Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.

advertisement
Vormselviering 14 april 2013
Parochie O. L. Vrouw Bezoeking en van Bijstand
Achterbroek
Vormheer: Bisschoppelijk Vicaris Wim Selderslaghs
Wie God is,
heeft geen mens ooit gezien.
Alles wat we weten,
is dat telkens weer in de geschiedenis
mensen door Hem worden gegrepen,
door zijn liefde geraakt,
en dat zoiets je leven kan veranderen.
En dat Hij een Naam heeft:
‘IK ZAL ER ZIJN VOOR JOU’
Ik geloof in Hem die heet
‘Ik zal er zijn voor jou’
en ik weet:
Hij is te doen!
Intrede vormelingen
Geloven is een werkwoord dat doe je niet alleen.
Reik elkaar de hand, maak vrienden om je heen.
Zo gaat er dan iets groeien en woorden worden daad.
De liefde kan dan bloeien
als je Zijn droom bouwen gaat.
Zeg maar ja!
Durf te spreken.
Durf te doen wat Hij zegt.
Wees niet bang en vertrouw,
al gaat het soms slecht.
Zo bouw je aan Zijn droom
en is het morgen feest.
Als je durft geloven,
durft te doen in Zijn geest.
Steek je handen uit de mouwen en kijk met je hart.
Je oor te luisteren leggen naar wie je er om vraagt.
Woestijn komt dan tot leven, weer water uit de bron.
Je naaste liefde geven,
’t is zo dat Zijn droom begon.
(uit ‘Ik geef je mijn woord’, een uitgave van www.eenfijnedag.be)
Verwelkoming
Elien:
Lieve mensen allemaal. Welkom!
Voor ons is het vandaag een feestelijke dag.
We hernieuwen onze doopbeloften
en laten ons vormen met Zijn Geest.
Het is die Heilige Geest
die ons vandaag in vuur en vlam zet
en die ons niet alleen doopt met water,
maar ook met de kracht
om steeds door te gaan.
-1-
We hebben Gods Geest nodig,
om ´bewogen´ te worden,
om in beweging te komen
en ook anderen in beweging te zetten.
Hanne:
Ook onze vormheer,
bisschoppelijk vicaris Wim Selderslaghs,
heten we van harte welkom.
Fijn dat U er voor ons bent vandaag!
Wilt U ons in deze viering voorgaan?
Wilt U ons straks vormen met Gods Geest?
Het is dat extra duwtje in de rug om de juiste weg te gaan.
Zeggen “Ik ben christen” vraagt immers veel lef.
Toch kiezen we daar vandaag voor.
We gaan dit met al onze vrienden
en al deze mensen hier vieren!
Samen maken we er iets moois van!
Begroeting en kruisteken
Vormheer:
Beste meisjes en jongens,
graag wil ik in deze viering voorgaan.
…
We willen God vragen om vandaag als Vader, Zoon en Geest
bij ons te zijn.
Zodat we samen met Hem kunnen vieren.
In de naam van de Vader, en de Zoon en de heilige Geest.
Amen.
Schuldbelijdenis
Vormheer:
Bij het begin van iedere viering vragen wij om vergeving.
We zeggen ‘sorry’ aan God en aan de mensen.
-2-
Zo openen we ons hart helemaal voor God en de anderen.
Zo krijgen we een nieuwe start.
Jason:
God, in Jouw zee zwemmen veel vissen. Sommige vissen zijn
zo klein dat je ze bijna niet ziet. Anderen zijn zo lelijk dat ze
nooit van de bodem omhoog zwemmen.
Het spijt ons Heer als we geen aandacht hebben voor de
zwakkeren in onze samenleving.
Omdat ik pijn aan een ander deed, Heer
buig ik mij neer, buig ik mij neer. (2 x)
Yente:
Heel dikwijls zijn we alleen maar met onszelf bezig,
maken we te weinig tijd voor mensen die ons nodig hebben.
Het spijt ons als we hen door de mazen van het net laten
glippen.
Omdat ik pijn aan een ander deed, Heer
buig ik mij neer, buig ik mij neer. (2 x)
Eme:
Een visser staart geduldig naar zijn dobber.
Uren kan hij naast het water zitten.
Het spijt ons Heer, als wij niet even veel geduld hebben
als die visser.
We geven soms te snel op als het ons te veel moeite kost.
Omdat ik pijn aan een ander deed, Heer
buig ik mij neer, buig ik mij neer. (2 x)
Vormheer:
Vader, vergeef onze fouten
en versterk ons vertrouwen in de stuwkracht van uw Goede
Geest.
-3-
Openingsgebed
Vormheer:
Lieve God,
laat ons uw liefde tastbaar maken
in de gewone ontmoetingen van iedere dag.
Help ons mensen te zijn die voor elkaar opkomen.
Geef dat wij elkaar aanmoedigen om samen
de juiste koers te varen.
Dat vragen wij U in Jezus’ naam.
Amen.
Eerste lezing
(Vissen “ademen” water)
Rit:
In een smalle beek ergens in de polders rond Nieuwpoort
woonde eens een groepje vissen.
Op een dag kwam een vriend van hen terug van een verre
reis. Die reis had hem gevoerd langs beekjes, sassen en
kanalen, via de havenmond tot in de volle zee. Hij had dus
ongelooflijk veel te vertellen.
“Luister”, zei hij, "Weten jullie dat wij, vissen, in water
zwemmen!" "In water zwemmen???”, riepen ze verbaasd in
koor. Neen dat wisten die vissen niet. “Water, wat was dat
trouwens, water, ja water?”
Terwijl de luchtbellen naar het wateroppervlak stegen, vertelde
de vriend dat overal waar vissen zwemmen er water rond hen
is. Water dat zuurstof bevat om te leven. Hij verduidelijkte hen
dat ze leven in het water, groeien in het water, ademen in het
water. Daar hadden de vissen nog nooit over nagedacht. Rond
hen zat toch niets speciaals? Dat was toch iets normaal,
vonden zij. Ze kenden wel planten en ze zagen licht boven
hen, en bubbels rond hen zagen ze ook. Maar water?
-4-
"Ja toch!", legde de vriend uit, "Jullie zijn het zo gewoon in
water te wonen, dat jullie dat niet meer beseffen.
De vissen waren vol verbazing over wat hun vriend vertelde,
en zo blij dat zij in dat water konden leven. Ze oefenden de
gekste sprongen.
Zou het zo ook met God en de mensen kunnen zijn? Mensen
worden steeds ongeloviger omdat niemand hen een definitie
van God kan geven. We zijn het zo gewoon om te leven in
God, te groeien in God, te ademen in God. Je ervaart Hem in
je liefde en vriendschap voor elkaar. Zoals de vissen niet
wisten wat water was, zo weten wij ook niet echt wie God is.
Wij zijn nog altijd op zoek naar Hem...terwijl we Hem
inademen… Terwijl Hij altijd bij ons is…
Tussenzang
Stappen in het voetspoor van de Heer,
Hij heeft ons toen de weg getoond.
Het is een opgave elke dag weer,
maar vandaag worden wij beloond.
Want op dit grote feest
voel ik het vuur van de Geest.
Door olie en het kruis
vind ik de weg naar Zijn huis.
Want op dit grote feest,
voel ik het vuur van de Geest.
Door olie en het kruis
kom ik bij Hem thuis.
Jezus vraagt ons Zijn weg te gaan.
De zalving geeft ons nieuwe kracht
om in een betere wereld te staan
waar iedereen verdraagzaam is en lacht.
(uit ‘Ik geef je mijn woord’, www.eenfijnedag.be)
-5-
Evangelie (Naar Johannes: 21, 1-19)
Vormheer:
Ze waren maar weer gaan vissen, Thomas, Natanaël,
Jacobus, Johannes, Petrus en nog twee leerlingen.
Maar na een nacht hard werken, hadden ze nog niet één vis
gevangen.
Teleurgesteld en moe roeiden ze in de vroege ochtend weer
naar huis, toen ze een man aan de kant hoorden roepen:
“Hebben jullie soms wat vis?”
“Nee.” klonk hun antwoord nors.
“Gooi het net dan over de andere boeg, werp het uit aan de
rechterkant van de boot.”
Ze deden wat de vreemde man hen opdroeg en wierpen het
net uit aan de andere kant. Nu konden ze het bijna niet meer
omhoog trekken, zoveel vis zat erin.
Toen zag Johannes als eerste wie het was die op de oever
stond. “Het is Jezus!” riep hij opgewonden.
“Jezus? Dan moet ik naar Hem toe!” schreeuwde Petrus en hij
sprong overboord. Moeizaam waadde hij naar het strand en
holde naar Jezus. Die begroette hem hartelijk en bracht hem
bij een kolenvuurtje waar hij bibberend wachtte tot de anderen
het net aan wal hadden gesleept. Op het kolenvuur zag Petrus
vis en brood liggen. Vreemd, waarom had Jezus dan om vis
gevraagd? Alles was vreemd in deze nacht.
Zo ook de maaltijd op het strand. Jezus brak het brood en gaf
het hun. Ze aten. Brood en vis aten ze.
Petrus durfde Jezus nauwelijks aan te kijken, hij zat maar in de
vlammen te staren. Hij moest terugdenken aan dat andere
kolenvuur, aan die kille nacht dat Jezus voor de hogepriester
stond en hij, zijn leerling, tot driemaal toe had ontkend een
volgeling van Jezus te zijn.
Jezus had vast gemerkt dat Petrus in gedachten verzonken
was want na de maaltijd vroeg Hij: ”Simon, zoon van
Johannes, hou je van me, meer dan de anderen?”
“Ja, Heer, U weet het.” antwoordde Petrus.
-6-
“Weid dan mijn lammeren!”
“Petrus, hou je echt van mij?” vroeg Jezus voor de tweede
keer.
Petrus antwoordde nogmaals: “Heer, U weet dat ik van U
houd.” “Wees dan een herder voor mijn schapen.”
Toen Jezus zijn vraag voor de derde keer stelde, werd Petrus
bedroefd. Hij dacht: “Zie je wel, Jezus gelooft me niet meer…”
Met zijn handen uitgestrekt en in een moedeloos gebaar, riep
hij: ”Heer, U weet alles, U weet toch dat ik U liefheb.”
“Zorg dan voor mijn schapen.” zei Jezus weer.
Het drong nu pas tot Petrus door dat Jezus hem vergeven had
en dat hij een nieuwe taak kreeg.
Jezus voegde er ook nog aan toe: “Nu kun je doen en laten
wat je zelf wil, maar als je oud geworden bent, zul je je handen
uitstrekken. Ze zullen je boeien en brengen waarheen je niet
wilt.” Jezus zei dit omdat Hij wist dat Petrus ooit door de
kruisdood God zou vereren. Hierna stond Jezus op en zei:
“Volg Mij!”
Homilie
Geloofsbelijdenis
Vormheer:
Zo'n twaalf jaar geleden, stonden jullie papa en mama
naast de pastoor terwijl hij jullie doopte.
Eigenlijk hebben zij toen voor jullie beslist
om met Jezus op weg te gaan.
Dat doopsel was een moment van 'door het water gaan'.
Toen waren jullie nog maar baby's...
Nu zetten jullie zelf de stap.
In deze viering gaan jullie zelf oversteken.
In de catechese hebben jullie veel gepraat
en nagedacht over die weg van Jezus.
Het is nu dan ook tijd om luidop te zeggen
dat jullie écht in die weg geloven.
-7-
Ans:
Ik geloof in God. Ik hoor Hem.
Vormelingen:
Hij roept mij om steeds het goede te doen.
Ans:
Ik geloof in Jezus, ik zie Hem.
Vormelingen:
Hij gaat mij voor en wijst mij de weg.
Ans:
Ik geloof in de Geest. Ik voel Hem.
Vormelingen:
Hij geeft mij de kracht om door te gaan.
Ans:
Ik geloof in de gemeenschap van de Kerk.
Vormelingen:
Ik ben blij dat ik er bij hoor.
Ans:
Ik geloof in Gods Koninkrijk.
Vormelingen:
Ik ben bereid om mijn steentje bij te dragen.
Ik beloof heel mijn leven trouw te blijven aan dit geloof.
Ik beloof mij in te zetten voor het evangelie van Jezus
Christus.
Vormheer:
Het gelovig-in-de-wereld-staan zal voor elk van deze jongeren
een eigen inhoud,
een eigen beleving, een eigen betekenis krijgen.
Willen jullie, ouders, hen steunen in hun zoektocht naar hun
eigen weg?
-8-
Ouders:
Wij aanvaarden de eigenheid van onze kinderen.
Wij willen hen blijven begeleiden in hun groei naar volwassen
geloven. Moge God ons hierbij helpen.
Handoplegging – groep
(vormelingen staan recht, boekje op de stoel.)
Thomas:
Water
Samen met lucht en licht
onmisbaar om in leven te blijven.
Toch maar iets om verwonderd over te zijn.
Water.
Even onmisbaar als God
die in ons leven
meer dan zomaar een plaatsje verdient.
Hannah:
Toen ik werd gedoopt,
vloeide er ook al een beetje water over mijn hoofd.
Kan ik niet leven zonder water,
dan kan ik evenmin leven zonder God.
Zo begrijp ik het alvast, Jezus.
Het vormsel herinnert me eraan
dat ik ooit werd gedoopt.
Lieke:
Nu ik geen kind meer ben,
wil ik me nog meer inzetten voor God en de medemensen.
Jezus,
ik wil een goed christen zijn.
Ik wil Jouw sporen volgen.
Ik wil proberen goed te zijn en te doen voor anderen.
Daarom ook willen we vragen dat Jouw Geest over ons mag
komen.
-9-
Britt:
Kom, Heilige Geest,
breng ons daar waar mensen leven,
wachtend op een woord van hoop.
Doe ons delen, doe ons geven,
in Jou zijn wij gedoopt.
Laat Jouw naam ons leven worden,
rode draad in ons bestaan,
ankervast vandaag en morgen,
kracht en moed om door te gaan.
Vormheer:
Ik ga jullie nu de handen opleggen
en jullie zalven met chrisma.
Laten we het eerst stil maken in ons hart
en bidden dat Gods Geest over jullie mag komen
en dat jullie mogen blijven groeien
naar het beeld van Jezus, de Gezalfde.
(gebed in stilte)
Stil zijn
is dicht bij de mensen zijn
dicht bij zichzelf
dicht bij God
en in de warmte van deze ontmoeting
vrede vinden en kracht.
Almachtige God,
Vader van onze Heer Jezus Christus,
door de doop uit water en Heilige Geest
heb Jij deze jongens en meisjes
tot nieuw leven gewekt
en bevrijd uit de macht van het kwaad.
Zend over hen Uw heilige Geest, de trouwe Helper.
-10-
Geef hun de geest van wijsheid en inzicht,
de geest van raad en sterkte,
de geest van vroomheid en liefde,
en vervul hen van eerbied voor uw heilige Naam.
Door Christus onze Heer.
Allen: Amen.
Persoonlijke handoplegging - zalving
De vormelingen en hun ouders komen om de beurt naar voor.
Ouders: Wilt u ons ‘….’ vormen?
Vormheer: ‘…’ ontvang het zegel van de Heilige Geest, de
gave Gods.
Vormeling: Amen.
(Emma, Bob, Tuur, Wout, Chimène, Jason, Hanne en Jelle
gaan met Rit mee naar achter)
Voorbeden
Laat ons nu, één van geest en hart, bidden tot God, onze
Vader.
Hilde:
Een visser heeft sterke netten nodig.
Fleur:
Bidden wij
dat wij sterk genoeg zijn om ons blijvend in te zetten
voor onze medemens,
dat wij altijd vriendschap geven aan elkaar.
Laat ons bidden.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
O Heer, vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
-11-
Hilde:
Als het vissen niet lukt, laat Jezus het net over de andere boeg
gooien.
Evi:
Soms is het met mij zoals met die vissers.
Het gaat niet zoals ik het zou willen.
Bidden wij dat wij ,net zoals de apostelen,
mensen ontmoeten die ons terug op weg helpen.
Laat ons bidden.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
O Heer, vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Hilde:
Aan de oever van het meer wachtte de Heer hen op.
Er was een houtskoolvuur aangelegd met vis erop en brood
ernaast. Ontbijt voor de apostelen, een nieuw begin.
Elena:
Dat ook wij nooit vergeten dat ons steeds opnieuw een taak
wacht, dat we niet vergeten om Jezus te volgen.
Laat ons bidden.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee…
Hilde:
Jezus heeft van zijn apostelen mensenvissers gemaakt en
gevraagd om als goede herders voor de mensen te zorgen.
Thalia:
Dankbaar bidden wij voor onze ouders
die ons warmte en veiligheid bieden,
voor hen die ons opvoeden en begeleiden naar
zelfstandigheid.
Laat ons bidden.
-12-
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
O Heer, vaar je mee, o Heer, vaar je mee.
Vormheer:
Vandaag hebben we deze jongens en meisjes
de handen opgelegd en hen met uw Geest gezalfd.
Wij vragen U: geef hen ijver en geestdrift om heel hun leven
van U te getuigen.
Door Christus, onze Heer.
Offerande
Vormheer:
Wij brengen onze gaven aan, gewone gaven,
symbolen van geluk en verdriet, van inzet en vreugde.
Dankbaar voor het feest,
dankbaar ook omdat wij dit alles uit Gods hand ontvangen,
bieden wij Hem deze gaven aan:
Yaline:
(Emma brengt bloemen naar voor)
We zetten bloemen op tafel.
Met deze bloemen willen wij U danken
voor deze feestelijke dag.
Jordi:
(Bob en Tuur brengen kaarsen naar voor)
We zetten kaarsen op tafel.
De vlam geeft licht en warmte,
zorgt voor sfeer en gezelligheid.
-13-
Yaline:
(Wout en Chimène brengen brood en pateen naar voor)
We zetten brood op tafel.
Dit brood verwijst naar Jezus, die brood,
voedsel en kracht wil zijn voor jou en mij
en voor alle mensen.
Jordi:
(Jason en Hanne brengen druiven en kelk naar voor)
We zetten druiven op tafel.
Druiven worden geperst tot wijn.
Jezus wil dat alle mensen gelukkig worden
en dat hun leven een feest is.
Yaline:
(Jelle brengt een vis naar voor)
Wij zetten een vis op tafel. Vissen kunnen niet leven zonder
water. Wij kunnen niet leven zonder God.
Offerandelied
Ans
Gebed over de gaven
Vormheer:
Heer, onze God,
in brood en wijn schenk Jij Jezus aan ons.
Schenk ons ook zijn Geest,
opdat wij worden zoals Hij, uw kinderen voor altijd.
Door Christus, onze Heer. Amen.
Groot dankgebed
V: De Heer zal bij u zijn.
A: De Heer zal u bewaren.
-14-
V: Verheft uw hart.
A: Wij zijn met ons hart bij de Heer.
V: Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
A: Hij is onze dankbaarheid waardig.
V: God, onze Vader, Gij hebt ons samengebracht
en wij staan hier voor U om U te danken,
om te zingen, om te zeggen hoe wij U bewonderen.
Wij loven U voor al wat mooi is in de wereld,
voor de blijdschap die Gij ons geeft.
Wij prijzen U voor het licht van de dag
en voor het Woord dat Gij tot ons spreekt.
Wij zeggen U dank voor het land
en de mensen die er wonen,
en voor het leven dat komt uit uw hand.
Ja, echt goed zijt Gij.
Gij houdt van ons en onze wereld is uw wonder.
Samen zeggen wij daarom:
A: Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge.
V: God, onze Vader, Gij zijt altijd bezig met de mensen
en Gij wilt heel dicht bij ons zijn.
Jezus hebt Gij gezonden, uw geliefde Zoon.
Hij is op aarde gekomen om ons te verlossen,
om zieken te genezen
en aan zondaars vergiffenis te schenken.
Aan allen heeft Hij uw liefde getoond:
de kinderen liet Hij bij zich komen
en Hij heeft hen gezegend.
Daarom zeggen wij dankbaar:
A: Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in den hoge.
-15-
V: Als wij U vieren, Heer, staan wij niet alleen.
Overal ter wereld brengt klein en groot U hulde.
Samen met de hele kerk bidden wij tot U,
met onze paus Franciscus en onze bisschop Johan….
En in de hemel loven U de Maagd Maria,
de apostelen en alle heiligen.
Samen met hen en met alle engelen
aanbidden wij U en zeggen:
A: Heilig, heilig, heilig de Heer,
de God der hemelse machten!
Hosanna in den hoge.
V: God, heilige Vader,
omdat wij willen tonen hoe dankbaar wij U zijn,
hebben wij dit brood meegebracht en deze wijn.
Mogen zij voor ons worden tot lichaam en bloed
van Jezus Christus, uw geliefde Zoon.
Dan zullen wij U kunnen geven
wat wij eerst van U gekregen hebben.
Op de avond, vlak voor zijn sterven,
zat Jezus met zijn apostelen aan tafel.
Hij heeft van het brood genomen dat klaar stond,
en U gezegend in zijn gebed.
Daarna heeft Hij het brood verdeeld
en aan zijn vrienden toen deze woorden gezegd:
“Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn lichaam dat
voor U gegeven wordt.”
Aan het einde van de maaltijd
heeft Hij een beker wijn genomen
en U weer dank gezegd.
Dan liet Hij de beker rondgaan bij zijn vrienden
terwijl Hij zei:
“Neemt deze beker en drinkt hier allen uit,
want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond;
-16-
dit is mijn bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten
tot vergeving van de zonden.”
Dan zei Hij hun: “Blijft dit doen om mij te gedenken.”
Verkondigen wij het mysterie, de kern van ons geloof.
A: Christus is voor ons gestorven,
Christus is verrezen.
U, Heer Jezus, verwachten wij.
V: Wat Jezus ons gezegd heeft te doen,
dat doen wij nu in deze eucharistie:
wij verkondigen zijn dood en zijn verrijzenis
en bieden U het brood dat leven geeft
en de beker van het heil.
Wij volgen Jezus naar U die onze Vader zijt
en vragen: aanvaard ons, samen met Hem.
A: Christus is voor ons gestorven,
Christus is verrezen.
U, Heer Jezus, verwachten wij.
V: Goede Vader, omdat Gij ons liefhebt,
bidden wij: laat ons tot deze tafel naderen
om in de vreugde van de heilige Geest,
het lichaam en bloed te ontvangen van uw Zoon.
Omdat Gij nooit iemand vergeet,
bidden wij U voor de mensen van wie wij houden
en voor allen die in uw vrede zijn gestorven.
(intenties)
Denk aan hen die lijden en die verdriet hebben,
vergeet niet uw grote familie van christenen
en alle mensen van de hele wereld.
Vol bewondering voor alles wat Gij doet, zeggen wij daarom:
-17-
A: Christus is voor ons gestorven,
Christus is verrezen.
U, Heer Jezus, verwachten wij.
V: Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen
zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van
de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.
A: Amen.
Onze Vader
Vormheer:
Jezus heeft ons een zeer mooi gebed geleerd.
Wij bidden het in elke eucharistie.
Laten we nu samen het Onze Vader bidden.
Vredewens
Vormheer:
Jezus sprak een wens uit voor zijn vrienden:
“Vrede zij u” zei Hij.
Hiermee wilde Hij zeggen:
“Ik wens dat je je goed mag voelen,
dat je echt thuis mag zijn bij God en bij elkaar.”
Dat wens ik jullie ook toe: VREDE in je hart,
dat je liefde brengt waar haat heerst.
De vrede van de Heer zij altijd met U.
Allen: En ook met U.
-18-
Kom, zing een vredeslied en leer het aan je broeders.
Ja, zing een vredeslied, zoek in elkaar het goede.
Jaag nijd en grief uit de wereld, open je hart voor iedereen.
Sluit vriendschap voor het leven, strooi liefde om je heen.
Reik nu je hand aan elkander en wijd een warme vreugdezang
aan al je medemensen die de vrede wensen.
Communie
Vormheer:
Zalig zij die genodigd zijn aan de maaltijd van de Heer.
Zie het Lam Gods dat wegneemt de zonden van de wereld.
Allen:
Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek
en ik zal gezond worden.
Muziek
Communielied
Vaar mee, het leven in,
met God heeft het veel meer zin.
Vaar mee, het licht tegemoet,
tot ziens, het ga je goed.
Zorgen en pijn zijn nu geheeld
want brood en wijn werden gedeeld.
Zijn woorden hebben wij gehoord
ze gaan met ons mee aan boord.
-19-
Dit is geen eind, maar een begin,
ons leven heeft nu veel meer zin.
Wij voelen vrede die Hij bracht
en varen uit met volle kracht.
Zijn wij straks op de volle zee
wij weten: Jezus vaart steeds mee.
Wij volgen zijn weg naar geluk,
met Zijn zegen kan het niet meer stuk.
(uit ‘Vaar het leven in’, een uitgave van www.eenfijnedag.be)
Slottekst
Karine:
Ik ben de wind van het begin.
Toen de wereld nog maar net geschapen was,
blies ik mijn adem over haar heen,
en maakte dat alles leven ging.
Langs land en zee streek ik met mijn frisse bries,
en zachtjes golfde het water met mij mee.
De mens gaf ik het leven,
ik stuw hem voort,
ik ben de wind in zijn zeilen.
Vaar nu verder, de wereld in.
Ik zal er zijn.
Ik hoop dat je boot de goede kant opgaat.
En loopt het soms toch mis,
keer dan maar om, daarvoor is het nooit te laat.
Denk aan de vissers, wanneer de netten leeg blijven,
staat de Heer hen bij met goede raad.
Zo wil de Heer ook altijd voor jou zorgen.
Vaar dus maar uit, je wordt met zorg behoed.
Het wordt een goede tocht van hier naar morgen.
Zelfs als je over hoge golven moet!
-20-
Dankwoordje ouders
Jelle:
Vandaag willen we nog een speciaal woordje
tegen onze ouders zeggen.
Mama graag wil ik je bedanken
voor zoveel nog deze dag.
Maar vooral voor die vele kleine dingen,
van gisteren en de dag voordien.
En al die andere lieve zorgen,
die ik vaak niet heb gezien.
Dank je wel mama, ik hou van jou!
Chimène:
Papa ik zie je graag.
Ik wil je zo heel bijzonder danken
voor de goede zorgen dag aan dag.
Voor zoveel kleine dingen…
Dank je wel papa, ik hou van jou!
Zegen en zending
Vormheer:
Wij bidden dat de Geest van God
jullie niet meer met rust laat,
maar jullie blijft bezielen,
je hele leven lang.
Vaar daarom met Gods zegen
de toekomst tegemoet,
neem Zijn droom mee in je hart,
en leef voortaan, meer dan ooit te voren,
in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Amen.
-21-
We wensen jullie van harte proficiat en een fijne
feestelijke dag!
Bob Augustijns
Evi Bernaerts
Elena Errijgers
Eme Francken
Emma Francken
Lieke Hoppenbrouwers
Ans Ysebaert
Jordi Jacobs
Chimène Lameir
Jason Muller
Hannah Rijnberg
Yaline Stockbroeckx
Britt Tilborghs
Jelle Van den Broeck
Thalia Van den Langenbergh
Hanne Van Dijck
Elien Van Ginneken
Thomas Van Looveren
Tuur Van Meel
Yente Van Meel
Wout Vandekeybus
Fleur Vermeiren
Een speciaal woordje van dank gaat uit naar:
-
onze vormheer, die ons de Geest van Jezus gaf.
het kinderkoor, dat mee zorgde voor een vrolijke noot in
deze viering.
Verder zeggen we graag
dankjewel,
voor dat kleine gebaar,
die helpende hand,
dat schouderklopje,
dat vriendelijke gebaar,
uw aanwezigheid in deze viering…
vele kleine dingen die bijdroegen
tot het welslagen van deze vormselviering!
Van harte dankjewel!!!
Download