Het Nieuwe Werken is vooral nog een mannenzaak

advertisement
Het Nieuwe
Werken is
vooral nog een
mannenzaak
Enquêteresultaten Kluwer Opleidingen 2011
Dit document bevat de enquêteresultaten over het onderzoek
rond Het Nieuwe Werken dat in België werd gevoerd.
Kluwer Opleidingen 2011
INHOUD
Over het onderzoek ...................................................................................................3
Doelstelling ..........................................................................................................3
Uitwerking ...........................................................................................................3
Het Nieuwe Werken: ingeburgerd? .................................................................................3
Waar en wanneer oefenen werknemers hun functie uit? .......................................................4
Technologie is geen hinderpaal .....................................................................................4
Hoe kijkt men tegen Het Nieuwe Werken aan? ...................................................................5
Werkomgeving ......................................................................................................5
Flexibiliteit van medewerkers en organisatie ................................................................5
Maturiteit van de organisatie voor het nieuwe werken.....................................................6
Uitsplitsing van de resultaten naar profielen .....................................................................6
Thuiswerkers versus kantoorwerkers ...........................................................................6
Mannen versus vrouwen ...........................................................................................7
Management versus uitvoerders .................................................................................7
België versus Nederland ..........................................................................................7
Het Nieuwe Werken - © Wolters Kluwer Belgium 2011
p. 2
OVER HET ONDERZOEK
DOELSTELLING
Organisaties zoeken meer en meer naar mogelijkheden om arbeidstijd en werkomgeving flexibel
in te richten, met aandacht voor mens en organisatie. Dit is de wereld van Het Nieuwe
Werken. Het Nieuwe Werken geeft meer verantwoordelijkheid aan de medewerkers en heeft als
doel de werkefficiëntie te verhogen.
Om na te gaan hoe zeer Het Nieuwe Werken Kluwer gekend is in België voerde Kluwer een
enquête uit over Het Nieuwe Werken bij Nederlandstalige bedienden en vrije beroepen in
België. De enquête gaat na in hoeverre bedrijven uit privé- en overheidssector al vertrouwd zijn
met het Het Nieuwe Werken en wat hun ideeën en verwachtingen zijn over de evolutie ervan.
Interessant gegeven is dat ditzelfde onderzoek tevens gevoerd werd door Kluwer Nederland.
Om Belgische professionals een inzicht te geven in wat het Nieuwe Werken kan betekenen voor
organisaties, organiseert Kluwer Opleidingen een congres over Het Nieuwe Werken op 29
september 201. De resultaten van het onderzoek worden op dit congres toegelicht. Tijdens het
congres zullen sprekers uit de academische wereld, het bedrijfsleven en de overheid de
verschillende aspecten van dit actuele thema belichten: HR, facility management, IT en change
management. Sprekers zijn onder meer Frans Van Rooij, Jef Staes en ervaringsdeskundigen uit
het bedrijfsleven. Meer informatie over het congres vindt u op www.overhetnieuwewerken.be.
UITWERKING

Het onderzoek werd in België gevoerd van 11 tot 25 april 2011 uitgevoerd door Kluwer
via SurveyWorld. Aan de enquête namen 872 HR-, ICT-, facility management- en algemeen
leidinggevende functies deel. Het betreft (voor België) enkel Nederlandstalige bedienden en
vrije beroepen.

In Nederland werd het onderzoek door Kluwer gevoerd in de periode 22 maart tot 12 april
2011 en namen 3277 deel aan deze enquête.
HET NIEUWE WERKEN: INGEBURGERD?
In Nederland is Het Nieuwe Werken helemaal ingeburgerd, maar in België staat deze aanpak van
werkorganisatie nog in zijn kinderschoenen.
Slechts 42 % van de ondervraagden heeft al gehoord van het begrip. Ter vergelijking: in Nederland
heeft 96 % er al van gehoord. Voor 44% van de Belgische deelnemers aan de enquête is dit concept
de toekomst van werken.
Het Nieuwe Werken wordt vooral geassocieerd met Flexibiliteit (81 %) en ook wel met “De toekomst
van het werk” (44 %). Het aspect Duurzaamheid (23 %) komt op de 3e plaats. Nauwelijks een op de
tien beschouwt Het Nieuwe Werken als een Hype (8 %) of als louter Theorie (6 %).
Het Nieuwe Werken - © Wolters Kluwer Belgium 2011
p. 3
WAAR EN WANNEER OEFENEN WERKNEMERS HUN FUNCTIE UIT?
Bepaalde facetten van Het Nieuwe Werken blijken in de praktijk ingang te vinden in België. Zo zegt
39 % van de respondenten zelf te beslissen waar hij werkt. 46 % beslist zelf over de invulling van de
arbeidstijd.

“Waar” betekent echter niet overal: slechts 22% werkt op andere plaatsen buiten het
kantoor: in een businesscenter, hotspot of openbare plaats met internettoegang. In de
praktijk kiest de Belg dus hoofdzakelijk tussen werken op kantoor of thuis werken.

Er wordt vaak buiten kantooruren gewerkt. Bijna 70 % (68 % van de respondenten) werkt
regelmatig ’s avonds of in het weekend. 2/3e (66 %) heeft de planningafspraken daarover
echter nog niet, samen met de leidinggevende, aangepast aan flexibel werken.

De vraag naar een flexibele werkorganisatie is er. Als men zou solliciteren, neemt bijna 70 %
(68 % van de respondenten) de voorwaarde mee dat men wil werken in een taakgerichte
omgeving.
TECHNOLOGIE IS GEEN HINDERPAAL
Thuis werken is geen probleem: 85 % van de Belgische respondenten beschikt thuis over de
technische middelen daartoe. Driekwart van de respondenten (74 %) heeft overal – zowel thuis als
op kantoor - toegang tot zijn zakelijke e-mail. Een niet geringe minderheid (46 %) kan zowel thuis
als op kantoor gebruik maken van print- en kopieerfaciliteiten.
Bij 88% van de respondenten zijn ook de werkbestanden digitaal toegankelijk. 70 % heeft vlot
digitale toegang tot werkdossiers die men nodig heeft. Dossiers opvragen is één zaak, de
correspondentie er over opvragen een andere: slechts de helft van de respondenten (52 %) vindt alle
correspondentie over een dossier terug in het digitale systeem of de server.
De meerderheid van de respondenten (85 %) heeft er geen probleem mee om presentaties en
rapporten in de juiste huisstijl te brengen.
Ook de randapparatuur voor uitwisseling van documenten en informatie is beschikbaar: volgens 78 %
van de respondenten zijn printers en andere kantoorapparatuur goed onderhouden en beschikbaar;
89 % van de respondenten kan zijn documenten gemakkelijk scannen en delen met anderen.
Er bestaat nog wat schroom wat betreft het online factureren of offertes en contracten opmaken:
een derde van de ondervraagden (29 %) maakt offertes, contracten of polissen aan via het web, 24
% verstuurt en ontvangt alle facturen digitaal.
Het Nieuwe Werken - © Wolters Kluwer Belgium 2011
p. 4
HOE KIJKT MEN TEGEN HET NIEUWE WERKEN AAN?
In de vragenlijst werden 14 uitspraken voorgelegd over de locatie, de werkomgeving, en de
flexibiliteit van medewerkers en van de organisatie waarvoor men werkt.
WERKOMGEVING

Een grote meerderheid (79 %) noemt het een nadeel dat Het Nieuwe Werken hem minder
zichtbaar maakt voor collega’s en voor het management.

64 % vindt het normaal dat zijn werk meer gecontroleerd wordt door zijn manager als hij niet
op kantoor werkt.

2/3e (63 %) vindt het direct contact met collega’s op het werk belangrijker dan de voordelen
van thuiswerken.

Hoewel 41 % zijn vaste werkplek niet wil opgeven, heeft 59 % hier geen probleem mee.

Bijna iedereen (94 %) vindt het logisch dat ze hun werkplek zelf inrichten, als ze meer buiten
kantoor gaan werken. Tot het zelf bekostigen van de inrichting van deze eigen werkplek, is
echter maar 1/3e (35 %) bereid.

Social media kunnen het gemis aan persoonlijk contact niet goedmaken, vindt 77% van de
respondenten.

Over de rol van social media in Het Nieuwe Werken zijn de meningen verdeeld. De helft van de
bevraagden (50 % eens /50 % oneens) vindt sociale media noodzakelijk zijn voor Het Nieuwe
Werken. De helft van de bevraagden (47 % eens / 53 % oneens) vinden social media voorla
geschikt om privécontacten te onderhouden.
FLEXIBILITEIT VAN MEDEWERKERS EN ORGANISATIE

Slechts 1/3e van de respondenten (36 %) ziet zijn organisatie als een traditionele 9-tot-5
organisatie.

Nog minder ervaren ze hun manager (23 %) of zichzelf (12 %) als een traditionele 9-tot-5manager.

Iets meer dan de helft (54 %) van de bevraagden vindt echter wel dat zijn team overwegend
traditionele 9-tot-5-medewerker telt.
Het Nieuwe Werken - © Wolters Kluwer Belgium 2011
p. 5
MATURITEIT VAN DE ORGANISATIE VOOR HET NIEUWE WERKEN
Slechts 22 % van de respondenten acht zijn organisatie klaar voor Het Nieuwe Werken. Men ziet het
Het Nieuwe Werken in zijn organisatie realiseerbaar binnen een tijdsverloop van maximum 2 jaar
(16 %), 2 à 5 jaar (19 %) of zelfs langer dan 5 jaar (15 %). 29 % kan er geen timing op kleven.
De voorwaarden voor het invoeren van Het Nieuwe Werken zijn vooral HR-georiënteerd (“een
geschikte bedrijfscultuur” (65 %) / vertrouwen in medewerkers (61 %). Qua logistiek torent
“beschikbaarheid van de juiste technologie” (43 %) torenhoog uit boven “een geschikte
arbeidsomgeving” (4 %).
2/3e (65 %) meent dat “Invoering van Het Nieuwe Werken” alleen kans maakt in zijn organisatie als
de businesscase een kostenreductie of winst oplevert”.
UITSPLITSING VAN DE RESULTATEN NAAR PROFIELEN
THUISWERKERS VERSUS KANTOORWERKERS
Binnen de bevraagde doelgroep stellen we vast dat Het Nieuwe Werken beter ingeburgerd is bij
werknemers die frequenter thuiswerken (minstens 1 tot meerderde dagen per week).

50 % van de thuiswerkers heeft al gehoord van het begrip “Het Nieuwe Werken”, tegenover
35 % van degenen die nooit thuiswerken.

Thuiswerkers beslissen in grotere mate wanneer (46 % overall -> 34 % bij de kantoorwerkers,
55 % bij 1 dag of minder thuiswerk, 70 % bij meerdaags- thuiswerkers) en waar ze werken
(39 % overall; 16 % bij de kantoorwerkers, 58 % bij de 1-dag-thuiswerkers, 66 % bij de
meerdaags-thuiswerkers)

Ze werken op meerdere plekken buiten kantoor (22 % overall, 9 % van de kantoorwerkers, 33
% van de 1-dag-thuiswerkers, 45 % van de meerdaags-thuiswerkers).

Ze werken beduidend vaker (80 % 1-dagsthuiswerkers, 93 %-meerdaags-thuiswerkers) dan de
kantoorwerkers (53 %) ’s avonds of in het weekend.

Thuiswerkers zijn quasi allemaal thuis technisch geëquipeerd (respectievelijk 97 % en 96 %),
in verhouding tot de kantoorwerkers (71 %).

Zowat de helft van de thuiswerkers heeft de planningafspraken samen met zijn
leidinggevende aangepast aan flexibel werken (kantoorwerkers: 15 %).

Bij het solliciteren speelt de voorwaarde tot werken in een taakgerichte omgeving een
belangrijker rol (75 % 1-dag-thuiwerkers, 69 % meerdaags-thuiswerkers) dan bij de
kantoorwerkers (62 %).

Thuiswerkers beschouwen de organisatie waarvoor ze werken minder vaak als een
traditionele 9-tot-5 organisatie is (36 % overall; 46 % thuiswerkers, 29 % 1-dag-thuiswerkers,
16 % meerdaags-thuiswerkers). Ze vinden hun manager minder vaak een traditionele 9-tot5-manager is (23 % overall; 34 % kantoorwerkers, 13 % 1-dag-thuiswerkers, 10 % meerdaags-
Het Nieuwe Werken - © Wolters Kluwer Belgium 2011
p. 6
thuiswerkers). En ze zien zichzelf ook minder als een traditioneel 9-tot-5-manager (overall
12 %; kantoorwerkers 18 %, 1-dag-thuiswerkers 7 %, meerdaags-thuiswerkers 7 %)
MANNEN VERSUS VROUWEN

Thuiswerken wordt in verhouding wat meer gedaan door mannen (Nooit: 39 % M/55 % V; 1
dag of minder per week thuiswerk 45 % M/36 % V; meer dan 1 dag per week 36 % M/9 % V)

Mannen presteren ook duidelijk meer professionele arbeidsuren (24 tot 36 uur 2 % M/12 % V,
36 tot 40 uur: 18 % M/34 % V, meer dan 40 uur 79 % M/52 % V) en werken vaker ’s avonds of
in het weekend (75 % M/61 % V).

Mannen beslissen in verhouding meer waar ze hun werk verrichten (49 % M/30 % V) en
wanneer (57 % M/37 % V).

Mannen zijn thuis beter voorzien van technische hulpmiddelen (90 % M/79 % V).

Ook qua planningafspraken met hun leidinggevende over flexibel werken staan ze verder (38
% M/29 % V)

Vrouwen staan positiever tegenover Social Media. Ze vinden iets meer dat Social Media bij
thuiswerk het gemis aan sociaal contact opheft (19 % M/28 % V) en dat het zakelijk gebruik
ervan noodzakelijk is om volgens het Nieuwe Werken te werken (41 % M/53 % V).
MANAGEMENT VERSUS UITVOERDERS
Hoe hoger in de organisatie, hoe vaker men zelf beslist over de invulling van plaats en arbeidstijd.
Bovendien ziet het hoger management zichzelf en hun organisatie als minder 9 to 5 gedreven.
Ik beslis zelf waar ik mijn werk doe
Hoger management
55%
Uitvoerend management
36%
Professional
34%
Uitvoerend medewerker
15%
Ik beslis zelf wanneer ik mijn werk doe
Hoger management
54%
Uitvoerend management
44%
Professional
44%
Uitvoerend medewerker
32%
BELGIË VERSUS NEDERLAND
Het Nieuwe Werken - © Wolters Kluwer Belgium 2011
p. 7
In Nederland is “Het Nieuwe Werken” een ingeburgerd begrip (96 % kennis NL/ 42 % BE).De
associaties met dit begrip (flexibiliteit, hype…) liggen in het verlengde van deze die Belgen er aan
toekennen.

Nederlanders werken echter vaker thuis (nooit: 32 % NL/47 % BE; 1 dag of minder per week
47 % NL/40 % BE; meerdaags 22 % NL/12 % BE).

Ze beslissen vaker wanneer (54 % NL/46 % BE) en waar (53 % NL/39 % BE) ze hun werk
verrichten,

Nederlanders werken opmerkelijk vaker op verschillende plekken buiten het kantoor van de
werkgever, bijvoorbeeld in een businesscenter of een (semi-)openbare plaats met
internettoegang (45 % NL/22 % BE).

Nederlanders spenderen wel minder arbeidsuren: 65 % van de bevraagde Nederlandstalige
Belgen werkt meer dan 40 uur per week, in tegenstelling tot de Nederlanders waar maar 34
% zo veel arbeidsuren presteert. Nederlanders werken ook iets minder ’s avonds of in het
weekend werken (63 % NL/68 % BE).

Nederlanders blijken minder gehecht aan het kantoor. Direct contact met collega’s op het
kantoor vinden ze minder belangrijker dan de voordelen van thuiswerken. (52 % NL / 63 %
BE). Ze houden ook minder vast aan hun vaste werkplek (28 % NL / 41 % BE).

Nederlanders vinden het goed dat ze meer op werkresultaat gecontroleerd worden als ze
buiten kantoor werken (72 % NL / 64 % BE).

Nederlanders vinden het logischer dat ze zelf de inrichting van hun werkplek betalen als ze
buiten kantoor werken (45 % NL/ 35 % BE)

Ze hebben tot slot een uitgesproken mening dat “Social Media vooral geschikt zijn om privé
contact te onderhouden, maar nauwelijks voor professioneel gebruik (26 % NL akkoord / 50
% BE).
Het Nieuwe Werken - © Wolters Kluwer Belgium 2011
p. 8
Download