Lesdoel 4 – Gods gerechtigheid door het geloof in

advertisement
Uitwerking lesdoelen
module 9
Rome’s redding
Hoofdstuk 1 Een brief voor…
Lesdoel 1 – 4 kenmerken van een brief uit Paulus’ tijd
-
Hellenistisch model
Geschreven op papyrus
Opstelling: prescript met naam van afzender, schrijver, vervolgens adres, dan groet,
daarna zakelijke mededelingen en tenslotte korte groet ‘Vaarwel’
Door Romeinse posterijen of door ‘per vriendelijke gelegenheid’ bezorgd
Lesdoel 3 – Op welke wijze zijn Paulus’ brieven in het NT geordend
1. 4 hoofdbrieven:
2. 5 gevangenschapsbrieven:
3. 3 pastorale brieven:
Romeinen, 1 en 2 Korinte en Galaten
Efeze, Filippenzen, Kolossenzen, 2 Timotheüs, Filemon
1 en 2 Timotheüs en Titus
Lesdoel 4 –De leer-, gelegenheids- en aanbevelingsbrieven
Leerbrieven:
Nadruk op overdracht van de leer van de Apostelen, bv. Efeze, Galaten &
Romeinen
Gelegenheidsbrieven: Met directe aanleiding in vragen uit de gemeente, bv. 1 Korinte en de
Thessalonicenzenbrieven.
Aanbevelingsbrieven: Bekende briefsoort in de oudheid, bv. Filemon
Lesdoel 5 – 3 stijlkenmerken van de paulinische brieven
-
Dialogisch: Dat hij een denkbeeldig partner tegenwerpingen laat noemen en die
vervolgens afwijst
Retorische vragen
‘Captatio Benevolentiae’  vleitaal
Beelden uit dagelijkse leven gebruiken
Lesdoel 6 – Afzender, geadresseerden en datering brief a/d Romeinen
Schrijver: Paulus
 Apostel: Oor- en ooggetuige, gezant met de volmacht van Christus
 Theoloog: Kent OT ongeveer uit zijn hoofd, paulinische zinnen(lange ingewikkelde
zinnen, zijn pen kan zijn gedachten niet bijhouden), hij dicteert Tertius  Tentenmaker
 fijne motoriek niet zo sterk?
 Vurig dienaar van God, Romeinse burger, opgegroeid in Jeruzalem
 Door Gamaliël geleerd
Geadresseerden: Christenen uit Romeinen en Joden, veel huisgemeenten
Waar en wanneer geschreven:
 Waarschijnlijk bij Kenchreeën bij Korinte
 Wanneer? Prisca en Aquila zijn woonden eerder in Korinte, zijn weer terug.
 Edict van Claudius(49 N. Chr.) is opgeheven in 54 N. Chr.
 Paulus is in Korinte, van plan via Jeruzalem naar Rome te reizen einde 3e zendingsreis
Lesdoel 7 – Doel van de brief
o Prijst hun geloof
o Kondigt zijn komst aan & biedt excuses aan dat hij nog niet was gekomen
o Maakt reisplannen bekend: Via Jeruzalem naar Rome en daarna naar Spanje
- Vraagt: Willen jullie me verder helpen naar Spanje?
- Vraagt: Willen jullie voor me bidden?
o Groeten (H16)
o Waarschuwt voor dwaalleer en tweedracht
Paulus stelt zichzelf voor als leraar!
Uitwerking lesdoelen
module 9
Rome’s redding
Lesdoel 8 – Edict van Claudius en zijn betekenis
Door het Edict van Claudius(keizer) werden in 49 alle joden en jodenchristenen uit Rome
verdreven, dat zorgde ervoor dat de kerk, met heidenchristenen, een andersoortige kerk werd
omdat de invloed van de jodenchristenen weg was en de heidenchristenen nu zelf het moesten
uitzoeken zonder hun ‘Joodse wortels’, een soort identiteitscrisis.
Lesdoel 9 – Opbouw van de Romeinenbrief
Kennismaking met Paulus’ leer
 1-8
Basis: relatie God – mens
Van rechtszaal naar feestzaal
 9-11 Toegespitst: gelovigen uit Israël en uit de volken
 12-16 Actuele kwesties:
- Persoonlijke geloofsleven
- Overheid
- Verschillen in de gemeente
Lesdoel 10 – 2 aspecten van het leven in de oude stad Rome
-
Verering van keizer
Christenonvriendelijk
Hoofdstuk 2 Gods gerechtigheid
Lesdoel 1 – Homoseksualiteit vanuit Romeinen 1 bespreken
Het is onnatuurlijk: het is niet zoals God het geschapen heeft. ‘en ook de mannen hebben de
natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrandt.’
Romeinen 1:27
Lesdoel 2 – Waarom en op welke wijze komt Gods toorn
De heidenen wordt verweten van onrechtvaardigheid, ontucht, goddeloosheid en zondige
dingen. Gods toorn komt:
- Ze zijn aan lage begeerten uitgeleverd
- Overgeleverd aan onbetrouwbaarheid
- Zonder God leven
Lesdoel 3 – God is onpartijdig
Joden doen zelf ook waar ze anderen om veroordelen. Joden beroepen zich op wetsonthouding
en besnijdenis, maar:
- Niet de wet aanhoren maakt rechtvaardig, maar de wet naleven, ook als je
de wet niet kent maar van nature naleeft
- Als je de wet niet naleeft als besnedene ben je bij God onbesneden en als je
de wet naleeft als onbesnedene ben je bij God besneden
Dus Joden en heidenen zijn gelijk!
Lesdoel 4 – Gods gerechtigheid door het geloof in Christus
Niet de wet is belangrijk maar leven voor God(Zie ook vorig lesdoel). Ieder mens is zondig,
niemand is rechtvaardig of verstandig. Maar door Gods vrijspraak voor allen die in Jezus
Christus geloven is er gerechtigheid.
Lesdoel 5 – Voorbeeld van Abraham
Abraham werd niet gered omdat hij besneden was of zoiets dergelijks, maar hij werd gered om
zijn geloof. Ook wordt er veel gesproken over Abrahams vertrouwen, dat blijkt uit de tekst ook
heel belangrijk te zijn. Uit het voorbeeld van Abraham blijkt dat hij ook niet werd gered om
zichzelf maar alleen om zijn geloof en vertrouwen!
Uitwerking lesdoelen
module 9
Rome’s redding
Lesdoel 6 – Rechtvaardigheid, gerechtigheid, genade
Rechtvaardigheid
 Handelen overeenkomstig de weg(het recht)
 Verklaring van onschuld
 Het recht moet zijn loop hebben
Gerechtigheid
 Zoals God het recht en de wet(verrassend door Christus) aan je geeft
 Je bent vrijgesproken door het geloof in Jezus
Genade
 ‘Schuldvergevende gunst’
Lesdoel 7 – Opbouw van Romeinen 1-4




o
H1:
H2:
H3:
o
H4:
Kern
 Door geloof behouden
Heidenen zijn schuldig
Joden zijn schuldig
Conclusie: Iedereen is schuldig!
H3: 21,22
 Alleen door geloof in Christus wordt je behouden
Kijk maar naar Abraham en David
Hoofdstuk 3 Gods redding door Christus
Lesdoel 1 – 4 gevolgen/vruchten van de rechtvaardiging
-
Toegang tot Gods genade  Hoop
Volharding
Betrouwbaarheid
De Heilige Geest
Lesdoel 2 – Adam en Christus
Overeenkomsten:
 Door 1 persoon is er iets gebeurd voor iedereen  1 daad met grote impact
Verschillen:
 Jezus’ daad
 Genade
 Adams daad  Dood
Jezus keerde Adams daad om.
Lesdoel 3 – Hoe zonde zich verhoudt tot de gerechtigheid in Christus
We delen in Christus’ dood en opstanding  We leven niet meer voor de zonde maar voor God.
Lesdoel 4 – ‘Met Christus zijn’ betekenis
Het gevolg van het ‘met Christus zijn’ is  We zijn vrij van de zonde!
Lesdoel 5 – 3 werken van de Heilige Geest in het leven van gelovigen
-
De Heilige Geest leidt ons leven
Hij schenkt leven, hij maakt ons levend
De zondige wil wordt gedood door de Geest
Hij brengt Vrede
Lesdoel 6 – Verhaallijn Romeinen 5-8
 1e Adam  2e Adam (Rom. 5)
o Alle mensen delen in Adams zonde
o Christus is voor alle mensen gestorven (Niet alleen voor de Joden)
 Ondergedompeld in Christus (Rom. 6)
o 1 met Christus
Uitwerking lesdoelen
o In zijn dood, opstanding en leven
 Hoe zit dat dan met de wet? (Rom. 7)
o Ik besta niet meer voor de wet die mij aanklaagt
o Wedergeboorte (7:4), in Christus
o Permanente strijd met zwakheid van je eigen zelf
 De Heilige Geest komt je te hulp (Rom. 8)
Logisch vervolg op Romeinen 1-4:
Van:
o Rechtszaal
o Ongerechtigheid
Door Christus
o Schuld
o Gods toorn
module 9
Naar:
Rome’s redding
- Feestzaal
- Gerechtigheid
- Genade
- Gods liefde
Lesdoel 7 – Rom. 8 afsluitend hoofdstuk van eerste deel van de brief
Het is een afsluitend hoogtepunt: ‘Er is niets of niemand wat mij kan scheiden van Gods liefde.’
Hoofdstuk 4 God blijft trouw
Lesdoel 1 – Verhaallijn Romeinen 9-11
Hoofdstuk 9
Vs. 1-4
Paulus verdriet over zijn volksgenoten
- Ze hebben zoveel voorrechten gehad
- En nu… verwerpen ze Jezus
Vs. 6-13
God blijft trouw aan zijn Woord
- Hij gaat –zoals steeds in het OT- verder met een uitverkoren rest
Vs. 14-18
Is dit wel eerlijk van God?
- Ja, besef dat God echt God is
- Hij ontfermt zich over wie Hij wil
Vs. 19-29
Is dat niet heel naar?
- Nee, God is soeverein
- Het is zijn wil om verlorenen te redden: heidenen en ondankbare
Israëlieten
Vs. 30-33
Verbazingwekkend:
- Heidenen ontvangen nu waar Joden zich aan ergeren
Hoofdstuk 10
Vs. 1-13
Joden moeten zich anders opstellen om verlost te worden:
- Inzien dat de hemel niet te verdienen is
- Vs. 6: Je wordt op grond van geloof rechtvaardig, verklaard(Het refrein
van Romeinen). Het is bovendien geen moeilijke opdracht.
Vs. 14-15
Geloof en luisteren naar wie het goede nieuws verkondigen
Vs. 16-21
De ellende is dat Israël niet wil luisteren: Dat is helaas niet alleen deze tijd. Mozes
en Jesaja kwamen vroeger al dezelfde houding tegen
Hoofdstuk 11
Vs. 1-6
Heeft God zijn volk toch verstoten? (Is Hij echt trouw aan Israël gebleven?)
Antwoord: Op God kun je aan!
- Kijk maar naar mij (Paulus) en denk maar aan de 7000 in de tijd van Elia
- God gaat altijd verder met een uitverkoren rest/deel
Vs. 7-15
Het is bijzonder: Omdat zoveel Joden niet geloven gaat het heil nu ook naar de
heidenen, Paulus hoopt dat de Joden jaloers worden en tot bezinning komen.
Vs. 16-24
Je kunt Israël als een boom beschouwen: er wordt gekapt (Ongelovige Joden) en
geënt (gelovigen uit de heidenen).
Uitwerking lesdoelen
Vs. 25-27
Vs. 28-32
Vs. 33-36
module 9
Rome’s redding
Dat is het geheimenis: op die manier wordt heel Israël behouden: de boom Israël
wordt geen knotwilg! Grieken en Romeinen door het geloof in Israël ingelijfd.
Denk niet dat God de Joden verworpen heeft. Zij kunnen ontferming van God
ontvangen, net als heidenen nu ontvangen hebben.
Lofverheffing: Wat zijn Gods wegen wonderlijk, Hij beschikt helemaal zelf, God zij
de heerlijkheid tot in eeuwigheid
Lesdoel 2 – Verdriet van Paulus over het Joodse volk
Paulus heeft verdriet om de Joden omdat ze Jezus verwerpen, en Jezus is de weg naar de
verlossing dus hebben ze zijn verlossing niet! Dat is zeer treurig.
Lesdoel 3 – Rom. 9: God is vrij om mensen te kiezen en doet daarmee
geen onrecht aan mensen die Hij niet kiest
Niet alle Israëlieten horen werkelijk bij Israël omdat ze Jezus, en dus zijn verlossing, niet
aanvaarden. God kiest mensen niet op grond van hun daden, maar omdat Hij hem roept: Het gaat
volgens Gods besluit en niet volgens aardse regels.
 Waarom geen onrecht?
Lesdoel 4 – Paulus roept de Joden op waartoe en waarom
Paulus roept de Joden op om Jezus aan te nemen als hun redder, omdat ze nu inzicht missen dat
Jezus de zaligmaker is en zo afgehouwen worden van de olijfboom, en Paulus wil graag dat ze tot
inzicht komen zodat ze ook gered kunnen worden!
Lesdoel 5 – Joodse redenen om Christus niet aan te nemen + Paulus’
reactie
De Joden hebben als excuus dat ze de boodschap niet behoord of de boodschap niet begrepen
hebben. Paulus reageert daarop met: ‘Natuurlijk hebben ze het wel gehoord, want er staat: ‘Hun
roep klinkt over de hele aarde, hun woorden tot de uiteinden van de wereld’.’ Ook heeft hij het over
Jesaja’s woorden over het ‘ongehoorzame en opstandige volk’.
Lesdoel 6 – De olijfboom
(Lesdoel 1)
Je kunt Israël als een boom
beschouwen: er wordt gekapt
(Ongelovige Joden) en geënt
(gelovigen uit de heidenen).
Dat is het geheimenis: op die
manier wordt heel Israël
behouden: de boom Israël
wordt geen knotwilg! Grieken
en Romeinen door het geloof in
Israël ingelijfd.
Maar: Als de Israëlieten niet
volharden in hun ongeloof
kunnen ze ook weer geënt
worden.
Uitwerking lesdoelen
module 9
Rome’s redding
Lesdoel 7 – Rom. 11:26a uitleggen (met 3 overwegingen)
 Eerst staat er: ‘Er is(…) een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil
voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat.’ Een geheimenis  Niet altijd te
doorgronden, men hoort ervan maar het blijft diep en ondoorgrondelijk.
 Paulus werkt aan de houding van de heidenen tegenover Israël
 Een déél van Israël is volhard, dat deel wordt afgehouwen en de heidenen vormen dan
een ‘volheid/vervulling’, ze maken de boom weer heel. Dus met heidenen en het
onverharde gedeelte van Israël
 Verschillende vertalingen: ‘slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot
het moment dat alle heidenen zijn toegetreden.’ (NBV) ‘De verharding is voor een deel
over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn (SV, uit het
Grieks). 2 dingen kunnen we daaruit halen:
1. De beginwoorden van 11:26a(en alzo…, dan…) geven aan dat de heelheid van Israël
wordt bereikt door het vulstuk van de gelovige heidenen
2. De beginwoorden geven aan dat de heelheid van Israël wordt bereikt doordat er een
einde komt aan de gedeeltelijke verharding van Israël nadat de volledige inbreng van
de gelovige heidenen is binnengekomen.
 Héél Israël kan slaan op heel Israël als in optie 2, maar je kunt er ook naar kijken door
Rom. 9:6-7: ‘Want niet alle Israëlieten behoren werkelijk tot Israël(…). Alleen gelovige
nageslacht van Abraham is werkelijk Israël.
 Paulus beslist eigenlijk niet, hij hoopt wel dat de afgebroken takken weer heringeënt
kunnen worden maar hij voorspelt geen toekomst.
 Soort conclusie: Niets is noodzakelijker dan dat de heidenen door de Messias Jezus
binnenstromen in Israël en dat zij hoopvol gaan bidden voor de ontferming over het
verharde deel van Israël en dit deel afgunstig proberen te maken.
Hoofdstuk 6 Leef als dankbaar christen
Lesdoel 1 – Verband tussen Rom. 9-11 en het vervolg
Romeinen 1-8
 Van schuldig naar vrijspraak
Romeinen 9-11
 God blijft trouw aan de belofte
Romeinen 12-16
 Leef dankbaar als christen
Romeinen 12-16 is eigenlijk een logisch vervolg op Romeinen 9-11: Leef dankbaar als christen
omdat je door je geloof er in Romeinen 1-11 staat: breng het in de praktijk.
Lesdoel 2 – Liefde en dankbaarheid
3 voorbeelden dat Rom. 12-15 gaat over liefde en dankbaarheid die je van christen mag
verwachten omdat hij Rom. 1-11 kent:
 Als je iets doet of niet doet: Doe het ter ere van de Heer!
 Heb je naaste lief (zie ook lesdoel 5 voor voorbeelden)
 Wreek niet maar heb uw vijand lief!
Risico’s van wreken:
- Spiraal van geweld
- Recht van de sterkste
- Anarchie
 God is onze wreker
 De overheid in Gods dienst om recht te spreken
 Jij bent bijzonder waardevol in Gods ogen!
Uitwerking lesdoelen
module 9
Rome’s redding
Lesdoel 3 – Taak van de overheid volgens Rom. 13
Gods gezag werkt door in de overheid, God stelt dat gezag in, dus je moet ook in
overeenstemming met Gods wil regeren, je moet eerlijk en goed voor het volk zijn.
Lesdoel 4 – ‘Zwakken’ en ‘sterken’ in geloof
Zwak = kwetsbaar in geloof
Sterk = minder kwetsbaar  geen bijgeloof over bijvoorbeeld vlees wat uit de afgodentempels
komt.
 Zwakke eet geen vlees/doet aan vastendagen/drinkt geen wijn
- Houdt zich aan OT-spijswetten  Vooral Joodchristenen?
Lesdoel 5 – Hoe Paulus de gemeenten leert met elkaar om te gaan
-
Niet oordelen
Geen aanstoot geven
Aanstoot geven = je zo gedragen dat een ander struikelt
- Het goede voor je naaste zoeken en hem sterken
Ze moeten elkaar aanvaarden en samen God prijzen, ze moeten een eenheid vormen!
Lesdoel 6 – Hoe omgaan met verschillen tussen christenen
Als mensen anders zijn dan jij, bijvoorbeeld met knalroze stekeltjes of zoiets dergelijks, betekent
dat niet meteen dat diegene niet gelooft. Je moet elkaar aanvaarden in geloof en iedereen
accepteren met zijn unieke kanten. Ergernis moet je ook niet uitlokken maar soms heb je
gewoon een andere smaak dan anderen maar dat maakt ook ieder mens uniek en mooi
geschapen door God! Daarom moet je elkaar aanvaarden. Als bijvoorbeeld iemand een shirt
draagt met een hakenkruis kun je daar wel met diegene over in gesprek gaan, waarom diegene
dat draagt etc., maar je moet niet oordelen want het oordeel ligt bij God.
Download