PROTOCOL VROEDKUNDE Maagsonde plaatsen en verwijderen M6 Zorgen thv. Het spijsverteringsstelsel: inbrengen van een maagcatheter Gebruik ook het protocol “Algemeen werkschema”! VOORBEREIDING zorgverlener NAZORG zorg- Zie algemeen werkschema vrager en omgeving - Zie algemeen werkschema materiaal - Dienblad of roltafel materiaal - Mond laten spoelen - Maagsonde : sonde van Levin – FaucherSalem-sumpsonde? - Indien aanwezig: kunstgebit terug geven - Recipiënt met water om maagsonde te bevochtigen = glijbaar maken of gebruik maken van glijmiddel vb. Silkospray - Eventueel voeding van patiënt nagaan - Rekening houden met specifieke problematiek: keelpijn, irritatie… - Spuit van 10cc – 20cc + nakijken of spuit past op de sonde - 2 nierbekkens : één voor de patiënt en één voor het gebruikte materiaal - Stethoscoop of indicatorpapier – universele of lakmoes op cellulose - Handschoenen - Beschutting voor patiënt - Kocher of stop - Kleefpleister en schaar als de sonde ter plaatse blijft - Eventueel wattendragers en gumenololie om neus te reinigen - Eventueel glas water op de mond te spoelen - Specifiek materiaal : diagnostisch therapeutisch zorgvrager en - De patiënt is eventueel nuchter vanaf 24 u omgeving (onderzoek) zorgverlener - Psychisch : in principe dag voordien verwittigen : soort – verloop – doel van onderzoek, uitleggen dat inbrengen van een sonde niet pijnlijk is maar wel onaangenaam - Controle algemene toestand van patiënt basisprincipes algemene aandachtspunten hygiëne veiligheid beleving zelfzorg comfort ergonomie economie stap 1 actie - Installeer de patiënt zittende of halfrechtzittende houding opmerkingen - Psychisch : de werkwijze uitleggen en meedelen dat ademen via de mond en goed slikken het plaatsen van de sonde zal vergemakkelijken. PROTOCOL VROEDKUNDE Maagsonde plaatsen en verwijderen - Vraag de patiënt de neus te snuiten en druppel er, indien nodig, wat fysiologisch water in - Eventueel kunstgebit verwijderen - Bedbeschutting aanbrengen - Patiënt een nierbekken in de hand geven M6 Bepalen welke tekens, vb. opsteken van de hand, de patiënt zal aangeven wanneer een ogenblik moet gewacht worden wegens nausea of discomfort. Indien per os : niet op de sonde bijten. Patiënt gelegenheid geven eerst nog het toilet te gebruiken. - Kleefpleister klaar knippen, verpakking van de spuit openen - Indicatorpapier op cellulose in nierbekken - Verpakking van maagsonde openen 2 - Handen wassen - Sonde bevochtigen, de sonde oprollen op linkerhand - De rechterhand fixeert de sonde ongeveer 10 cm van de top 3 - Reacties van de patiënt nagaan, indien patiënt hevige hoestreflex heeft of dyspnoe, de sonde - Indien mogelijk de patiënt het hoofd wat terugtrekken (zit in de trachea) achterover laten brengen en de sonde zachtjes inbrengen, glijdend over de bodem van de neusholte, tot in de nasopharynx=beneden achterwaartse beweging. De patiënt brengt nu het hoofd normaal rechtop of lichtjes voorover gebogen en slikt. Bij elke slikbeweging wordt de sonde verder geschoven (55cm). Nakijken in de keelholte of maagsonde niet opgerold is. - Sonde inbrengen : langs de neus : - Sonde inbrengen langs de mond : - Dan plaatst men de sonde achteraan op de wat uitgestoken tong en vraagt men de patiënt krachtig te slikken. Bij elke slikbeweging de sonde zachtjes verderschuiven. De sonde wordt normaal 45 cm ingebracht. 4 - De lokalisatie controleren door : Aspiratie van maagvocht en controle van de ph met indicator, normale ph 1 – 3 Ofwel inspuiten van 10 cc lucht terwijl men met de stethoscoop luistert t.h.v. epigastrum of de lucht in de maag stroomt – men hoort ruisen. Bij twijfel : controle van de sonde onder RX. geen maagvocht : maagsonde is niet diep genoeg of te diep, of tegen de maagwand = sonde verder steken of terugtrekken en controle hernieuwen. 5 Bij juiste lokalisatie : sonde afsluiten met kocher of stop, en indien langs de neus ingebracht ze fixeren ofwel : met kleefpleister t.h.v. neusvleugels of neusbrug. Men kan nu starten met de specifieke technische zorg. - Indien de maagsonde geplaatst wordt voor drainage (maagdillatatie): wordt de sonde aangesloten op een opvangsysteem (vb: passieve heveling – urinecollector; actieve heveling – maagpomp of spuit)