ICM. Intensieve outreach voor het opvolgen van personen met een

advertisement
p.c. dr. guislain, afdeling opname 3 –
kliniek de pelgrim – p.z. sint camillus
Speciaal nummer Reintegration Award 2013
ICM. Intensieve outreach voor het
opvolgen van personen met een
alcoholafhankelijkheid
g
Sinds januari 2011 werd via een samenwerking tussen het P.C. Dr. Guislain, Kliniek
De Pelgrim en P.Z. Sint-Camillus het pilootproject intensieve outreach (intensive
casemanagent of ICM) opgestart voor zogenaamde draaideurpatiënten (mensen
met alcoholafhankelijkheid). ICM kan omschreven worden als een vorm van outreachende, laagdrempelige, intensieve en geïndividualiseerde hulp, waarbij een
hulpverlener gedurende een jaar instaat voor de opvolging en coördinatie van het
hulpverleningsproces bij een beperkt aantal patiënten. De behandeling van de
afhankelijkheidsproblematiek ligt hierbij niet zozeer op ‘genezen’ maar op ‘harm
reduction’.
312
voorstelling van het project
1. Ontstaan
In 2009 en 2010 zijn we met een aantal residentiële voorzieningen rond de tafel
gaan zitten om te bespreken welke methodiek we best hanteren in functie van patiënten die worden beschouwd als “draaideurpatiënten”. In de praktijk zien we dat deze
mensen van de ene afdeling naar de andere “hoppen” en zochten we naar een methodiek om ook voor deze mensen een vorm van resocialisatie te voorzien met oog op
sociale reïntegratie. Dit resulteerde in het pilootproject “intensieve outreach voor het
opvolgen van personen met een alcoholafhankelijkheid” dat vanaf 2011 in pilootfase
wordt gefinancierd door FOD Volksgezondheid.
2. Doel
•
•
•
•
•
Intensieve resocialisatie voor mensen met een chronische alcoholafhankelijkheidssproblematiek en bijkomende majeure psychosociale noden volgens de methodiek van Intensive Casemanagement
Continuïteit van het zorgtraject opvolgen, intra- en extramuraal
Expliciete uitbouw van een netwerk waar deze mensen op kunnen beroepen na
afloop van het casemanagement, bestaande uit ondersteunende professionelen
en niet-professionelen
Destigmatisering van mensen met een chronische afhankelijkheidsproblematiek,
vooral naar maatschappelijke voorzieningen en hulpverlening toe.
Focus op verhogen van kwaliteit van leven, eerder dan streven naar abstinentie
psychiatrie & verpleging | 2013-06
•
•
Ondersteuning voor residentiële en ambulante hulpverlening inzake het werken
met mensen met een alcholafhankelijkheidsproblematiek, zowel algemeen als op
casusniveau
Verminderen van het aantal ziektedagen in zijn geheel, grotere tijdspanne tussen
verschillende opnames en kortere opnames op zich
3. Organisatie
ICM maakt deel uit van een groter geheel. Zoals bovenstaand reeds beschreven is
het Intensive Casemanagement pilootproject een samenwerking tussen drie verschillende voorzieningen en sluit aan bij de residentiële werking en visie van de partnerziekenhuizen. Hiernaast hebben we expliciete samenwerkingsverbanden met de (F)
ACTteams binnen de regio, diverse PAAZdiensten en andere.
4. Uniek
Het outreachend gecombineerd gebruik van onderstaand beschreven kaders én
de intensiteit van opvolging zijn vrij uniek in de regio. Ook het feit dat patiënten outreachend gevolgd worden vanuit een residentiële setting en niet door een aparte organisatie, kan als vernieuwend worden beschouwd. In 2012 zijn de mobiele (F)ACT
teams opgericht in de Gentse regio, ICM probeert een brug te vormen tussen de residentiële setting en deze teams. Hierbij is het onze opzet om mensen die initieel niet
in aanmerking zouden voor de mobiele
teamwerking toch te kunnen laten aanDe focus ligt niet op al of niet
sluiten. Naast het effectief opvolgen van
herval, wel op een zo kwaliteitsvol
patiënten wordt onze know-how ook gedeeld met de mobiele teams via vorminmogelijk leven.
gen (algemeen) of op casusniveau.
5. Visie
We gebruiken de structuur van intensive casemanagement en beroepen ons op
het motivationeel model, het strenghts basedmodel en de presentietheorie. Via supervisiemomenten wordt de integratie van deze theoretische kaders in de praktijk (blijvend) bewaakt.
psychiatrie & verpleging | 2013-06
313
Speciaal nummer Reintegration Award 2013
reïntegratie
314
Wel zien dat dat het aantal
Met dit project willen we mensen met een
afhankelijkheidsproblematiek die letterlijk
ligdagen van mensen in ICM
en figuurlijk buiten de samenleving vallen
doorgaans vermindert.
terug een plaats in de maatschappij bieden.
Dit door zeer intensief aan netwerkopbouw
en zingeving te doen. Zo er een herval is,
wat inherent is aan de problematiek wordt gekeken hoe we hier zo efficiënt mogelijk
op kunnen anticiperen. Naar resocialisatie toe wordt vooral gewerkt op de gebieden
die de patiënt aangeeft als waardevol, eerder dan degene die de hulpverlener ziet als
waardevol.
Zoals bovenstaand beschreven is het project tot stand gekomen in samenwerking met
drie voorzieningen. Daarenboven werken we binnen geestelijke gezondheidszorg heel
nauw samen met PAAZdiensten, OCMW, Mobiele 2B teams, CGGZ, straathoekwerk en
andere organisaties die betrokken zijn bij de individuele patiënt. Buiten de GGZ is
een samenwerking met de huisarts onontbeerlijk en worden er afhankelijk van casus
tot casus activeringstrajecten opgezet waarbij GTB, vrijwilligerswerk, buurtcentra, etc.
betrokken worden. Op organisatorisch niveau wordt de werking van de casemanagers
kritisch afgetoetst via supervisies en onderzoeksmatige samenwerking met Universiteit Gent.
Het opstarten van het contact en de afstemming van alle organisaties en personen
betrokken rond een patiënt kan als een stap tot integratie worden gezien. Het finale
doel, namelijk integratie en sociale inclusie is het streven, wat soms wel, soms niet
aldusdanig wordt behaald.
evaluatie
We merken vanuit cijfermateriaal dat de ICM methodiek geen “deus ex machina”
is om antwoord te bieden op de draaideurproblematiek. Ook moeten we er ons bewust
van zijn dat de effecten van casemanagement zich meestal op middellange termijn
manifesteren. Een eerste cijfermatige vaststelling leert ons dat de kwaliteit van leven
van deze mensen intramuros doorgaans beter is dan buiten, wat direct ook een verklaring geeft voor het feit dat veel van deze patiënten een verblijf in residentiële settings gaan opzoeken. Het aantal opnames varieert, soms zien we dat er meer (korte)
crisisopnames zijn, eerder dan 1 lange opname, maar dit stabiliseert veelal in tijd.
Anderzijds zien we dat er ook mensen zijn, die ook mét het gebruik van de ICM methodieken er niet in slagen zich in de maatschappij te handhaven. Ook hebben we vanuit
het huidig gebruikt uitkomstmanagement zicht op de soms spectaculaire uitbouw van
het netwerk via een visualisatie hiervan.
Omdat kwantitatieve gegevens niet altijd vatten dewelke de impact is van deze methodiek werken we dit jaar samen met UGent om een kwalitatief onderzoek te doen. Op
moment van doorsturen is dit onderzoek bezig.
Volgend jaar gaat het laatste jaar van de pilootfase in, hierna wordt de methodiek van
ICM gekoppeld aan onze reguliere werking. 2011 was het opstartjaar, eind 2013/begin
2014 is vooral de periode van metingen, bijsturing en delen van bevindingen.
psychiatrie & verpleging | 2013-06
Er zijn enkele elementen die belangrijk zijn voor het welslagen van het project:
1. Financiële middelen om de casemanager te kunnen vrijstellen om zich te concentreren op ICM.
2. Een gedegen netwerk om efficiënt antwoord te kunnen bieden op diverse resocialisatievragen van de patiënt
3. Samenwerkingsverbanden met externe residentiële en ambulante partners om
mandaat te krijgen i.f.v. de continuïteit van het zorgtraject
4. Intervisie en supervisie en blijvende vorming om de casemanagers in staat te stellen om kwalitatieve zorg te bieden
Afhankelijk van de verwachtingen die men vanuit overheid of andere instanties stelt
is deze methodiek geen “deus ex machina” voor de behandeling van mensen met een
chronische afhankelijkheidsproblematiek. Toch kunnen we vaststellen dat het aantal
ligdagen effectief daalt en dat sommige patiënten die tot voor inclusie in het project als
“chronisch” werden beschouwd, erin slagen om heel lange perioden niet volledig opgenomen te worden. Via kwalitatief onderzoek willen we de (al of niet) door de patiënt
gepercipieerde meerwaarde van ICM op een systematische wijze meer in kaart brengen.
toekomst
Na afloop van de pilootfase zal dit project mits enige verfijning ingebed worden in
de reguliere werking. Inter- en supervisiemomenten blijven sowieso continueren. Er
zouden submethodieken moeten geïmplementeerd worden op basis van wetenschappelijk onderzoek die de werking moeten optimaliseren, vooral in functie van harm
reduction. Hiervoor wordt ondersteuning voorzien vanuit Universiteit Gent.
In een aangepaste vorm denken we dat deze methodiek ook bruikbaar zou zijn voor
andere psychiatrische ziektebeelden. Er zijn nog mensen die niet stabiel genoeg zijn
en/of geen ondersteunend netwerk hebben om direct te kunnen instappen in (F)ACTteams. De methodiek en principes van ICM kunnen een brug vormen tussen residentiele opname en de reguliere ACTwerkingen.
We zouden de financiële ondersteuning van de Reïntegration Award kunnen gebruiken om:
• onze methodiek verder te verfijnen in functie van harm reduction
• een publicatie te voorzien die het huidige uitkomstbeleid (kwantitatief én kwalitatief) omvat en de methodiek meer kenbaarheid geeft
• toekomstige vormingen te voorzien voor de casemanagers
contact
P.C. Dr. Guislain, afdeling Opname 3 – Kliniek De Pelgrim – P.Z. Sint Camillus
Sint-Juliaanstraat 1, 9000 Gent
Contactpersoon: Jürgen Magerman (afdelingshoofd/Coördinator ICM project)
09/243.55.30
[email protected]
www.guislain.be/downloads/ICM_pilootproject.pdf
psychiatrie & verpleging | 2013-06
315
Download