Beleid seksualiteit binnen SKSG mei 2015 Inhoud 1. Inleiding ................................................................................................................................................. 3 2. Hoe verloopt de seksuele ontwikkeling? ............................................................................................... 3 3. Visie SKSG over omgaan met seksualiteit ........................................................................................... 4 3.1. Omgeving ...................................................................................................................................... 5 3.2. Pedagogisch klimaat ..................................................................................................................... 5 3.3. Seksuele ontwikkeling van een kind ............................................................................................. 5 3.4. De sociale omgang ....................................................................................................................... 5 4. Rol ouders ............................................................................................................................................. 6 5. Bronvermelding ..................................................................................................................................... 6 Beleid seksualiteit binnen SKSG mei 2015 2 van 6 1. Inleiding Het onderwerp ‘hoe omgaan met de seksuele ontwikkeling van kinderen’ of in het algemeen hoe om te gaan met het onderwerp seksualiteit levert nog al eens vragen op, zeker in deze tijd. Niet alleen leven deze vragen bij pedagogisch medewerkers , ouders willen ook weten hoe bij SKSG met dit onderwerp wordt omgegaan. Met dit beleidstuk willen we PM en ouders handvatten bieden hoe om te gaan met dit onderwerp. Eerst beschrijven we de seksuele ontwikkeling van baby tot puber in het algemeen. Om daarna in te zoomen op hoe SKSG hiermee omgaat. 2. Hoe verloopt de seksuele ontwikkeling? Elke ontwikkeling doorloopt een kind in zijn of haar eigen tempo en op hun eigen manier. Zo ook de seksuele ontwikkeling. De ontwikkeling die hieronder wordt beschreven gaat dan ook over het ‘gemiddelde’ kind. Baby’s: Baby ‘s worden egocentrisch geboren, instinctief gericht op behoeftebevrediging. Ze ervaren de verzorger als iemand die hun wensen bevredigt. Ze willen drinken en aandacht. Baby ’s leren en ontwikkelen zich door zintuiglijk en lichamelijk te ervaren. Ze verkennen de wereld met hun mond, neus en oren. Maar vooral lichaamscontact is voor hen belangrijk. Daardoor ervaart een baby dat hij er mag zijn en dat het fijn is om aangeraakt te worden. Ze worden geknuffeld en gestreeld en maken zo kennis met intimiteit. Zo rond een half jaar ontdekken ze hun geslachtsorganen, min of meer toevallig. In bad of tijdens het verschonen verkennen zij met hun handen hun hele lichaam . Ze zijn nog niet in staat een lekker plekje te onthouden, dus iedere keer dat ze hun geslachtsorganen tegenkomen, is dat toeval. Pas als een baby anderhalf jaar is kan hij die plekjes doelgericht opzoeken. Dan kan het aanraken van hun geslachtsorgaan ook sterkere lustgevoelens opwekken. Ze kunnen zelfs rood worden van opwinding als ze hun onderbuik tegen iets aanwrijven. Peuters: Peuters worden zich al meer van hun lijf bewust. Zo rond de 2 of 3 jaar ontdekken ze de lichamelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Ze gaan dan uitgebreid onderzoeken hoe hun vader en moeder eruitzien. Langzaam ontstaat het besef dat ze zelf een jongetje of meisje zijn. Ze gaan spelenderwijs bij leeftijdgenootjes ‘kijken’. Ze doen op de wc bijvoorbeeld elkaars broekjes naar beneden en ontdekken de verschillen. Bij kleine peuters is dat helemaal nog niet zo bewust: zij zijn bezig alles om zich heen te ontdekken. Vanaf 3 jaar hebben de kinderen al heel goed door dat volwassenen vaak geheimzinnig doen over seksualiteit. Ze proberen de grenzen uit door zich expres op allerlei plekken uit te kleden of seksueel getinte woorden te roepen. Hoe meer aandacht hieraan geschonken wordt, hoe leuker dat is! Peuters hebben net als baby ’s veel behoefte aan lichamelijk contact. Als je met peuters praat, worden ze (als ze dat willen) op schoot genomen. Dat geeft hen bevestiging en warmte. Kleuters: Bij kleuters gaat het verkennen van het lichaam verder. Doordat hun fantasie zich ontwikkelt, neemt dit een steeds grotere plaats in bij hun spelletjes. Eenmaal op school hebben kinderen meer contact met leeftijdgenootjes waarmee ze kunnen spelen. Seksueel spel met elkaar komt voor, meestal in de vorm Beleid seksualiteit binnen SKSG mei 2015 3 van 6 van ‘vader en moedertje’ spelen of ‘doktertje’ spelen. Bij veel kleuters ontstaat het begin van een schaamtebesef. Zo kan opeens het uitkleden in een gemeenschappelijke kleedkamer een probleem zijn. Kleuters stellen veel vragen en ze hebben recht op een antwoord. Het is goed om hier in simpele taal en niet te langdradig op in te gaan. Ook kleuters willen meestal graag op schoot zitten en geknuffeld worden. Van meisjes wordt dat meer geaccepteerd dan van jongens. Dat verklaart misschien ook waarom meisjes dit makkelijker doen. Kinderen tussen 6 en 10 jaar: Kinderen op deze leeftijd worden vaak wat introverter, ook op het gebied van seksualiteit. Als opvoeder merk je niet altijd waar ze mee bezig zijn. Hun egocentrisme neemt af, terwijl hun begrip van sociale regels en normen toeneemt. Ze maken in deze fase een strikt onderscheid in rollen van meisjes en jongens. Ze spelen wel gezamenlijk ‘spannende’ spelletjes op het plein zoals ‘indiaantje’. Veel kinderen worden in deze leeftijd voor het eerst verliefd. Het verschil tussen vrijen, knuffelen en geslachtsgemeenschap wordt op deze leeftijd ook steeds duidelijker. De groeiende interesse in de wereld om hen heen, roept ook vragen op over de technische en emotionele kanten van seksualiteit. Bijvoorbeeld over de voortplanting, of waarom sommige mannen of vrouwen op hetzelfde geslacht vallen. Zowel jongens als meisjes zijn nieuwsgierig naar het lichaam van de ander. Tegelijkertijd worden sommige kinderen heel preuts en sluiten zich bijvoorbeeld opeens alleen op in de badkamer. Kinderen tussen de 10 en 12 jaar: Naarmate het kind ouder wordt, zal seksueel gedrag zich steeds meer aan het zicht van de volwassene onttrekken. Dat komt ook, omdat ze geleerd hebben wat wel en niet in het openbaar mag. Natuurlijk blijft het spannend om de grenzen van volwassenen uit te testen, door bijvoorbeeld schuttingtaal te gebruiken. In de puberteit gaat seksualiteit voor de meeste kinderen pas echt leven. Spelen wordt flirten en verliefdheden leiden tot voorzichtige toenaderingen. De nieuwsgierigheid naar het lichaam van de ander krijgt een meer doelgerichte seksuele tint. Toch zijn kinderen vaak erg preuts. Ze voelen zich onzeker over hun lichaam en gevoelens. 3. Visie SKSG over omgaan met seksualiteit Uitgangspunt binnen onze instelling is dat kinderen de ruimte krijgen om zich op alle gebieden te ontwikkelen dus ook op het terrein van de seksuele ontwikkeling. Wij bieden daarom de ruimte aan kinderen om in hun eigen tempo, zodra ze eraan toe zijn, hun eigen seksualiteit te ontdekken. Dit betekent dat we vragen waar kinderen mee komen,dan ook niet uit de weg gaan. Een peuter die bijvoorbeeld vraagt hoe een baby uit de buik komt krijgt van ons een antwoord, uiteraard aangepast aan de leeftijd van het kind. Kinderen die in het toilet bij elkaar benoemen hoe lichaamsdelen heten, laten we hun gang gaan zolang het respectvol gebeurt. Het onderwerp verliefdheid en vriendschappen krijgt bij ons de ruimte die het nodig heeft . Het zijn situaties die elke dag zouden kunnen voorkomen omdat kinderen nieuwsgierig en leergierig zijn, maar ook speels. Juist in een vertrouwde, veilige omgeving zoals de kinderopvang, zullen zij vragen stellen of willen vertellen wat hen bezig houdt. Net zoals bij alle andere ontwikkelingsgebieden ziet SKSG het als haar taak om kinderen hierin op een respectvolle manier te begeleiden. Met als achterliggend idee een positief beeld over seksualiteit bij kinderen te ontwikkelen, en omdat seksuele ontwikkeling niet los te koppelen is van alle andere ontwikkelingsgebieden. Beleid seksualiteit binnen SKSG mei 2015 4 van 6 Bovenstaande visie is op de volgende gebieden terug te vinden: 3.1. Omgeving Wij willen kinderen een fysiek en psychologisch veilige omgeving bieden voor een goede seksuele ontwikkeling. Dit bieden we door: het kind in zijn ontwikkeling in zijn geheel te aanvaarden en respect te hebben voor zijn autonomie (eigenheid) de omgeving zo in te richten dat er een goede balans is tussen privacy van kinderen en toezicht door een volwassene . Dit bereiken we door afgeschermde speelhoeken en rustplekken waar een kind zich (eventueel met andere kinderen) terug kan trekken, terwijl volwassenen toch een oogje in het zeil houden. En bewust te kiezen voor de aankleed/ verschoonplek (deze worden niet voor een raam of deur geplaatst). met elkaar omgangsregels af te spreken en ervoor te zorgen dat zowel de kinderen als de volwassenen deze naleven 3.2. Pedagogisch klimaat Onze pedagogisch medewerkers dragen een positief beeld uit over seksualiteit. Dat doen wij door: te zorgen voor spelmateriaal (zoals dokterspullen of een puzzel over het menselijk lichaam) aandacht te hebben voor de lichamelijkheid van kinderen, door met ze te stoeien, dansen en knuffelen stil te staan bij de verschillende emoties van de kinderen, deze te benoemen en te respecteren het lichaamscontact tussen kinderen onderling te stimuleren, mits het op een respectvolle manier gebeurt en met inachtneming van grenzen van kinderen (maatschappelijk en sociale grenzen) respectvol om te gaan met seksueel getint gedrag en vragen over seksualiteit van kinderen. Het kind staat hierbij centraal 1 kinderen in de gelegenheid te stellen om met vragen of eventuele problemen bij ons te komen . 3.3. Seksuele ontwikkeling van een kind Wij bieden ruimte voor de persoonlijke ontdekkingstocht van het kind naar het eigen lichaam en de daarbij horende gevoelens. Dit houdt in dat wij: het vanzelfsprekend vinden dat kinderen spel uitvoeren waarbij de seksuele ontwikkeling een rol speelt (bv. doktertje spelen) of vragen over seksualiteit hebben kinderen leren hoe wij hun lichaamsdelen noemen (inclusief de geslachtsorganen) boeken, prentenboeken of informatieve boeken over seksualiteit ter inzage voor kinderen beschikbaar hebben respect tonen , in wat wij doen én zeggen, ten aanzien van kinderen en volwassenen 3.4. De sociale omgang Wij willen binnen onze instelling kinderen leren omgaan met zichzelf en met elkaar. Dat betekent dat we: 1 kinderen eenvoudige omgangsregels bijbrengen zoals geen dwang, pijn of gevaar stimuleren dat kinderen met vragen of problemen de hulp van een volwassene inroepen kinderen zichzelf en anderen leren respecteren, met oog voor eigen grenzen en die van een ander SKSG werkt met een protocol vermoeden kindermishandeling. Beleid seksualiteit binnen SKSG mei 2015 5 van 6 respect hebben voor de verschillen tussen jongens en meisjes en daarnaast hun gelijkwaardigheid accepteren kinderen stimuleren in hun zelfvertrouwen, mondigheid en weerbaarheid door hen positief te bevestigen een vertrouwde, veilige sfeer creëren waarbinnen kinderen ‘nee’ durven zeggen en deze ‘nee’ accepteren Hoe gaan wij als kinderopvang om met deze visie en uitgangspunten? Het ingewikkelde van kinderen begeleiden in hun seksuele ontwikkeling is dat je als PM al snel te maken hebt met je eigen waarden en normen en je eigen grenzen. Vind je het goed dat een kind je op de mond wil zoenen en wanneer vind je een vraag van een kind te persoonlijk? Dit is voor iedereen verschillend en daarom zullen PM verschillend reageren. Het is belangrijk om je bewust te zijn van je eigen normen en waarden en deze op een respectvolle manier met collega’s bespreekt. Hierbij is het belangrijk dat je jouw eigen normen en waarden niet oplegt aan een ander; kind of volwassene. Leeftijd van een kind speelt hierin geen rol. 4. Rol ouders SKSG hecht veel waarde aan een goed contact met ouders en verzorgers, in het belang van het kind. Dit contact gaat vaak over de algemene ontwikkeling van een kind en kan ook gaan over de seksuele ontwikkeling van een kind. Het doel van onze pedagogisch medewerkers is altijd om in gesprek te blijven of te komen met ouders. SKSG hoopt dat ouders zelf ideeën hebben over de seksuele opvoeding van hun kind(eren). Als ouders hierin wensen of vragen hebben, hopen we dat zij dit kenbaar maken zodat wij hier (binnen de groepsmogelijkheden) rekening mee kunnen houden. 5. Bronvermelding Channah Zwiep, Kinderen en seksualiteit, 2005. Channah Zwiep, Kinderseksualiteit in de kinderopvang, Reader K&P opleidingen. Cursusmateriaal Triodus, seksuele ontwikkeling van kinderen. Schreuder, Boogaard, Fukkink, Hoex, Pedagogisch kader kindercentra 4 tot 13 jaar Singer, Kleerekoper, Pedagogisch kader 0 tot 4 jaar Rutgers WPF (kenniscentrum seksualiteit), richtlijn seksuele en relationele vorming. www.nji.nl Beleid seksualiteit binnen SKSG mei 2015 6 van 6