code
77.20
Verkoop van overig materieel
Economische
code
77.30
Verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen
Economische
code
77.40
Verkoop van waardevolle voorwerpen
Economische
code
77.50
Verkoop van teeltgoederen (planten en dieren)
Definitie
De verkoop van roerende investeringsgoederen wordt geboekt in groep 77. Deze groep wordt
opgesplitst volgens de aard van het goed (cf. groep 74).
Inbegrepen
De groep 77 wordt onderverdeeld onder de volgende economische codes:





77.10: verkoop van vervoermaterieel;
77.20: verkoop van overig materieel;
77.30: verkoop van patenten, octrooien en andere immateriële goederen;
77.40: verkoop van waardevolle voorwerpen;
77.50: verkoop van teeltgoederen (planten en dieren).
Uitgesloten
240
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Naast het EU ETS-mechanisme dat recht geeft op EUA, bestaan er nog andere mechanismen die
bepaald zijn in het verdrag van Kyoto. Zo is er de Joint Implementation (die recht geeft op Emission
Reduction Units, ERU) en het Clean Development Mechanism (dat geeft recht op Certified Emission
Reductions, CER). Voor de berekening van de indirecte belastingen komen enkel de quota in
aanmerking die binnen het land zijn geleverd (MGDD, hoofdstuk VI.5, §10). Concreet betekent dit dat
enkel "European Union Allowances”-quota in rekening worden gebracht, met uitsluiting van andere
soorten quota zoals de CER en de ERU.
De quota die landen krijgen in het EU ETS-mechanisme zijn niet-geproduceerde niet-financiële activa
die onderling inwisselbaar zijn met deze uit andere mechanismen (elk geeft recht op een uitstoot van 1
ton CO2). Indien de staat verrichtingen van deze aard uitvoert (zoals bijvoorbeeld de CREG), moeten
deze verrichtingen worden geboekt onder de economische codes 74.40 (aankoop) en 77.30
(verkoop).
241
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
77
Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
77.7
Verkoop van duurzame militaire goederen
Economische
code
77.70
Verkoop van duurzame militaire goederen
Definitie
Onder de economische code 77.70 boekt men de verkoop van duurzame militaire goederen zoals
oorlogswapens en hun lanceermaterieel.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
242
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
77
Verkoop van overige investeringsgoederen, waaronder immateriële
goederen
Subgroep
77.8
Verkoop inzake onderzoek en ontwikkeling
Economische
code
77.80
Verkoop inzake onderzoek en ontwikkeling
Definitie
Onder de economische code 77.80 boekt men de verkoop van investeringen inzake onderzoek en
ontwikkeling.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
243
Hoofdgroep
7
Investeringen en desinvesteringen
Groep
78
Voorraadverminderingen
Economische
code
78.00
Voorraadverminderingen
Definitie
Het gaat om alle voorraden die een eenheid kan aanleggen: voorraden voor spoedeisende gevallen
en normale voorraden van goederen; de vennootschap kan deze gebruiken voor haar normale
werking of het kan gaan om voorraden van duurzame roerende goederen. We herinneren eraan dat
aankopen van goederen naargelang van het geval worden geboekt als aankopen van niet-duurzame
goederen (code 12) of als aankopen van duurzame roerende goederen (code 74). Deze boekingen
moeten vervolgens worden gecorrigeerd met de bedragen in voorraad of afgenomen op de voorraden.
Als de verrichtingen op de voorraden niet worden geboekt op bruto- maar op nettobasis wordt een
toename van de voorraden geboekt onder code 75 en een afname onder code 78.
Inbegrepen
Voorbeeld: in het jaar t worden voor 1000 euro niet-duurzame goederen weggenomen uit de
voorraden. Code 12.11 wordt met 1000 verhoogd en code 78.00 wordt verhoogd met 1000.
Uitgesloten
OPMERKINGEN - AANTEKENINGEN
Er is geen enkele verplichting om deze codes te gebruiken. Enkel eenheden die dergelijke
verrichtingen in hun jaarrekening boeken, moeten deze codes gebruiken.
244
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Definitie
Deze hoofdgroep omvat aan de uitgavenzijde de diverse vormen van kapitaalverstrekkingen door de
overheid aan andere sectoren, met uitsluiting van de kapitaaloverdrachten, en aan de
ontvangstenzijde de terugbetalingen daarvan. Ook de aan- en verkopen van aandelen en obligaties
zijn hieronder begrepen. Al deze verrichtingen worden opgenomen tegen aan- en verkoopprijs.
Voor het onderscheid tussen kapitaaloverdrachten en kredietverleningen en deelnemingen, zie
commentaar bij de hoofdgroep 5.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De voorschotten die klaarblijkelijk niet zullen worden terugbetaald, moeten niet worden geklasseerd
als kredietverlening maar als overdracht (hoofdgroep 5).
245
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
81
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële
instellingen en andere financiële producten
Definitie
Groep 81 heeft betrekking op kredietverleningen en deelnemingen in bedrijven, kredietinstellingen en
verzekeringsmaatschappijen, alsook op andere verrichtingen in verband met financiële producten.
Inbegrepen
Groep 81 wordt onderverdeeld in de volgende subgroepen:







81.1: kredietverleningen aan bedrijven;
81.2: kredietverleningen aan kredietinstellingen;
81.3: kredietverleningen aan verzekeringsmaatschappijen;
81.4: deelnemingen in bedrijven;
81.5: deelnemingen in kredietinstellingen;
81.6: deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen;
81.7: andere financiële producten.
Uitgesloten
Deelnemingen in natura (bv. gebouwen of resultaten van onderzoekswerken) moeten niet geboekt
worden in de economische hergroepering want het zijn geen verrichtingen voor het ESR.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De rentestromen in verband met SWAPS moeten niet meer worden geboekt in de economische groep
21 (uitgave) of 26 (ontvangst) maar onder de codes 81.70 (uitgaven) of 86.70 (ontvangsten).
246
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
81
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële
instellingen en andere financiële producten
Economische
code
81.11
Kredietverleningen aan overheidsbedrijven
Economische
code
81.12
Kredietverleningen aan privébedrijven
Economische
code
81.21
Kredietverleningen aan openbare kredietinstellingen
Economische
code
81.22
Kredietverleningen aan privékredietinstellingen
Economische
code
81.31
Kredietverleningen aan openbare verzekeringsmaatschappijen
Economische
code
81.32
Kredietverleningen aan privéverzekeringsmaatschappijen
Economische
code
81.41
Deelnemingen in overheidsbedrijven
Economische
code
81.42
Deelnemingen in privébedrijven
Economische
code
81.51
Deelnemingen in openbare kredietinstellingen
Economische
code
81.52
Deelnemingen in privékredietinstellingen
Economische
code
81.61
Deelnemingen in openbare verzekeringsmaatschappijen
Economische
code
81.62
Deelnemingen in privéverzekeringsmaatschappijen
247
Definitie
In de kredietverleningen en deelnemingen wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds
kredietverleningen (waarbij de overheid als bankier of als obligatiehouder optreedt, subgroepen 81.1
tot 81.3) en anderzijds deelnemingen en kapitaalverstrekkingen die met deelnemingen kunnen worden
gelijkgesteld (waarbij de overheid optreedt als aandeelhouder of als enige eigenaar, subgroepen 81.4
tot 81.6).
Bedrijven, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen worden onderverdeeld in privébedrijven
enerzijds en in overheidsbedrijven, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, anderzijds.
Inbegrepen
Uitgesloten
Kredietverleningen of deelnemingen in bedrijven die deel uitmaken van de overheidssector (S.13)
(samen met de overheidssector te consolideren) moeten worden geboekt in groep 85.
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De huurwaarborgen worden geboekt onder de code 81.12. Als op het einde van de huuroveenkomst
de entiteit de eigenaar moet vergoeden voor, bijvoorbeeld, schade, zal er een overdracht moeten
worden geboekt.
248
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
81
Kredietverleningen aan en deelnemingen in bedrijven en financiële
instellingen en andere financiële producten
Economische
code
81.70
Andere financiële producten
Definitie
Onder de code 81.70 worden de verrichtingen in verband met financiële producten geboekt die niet
elders worden geboekt.
Inbegrepen




de aankoop van eigen effecten om ze in portefeuille te houden
allerlei optiepremies (aankopen)
negatieve premies voor annulatie van wisselswaps
het verschil (verlies) tussen de nominale waarde en de prijs van de verrichting voor:
- de terugkoop van effecten en andere terugbetalingen;
- de aankoop van effecten om ze in portefeuille te houden;
- de doorverkoop van effecten uit portefeuille;
- de rentestromen verbonden aan SWAP-verrichtingen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
249
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
82
Kredietverleningen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
82.00
Kredietverleningen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Definitie
Onder de code 82.00 boekt men de kredietverleningen aan vzw’s ten behoeve van de gezinnen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
250
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
83
Kredietverleningen aan gezinnen
Economische
code
83.00
Kredietverleningen aan gezinnen
Definitie
Onder de economische code 83.00 boekt men de kredietverleningen aan gezinnen.
Inbegrepen
 leningen, renteloze voorschotten toegekend aan het personeel
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
251
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
84
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Definitie
Onder groep 84 boekt men de kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland.
Inbegrepen
Groep 84 bevat volgende subgroepen:
 84.1: kredietverleningen aan het buitenland;
 84.2: deelnemingen in het buitenland.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
252
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
84
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Subgroep
84.1
Kredietverleningen aan het buitenland
Economische
code
84.11
Aan EU-instellingen
Economische
code
84.12
Aan lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
84.13
Aan lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische
code
84.14
Aan internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische
code
84.15
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
84.16
Aan landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder subgroep 84.1 boekt men kredietverleningen aan het buitenland.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt onderverdeeld in de economische codes 84.11 tot 84.16 naargelang van de
aard van de verkrijger.






84.11: aan EU-instellingen
84.12: aan EU-lidstaten (overheden)
84.13: aan EU-lidstaten (niet-overheden)
84.14: aan internationale andere dan EU-instellingen
84.15: aan landen andere dan EU-lidstaten (overheden)
84.16: aan landen andere dan EU-lidstaten (niet-overheden)
253
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
254
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
84
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Subgroep
84.1
Kredietverleningen aan het buitenland
Economische
code
84.17
Prefinanciering in het kader van Europese subsidies
Definitie
In deze code boekt men de prefinancieringen uitgevoerd in het kader van Europese subsidies.
Inbegrepen
De subsidies die zullen worden ontvangen van de EU na het einde van het jaar waarin de effectieve
uitgaven werden gedaan in termen van vereffening in het kader van een project A, worden geboekt op
een basisallocatie in de uitgaven met een economische code 84.17 in de loop van het jaar waarin
deze effectieve uitgaven in termen van vereffening van het project A gebeuren en dit op het ogenblik
van deze uitgaven in termen van vereffening. In de loop van het jaar waarin deze subsidies van de EU
effectief worden ontvangen, wordt het bedrag van deze subsidies geboekt op een artikel met
economische code 88.17. Het gaat om een boeking die de tegenpost is van de uitgave die voorheen
werd geboekt op een basisallocatie met een economische code 84.17.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
255
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
84
Kredietverleningen aan en deelnemingen in het buitenland
Subgroep
84.2
Deelnemingen in het buitenland
Economische
code
84.21
In EU-instellingen
Economische
code
84.22
In lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische
code
84.23
In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische
code
84.24
In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Deelnemingen in het buitenland worden geboekt in de subgroep 84.2. Deze subgroep wordt
onderverdeeld onder de economische codes 84.21 tot 84.24 volgens de aard van de verkrijger.
Inbegrepen
Volgende economische codes zijn inbegrepen:




84.21: in EU-instellingen;
84.22: in EU-lidstaten (niet-overheden);
84.23: in internationale andere dan EU-instellingen;
84.24: in landen andere dan EU-lidstaten (niet-overheden).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
256
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Definitie
De kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector worden onderverdeeld onder de
subgroepen 85.1 tot 85.6.
Inbegrepen
De groep 85 wordt onderverdeeld onder volgende subgroepen:






85.1: kredietverleningen binnen een institutionele groep;
85.2: kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen;
85.3: kredietverleningen aan lokale overheden;
85.4: kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs;
85.5: kredietverleningen aan andere institutionele groepen;
85.6: deelnemingen binnen de overheidssector (S.13)
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
257
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Subgroep
85.1
Kredietverleningen binnen een institutionele groep
Economische
code
85.11
Aan de institutionele overheid
Economische
code
85.12
Aan niet-organieke begrotingsfondsen
Economische
code
85.13
Aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie
(ADBA)
Economische
code
85.14
Aan administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische
code
85.15
Aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische
code
85.16
Aan vzw’s van de overheid
Economische
code
85.17
Aan andere eenheden van de overheid
Definitie
Kredietverleningen binnen een institutionele groep worden verdeeld over de economische codes
85.11 tot 85.17 volgens dezelfde structuur als de groepen 41 en 61.
Inbegrepen
Kredietverleningen binnen een institutionele groep worden verdeeld over de volgende economische
codes:






85.11: kredietverleningen aan de institutionele overheid;
85.12: kredietverleningen aan niet-organieke begrotingsfondsen;
85.13: kredietverleningen aan administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie;
85.14: kredietverleningen aan administratieve openbare instellingen;
85.15: kredietverleningen aan onderwijsinstellingen van de institutionele overheid;
85.16: kredietverleningen aan vzw’s van de overheid;
258
 85.17: kredietverleningen aan andere overheidseenheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
259
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Subgroep
85.2
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
85.20
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Kredietverleningen aan de socialezekerheidsinstellingen worden geboekt onder de economische code
85.20.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
260
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Subgroep
85.3
Kredietverleningen aan lokale overheden
Economische
code
85.31
Aan provincies
Economische
code
85.32
Aan gemeenten
Economische
code
85.33
Niet gebruikt
Economische
code
85.34
Aan vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
85.35
Aan overige lokale overheden
Definitie
Kredietverleningen aan lokale overheden worden geboekt in de subgroep 85.3.
Inbegrepen
Kredietverleningen aan lokale overheden worden verdeeld over de volgende economische codes:





85.31: kredietverleningen aan de provincies;
85.32: kredietverleningen aan de gemeenten;
85.33: niet gebruikt;
85.34: kredietverleningen aan vzw’s van de lokale overheden;
85.35: kredietverleningen aan overige lokale overheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
261
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Subgroep
85.4
Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische
code
85.40
Kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Definitie
Onder de economische code 85.40 boekt men de kredietverleningen aan het gesubsidieerd autonoom
onderwijs.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
262
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Subgroep
85.5
Kredietverleningen aan andere institutionele groepen
Economische
code
85.50
Kredietverleningen aan andere institutionele groepen
Definitie
Onder de economische code 85.50 boekt men kredietverleningen van een institutionele groep
(federale overheid, gemeenschappen, gewesten, gemeenschapscommissies) naar een andere
institutionele groep.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
263
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
85
Kredietverleningen en deelnemingen binnen de overheidssector
Subgroep
85.6
Deelnemingen binnen de overheidssector
Economische
code
85.61
Binnen de institutionele groep
Economische
code
85.62
Sociale zekerheid
Economische
code
85.63
Lokale overheden
Economische
code
85.64
Gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische
code
85.65
Andere institutionele groepen
Definitie
Deelnemingen in een vennootschap die behoort tot de overheidssector (S.13) moeten worden
geboekt in groep 85.6.
Inbegrepen
Voorbeeld: deelneming van de federale overheid in de Belgische Investeringsmaatschappij voor
Ontwikkelingslanden (BIO) (code 85.61).
Uitgesloten
264
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Een deelneming binnen de overheid wordt geboekt in de subgroep 85.6 die wordt onderverdeeld in de
codes:
85.61: Deelnemingen binnen de overheidssector
85.62: Deelnemingen in de sociale zekerheid
85.63: Deelnemingen in de lokale overheden
85.64: Deelnemingen in het gesubsidieerd autonoom onderwijs
85.65: Deelnemingen binnen een andere institutionele groep
Voor de entiteit die geniet van deze deelneming, moet de verrichting geboekt worden onder de code
98.00 (inbreng van eigen middelen).
In geval van vereffening van deelneming binnen de overheid, zal de entiteit die zijn deelnemingen
vereffent de ontvangstencodes 89.61 tot 89.65 gebruiken en de entiteit die zijn eigen middelen ziet
verminderen zal de code 93.00 gebruiken (vermindering van eigen middelen).
265
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
86
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in
bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Definitie
Groep 86 heeft betrekking op kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven
en financiële instellingen, alsook op andere verrichtingen in verband met financiële producten.
Inbegrepen
Groep 86 is onderverdeeld in de volgende economische codes:







86.10: kredietaflossingen door bedrijven;
86.20: kredietaflossingen door kredietinstellingen;
86.30: kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen;
86.40: vereffeningen van deelnemingen in bedrijven;
86.50: vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen;
86.60: vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen;
86.70: andere financiële producten.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
De rentestromen in verband met SWAPS moeten niet meer worden geboekt in de groep 21 (uitgave)
of 26 (ontvangst) maar onder de codes 81.70 (uitgaven) of 86.70 (ontvangsten).
266
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
86
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in
bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Economische
code
86.10
Kredietaflossingen door bedrijven
Economische
code
86.20
Kredietaflossingen door kredietinstellingen
Economische
code
86.30
Kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen
Economische
code
86.40
Vereffeningen van deelnemingen in bedrijven
Economische
code
86.50
Vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen
Economische
code
86.60
Vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen
Definitie
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen in bedrijven en financiële instellingen worden
geboekt onder de economische codes 86.10 tot 86.60.
Inbegrepen
Volgende economische codes zijn inbegrepen:






86.10: kredietaflossingen door bedrijven;
86.20: kredietaflossingen door kredietinstellingen;
86.30: kredietaflossingen door verzekeringsmaatschappijen;
86.40: vereffeningen van deelnemingen in bedrijven;
86.50: vereffeningen van deelnemingen in kredietinstellingen;
86.60: vereffeningen van deelnemingen in verzekeringsmaatschappijen.
Uitgesloten
267
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
268
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
86
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in
bedrijven en financiële instellingen en andere financiële producten
Economische
code
86.70
Andere financiële producten
Definitie
Onder de code 86.70 worden de ontvangsten geboekt die betrekking hebben op verrichtingen in
verband met financiële producten die niet elders zijn geboekt.
Inbegrepen




de doorverkoop van eigen effecten uit portefeuille
allerlei optiepremies (verkopen)
positieve premies voor annulatie van wisselswaps
het verschil (winst) tussen de nominale waarde en de prijs van de verrichting voor:
- de terugkoop van effecten en andere terugbetalingen
- de aankoop van effecten om ze in portefeuille te houden
- de doorverkoop van effecten uit portefeuille
- de rentestromen verbonden aan SWAP-verrichtingen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
269
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
87
Kredietaflossingen door vzw’s ten behoeve van de gezinnen en door
gezinnen
Economische
code
87.10
Kredietaflossingen door vzw’s ten behoeve van de gezinnen
Economische
code
87.20
Kredietaflossingen door gezinnen
Definitie
Onder de groep 87 boekt men kredietaflossingen door vzw’s ten behoeve van de gezinnen (code
87.10) en door gezinnen (code 87.20).
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
270
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
88
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het
buitenland
Definitie
Onder de groep 88 boekt men kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het
buitenland.
Inbegrepen
De groep 88 omvat de volgende subgroepen:
 88.1: kredietaflossingen door het buitenland;
 88.2: vereffeningen van deelnemingen in het buitenland.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
271
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
88
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het
buitenland
Subgroep
88.1
Kredietaflossingen door het buitenland
Economische
code
88.11
Door EU-instellingen
Economische
code
88.12
Door lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
88.13
Door lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische
code
88.14
Door internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische
code
88.15
Door landen andere dan de lidstaten van de EU (overheden)
Economische
code
88.16
Door landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder subgroep 88.1 boekt men kredietaflossingen door het buitenland.
Inbegrepen
Deze groep wordt opgesplitst over de economische codes 88.11 tot 88.16:






88.11: door EU-instellingen;
88.12: door EU-lidstaten (overheden);
88.13: door EU-lidstaten (niet-overheden);
88.14: door internationale andere dan EU instellingen;
88.15: door landen andere dan EU-lidstaten (overheden);
88.16: door landen andere dan EU-lidstaten (niet-overheden).
272
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
273
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
88
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het
buitenland
Subgroep
88.1
Kredietaflossingen door het buitenland
Economische
code
88.17
Terugbetaling van de EU in het kader van uitgaven geprefinancierd
door de entiteit
Definitie
In de code 88.17 boekt men de terugbetalingen van de EU in het kader van de uitgaven
geprefinancierd door de entiteit.
Inbegrepen
De subsidies die zullen worden ontvangen van de EU na het einde van het jaar waarin de effectieve
uitgaven werden gedaan in termen van vereffening in het kader van een project A, worden geboekt op
een basisallocatie in de uitgaven met een economische code 84.17 in de loop van het jaar waarin
deze effectieve uitgaven in termen van vereffening van het project A gebeuren en dit op het ogenblik
van deze uitgaven in termen van vereffening. In de loop van het jaar waarin deze subsidies van de EU
effectief worden ontvangen, wordt het bedrag van deze subsidies geboekt op een artikel met
economische code 88.17. Het gaat om een boeking die de tegenpost is van de uitgave die voorheen
werd geboekt op een basisallocatie met een economische code 84.17.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
274
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
88
Kredietaflossingen door en vereffeningen van deelnemingen in het
buitenland
Subgroep
88.2
Vereffeningen van deelnemingen in het buitenland
Economische
code
88.21
In EU-instellingen
Economische
code
88.22
In lidstaten van de EU (niet-overheden)
Economische
code
88.23
In internationale instellingen andere dan de EU-instellingen
Economische
code
88.24
In landen andere dan de lidstaten van de EU (niet-overheden)
Definitie
Onder subgroep 88.2 boekt men vereffeningen van deelnemingen in het buitenland.
Inbegrepen
Deze subgroep wordt opgesplitst onder de economische codes:




88.21: in EU-instellingen;
88.22: in EU-lidstaten (niet-overheden);
88.23: in internationale andere dan EU-instellingen;
88.24: in landen andere dan EU-lidstaten (niet-overheden).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
275
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de
overheidssector
Definitie
De kredietaflossingen binnen de overheidssector worden opgedeeld onder de subgroepen 89.1 tot
89.5. Ontvangsten uit de vereffening van deelnemingen moeten worden geboekt in de subgroep 89.6.
Inbegrepen
De groep 89 wordt opgesplitst onder volgende subgroepen:






89.1: kredietaflossingen binnen een institutionele groep;
89.2: kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen;
89.3: kredietaflossingen door lokale overheden;
89.4: kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs;
89.5: kredietaflossingen door een andere institutionele groep.
89.6: vereffening van deelnemingen binnen de overheidssector
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
276
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de
overheidssector
Subgroep
89.1
Kredietaflossingen binnen een institutionele groep
Economische
code
89.11
Van de institutionele overheid
Economische
code
89.12
Van niet-organieke begrotingsfondsen
Economische
code
89.13
Van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie
(ADBA)
Economische
code
89.14
Van administratieve openbare instellingen (AOI)
Economische
code
89.15
Van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid
Economische
code
89.16
Van vzw’s van de overheid
Economische
code
89.17
Van andere eenheden van de overheid
Definitie
Kredietaflossingen binnen een institutionele groep worden opgesplitst onder de economische codes
89.11 tot 89.17 volgens dezelfde structuur als de groepen 46 en 66.
277
Inbegrepen
Kredietaflossingen binnen een institutionele groep worden opgesplitst onder de volgende
economische codes:







89.11: kredietaflossingen van de institutionele overheid;
89.12: kredietaflossingen van niet-organieke begrotingsfondsen;
89.13: kredietaflossingen van administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie;
89.14: kredietaflossingen van administratieve openbare instellingen;
89.15: kredietaflossingen van onderwijsinstellingen van de institutionele overheid;
89.16: kredietaflossingen van vzw’s van de overheid;
89.17: kredietaflossingen van andere overheidseenheden.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
278
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de
overheidssector
Subgroep
89.2
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen
Economische
code
89.20
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen
Definitie
Kredietaflossingen door de socialezekerheidsinstellingen worden geboekt onder de economische
code 89.20.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
279
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de
overheidssector
Subgroep
89.3
Kredietaflossingen door lokale overheden
Economische
code
89.31
Door provincies
Economische
code
89.32
Door gemeenten
Economische
code
89.33
Niet gebruikt
Economische
code
89.34
Door vzw’s van de lokale overheden
Economische
code
89.35
Door overige lokale overheden
Definitie
Kredietaflossingen door lokale overheden worden geboekt in de subgroep 89.3.
Inbegrepen
De kredietaflossingen door lokale overheden worden opgesplitst onder de volgende economische
codes:





89.31: kredietaflossingen door de provincies;
89.32: kredietaflossingen door de gemeenten;
89.33: niet gebruikt;
89.34: kredietaflossingen door vzw’s van de lokale overheden;
89.35: kredietaflossingen door overige lokale overheden.
Uitgesloten
280
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
281
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de
overheidssector
Subgroep
89.4
Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische
code
89.40
Kredietaflossingen door het gesubsidieerd autonoom onderwijs
Definitie
Onder de economische code 89.40 boekt men kredietaflossingen komende van het gesubsidieerd
autonoom onderwijs.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
282
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de
overheidssector
Subgroep
89.5
Kredietaflossingen door andere institutionele groepen
Economische
code
89.50
Kredietaflossingen door andere institutionele groepen
Definitie
Onder de economische code 89.50 boekt men kredietaflossingen afkomstig van een andere
institutionele groep.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
283
Hoofdgroep
8
Kredietverleningen en kredietaflossingen; deelnemingen en
vereffeningen van deelnemingen; andere financiële producten
Groep
89
Kredietaflossingen en vereffeningen van deelnemingen binnen de
overheidssector
Subgroep
89.6
Vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector
Economische
code
89.61
Binnen een institutionele groep
Economische
code
89.62
Sociale zekerheid
Economische
code
89.63
Lokale overheden
Economische
code
89.64
Gesubsidieerd autonoom onderwijs
Economische
code
89.65
Andere institutionele groepen
Definitie
Onder de subgroep 89.6 boekt men de vereffeningen van deelnemingen binnen de overheidssector.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
284
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Definitie
Deze hoofdgroep 9 betreft verrichtingen die in het ESR 95 worden beschouwd als financiële
verrichtingen andere dan de verrichtingen uit de hoofdgroep 8.
Inbegrepen
Volgende groepen behoren tot de hoofdgroep 9:






91: aflossingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar;
92: ontmuntingen;
93: verlaginn van het eigen vermogen;
96: opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar;
97: aanmuntingen;
98: verhoging van het eigen vermogen.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
285
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
91
Aflossingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar
Economische
code
91.10
Aflossingen van de schuld in euro
Economische
code
91.20
Aflossingen van de schuld in vreemde valuta
Economische
code
91.30
Aflossingen van de schuld binnen de overheidssector
Economische
code
91.70
Aflossingen bij financiële leasings
Definitie
De groep 91 betreft aflossingen/terugbetalingen van leningen met een looptijd van meer dan één jaar.
Tot deze groep behoren ook aflossingen bij financiële leasings.
Inbegrepen
Volgende economische codes zijn in groep 91 inbegrepen:




91.10:
91.20:
91.30:
91.70:
aflossingen van de schuld in euro;
aflossingen van de schuld in vreemde valuta;
aflossingen van de schuld binnen de overheidssector;
aflossingen bij financiële leasings (cf. opmerking bij economische code 04.00).
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
286
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
92
Ontmuntingen
Economische
code
92.00
Ontmuntingen
Definitie
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
287
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
93
Verlaging van het eigen vermogen
Economische
code
93.00
Verlaging van het eigen vermogen
Definitie
Onder de code 93.00 boekt men de verlaging van het eigen vermogen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Een deelneming binnen de overheid wordt geboekt in de subgroep 85.6 die wordt onderverdeeld in de
codes:
85.61: Deelnemingen binnen de institutionele groep
85.62: Deelnemingen in de sociale zekerheid
85.63: Deelnemingen in de lokale overheden
85.64: Deelnemingen in het gesubsidieerd autonoom onderwijs
85.65: Deelnemingen binnen een andere institutionele groep
Voor de entiteit die geniet van deze deelneming, moet de verrichting geboekt worden onder de code
98.00 (verhoging van het eigen vermogen).
In geval van vereffening van deelneming binnen de overheid, zal de entiteit die zijn deelnemingen
vereffent de ontvangstencodes 89.61 tot 89.65 gebruiken en de entiteit die zijn eigen middelen ziet
verminderen zal de code 93.00 gebruiken (verlaging van het eigen vermogen).
288
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
96
Opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar
Economische
code
96.10
Opbrengst van leningen in euro
Economische
code
96.20
Opbrengst van leningen in vreemde valuta
Economische
code
96.30
Opbrengst van leningen binnen de overheidssector
Economische
code
96.70
Opbrengst van leningen betreffende financiële leasings
Definitie
De groep 96 betreft de opbrengst van leningen met een looptijd van meer dan één jaar. De
opbrengsten van leningen betreffende financiële leasings behoren eveneens tot deze groep.
Inbegrepen
In groep 96 zijn volgende economische codes inbegrepen:




96.10:
96.20:
96.30:
96.70:
opbrengst van leningen in euro;
opbrengst van leningen in vreemde valuta;
opbrengst van leningen binnen de overheidssector;
opbrengst van leningen inzake financiële leasings.
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
289
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
97
Aanmuntingen
Economische
code
97.00
Aanmuntingen
Definitie
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
290
Hoofdgroep
9
Overheidsschuld
Groep
98
Verhoging van het eigen vermogen
Economische
code
98.00
Verhoging van het eigen vermogen
Definitie
Onder de code 98.00 boekt men de verhoging van het eigen vermogen.
Inbegrepen
Uitgesloten
OPMERKINGEN – AANTEKENINGEN
Een deelneming binnen de overheid wordt geboekt in de subgroep 85.6 die wordt onderverdeeld in de
codes:
85.61: Deelnemingen binnen de institutionele groep
85.62: Deelnemingen in de sociale zekerheid
85.63: Deelnemingen in de lokale overheden
85.64: Deelnemingen in het gesubsidieerd autonoom onderwijs
85.65: Deelnemingen binnen een andere institutionele groep
Voor de entiteit die geniet van deze deelneming, moet de verrichting geboekt worden onder de code
98.00 (verhoging van het eigen vermogen).
In geval van vereffening van deelneming binnen de overheid, zal de entiteit die zijn deelnemingen
vereffent de ontvangstencodes 89.61 tot 89.65 gebruiken en de entiteit die zijn eigen middelen ziet
verminderen zal de code 93.00 gebruiken (verlaging van het eigen vermogen).
291
292
DEEL III
BIJLAGEN
293
Bijlage 1 : Definitie Onderzoek en Ontwikkeling
1.1. O&O-activiteiten en aanverwante activiteiten
De UNESCO heeft het concept "wetenschappelijke en technologische activiteiten
(WTA’s)" uitgewerkt. Volgens de "Aanbeveling betreffende de internationale normalisatie
van de statistieken inzake wetenschap en technologie", omhelzen de WTA’s de volgende
types van activiteiten :
-
onderzoek en experimentele ontwikkeling (O&O);
wetenschappelijk en technologisch onderwijs en opleiding;
de andere wetenschappelijke en technologische activiteiten (WTA’s) die verband
houden met O&O.
Volgens de « Frascati Handleiding » van de OESO omvat onderzoek en experimentele
ontwikkeling (O&O) creatief werk dat op systematische basis wordt ondernomen ter
vergroting van de hoeveelheid kennis, met inbegrip van de kennis van de mens, de cultuur
en de samenleving, evenals het gebruik van deze hoeveelheid kennis voor het ontwerpen
van nieuwe toepassingen.
De term O&O refereert aan drie activiteiten: fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek
en experimentele ontwikkeling.
Fundamenteel onderzoek bestaat uit experimentele of theoretische activiteiten die
voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten
van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat hiermee een bepaalde toepassing of
gebruik wordt beoogd.
Toegepast onderzoek bestaat ook uit oorspronkelijke activiteiten die worden verricht om
nieuwe kennis te verwerven. Het is evenwel in de eerste plaats gericht op een bepaald
praktisch doel.
Experimentele ontwikkeling omvat systematische activiteiten op basis van bestaande
kennis die is verkregen door onderzoek en/of praktische ervaring, met het oog op het
initiëren van de vervaardiging van nieuwe materialen, producten of middelen of het instellen
van nieuwe processen, systemen en diensten, dan wel het aanzienlijk verbeteren van
degene die reeds bestaan.
1.2. Activiteiten uit te sluiten van O&O
Het criterium dat O&O daadwerkelijk kan onderscheiden van niet-O&O, is de aanwezigheid
van een belangrijk vernieuwend element in O&O.
Deze met O&O verband houdende activiteiten kunnen worden onderverdeeld in drie
rubrieken :
1. Onderwijs en opleiding
2. Andere aanverwante wetenschappelijke en technologische activiteiten
3. Aanverwante industriële activiteiten
294
1.2.1. Onderwijs en opleiding
Al het onderwijs en alle opleidingen van het personeel op het gebied van exacte en natuuren ingenieurswetenschappen, geneeskunde, landbouwwetenschappen, sociale en
menswetenschappen, verstrekt in de universiteiten en in de gespecialiseerde instellingen van
het hoger en postsecundair onderwijs, dienen te worden uitgesloten. Met het onderzoek
verricht door studenten op doctoraal niveau in de universiteiten, moet echter in de mate van
het mogelijke wel rekening worden gehouden in de O&O-activiteiten.
1.2.2. Andere aanverwante wetenschappelijke en technologische activiteiten
De hieronder vermelde activiteiten zouden moeten worden uitgesloten van O&O, behalve
indien ze uitsluitend of hoofdzakelijk worden verricht ten behoeve van een O&O-project.
1.2.2.1. Wetenschappelijke en technische informatievoorziening
De gespecialiseerde activiteiten van:
- inzameling
- indexering
- registratie
- classificatie
- verspreiding
- vertaling
- analyse
- evaluatie
-
verricht door:
-
-
het wetenschappelijk en
technisch personeel
de bibliografische diensten
de octrooidiensten
de diensten voor het
verspreiden van
wetenschappelijke en
technische informatie en de
consultancydiensten
de wetenschappelijke
conferenties
moeten worden uitgesloten, behalve wanneer ze uitsluitend of hoofdzakelijk worden verricht
om O&O te ondersteunen (de voorbereiding van het oorspronkelijke verslag over de
resultaten van O&O zal bijvoorbeeld worden opgenomen in de O&O-activiteiten).
1.2.2.2. Het verzamelen van gegevens van algemeen belang
Deze activiteit wordt doorgaans verricht door overheidsinstellingen om natuurlijke,
biologische of sociale verschijnselen in kaart te brengen die van algemeen belang zijn of
waarvoor alleen de overheid beschikt over de middelen om ze te verrichten. Voorbeelden
hiervan zijn de routinematige activiteiten voor het opmaken van topografische kaarten,
geologische, hydrologische, oceanografische en meteorologische overzichten, alsook
astronomische waarnemingen. Het verzamelen van gegevens dat uitsluitend of hoofdzakelijk
geschiedt als onderdeel van het O&O-proces, is opgenomen in de O&O-activiteiten
(bijvoorbeeld de gegevens over de banen en kenmerken van de deeltjes in een kernreactor).
Dezelfde redenering is tevens van toepassing op het verwerken en interpreteren van deze
gegevens. Met name de sociale wetenschappen zijn sterk afhankelijk van de nauwkeurige
vastlegging van feiten met betrekking tot de samenleving in de vorm van volkstellingen,
steekproefenquêtes, enz. Indien deze gegevens speciaal worden verzameld of verwerkt met
het oog op wetenschappelijk onderzoek, moeten hun kosten worden toegerekend aan
onderzoek en moeten zij betrekking hebben op de planning, systematisering enz. van de
gegevens. Gegevens die voor andere of algemene doeleinden worden verzameld, zoals de
driemaandelijkse werkloosheidsenquêtes, dienen te worden uitgesloten, zelfs als ze worden
gebruikt voor onderzoeksdoeleinden. Marktonderzoek is eveneens uitgesloten.
295
1.2.2.3. Proeven en normalisatieactiviteiten
Deze rubriek heeft betrekking op het handhaven van nationale normen, het ijken van
secundaire normen, routinematige proeven en analyses van materialen, componenten,
producten, processen, grondstalen, de atmosfeer, enz.
1.2.2.4. Haalbaarheidsstudies
Het betreft met name het onderzoek naar voorgenomen technische projecten waarbij gebruik
wordt gemaakt van bestaande technieken om aanvullende informatie te verschaffen voordat
een beslissing over de uitvoering wordt genomen. Bij de sociale wetenschappen zijn
haalbaarheidsstudies onderzoeken naar de sociaaleconomische kenmerken en de gevolgen
van specifieke situaties (bijvoorbeeld een haalbaarheidsstudie om een petrochemisch
complex te vestigen in een bepaalde regio). Haalbaarheidsstudies met betrekking tot
onderzoeksprojecten maken echter deel uit van O&O.
1.2.2.5. Gespecialiseerde medische zorg
Deze rubriek heeft betrekking op routinematige activiteiten en op de normale toepassing van
gespecialiseerde medische kennis. Er kan echter een O&O-element vervat zijn in wat
doorgaans "geavanceerde medische zorg" wordt genoemd, die bijvoorbeeld in universitaire
ziekenhuizen wordt verstrekt.
1.2.2.6. Verlenen van octrooien en licenties
Het betreft alle administratieve en juridische activiteiten die verband houden met octrooien en
licenties. Activiteiten die rechtstreeks verband houden met O&O-projecten, maken echter wel
deel uit van O&O.
1.2.2.7. Politieke en operationele studies
Het woord "politiek" omhelst hier niet alleen de nationale politiek, maar tevens de
gewestelijke en lokale politiek alsook het beleid van de ondernemingen die een bepaalde
economische doelstelling nastreven. Studies van politieke aard hebben betrekking op
activiteiten zoals de analyse en beoordeling van de lopende programma’s, het beleid en de
activiteit van de ministeries en andere overheidsinstellingen ; de werkzaamheden van
eenheden die zich bezighouden met de permanente analyse en controle van externe
fenomenen (bijvoorbeeld de analyse van problemen met betrekking tot defensie en de
nationale veiligheid); en de werkzaamheden van de wetgevende commissies die onderzoek
voeren naar het beleid en de activiteiten van de regering en de ministeries.
1.2.2.8. Routinematige activiteiten inzake softwareontwikkeling
De routinematige activiteiten die verband houden met software, worden niet beschouwd als
O&O. Deze activiteiten omvatten de werkzaamheden in verband met specifieke
verbeteringen aan systemen of programma’s die voor het publiek beschikbaar waren vóór
het begin van die werkzaamheden. De technische problemen die werden opgelost tijdens
voorgaande projecten die betrekking hadden op dezelfde besturingssystemen en ITarchitecturen, zijn eveneens uitgesloten. Activiteiten die verband houden met software, zoals:
- de ondersteuning van bestaande systemen;
- het omzetten en/of vertalen van computertalen;
- de toevoeging van gebruikersfuncties aan de applicatieprogramma’s;
296
- het debuggen van systemen;
- de aanpassing van bestaande software;
- het voorbereiden van de documentatie bestemd voor de gebruikers,
die geen wetenschappelijke en/of technologische vooruitgang met zich brengen, worden niet
ingedeeld in O&O.
Routinematige werkzaamheden inzake IT-onderhoud zijn niet in O&O opgenomen. De
kwaliteitsborging, de normale gegevensverzameling en de marktstudies zijn eveneens
uitgesloten.
1.2.3. Aanverwante industriële activiteiten


activiteiten die verband houden met de preproductie, productie en distributie van
goederen en diensten
technische diensten die verband houden met de bedrijfsactiviteit
297
Bijlage 2: Definitie van de verschillende sectoren
Classificatie van institutionele sectoren (S)
S.1 Gehele economie3
S.11 Niet-financiële vennootschappen
S.11001 Niet-financiële vennootschappen in handen van de overheid
S.11002 Niet-financiële vennootschappen in handen van de particuliere sector
S.11003 Niet-financiële vennootschappen in handen van het buitenland
S.12 Financiële instellingen
S.121 Centrale bank (in handen van de overheid)
S.122 Deposito-instellingen m.u.v. de centrale bank
S.12201 In handen van de overheid
S.12202 In handen van de particuliere sector
S.12203 In handen van het buitenland
S.123 Geldmarktfondsen
S.12301 In handen van de overheid
S.12302 In handen van de particuliere sector
S.12303 In handen van het buitenland
S.124 Beleggingsfondsen m.u.v. geldmarktfondsen
S.12401 In handen van de overheid
S.12402 In handen van de particuliere sector
S.12403 In handen van het buitenland
S.125 Overige financiële intermediairs m.u.v. verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen
S.12501 In handen van de overheid
S.12502 In handen van de particuliere sector
S.12503 In handen van het buitenland
S.126 Financiële hulpbedrijven
S.12601 In handen van de overheid
S.12602 In handen van de particuliere sector
S.12603 In handen van het buitenland
S.127 Financiële instellingen en kredietverstrekkers binnen concernverband
S.12701 In handen van de overheid
S.12702 In handen van de particuliere sector
S.12703 In handen van het buitenland
S.128 Verzekeringsinstellingen
S.12801 In handen van de overheid
S.12802 In handen van de particuliere sector
S.12803 In handen van het buitenland
S.129 Pensioenfondsen
S.12901 In handen van de overheid
S.12902 In handen van de particuliere sector
S.12903 In handen van het buitenland
S.13 Overheid
S.1311 Centrale overheid (m.u.v. sociale zekerheid)
S.1312 Deelstaatoverheid (m.u.v. sociale zekerheid)
S.1313 Lagere overheid (m.u.v. sociale zekerheid)
S.1314 Socialezekerheidsfondsen
S.14 Huishoudens
S.141 Werkgevers
S.142 Zelfstandigen
S.143 Werknemers
S.144 Huishoudens met inkomen uit vermogen en overdrachten
S.1441 Huishoudens met inkomen uit vermogen
S.1442 Huishoudens met pensioeninkomen
S.1443 Huishoudens met overige overdrachten
S.15 Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens
3
In alle codes van de sectoren S.11 en S.12 staat het vijfde cijfer – 1, 2 of 3 – voor in handen van de overheid, in
handen van de particuliere sector of in handen van het buitenland.
298
S.15002 In handen van de particuliere sector
S.15003 In handen van het buitenland
S.2 Buitenland
S.21 Lidstaten en instellingen en organen van de Europese Unie
S.211 Lidstaten van de Europese Unie
S.2111 Lidstaten van de eurozone
S.2112 Lidstaten buiten de eurozone
S.212 Instellingen en organen van de Europese Unie
S.2121 Europese Centrale Bank (ECB)
S.2122 Europese instellingen en organen m.u.v. de ECB
S.22 Niet-lidstaten en internationale organisaties die niet in de EU gevestigd zijn
299
Bijlage 3: Gedelegeerde opdrachten
1) Definitie
Het Europees stelsel van rekeningen (ESR) gebruikt de term "gedelegeerde opdrachten"
niet. Toch wordt de behandeling van verrichtingen uitgevoerd in gedelegeerde opdrachten
aangesneden in de paragraaf over de identificatie van de hoofdpartij bij een verrichting. Deze
paragraaf luidt als volgt: "De verrichting die een eenheid verricht voor rekening van een
andere wordt enkel geboekt in de rekeningen van de hoofdpartij van deze verrichting."
Het nationaal rekeningstelsel (NRS) voegt daar nog het volgende aan toe: "... Zo is het
mogelijk dat een dienstenlevering aangerekend wordt op de tussenpersoon" en "De
aankopen die een commercieel tussenpersoon verricht in opdracht van en voor rekening van
een andere partij, worden, bijvoorbeeld, rechtstreeks toegeschreven aan deze laatste. In de
rekeningen van de tussenpersoon verschijnen enkel de erelonen die gefactureerd werden
voor de gepresteerde dienstverlening van de tussenpersoon."
2) Behandeling op het vlak van de economische hergroepering
Wij herinneren eraan dat verrichtingen uitgevoerd in gedelegeerde opdrachten rechtstreeks
moeten worden geboekt in de rekeningen van de delegerende entiteit, volgens een gepaste
economische aard (ontvangsten, uitgaven, financiële verrichtingen, activa, passiva) en op het
ogenblik waarop volgens de regels van het ESR de rechten worden vastgesteld.
Als een instelling die een delegatie verkreeg (ongeacht of deze tot de overheid behoort) een
gedelegeerde opdracht Y uitvoert voor een delegerende overheid, wordt een fictieve
instelling X opgericht die de gedelegeerde opdracht Y uitvoert om de verrichtingen
betreffende deze opdracht te consolideren in de economische hergroepering.
-
-
-
-
De overdrachten van financiële middelen tussen de delegerende overheid en de
instelling die de delegatie verkreeg betreffende de gedelegeerde opdracht Y
(gelijkwaardig met de inkomstenoverdrachten tussen subsectoren van de overheid
geboekt onder de economische codes 4 en 6) worden geboekt onder de codes 03.10
(resp. 08.10) en 08.10 (resp. 03.10) van de overheid (resp. van de fictieve instelling
X);
Alle verrichtingen van de instelling die de delegatie verkreeg, uitgevoerd in het kader
van de gedelegeerde opdracht Y voor rekening van de delegerende overheid,
worden correct geboekt in de rekeningen van de fictieve instelling X onder de
passende economische codes. Het gaat niet alleen om de uitgaven uitgevoerd in het
kader van de gedelegeerde opdracht Y maar ook om eventuele inkomsten die ermee
gepaard gaan en die in de toekomst zullen worden geïnd.
Voorbeeld: een financiële investering uitgevoerd in gedelegeerde opdracht Y onder
code 8 in het jaar t kan renten en dividenden opleveren, die geboekt zullen worden
onder de codes 26 en 28 gedurende de volgende jaren;
Uiteindelijk zal de economische hergroepering van de fictieve instelling X die de
gedelegeerde opdracht Y uitvoert worden geconsolideerd met de economische
hergroepering van de begroting van de delegerende overheid;
De erelonen die de delegerende overheid eventueel betaalt aan de instelling die de
delegatie verkreeg worden geboekt onder een code 12 in de begroting van de
overheid en onder code 16 in de rekeningen van de instelling die de delegatie
verkreeg.
300
Bijlage 4: Boeking van EU-subsidies
Wat er eigenlijk in de rekeningen dient te worden geregistreerd hangt af van de uiteindelijke
begunstigde van de subsidies (indiener van het projectdossier). Het betreft enkel de
bedragen ten belope van de EU-subsidies en dus niet de bedragen van de cofinanciering
door een binnenlandse overheid. Volgende gevallen kunnen zich voordoen:
1)
2)
Als het gaat om EU-subsidies die uiteindelijk naar een eenheid (indiener van een
dossier) gaan die geen deel uitmaakt van de overheid (= d.w.z. die geen deel
uitmaakt van sector S.13), dan dienen deze subsidies in de nationale rekeningen te
worden geregistreerd als subsidies van de EU naar deze eenheid en dienen deze
stromen niet in de rekeningen van de overheid te worden geregistreerd die deze
uitbetaalt aan die eenheid (de intermediaire overheden van de lidstaat werken in dit
kader voor rekening van de EU). Als men deze stromen toch wil registeren om o.a.
praktische reden (bv. in het ERP is het nodig om op een basisallocatie vast te leggen
en te vereffenen alvorens ook uiteindelijk te kunnen betalen), om wettelijke redenen
(wet/decreet/ordonnantie stelt dat alle verrichtingen met een uiteindelijke financiële
afwikkeling in het budget moeten worden opgenomen) of om andere redenen
(transparantie,…), dan kan dit langs de ontvangstenzijde evenals langs de
uitgavenzijde op uitgaven- en ontvangstenbasisallocaties met de respectievelijke
economische codes 03.10 en 08.10. Deze codes worden immers niet opgenomen in
de berekening van het vorderingensaldo.
Als een overheid (d.w.z. deel uitmakend van de sector S.13) zelf de eindbegunstigde
is (indiener dossier) van de EU-subsidies, dit wil zeggen dat deze overheid de
Europese subsidies gebruikt om zelf uitgaven (lonen, intermediair verbruik en andere
te doen), dan dienen de stromen wel in de rekeningen van deze overheid te worden
geregistreerd. Gelet op het principe van de budgettaire neutraliteit van ‘EU-grants’
(d.w.z. EU-subsidies), mag dit geen impact hebben op het vorderingensaldo van
deze overheid.
Voorbeeld:
Overheidscomponent X dient een projectdossier A in dat aanvaard wordt in het kader van de
EU-subsidiëring.
Onderstaande handelt enkel over het deel van het project A dat gedekt wordt door de EUsubsidies.
De effectieve uitgaven in vereffeningstermen van het project A in het jaar t, die gefinancierd
of gedekt worden met EU-subsidies (dus niet door de eigen cofinanciering van de betrokken
overheid), bepalen het bedrag dat geboekt dient te worden in datzelfde jaar t op
ontvangstenartikels met economische codes 39.10 bij een inkomensoverdracht en/of 59.11
bij een kapitaaloverdracht.
De uitgaven van het project A worden geboekt op de verschillende uitgavenbasisallocaties
van de begroting in toepassing van de economische classificatie en de daarin opgenomen
gebruikelijke economische codes.
De subsidievoorschotten die de overheidscomponent vanwege de EU ontvangt, voorafgaand
aan het jaar van de effectieve uitgaven in vereffeningstermen in het kader van het project A,
worden geboekt op een ontvangstenartikel met economische code 96.10 op het moment van
de realisatie van deze ontvangst. In het jaar dat de effectieve uitgaven in vereffeningstermen
van project A plaatsvinden, wordt voor het bedrag van deze uitgaven in vereffeningstermen
een boeking uitgevoerd op een uitgavenbasisallocatie met economische code 91.10. Dit is
a.h.w. een tegenboeking van de eerder geboekte ontvangst op het artikel met economische
code 96.10.
De subsidies die vanwege de EU zullen worden ontvangen na afloop van het jaar van de
effectieve uitgaven in vereffeningstermen in het kader van het project A, worden geboekt op
301
een uitgavenbasisallocatie met economische code 84.17 in het jaar dat deze effectieve
uitgaven in vereffeningstermen van het project A zich realiseren en dit voor het bedrag van
deze uitgaven in vereffeningstermen. In het jaar dat deze betrokken subsidies vanwege de
EU dan effectief worden ontvangen, wordt het bedrag van deze subsidies geboekt op een
ontvangstenartikel met economische code 88.17. Dit is als het ware een tegenboeking van
de eerder geboekte uitgave op een basisallocatie met economische code 84.17.
302
Het secretariaat van de Algemene Gegevensbank wordt verzekerd door het DG Begroting en
Beleidsevaluatie van de FOD Beleid en Ondersteuning:
FOD Beleid en Ondersteuning
Koningstraat 138 bus 2
1000 BRUSSEL
t +32 (0) 2 212 37 54
[email protected] • www.bosa.be
303
Download